• No results found

Beschermde soorten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beschermde soorten"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Pagina 1 van 4

Inleiding

Er bestaan plannen kleinschalige woningbouw te realiseren op een kavel aan de Hoofdweg/

Milandweg in Zegveld. Op het perceel zijn op grond van een uitgevoerd ecologisch vooronderzoek mogelijkheden gezien voor het vóórkomen van onder de Wet natuurbescherming beschermde soorten. Het betreft in bomen broedende roofvogels en de Platte schijfhoren.

Om de woningbouw mogelijk te maken, is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Het is belangrijk dat het nieuwe bestemmingsplan geen ruimte mag bieden aan activiteiten waarvan op voorhand duidelijk is dat deze ingaan tegen bepalingen uit de Wet natuurbescherming (Wnb) of andere wetgeving, zonder dat middels aanpassingen relevante ontheffingen kunnen worden verkregen.

Deze verordening vloeit voort uit het juridische kader waarin wordt aangegeven dat het

ruimtelijke ordeningsspoor rekening moet houden met beschermde soorten en gebieden op grond van de planologische uitvoerbaarheidseis van art. 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) jo. art.

3:2 Awb. Zij moet daartoe op voorhand een inschatting maken dat voor de geplande activiteiten sectortoestemming zal (kunnen) worden verleend op grond van o.a. de Wet natuurbescherming.

De gangbare lijn in de jurisprudentie (201400832/1/R3) is dat een gemeenteraad een bestem- mingsplan niet kan vaststellen indien redelijkerwijs vast staat dat de Natuurbeschermingswet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Anders gezegd: een bestemmings- plan kan wel worden vastgesteld indien redelijkerwijs vast staat dat de Natuurbeschermingswet niet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid.

In deze memo wordt daarom ingeschat of plannen in het geval dat beschermde waarden daadwerkelijk aanwezig zijn, zodanig kunnen worden aangepast dat aan de eerder genoemde planologische uitvoerbaarheidseis kan worden voldaan omdat er uitzicht is op ontheffing van de Wnb of omdat in het geheel geen sprake is van overtreding van verbodsbepalingen.

Beschermde soorten

In bomen broedende roofvogels

Net zuidelijk van de bestaande tennisbaan zijn tijdens het vooronderzoek een tweetal nesten aangetroffen die naar alle waarschijnlijkheid zijn gemaakt door Zwarte kraaien. Het is

waarschijnlijk dat deze nesten ofwel verlaten zijn of nog door kraaien worden gebruikt in het broedseizoen. Dergelijke nesten kunnen echter ook in gebruik genomen worden door in bomen broedende roofvogels en uilen zoals Sperwer of Ransuil. Alle inheemse soorten vogels zijn beschermd onder de Wnb maar voor de genoemde roofvogel en uil geldt dat ook de

verblijfplaatsen (nesten) jaarrond zijn beschermd. Om het gebruik van de aangetroffen nesten nader te onderzoeken is vervolgonderzoek gepland tussen maart en eind mei.

Alkmaar, maandag 8 april 2019

Memo Zegveld Milandweg-Hoofdweg

Behandeld door: R. de Beer en T. Damm

(2)

Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Pagina 2 van 4

De eerste bezoekronde van dit onderzoek is afgelegd op 29 maart 2019. Bij dit eerste bezoek is reeds geconstateerd dat de eerder aangetroffen nesten verdwenen zijn (med. F. van der Knaap, onderzoeker Van der Goes en Groot). Waarschijnlijk zijn ze in de periode tussen de quickscan (18 december 2017) en het vervolgonderzoek uit de bomen gewaaid. Tijdens het bezoek is wel een solitaire Buizerd waargenomen, maar die had geen duidelijke binding met het gebied. Een poging tot nestbouw zou bovendien al begonnen moeten zijn. Omdat jaarrond beschermde uilen en roofvogels nauwelijks tot geen eigen nesten maken en de aanwezige solitaire Buizerd nog geen begin heeft gemaakt, is hun voorkomen in het plangebied hiermee volledig uitgesloten. Specifiek vervolgonderzoek is daarom niet meer nodig, maar tijdens de geplande bezoeken voor andere soortgroepen wordt uiteraard steeds gelet op de mogelijke aanwezigheid van roofvogels.

Huismus

Tijdens een bezoek op 2 april 2019 zijn, met goed weer, geen Huismussen aangetroffen; daarmee is de kans dat deze honkvaste soort tijdens een volgend bezoek wordt aangetroffen veel kleiner geworden.

Overige vogelsoorten

Er bleken in de eerste ronde wel andere soorten gevestigd waarvan de nesten niet jaarrond zijn beschermd en voor deze nesten dienen gevoelige werkzaamheden buiten het broedseizoen uitgevoerd te worden.

