Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg Piet Mondriaanplein 25 • 3812 GZ Amersfoort • Postbus 830 • 3800 AV Amersfoort • T 033 460 89 00 • KVK 40483580 info@ggznederland.nl • www.ggznederland.nl • IBAN: NL56 INGB 0687 2118 08 BIC: INGBNL2A • IBAN: NL08 ABNA 0408 3901 07 BIC: ABNANL2A
Aan de leden van de Vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018
2500 EH Den Haag
Datum Bijlage(n)
9 juli 2014
Contactpersoon Doorkiesnummer
Joost Kamoschinski 033 4608942
Ons kenmerk Uw kenmerk
Com/jtki/cecs/ 152146/2014
Onderwerp
Reactie Besluit Jeugdwet t.a.v.
professionalisering
Geachte leden van de Vaste commissie voor VWS,
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN hebben kennis genomen van het Besluit
Jeugdwet, zoals onlangs voorgehangen. In deze brief vindt u onze wensen en bedenkingen ten aanzien van hoofdstuk 5, het onderwerp professionalisering. Vorige week is in de laatste procedurevergadering besloten tot een schriftelijk overleg hierover. Wij hopen dat u onze wensen en bedenkingen in deze inbreng wilt meenemen. Vanzelfsprekend zullen wij als branches onze wensen en bedenkingen deze maand volgens procedure ook melden bij het ministerie van VWS.
Onze bedenkingen gaan over de reikwijdte van het kwaliteitsregister jeugd, de invulling van het kwaliteitskader, de vormgeving van bevoegdheden en de implementatie.
Reikwijdte kwaliteitsregister
Met het uitvoeringsbesluit wordt de norm van verantwoorde werktoedeling van toepassing voor alle organisaties die jeugdhulp bieden Met deze norm wordt registratie van
jeugdprofessionals noodzakelijk voor medewerkers die hbo- of wo-opgeleid zijn binnen de Wet BIG of anders binnen het kwaliteitsregister jeugd. In de begripsbepaling worden echter alleen enkele beroepen binnen artikel 3 Wet BIG als geregistreerd professional getypeerd.
Deze definitie dient te worden uitgebreid met alle andere beroepen, die opgenomen zijn in artikel 3 en artikel 14 (specialismen) van de wet BIG.
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN verzoeken u de staatssecretaris te vragen om binnen de definiëring van de ‘geregistreerde professional’ alle beroepen op te nemen die vallen binnen artikel 3 en artikel 14 van de wet BIG.
2
Invulling kwaliteitsregister
De professionalisering binnen de Jeugdwet kan opgesplitst worden in twee trajecten:
professionalisering jeugdzorg (STIPJ) en professionalisering jeugdhulp (Jeugdwet). Het eerste traject, welke specifiek voor de jeugdzorg geldt, is gestart in 2007 en heeft geleid tot het kwaliteitskader jeugdzorg. Het tweede traject heeft een andere, bredere focus (alle branches binnen de gehele Jeugdwet) en is in 2014 gestart. In dit traject worden specifieke (her)registratie-eisen opgesteld voor alle branches die vallen onder de Jeugdwet.
In het huidige Besluit Jeugdwet staan veel uitgangspunten en afspraken genoemd die specifiek voor de jeugdzorg zijn gemaakt. Echter, deze zijn niet gemaakt voor het brede jeugddomein. Voor een goede aansluiting, draagvlak, effectiviteit en (kosten)efficiëntie is het noodzakelijk dat de Jeugdwet ruimte biedt om de eisen en uitgangspunten in overleg met alle betrokken branches vorm te geven. Door in het Besluit Jeugdwet al specifieke afspraken uit het traject van jeugdzorg op te nemen, wordt de ruimte beperkt voor branches die niet betrokken waren bij het STIPJ-traject.
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN verzoeken u de staatssecretaris te vragen binnen de wetgeving ruimte te bieden om specifieke afspraken te maken over de professionalisering binnen de brede Jeugdwet. En afspraken binnen het kwaliteitskader jeugdzorg hierbij te betrekken.
Eisen aan (her)registratie
De (her)registratie-eisen voor de jeugdprofessionals dienen voor het desbetreffende beroep(sniveau) realistisch en (kosten)efficiënt te zijn. De huidige eisen aan bijvoorbeeld psychologen en orthopedagoog-generalisten, zoals gesteld in de huidige kwaliteitsregisters van beroepsverenigingen NIP en NVO, zijn onwenselijk en niet realistisch. Deze eisen zijn conform de (her)registratie-eisen van gz-psychologen, dan wel specialismen binnen de psychologische beroepsgroep. Gz-psychologen en specialisten zijn een (veel) hoger
beroepsniveau en worden zodoende op een andere manier ingezet binnen de jeugdhulp. De (her)registratie-eisen dienen zodoende aangepast te worden op de daadwerkelijke
positionering, niveau en inzet van deze beroepsbeoefenaren. Door de huidige hoge
registratie-eisen zouden alle nu werkzame basispsychologen en orthopedagoog-generalisten binnen de Jeugdwet moeten worden opgeleid tot een ongewenst, hoger beroepsniveau (conform gz-psycholoog). Dit gaat ongeveer € 24.000,- per basispsycholoog/orthopedagoog- generalist kosten.
