• No results found

Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee Uitvoeringsprogramma

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee Uitvoeringsprogramma"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindrapportage

Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

Uitvoeringsprogramma

(2)
(3)

Eindrapportage

Uitvoeringsprogramma Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

Regeling: Collectieve acties in de visketen Aanvraagnummer: 460005462090

Fotografie: Hugo Schuitemaker (pag.17), Wing (overig)

Uitgave: september 2014

(4)
(5)

Inhoudsopgave

1 Inleiding . . . 6

2. Projectopzet . . . 7

2.1 Fase 1: verkennen . . . 7

2.2 Fase 2: verdiepen . . . 7

2.3 Fase 3: verankeren . . . 7

2.4 Stappen naar een uitvoeringsprogramma . . . .11

3. Verkennen: de regio aan zet . . . 12

4. Verdiepen: nieuwe oriëntatie op de Waddenvisserij . . . 18

4.1 Pilot 1: geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd . . . 18

4.2 Pilot 2: toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee . . . 19

4.3 Pilot 3: een maatschappelijke dialoog vanuit een maatschappelijke boodschap . . . 21

4.4 Pilot 4: beheer van de visserij in de Waddenzee . . . 22

4.5 Pilot 5: afstemming VisWad en Brede Visie . . . 27

5. Verankeren: de slotfase . . . 29

5.1 Voorgenomen acties . . . 29

5.2 Eindberaad 19 mei 2014 . . . 29

5.3 Adviezen voor het uitvoeringsprogramma . . . 30

6. Uitvoeringsagenda Brede Visie 2015 - 2020 . . . 32

(6)

Van de Brede Visie naar een uitvoeringsprogramma Eind 2007 heeft de Raad voor de Wadden een advies uitgebracht over een Duurzame Waddenvisserij,

«Natuurlijk Vissen op de Waddenzee». De kern van het advies luidde dat met het destijds vigerende beleid een verduurzaming van de visserij in de Waddenzee in 2020 niet bereikt zou worden. Volgens de Raad was er behoefte aan een heldere overkoepelende visie op een duurzame visserij in de Waddenzee en op maatregelen om deze te bereiken. Tevens adviseerde de Raad om de rol en positie van de Waddenzeevisserij in de lokale en regionale samenleving te versterken.

Deze maatschappelijke inbedding kon volgens de Raad bereikt worden als de Waddenzeevisserij steviger in het gebiedsgerichte beleid verankerd werd.

Als antwoord hierop is in 2010 de Brede Visie op duurzame Visserij in de Waddenzee opgesteld. In de Brede Visie wordt een aanzet gegeven voor een duurzame toekomst voor de visserij in het Waddengebied de bijdraagt aan de doelen voor een rijke Waddenzee voor natuur en mens. Met de Brede Visie is het streefbeeld vastgesteld: een Waddenvisserij in balans met de natuur in maatschappelijk, sociaal en economisch opzicht. Het gaat om een sector die zich kenmerkt door dynamisch ondernemen, aangepast aan de natuur, ingebed in de regio en regionaald geregeld.

De Brede Visie is op 1 april vastgesteld door het Regionaal College Waddengebied. Het RCW heeft de visie en aangeboden aan minister Verburg van het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij.

Zij heeft op haar beurt op 13 juli 2010 de Tweede Kamer over de Brede Visie en bijbehorende ambitie geïnformeerd. In die brief geeft zij aan dat het Programma Rijke Waddenzee en de regionale stakeholders samen aan de lat staan om de uitvoering van de ambities concreet vorm te geven. De aanvragers van dit EVF project hebben die handschoen opgepakt en hebben in hun EVF aanvraag een groot deel van de Brede Visie ambities proberen mee te nemen.

PRW heeft in de afgelopen jaren capaciteit vrijgesteld voor de ondersteuning van dat traject en zich vooral gericht op de bestuurlijke ontwikkeling, de vorming van een Adviescollege. Deze capaciteit is door PRW ingebracht bij de uitvoering van dit EVF project.

“Uitvoeringsprogramma Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee”. Centraal in het project staat het samenwerken aan een duurzame toekomst voor de Waddenzee en van elkaar te leren. De leus van de Brede Visie luidt immers: “Samen op reis; de koers weten we, maar waar we precies uitkomen niet”.

Deze eindrapportage beschrijft de opzet en uitvoering van het EVF project, beschrijft de behaalde resultaten en inzichten en werkt dat uit naar een advies voor de uitvoeringsagenda voor de periode 2015-2020. Op basis van de opgedane ervaringen wordt een algemeen advies gegeven over de verdere uitwerking van de Brede Visie.

1. Inleiding

(7)

2.1. Fase 1: Verkennen - De regio aan zet

Dit is de ontwikkel- en startfase van het en die loopt van juni 2011 tot juli 2012. Bij de start van het project hebben de aanvragers een Dagelijks Bestuur ingesteld. Dit DB bestond uit Pim Visser (VisNed), Johan Nooitgedagt (Nederlandse Vissersbond) en Paddy Walker (PRW).

Dit DB heeft zich gebogen over de aanpak van het project. Wie is nodig als procesbegeleider en hoe richten we het werk in? Gekozen is voor een eenvoudige organisatiestructuur. Ronald Lanters van bureau Wing is op basis van zijn ervaring en netwerk in de natuur- en visserijgemeenschap van de Waddenzee, en toch onafhankelijke positie, gevraagd om dit proces te begeleiden.

