• No results found

Ontwerp parkeerverordening 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontwerp parkeerverordening 2021"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ontwerp parkeerverordening 2021

Gelet op artikel 149 van de gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994.

besluit de Raad van de gemeente Gooise Meren:

vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren van motorvoertuigen (Parkeerverordening Gooise Meren 2021).

Afdeling 1 Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Adres: een kadastrale (woon)eenheid zoals geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen;

b. Bewonersvergunningenplafond: het aantal bewonersvergunningen dat maximaal wordt verleend binnen een deelvergunninggebied;

c. College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gooise Meren;

d. Dag: een periode van vierentwintig uren, beginnen om 0.00 uur en eindigend om 24.00 uur;

e. Deelvergunninggebied: deel van een vergunninggebied waarvoor een bewonersvergunningenplafond is vastgesteld;

f. Eigenaar: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

g. Grote motorvoertuigen: motorvoertuigen die, met inbegrip van de lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter;

h. Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

i. Maand: een periode van dertig aaneengesloten dagen;

j. Motorvoertuig: een brommobiel en motorvoertuigen als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, behoudens grote motorvoertuigen;

k. Ontheffing: een door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen plaatsen binnen een parkeerschijfzone;

l. Ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

m. Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, website, (een applicatie op een) mobiele telefoon, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

n. Parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

o. Parkeerschijfzone: een gebied dat is aangeduid met bord E10 uit bijlage I van het RVV 1990;

p. Parkeerschijfzoneplaats: een parkeerplaats die is gelegen binnen een parkeerschijfzone en die is voorzien van een blauwe streep als bedoeld in RVV 1990 art.25;

q. Parkeerplaats: plaats op een binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop parkeren niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

r. Parkeervergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of vergunninghouderplaatsen;

s. Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

t. Raad: de raad van de gemeente Gooise Meren;

u. RRV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

(2)

v. Stallingsplaats: plaats, juridisch, feitelijk of planologisch bestemd of bedoeld om motorvoertuigen te stallen, gelegen buiten de openbare weg en niet voor het openbaar verkeer openstaand of toegankelijk;

w. Vergunning: parkeervergunning (zie aldaar);

x. Vergunningenplafond: aantal vergunningen dat maximaal wordt verleend binnen een vergunninggebied;

y. Vergunninggebied: een gebied waarvoor parkeervergunningen kunnen worden verleend en waarbinnen vergunningen geldig zijn voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen. Hieronder wordt ook verstaan een deelvergunninggebied;

z. Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

aa. Vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die:

1. is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of

2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

bb. Kalenderjaar: de periode van 1 januari lopende tot en met 31 december;

cc. Wachtlijst: een lijst waarop personen worden geregistreerd die op toekenning van een vergunning wachten;

dd. Week: een periode van zeven aaneengesloten dagen.

Afdeling 2 Plaatsen voor Vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel 2

1. Regulering van het gebruik van parkeerplaatsen geschiedt op basis van of krachtens deze verordening door middel van parkeervergunningen, bijzondere vergunningen, tijdgebonden parkeerrechten en/of door middel van het in werking stellen van de parkeerapparatuur;

2. Indien tot enige vorm van regulering van het gebruik van parkeerplaatsen wordt besloten, geschiedt dit met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en de krachtens deze verordening vastgestelde regelingen.

Artikel 3

1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vaststellen over:

a. het aanwijzen en het wijzigen van een vergunninggebied dat bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

b. het instellen van een vergunningenplafond voor een vergunninggebied;

c. het instellen van een bewonersvergunningplafond voor een deelvergunninggebied. Het plafond kan worden vastgesteld op nul bewonersvergunningen;

d. het maximaal aantal te verlenen vergunningen op basis van artikel 4, derde lid aanhef en onderdeel a in een vergunning- en in een deelvergunninggebied;

e. het verlenen van nul, één of twee vergunningen per adres.

