• No results found

PM Stb., vooralsnog Kamerstukken II, 20018/2019, 35262, nrs 2 en 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share " PM Stb., vooralsnog Kamerstukken II, 20018/2019, 35262, nrs 2 en 3 "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit van PM tot vaststelling van de vestigingsplaatsen van de kamers voor het notariaat (Besluit vestigingsplaatsen kamers voor het notariaat)

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz.

enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van PM;

Gelet op artikel 94, elfde lid, van de Wet op het notarisambt;

De Afdeling advisering van Raad van State gehoord (advies van PM);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van PM;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De vestigingsplaatsen van de kamers voor het notariaat zijn:

a. ressort Amsterdam: Amsterdam;

b. ressort Arnhem-Leeuwarden: Arnhem;

c. ressort Den Haag: ’s-Gravenhage;

d. ressort ’s-Hertogenbosch: ’s-Hertogenbosch.

Artikel 2

Het besluit vestigingsplaatsen raden van discipline, hof van discipline en kamers voor het notariaat wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op PM.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vestigingsplaatsen kamers voor het notariaat.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming

(2)

Nota van Toelichting

De Wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur in verband met het opnemen van een grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van kwaliteitstoetsen bij advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen en diverse aanpassingen van overwegend wetstechnische aard1 wijzigt, voor zover hier van belang, de artikelen 46aa, tweede lid, en artikel 51, eerste lid, van de Advocatenwet.

De vestigingsplaatsen van de raden van discipline en het hof van discipline, de tuchtcolleges voor de advocatuur, worden niet langer bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld, maar bij bestuursreglement van de tuchtcolleges zelf. De artikelen 1 en 2 van het Besluit vestigingsplaatsen raden van discipline, hof van discipline en kamers voor het notariaat zijn hierdoor overbodig geworden. Genoemd besluit wordt op grond van artikel 2 van onderhavig besluit ingetrokken.

Artikel 1 van onderhavig besluit regelt waar de vestigingsplaatsen van de kamers voor het notariaat zijn. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 94, elfde lid, van de Wet op het notarisambt.

De Minister voor Rechtsbescherming

1

PM Stb., vooralsnog Kamerstukken II, 20018/2019, 35262, nrs 2 en 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur in verband met het opnemen van een grondslag voor

Indien het een stichting betreft anders dan een stichting als bedoeld in artikel 22 en anders dan bedoeld in artikel 54, kan een wijziging als bedoeld in de eerste volzin

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verlening en intrekking van een vergunningen als bedoeld in artikel 3 en

De eigenaar van een gebouw dat niet aan de veiligheidsnorm voldoet, kan ervoor kiezen de voorbereiding en de uitvoering van de versterking door Onze Minister van Binnenlandse Zaken

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van informatie, bedoeld in het eerste lid, de wijze waarop deze wordt ingewonnen, de

Op verzoek van het openbaar ministerie of op vordering van de curator kan de rechtbank een bestuursverbod uitspreken jegens de bestuurder van een rechtspersoon die zijn taak

Artikel 3:57 is van overeenkomstige toepassing op afwikkelondernemingen of herverzekeraars met zetel in een niet-aangewezen staat en verzekeraars met beperkte risico-omvang met

Het eerste lid geldt niet voor het uitvoeren van een landing tussen 23.00 uur en 00.00 uur plaatselijke tijd door een burgerluchtvaartuig van een verkeersvlucht die volgens schema