Daarnaast dient het kwaliteitsregister jeugd te worden uitgebreid met ‘nieuwe’ beroepen1 om voor het hele jeugddomein van toepassing te kunnen zijn. Voor ‘nieuwe’ beroepen (zoals maatschappelijk werkers en jongerenwerkers binnen de maatschappelijke opvang) die nu jeugdhulp uitvoeren, een rol hebben in de toegang of werkzaam zijn in de nieuwe AMHK’s, moeten op korte termijn (ook gelet op de inkoopafspraken die gemeenten maken)
overgangsmaatregelen getroffen worden in het registratiesysteem.
1 `Nieuwe` beroepen zijn nieuwe beroepen of beroepen die al voorkomen in het brede veld van jeugdhulp, maar nog niet geregistreerd kunnen worden, terwijl het werkveld dit wel wil (zoals beroepsregistratie binnen leden MO-groep)
3
Om te garanderen dat deze professionals hun werk ook na 1 januari 2015 kunnen blijven uitvoeren. Bijvoorbeeld in de vorm van een voorregistratie.
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN verzoeken u de staatssecretaris te vragen de (her)registratie-eisen van beroepen vallende binnen het kwaliteitsregister aan te passen op de daadwerkelijke positionering, het (beroeps)niveau en inzet van deze beroepsbeoefenaren binnen de jeugdhulp. En overgangsmaatregelen te treffen voor beroepsgroepen die
jeugdhulp uitvoeren, waarvoor beroepsregistratie nog niet mogelijk is.
Vormgeving bevoegdheden
Om nu en in de toekomst realistische en haalbare (her)registratie-eisen te stellen, is het noodzakelijk dat werkgevers(organisaties) medezeggenschap hebben over de inhoud van deze eisen. Beroepsverenigingen zijn goed in het aangeven van optimale beroepsvereisten;
werkgevers kunnen deze eisen afzetten tegen de algehele beroepenstructuur, de tarieven en het (individuele) functiehuis. Deze medezeggenschap van werkgevers dient net als in de Wet BIG geborgd te worden in wet- en regelgeving.
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN verzoeken u de staatssecretaris te vragen de medezeggenschap van werkgevers(organisaties) in het vaststellen van
(her)registratievereisten van jeugdprofessionals vast te leggen binnen de huidige wetgeving en/of de statuten van het kwaliteitsregister jeugd.
Implementatie kwaliteitskader Jeugdwet
Net zoals in de jeugdzorg is het belangrijk dat er voldoende tijd en financiering is om het kwaliteitskader jeugd binnen het werkveld te implementeren. Het is niet haalbaar om de
‘norm van verantwoorde werktoedeling’ per 1 januari 2016 voor alle jeugdhulp toe te passen.
Voor de leden van ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN is deze overgangsfase niet realistisch voor de implementatie van deze nieuwe manier van kwaliteitsborging. Om aan alle (her)registratievereisten te kunnen voldoen, alsmede de organisatie van de jeugdhulp aan te passen op de nieuwe taken en bevoegdheden van geregistreerde jeugdprofessionals is een ruime overgangstermijn noodzakelijk.
ActiZ, GGZ Nederland, MO-groep en VGN verzoeken u de staatssecretaris te vragen om voldoende tijd om de implementatie van het kwaliteitskader Jeugdwet goed vorm te geven.
Een overgangstermijn van meerdere jaren is hierbij noodzakelijk.
Wij zijn te allen tijde bereidt tot verdere toelichting. Neemt u hiervoor contact op met één van de onderstaande contactpersonen.
Joost Kamoschinski (GGZ Nederland, jkamoschinski@ggznederland.nl) Inge Steinbuch (ActiZ, i.steinbuch@actiz.nl)
Edwin Luttik (MO-groep, luttik@mogroep.nl) Maartje van der Rijt (VGN, mrijt@vgn.nl)
4
Met vriendelijke groet,
Ir. P.M. van Rooij, Drs. A. Koster,
directeur GGZ Nederland. directeur ActiZ
Mevrouw A. van Beek, H. Schirmbeck,
directeur MO Groep. directeur VGN.