LEERJAAR 3 HOOFDSTUK 4 GLOBALISERING
© Malmberg 1
WERKBLAD ACTUALITEIT ZIN IN DE ZOMER!
Lees het artikel en gebruik de bronnen op de website.
1 Beschrijf in eigen woorden waar het artikel over gaat.
. . .
. . .
. . .
2 Start Google Earth. Typ de plaats in waar je komende zomervakantie heengaat. Ga je niet op vakantie, dan kies je een plek uit waar je graag op vakantie zou gaan.
- Activeer de plaatsmarkering (gele punaise). Sleep deze zo dicht mogelijk naar de plaats waar je gaat overnachten.
- Typ in het pop-up venster achter ‘Naam’ de naam van de accommodatie.
- Klik op de gele punaise in het pop-up venster. Kies hier een symbool wat het beste past bij de soort accommodatie waar je verblijft.
- Klik op OK.
- Kies in het tabblad ‘Bewerken’ de optie ‘Beeld kopieren’. Je kunt nu met de rechtermuisknop het beeld hieronder plakken.
- Herhaal de vorige handeling op een ander schaalniveau.
- Zet de bijbehorende schaalniveaus boven de afbeeldingen.
3 Open bron 1. Bereken de afstand tussen je woonplaats en je vakantiebestemming.
Gebruik de bestemming uit de vorige opgave. Neem de woorden absolute, relatieve en subjectieve afstand over. Schrijf de gegevens erachter die gelden voor jouw reis.
. . .
. . .
. . . . . .
LEERJAAR 3 HOOFDSTUK 4 GLOBALISERING
© Malmberg 2
4 Beschrijf wat jouw vakantiegebied complementair maakt. (Complementair betekent dat het ene gebied iets heeft wat het andere gebied niet heeft). Wat maakt het gebied dus voor jou aantrekkelijk?
. . . . . .
5 Open bron 2. Bestudeer de legenda bij de kaart. Beschrijf in hoeverre de invulling van jouw vakantie overeenkomt met de kleur die je op de kaart bij die bestemming ziet staan.
. . . . . .
. . .
6 Bestudeer de kleuren op bron 2. Beschrijf twee patronen die zichtbaar zijn in de spreiding van de verschillende soorten bestemmingen.
. . .
. . .
. . . . . .
. . .
. . .
7 Bedenk voor een deel van de gebieden die je bij de vorige opgave beschreef, een
verklaring voor de kleur van dat gebied.
. . .
. . .
. . .
8 Zoek m.b.v. bron 2 vijf landen uit die je graag zou willen bezoeken. Schrijf ze op en trek een conclusie. Welk soort toerist ben je waarschijnlijk?
. . .
. . .
. . .
9 Open bron 3. Let bij het bestuderen van de getallen op het gebruik van de komma (1,322 million is 1.400 miljoen, dus 1,4 miljard). Bestudeer enkele figuren uit de bron.
Wat opvalt, is dat in een bepaald jaar het met de groei van het wereldwijde toerisme een stuk minder goed ging. Noteer dat jaar.
. . .
LEERJAAR 3 HOOFDSTUK 4 GLOBALISERING
© Malmberg 3
10 In 2008 brak in grote delen van de westerse wereld een economische crisis uit. Dat had ook effect op landen die buiten de westerse wereld liggen. Leg dit uit a.h.v. het
internationale toerisme. Benoem in je antwoord een oorzaak-gevolg relatie.
. . .
. . .
. . .
. . .
. . .
11 Gebruik bron 3. Bestudeer op pagina 4 de tabel ‘Outlook for International Tourist Arrivals’. Welke regio zal volgens deze bron in 2018 het sterkst groeien in het internationaal toerisme?
. . .
12 Beoordeel de stelling ‘Internet stimuleert internationaal toerisme’. Geef een kort, onderbouwd antwoord.
. . .
. . .
13 Bekijk bron 4 en 5. Het probleem wat je in de filmpjes ziet, wordt deels veroorzaakt door het toerisme, maar heeft ook gevolgen voor het toerisme. Leg dit uit.
. . . . . .
. . .
. . .
. . .