Vleermuizen

In aanvulling op het gestelde in VAN DER KNAAP (2018) kan het volgende vermeld worden:

 Een spouw is waarschijnlijk wel aanwezig in het woonhuis op Hoofdweg 2 (bouwjaar 1976), maar geschikte kieren of open stootvoegen ontbreken. Er is gezocht naar keutels op de

verharde ondergrond onder aan de muur en naar keutels die aan de muur of aan ramen geplakt kunnen zitten (dat kan gebeuren tijdens het zwermen). De afwezigheid hiervan geeft echter geen 100% zekerheid.

 De in december 2017 scheefliggende dakpan op een van de schuren (1960) geeft inderdaad een kleine kans op aanwezigheid van vleermuizen. Onze vleermuisdeskundige schatte de potentie echter laag in, maar 100% uitsluiten kan inderdaad niet.

 In 2014 zijn drie paarverblijven van Ruige dwergvleermuis en een paarverblijf van Gewone dwergvleermuis vastgesteld in gebouwen die nog aanwezig zijn (VAN STRAATEN, 2014).

 In het plangebied zijn lijnvormige elementen aanwezig die als vliegroute dienst kunnen doen, zoals gebleken is uit het onderzoek met vijf bezoeken in 2014 (VAN STRAATEN, 2014).

Vissen

In aanvulling op het gestelde in VAN DER KNAAP (2018) kan het volgende vermeld worden:

 In 2014 is van de toenmalige beschermde soorten alleen Kleine modderkruiper vastgesteld (VAN STRAATEN, 2014). Die is niet langer beschermd buiten daarvoor aangewezen Natura 2000-

gebieden.

 De vissoorten van Bijlage IV van de habitatrichtlijn Houting en Steur leven in kustwateren en grote rivieren en het is uitgesloten dat deze hier in de poldersloten voorkomen, omdat deze niet in directe verbinding staan met die wateren en de benodigde levensvoorwaarden niet aanwezig zijn.

 Van de overige beschermde vissoorten leven Beekdonderpad, Beekprik, Elrits en Gestippelde alver in rivieren, kleine zijrivieren en beken en die hebben een klein verspreidingsgebied in Nederland. Daarom en omdat er geen verbinding is met het plangebied, kan het voorkomen

(3)

Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Pagina 3 van 4

van deze soorten in het plangebied uitgesloten worden. Dit geldt ook voor de Kwabaal, die in meren en rivieren met koel en zuurstofrijk water leeft. De Grote modderkruiper leeft wel in poldersloten wanneer veel planten en een dikke sliblaag aanwezig zijn en heeft in ons land een vrij uitgestrekt verspreidingsgebied met als dichtstbijzijnde vindplaats Boskoop. Omdat in 2014 alleen Kleine modderkruipers zijn gevonden (op 9 van de 10 trajecten en hier en daar vrij veel) is het zeer onwaarschijnlijk dat ook Grote modderkruiper aanwezig is. Maar 100% zekerheid is er niet.

Platte schijfhoren

Platte schijfhoren is een zeer kleine slakkensoort die leeft in vegetatierijke sloten op meestal venige bodems. In de centrale sloten van het plangebied wordt het voorkomen van Platte schijfhorens uitgesloten; alleen de randsloten van het plangebied zijn potentieel geschikt. Om te onderzoeken of de slakken daadwerkelijk aanwezig zijn, wordt in juni vervolgonderzoek

uitgevoerd.

Aerius-berekening

Het Aerius-kenmerk is RyXwaBnhRvcY, maar de officiële Aerius-bijlage bevat geen berekende depositie; uit de berekening komen ook geen hexagonen.

Vervolgprocedures

In bomen broedende roofvogels

Er zijn geen in bomen broedende roofvogels aanwezig, zodat de plannen m.b.t. jaarrond beschermde vogelsoorten kunnen doorgaan zoals gewenst, zonder kans op het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb.

Huismus

 In het geval dat geen Huismussen worden aangetroffen: plannen kunnen doorgaan zoals gewenst zonder kans op het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb.

 Indien toch nog verblijfplaatsen van Huismussen worden aangetroffen, is er wel kans op het overtreden van die verbodsbepalingen. Het is echter mogelijk, via een ontheffingsprocedure, soortgerichte maatregelen te nemen die dit kunnen voorkomen, waaronder het aanbrengen van minimaal twee nieuwe, alternatieve nestplaatsen per verblijfplaats die verloren zal gaan.

Deze moeten eerst een aantal maanden gelijktijdig aanwezig zijn met de oorspronkelijke verblijfplaats voordat die laatste verwijderd kan worden. Dit zal in een werkprotocol en uitvoeringsplan opgenomen moeten worden.

Op voorhand kan derhalve op dit moment nog niet gesteld worden dat de eventuele aanwezigheid van de Huismus niet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Voor deze soort wordt het onderzoek eind april afgerond.

