Pagina 1 van 5
STOFFEN ZOALS ZOUT
1. Metalen komen altijd voor als positief geladen ion, niet metalen als negatief geladen ion. Sommige metalen kunnen meerdere ladingen krijgen. Zoek in Binas-tabel 40A de volgende elementen op en schrijf daarbij de mogelijke lading(en) als ion.
a. Aluminium
b. Barium c. Chloor d. Fluor e. IJzer f. Jood g. Kalium h. Koper i. Magnesium j. Natrium k. Zilver l. Zink m. Zuurstof n. Zwavel
2. Negatieve ionen kunnen ook bestaan uit meerdere atomen. Dan wordt het een
“samengesteld ion” genoemd. Zoek in Binas-tabel 66B de volgende ionen op en geef de formule (inclusief lading):
a. Sulfaat
b. Carbonaat
c. Fosfaat
d. Nitraat
Pagina 2 van 5 3. Een stof die bestaat uit positieve en negatieve deeltjes moet totaal neutraal zijn. Er
moet dus evenveel positieve lading als negatieve lading aanwezig zijn. Geef van de volgende combinatie van ionen aan in welke verhouding ze aanwezig moeten zijn in de zuivere stof
a. Natriumchloride, natrium en chloor Na+ : Cl- = … : …
b. Magnesiumoxide, magnesium en zuurstof
c. Zinkbromide, zink en broom
d. Natriumoxide, natrium en zuurstof
e. IJzer(III)oxide, ijzer en zuurstof
f. Aluminiumfluoride, aluminium en fluor
g. Calciumfosfaat, calcium en fosfaat (samengesteld ion)
4. Sommige zouten zijn goed oplosbaar in water, andere niet. Bij het oplossen verlaten de losse ionen het strakke ionrooster om vrij te kunnen bewegen in de oplossing. Het rooster waar de deeltjes in zitten als vast stof is sterk vanwege de sterke elektrische krachten tussen de ionen. Teken op ruitjes hieronder hoe positief en negatief geladen deeltjes gestapeld zijn. Ga uit van NaCl.
5. Bij het oplossen van een zout in water komen de ionen los van het strakke ionrooster waarbij ze vrij kunnen bewegen. De positief geladen ionen en negatief geladen ionen bewegen los van elkaar door de oplossing. In een reactievergelijking komt dit terug.
Voorbeeld:
NaCl (s) Na+ (aq) + Cl- (aq)
Geef van onderstaande stoffen de oplosvergelijking. Tip: Maak eerst de verhoudingsformule zoals bij vraag 3.
a. Kaliumbromide
Pagina 3 van 5 b. Kopersulfaat
c. Aluminiumchloride
d. Zilvernitraat
6. Zeezout wordt gewonnen uit zeewater door zeewater te drogen in de zon. Nadat er genoeg water verdampt is, gaat de lossen ionen tegen elkaar aan zitten en vormen weer een vaste stof. Dit proces is scheikundig vergelijkbaar met het omgekeerde van oplossen.
a. Geef de reactievergelijking voor de winning van natriumchloride uit een zoutwater oplossing door het water te laten verdampen.
b. Iemand heeft een kopersulfaat oplossing achter gelaten in het laboratorium.
Na het weekend was al het water verdampt en waren er alleen nog maar kopersulfaat kristallen aanwezig in het schaaltje. Geef de reactievergelijking van dit proces.
7. Sommige ionen hebben in oplossing een kleur. Een van de bekendste is het koper- ion. Andere verbindingen met koper hebben een andere kleur.
a. Zoek in Binas-tabel 65B de kleur van het koper-ion op.
b. Zoek in Binas-tabel 65B de kleur van koperoxide.
c. Welk ander metaalion (positief-ion) heeft een kleur in een oplossing?
Pagina 4 van 5
ANTWOORDEN
1
a. Al3+
b. Ba2+
c. Cl- d. F-
e. Fe2+ en Fe3+
f. I- g. K+
h. Cu+ en Cu2+
i. Mg2+
j. Na+ k. Ag+ l. Zn2+
m. O2- n. S2-
2
a. SO42-
b. CO32-
c. PO43-
d. NO3-
3
a. Na+ : Cl- 1 : 1 b. Mg2+ : O2- 1 : 1 c. Zn2+ : Br- 1 : 2 d. Na+ : O2- 2 : 1 e. Fe3+ : O2- 2 : 3 f. Al3+ : F- 1 : 3 g. Ca2+ : PO43- 3 : 2
Pagina 5 van 5 4
+ - + - + - + - + - + - + - + - + - + - + - + - +
5
a. KBr (s) K+ (aq) + Br- (aq) b. CuSO4 (s) Cu2+ (aq) + SO42- (aq) c. AlCl3 (s) Al3+ (aq) + 3 Cl- (aq) d. AgNO3 (s) Ag+ (aq) + NO3- (aq)
6
a. Na+ (aq) + Cl- (aq) NaCl (s) b. Cu2+ (aq) + SO42- (aq) CuSO4 (s)
7
a. Blauw b. Zwart
c. Co2+ (aq) rose Fe2+ (aq) licht groen Fe3+ (aq) licht geel Ni2+ (aq) groen