Artikel 4

1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen;

2. Een vergunning wordt slechts verstrekt voor het vergunninggebied waarin de aanvrager is ingeschreven of gevestigd;

3. Een vergunning die is verleend voor het vergunninggebied ‘Stationsgebied Naarden-Bussum’ geldt tevens als ontheffing voor de parkeerschijfzone die binnen dit vergunninggebied gelegen is.

Artikel 5

Bewonersvergunning

1. Een bewonersvergunning kan worden verleend aan:

a. de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een bewoner is van een adres (ingeschreven staat) dat is gelegen in een vergunninggebied en die niet beschikt of niet kan beschikken over een stallingsplaats voor een motorvoertuig;

(3)

b. de eigenaar of houder van een motorvoertuig dat wordt gedeeld met iemand die woont (ingeschreven staat) in een vergunninggebied in de gemeente Gooise Meren, mits zowel de eigenaar of houder van het motorvoertuig lid is van de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik.

2. Deze vergunning wordt op kenteken uitgegeven, met een maximum van twee per adres (met inachtneming van het gestelde in artikel 13 lid 5).

3. Indien binnen een vergunninggebied twee bewonersvergunningen per adres kunnen worden verleend, wordt het aantal stallingsplaatsen waarover de bewoners van dat adres beschikken of kunnen beschikken afgetrokken van het maximum aantal te verlenen bewonersvergunningen per adres.

4. Deze vergunning geeft het recht om op vergunninghoudersplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

a. Deze vergunning geeft in de vergunninggebieden Bussum-Centrum en Muiden ook het recht om op parkeerapparatuurplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

Artikel 6

Bezoekersvergunning

1. Bezoekersvergunningen worden verleend in sets van 25 stuks (ook aangeduid als ‘bonnenboekjes’) aan:

a. de persoon die woont (ingeschreven staat) in een vergunninggebied in de gemeente Gooise Meren ten behoeve van het parkeren van bezoek van bewoners;

b. kerken en – als zodanig geregistreerde – zorgverlenende instellingen, zoals huisartsen en andere medische praktijken.

2. Een bezoekersvergunning is maximaal één dag geldig. De gebruiker van de bezoekersvergunning dient op de vergunning de dag van geldigheid en het kenteken waarvoor de vergunning wordt gebruikt op de voorgeschreven manier kenbaar te maken.

3. Deze vergunning geeft het recht om op alle vergunninghoudersplaatsen te parkeren in het gebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

Artikel 7

Bedrijvenvergunning

1. Deze vergunning wordt verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent en het vestigingsadres in een vergunninggebied in de gemeente Gooise Meren ligt.

2. Deze vergunning wordt op bedrijfs- of instellingsnaam afgegeven, met een maximum van drie per vestigingsadres (met inachtneming van het gestelde in artikel 13 lid 5). Meer dan drie vergunningen kunnen worden verstrekt indien dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor de beroeps- of bedrijfsvoering van de aanvrager. Voor eventuele vierde en volgende bedrijvenvergunningen kan het college aanvullende voorwaarden geven.

3. Op een adres, niet zijnde een zelfstandige woning, waar meerdere bedrijven (een (bedrijfsverzamelgebouw) staan ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel het is het maximaal aantal te verlenen vergunningen conform de parkeernorm: 1 per 50 m2 bvo. Dit aantal wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein).

4. Onderwijsinstellingen ontvangen één parkeervergunning per leslokaal met aftrek van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

5. Deze vergunning geeft het recht om op vergunninghoudersplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

a. Deze vergunning geeft in de vergunninggebieden Bussum-Centrum en Muiden ook het recht om op parkeerapparatuurplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

Artikel 8

Functionele vergunning

1. Deze vergunning wordt verleend aan de volgende organisaties :

a. in de gemeente Gooise Meren geregistreerd staande huisartsen, verpleegkundigen, verloskundigen, thuiszorgorganisaties of andere zorg- of hulpverleningsinstellingen die