Vleermuizen

Het is verstandig nader onderzoek te doen naar vleermuizen. Dit type onderzoek loopt van april- oktober.

 Foeragerende vleermuizen zullen zeker aangetroffen worden en dan is het zaak te bepalen of de vastgestelde routes essentieel zijn voor een lokale populatie.

(4)

Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Pagina 4 van 4

 Indien ook (wederom) verblijfplaatsen worden vastgesteld zouden de plannen aangepast kunnen worden, want voor het verwijderen van verblijfplaatsen zal ontheffing aangevraagd moeten worden. Dit heeft alleen kans van slagen als er geen andere bevredigende oplossing is en een van de volgende belangen aan de orde is: (1) Ontheffing is nodig ter bescherming van flora en fauna; (2) Ontheffing is nodig ter voorkoming van schade (…); (3) Ontheffing is nodig in het belang van de volksgezondheid, openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijk gunstige effecten. Verder is dan (evt. eerst tijdelijke) permanente compensatie noodzakelijk.

Vissen

Het is verstandig nader onderzoek te doen naar Grote modderkruiper. Met schepnet of elektrisch kan dit onderzoek het beste uitgevoerd worden van maart-juni of oktober-november. Onderzoek door middel van e-DNA is echter het meest geschikt en kan ook in andere maanden uitgevoerd worden.

Platte schijfhoren

 In het geval dat geen Platte schijfhorens worden aangetroffen: plannen kunnen doorgaan zoals gewenst zonder kans op het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb.

 In het geval dat wél Platte schijfhorens worden aangetroffen: de bestaande slotenstructuur blijft goeddeels gehandhaafd en in eventuele nieuwe sloten kan plantmateriaal uit de sloten met Platte schijfhorens worden geplaatst. Voorkomen moet (en kan) worden dat sloten door bijvoorbeeld voorbelasting worden dichtgedrukt. Belangrijk is dat de totale oppervlakte geschikt leefgebied niet afneemt.

Omdat de plannen voorzien in de instandhouding van de bestaande waterpartijen en een ver- groting van het wateroppervlak, is het mogelijk dat het leefgebied vergroot kan worden. Op voorhand kan derhalve gesteld worden dat de eventuele aanwezigheid van de Platte schijf- horen niet in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Voor de Platte schijfhoren wordt in juni het nadere onderzoek afgerond.

Conclusie

Als geen beschermde waarden worden aangetroffen in het plangebied, kunnen de plannen doorgaan zoals gewenst zonder kans op het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb.

Als Huismussen, verblijfplaatsen van vleermuizen, Grote modderkruipers of Platte schijfhorens na het uitvoeren van vervolgonderzoek aanwezig blijken te zijn, is met het aanpassen van de plannen en het nemen van maatregelen mogelijk te voorkómen dat verbodsbepalingen van de Wet

natuurbescherming worden overtreden, ofwel is het mogelijk om kansrijk een ontheffing aan te vragen in het kader van de Wnb.

Verwijzingen

VAN DER KNAAP, F.N.M., 2018. Hoofdweg en Milandweg te Zegveld. Toetsing in het kader van de natuurwetgeving. G&G-advies QS2017-139, Van der Goes en Groot, Kwintsheul.

VAN STRAATEN, M., 2014. Hoofdweg/Milandweg te Zegveld. Inventarisatie in het kader van de Flora- en faunawet. G&G-advies 2014, Van der Goes en Groot, Alkmaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3.10 lid b: Door het slopen van schuren, verwijderen van rommelhoekjes, grasland met ruigte en bosschages (zoals ten westen van Middenweg 23) worden mogelijk verblijfplaatsen

De effecten van de realisatie van twee windturbines bij het bedrijfsterrein op beschermde soorten (o.a. vogels en vleermuizen) zijn door SOVON in beeld gebracht in het kader van

Indien het gaat om een bijplaatsing bij een bestaande populatie, is de bestaande populatie waar de bijplaatsing gebeurt op zich te klein om duurzaam behouden te kunnen worden,

In deze paragraaf worden de maatregelen opgesomd die gedurende de verschillende werkzaamheden in acht genomen dienen te worden om negatieve effecten op de gewone

Ruige dwergvleermuizen kunnen tijdens de trek grote open gebieden oversteken, maar volgen waar mogelijk wel lijnvormige elementen (Dietz et al. In het westen langs de kuststrook

U dient er 100% zeker van te zijn dat zich geen beschermde soorten of hun nesten in of direct om uw project bevinden.. Of dat de

* = Hoewel de soorten sinds 1979 reeds zijn beschermd conform de Conventie van Bern, bijlage II, waren deze soorten volgens de voormalige natuurwetgeving niet specifiek

Aanvraagformulieren die kennelijk niet binnen de gestelde termijn zijn ingediend of die niet naar behoren werden ingevuld, of waaruit blijkt dat er niet voldaan is aan de