(4)

structureel in de gehele gemeente gebruik maken van één of meer motorvoertuigen voor de uitoefening van hun functie of taak;

b. ambtenaren in de gemeente Gooise Meren die vanuit hun functie handhavende en onderzoekstaken verrichten;

c. autodeelbedrijven ten behoeve van deelauto’s die binnen de gemeente Gooise Meren een standplaats hebben.

d. Geregistreerde zorgverleners ontvangen per persoon maximaal één parkeervergunning op kenteken ten behoeve van de uitoefening van hun functie

2. Deze vergunning wordt op bedrijfs- en/of instellingsnaam afgegeven, met een maximum van drie per vestigingsadres. Meer dan drie vergunningen kunnen worden verstrekt indien dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor de beroeps- of bedrijfsvoering van de aanvrager.

a. Uitzondering 1: de functionele vergunning voor autodeelbedrijven wordt uitgegeven op kenteken van de deelauto, waarbij het maximum aantal gelijk is aan het aantal deelauto’s dat binnen de gemeente Gooise Meren een standplaats heeft.

3. Deze vergunning geeft het recht om op alle vergunninghoudersplaatsen en alle parkeerapparatuurplaatsen te parkeren in de gemeente Gooise Meren.

Artikel 9

Mantelzorgvergunning

1. Deze vergunning wordt verleend aan de persoon die woont (ingeschreven staat) in een vergunninggebied in de gemeente Gooise Meren en volgens een officiële indicatiestelling mantelzorg nodig heeft.

2. Deze vergunning wordt op naam uitgegeven, met een maximum van twee per adres.

3. Deze vergunning geeft het recht om op vergunninghoudersplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

a. Deze vergunning geeft in de vergunninggebieden Bussum-Centrum en Muiden ook het recht om op parkeerapparatuurplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

Artikel 10

Tijdelijke vergunning

1. Deze vergunning wordt verleend voor een periode van een week of een maand aan werkgevers en werknemers van bedrijven en/of instellingen die in een vergunninggebied in Gooise Meren tijdelijk werkzaamheden uitvoeren.

2. Tijdelijke vergunningen worden op kenteken afgegeven.

3. Deze vergunning geeft het recht om op alle vergunninghoudersplaatsen en alle parkeerapparatuurplaatsen te parkeren in het vergunninggebied waarvoor de vergunning is uitgegeven.

Artikel 11

Vergunning standhouders weekmarkt

1. Deze vergunning wordt verleend aan standhouders op de weekmarkt in Bussum en geldt alleen voor de aangewezen dag in de week waarop de Bussumse weekmarkt wordt gehouden.

2. Deze vergunning wordt op kenteken uitgegeven.

3. Deze vergunning is geldig voor het parkeren op de met borden aangegeven parkeerstrook langs de Vlietlaan.

Artikel 12

1. Het college kan in bijzondere gevallen ook vergunningen verlenen als niet aan de voorwaarden wordt voldaan die per type vergunning in lid 3 (a tot en met g) van dit artikel zijn genoemd:

a. het college kan in bijzondere gevallen aan inwoners of werkgevers meer dan het in lid 3 (a tot en met g) aangegeven aantal vergunningen uitgeven;

b. het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig of aanhangwagen die niet voldoet aan één van de in lid 3 (a tot en met g) genoemde voorwaarden.

2. Aan een vergunning kan het college voorschriften en beperkingen verbinden:

a. met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen;

(5)

b. met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is;

c. ter bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

3. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen (vergunningenplafond).

4. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen voor het parkeren in parkeerschijfzones.

Artikel 13

1. Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

2. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

3. Het college kan de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

4. De aanvragen voor een vergunning worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

5. Het college kan, indien binnen het vergunninggebied het aantal aanvragen voor een parkeervergunning of een ontheffing het vergunningenplafond overtreft, een vergunningaanvraag voor onbepaalde tijd op een wachtlijst plaatsen. De wachtlijst geldt in eerste instantie alleen voor aanvragen van een tweede bewonersvergunning of een derde bedrijvenvergunning per adres.

6. Een besluit tot afwijzing van een aanvraag is met redenen omkleed. De aanvrager wordt van deze afwijzing schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 14

1. Bij de eerste aanvraag van een vergunning voor vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen geldt dat deze wordt verleend vanaf de eerste van de maand waarin deze vergunning wordt aangevraagd tot en met 31 december van dat jaar. Daarna kunnen de vergunningen worden verlengd voor één kalenderjaar.

2. In afwijking van het gestelde in lid 1 worden tijdelijke vergunningen (zoals beschreven in artikel 3 lid 3f) verleend voor de periode van één week of één maand met de mogelijkheid van verlenging voor eenzelfde periode.

3. Een vergunning wordt verleend tegen de tarieven zoals vastgesteld in de tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelasting 2018.

4. Een vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

a. de periode waarvoor de vergunning geldt;

b. het gebied waarvoor de vergunning geldt;

c. de (bedrijfs)naam van de vergunninghouder of het kenteken of overige kenmerken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

5. Een vergunning voor een lease- of bedrijfsauto wordt alleen verleend als een berijdersverklaring van een officiële leasemaatschappij of van het bedrijf kan worden overlegd.

6. Bij verlies of diefstal van een vergunning binnen de termijn van de vergunning kan op een daartoe strekkend verzoek tegen betaling een nieuwe vergunning worden verleend, mits een proces-verbaal van de politie wordt overlegd, waaruit blijkt dat er sprake is van verlies of diefstal.

7. Ingeval van tussentijdse mutaties dient bij de aanvraag van de vergunning de oude vergunning te worden ingeleverd. Als hieraan niet wordt voldaan zal de aanvraag als nieuwe aanvraag worden behandeld.

Artikel 15

Een vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

1. Een bewonersvergunning wordt tevens geweigerd:

a. indien het vergunningenplafond van het desbetreffende vergunninggebied is bereikt;

b. indien het bewonersvergunningenplafond van het desbetreffende deelvergunninggebied is bereikt.

Artikel 16

1. Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

a. op aanvraag van de vergunninghouder;

(6)

b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend of wanneer de vergunninghouder anderszins niet meer aan de voorwaarden voor de vergunning voldoet;

c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen of anders wordt ingericht;

e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

f. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

h. wanneer de vergunninghouder zijn vergunning vervalst of ter vervalsing heeft aangeboden;

i. om redenen van openbaar belang.

2. De vergunninghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van een vergunning binnen een maand nadat de wijziging zich heeft voorgedaan te melden aan het college.

Artikel 17

1. Het college kan artikel 15 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Afdeling 3 Verbodsbepalingen

Artikel 18

1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:

a. op een parkeerapparatuurplaats;

b. op een vergunninghouderplaats.

2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 19

1. Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 20

1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

a. zonder vergunning;

b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;

c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

2. Vrijgesteld aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel zijn:

a. voertuigen voorzien van een duidelijk zichtbare Invalidenparkeerkaart of Europese Gehandicapten Parkeerkaart;

b. ambulances, voertuigen van politie en brandweer voor zover deze voertuigen bij het uitoefenen van de dienst worden gebruikt en mits deze voertuigen als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 21

1. Het is verboden op een parkeerapparatuurplaats gedurende de tijden waarop het parkeren daar slechts tegen betaling is toegestaan:

(7)

a. een motorvoertuig te parkeren indien niet, of niet onmiddellijk na aanvang van het parkeren, is voldaan aan de verplichting tot het betalen van het verschuldigde parkeergeld;

b. een motorvoertuig te parkeren als de parkeertermijn is verstreken.

2. Het in het eerste lid van dit artikel vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende parkeerapparatuurplaatsen, het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

3. Vrijgesteld aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel zijn:

a. voertuigen voorzien van een duidelijk zichtbare Invalidenparkeerkaart of Europese Gehandicapten Parkeerkaart;

b. ambulances, voertuigen van politie en brandweer voor zover deze voertuigen bij het uitoefenen van de dienst worden gebruikt en mits deze voertuigen als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn.

4. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling 4 Strafbepaling.

Artikel 22

1. Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen en de in artikel 141 van het Wetboek van strafverordening genoemde opsporingsambtenaren.

Artikel 24

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Parkeerverordening Gooise Meren 2021’.

Artikel 25

1. Deze verordening treedt in werking op XX

2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de bij raadsbesluit van 01 oktober 2015 vastgestelde “Parkeerverordening 2015” van de gemeente Bussum en de bij raadbesluit van 18 december 2014 vastgestelde “Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren gemeente Muiden 2015” van de gemeente Muiden.

3. Reeds verleende vergunningen voor parkeren worden geacht te zijn verleend volgens deze verordening.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van XX

(8)

Bijlage Voorbeeld Uitvoeringsbesluit

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren houdende regels voor de verlening van vergunningen voor het parkeren als bedoeld in de Parkeerverordening 2021 (Uitvoeringsbesluit Parkeren Gooise Meren 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren,

gelezen het voorstel van (XX);

gelet op artikel 156, derde lid, en artikel 225 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Parkeerverordening Gooise Meren 2018;

besluit vast te stellen:

Het Uitvoeringsbesluit Parkeren Gooise Meren 2021

Artikel 1

Begripsbepalingen

De begrippen in dit besluit worden in dezelfde betekenis gebruikt als in de Parkeerverordening Gooise Meren 2021.

Artikel 2

Vergunninggebied en deelvergunning gebied

De vergunninggebieden en de deelvergunninggebieden zijn vermeld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Vergunningenplafond

Het vergunningenplafond en het bewonersvergunningenplafond voor vergunningen bedraagt voor een vergunninggebied en een deelvergunninggebied:

Vergunninggebied Aantal Deelvergunninggebied Aantal bijv.

Stationsgebied Bussum

Stationsgebied Bussum- 1a

Stationsgebied Bussum – 1b

0

Artikel 4

Bewonersvergunningen

1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid, bedraagt het aantal te verlenen vergunningen voor bewoners maximaal twee per adres.

(9)

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het aantal te verlenen bewonersvergunningen nul per adres in een deelvergunninggebied waarin het bewonersvergunningenplafond op nul is gesteld.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Parkeren Gooise Meren 2020

2.2 Bijlage bij Besluit

Bijlage 1 bij artikel 2: Vergunningengebied en deelvergunningengebieden 1. Stationsgebied Bussum

1.1 Vergunninggebied Stationsgebied Bussum, waarvan de grenzen worden gevormd door: (1) ….

a. deelvergunninggebied Stationsgebied Bussum 1a, waarvan de grenzen worden gevormd door: (1)

b. deelvergunninggebied Stationsgebied 1b, bestaande uit:

- Zwarteweg 6 - 8

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet en het bovenstaande, besluit de Minister van Economische Zaken dat de vergunning voor het leveren van warmte welke ten name is

Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt gedurende bepaalde periode van het jaar een algemene

In de ontwerp parkeerverordening 2021 zijn regels geformuleerd waarin de toekomstige bewoners van nieuwbouwwoningen in een gebied waar reeds sprake is van een (te) hoge parkeerdruk

Het in het eerste lid van dit artikel vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de

Aan Stichting Expertisecenter Onderwijszorg Bonaire wordt aanvullende subsidie verstrekt voor de inzet van extra orthopedagogen op de scholen, het opstarten

Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het verantwoordelijk bestuursorgaan de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning

De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop

De ACM beoordeelt in het hierna volgende of aanvrager, conform artikel 10, eerste lid, van de Warmtewet, voldoende heeft aangetoond te beschikken over de vereiste organisatorische,