In deze eerste fase is op basis van verkennende gesprekken met de aanvragers en de resultaten van de eerste verkenningen (o.a interviews met vissers) besloten om de focus bij de ondernemers te leggen. De vissers staan centraal. Immers de Brede Visie kan pas tot uitvoer komen al de aanvoersector overgaat tot een aanpassing van de bedrijfsvoering. In deze fase is de Brede Visie onder de aandacht gebracht van de visserijgemeenschap.

Dat is gebeurt via een online enquête onder de vissers over hun toekomst en door vervolgens in een haventour langs de drie belangrijkste visserijhavens van de Waddenzee het gesprek met de vissers aan te gaan over hun toekomst en de ambities van de Brede Visie.

Deze vragenlijst en haventour heeft ook belangrijke bouwstenen opgeleverd voor de drie verkenningen:

1. vangstrechten- en vergunningensysteem voor dynamisch ondernemerschap

2. kansen efficiëntere vermarktingsketen streekproducten en

3. een experimenten- en onderzoeksprogramma.

In deze fase is met de visserijgemeenschap bepaald welke onderwerpen passen binnen de thema’s van de Brede

Visie en het EVF project en die bij voorkeur met prioriteit binnen dit project zouden moeten worden opgepakt.

De resultaten van de online enquête en de haventour worden in hoofdstuk 3 gepresenteerd. De resultaten zijn samengevoegd tot één advies voor de opdrachtgevers (de gezamenlijke aanvragers van de projectsubsidie).

2.2. Fase 2: Verdiepen - “Nieuwe oriëntatie op de Waddenvisserij”

Deze projectfase loopt van juli 2012 tot en met maart 2014. In deze tweede fase zijn de vraagstukken opgepakt die als meest relevant uit de enquête en haventour naar voren zijn gekomen én die passen bij de vier thema’s van het EVF project. Dat zijn:

Dynamisch ondernemen

Er moeten meer mogelijkheden komen voor vissers om flexibel met vergunningen en vangstrechten om te gaan. Op deze wijze kunnen vissers beter inspelen op fluctuaties van visbestanden in de verschillende seizoenen, en op wisselende prijzen op de markt.

Kwaliteit, versheid en streekproducten zijn daarbij sleutelwoorden.

Aangepast aan de natuur

De visserij moet passen binnen de grenzen van de draagkracht van het Waddenecosysteem. Aanpassingen in vistechnieken, het ruimtegebruik en visstand beheer dragen hieraan bij. Afspraken hierover kunnen worden vastgelegd in een gemeenschappelijk visserijbeheerplan.

2. Projectopzet en uitvoering

Een traject dat van bijna 3 jaar met een omvang van meer dan € 300.000,- kent nogal wat onderdelen en resultaten. Al

die verworvenheden staan in deze eindrapportage gebundeld. De gekozen aanpak kent wel een logische opbouw en

dat helpt om de zaken te structureren. De projectuitvoering bestaat uit drie fasen: Verkennen, Verdiepen en Verankeren.

Daarbinnen passen alle uitgevoerde activiteiten en projecten.

(8)

Ingebed in de regio

De visserij is een belangrijk onderdeel van de leefgemeenschap in de Waddenregio en levert een belangrijke bijdrage aan de identiteit van het gebied.

Door verbreding met andere (economische) activiteiten in de regio kan zij zich een betere economische positie verwerven. Ook is verbreding met bijvoorbeeld natuurbeheer denkbaar.

Regionaal geregeld

Voorgesteld wordt voor het regionale beheer van de visserij een Adviescollege Waddenvisserij op te richten.

Het streven is dat op de langere termijn dit Adviescollege – dat bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de visserij, natuurorganisaties en andere gebruikers van de

Waddenzee – gemeenschappelijke afspraken over het visserijbeheer in de Waddenzee maakt.

Pilots

In deze verdiepende fase is er voor gekozen om te werken met pilots. Proefprojecten die als voorbeeld kunnen dienen voor de uitwerking van het thema en die aansluiten op de actualiteit van de visserij in de Waddenzee. De groslijst aan voorstellen en ideeën die voortkwam uit de haventour is aan de gezamenlijke aanvragers voorgelegd. Die hebben de keuze gemaakt om de volgende 5 pilots verder op te pakken in het kader van dit EVF project:

(9)

Pilot 2: Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee

Onderzoek naar de inpasbaarheid van de garnalenpuls in de Waddenzee. De ontwikkeling naar nieuwe vistechnieken waarin de doelsoorten met stroom in plaats van met wekkerkettingen worden opgeschrikt om gevangen te kunnen worden strekt zich inmiddels ook uit naar de garnalenvisserij. Drie schepen bezitten inmiddels over een experimentele vergunning om met dit type vistuig in de Waddenzee op garnalen te mogen vissen. Veel vissers vrezen voor een verdere verhoging van de visserijdruk op de garnalenstand en de daarmee samenhangende druk op de prijsontwikkeling wat veel bedrijven tot de rand van de afgrond zou drijven. Anderzijds biedt deze nieuwe techniek mogelijkheden om met minder kosten en met minder effecten op het ecosysteem de garnalenvisserij te kunnen uitoefenen. Deze pilot is bedoeld om de feiten over het nieuwe vistuig bij elkaar te zetten zodat het debat over dit vistuig zich meer op feiten kan richten dan op emoties. Vervolgens kan worden gekeken hoe deze ontwikkeling past in de ambities van de Brede Visie.

Opdrachtgevers: Johan Nooitgedagt en Wouter van der Heij

Projectteam: David Goldsborough (van Hall) en Josien Steenbergen (IMARES) Aanpak: Factfinding en meningen,

emoties combineren. Losse individuele gesprekken uitmondend in een meer gezamenlijk standpunt/advies.

Thema: Aangepast aan de natuur

Pilot 1: Geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd

Het doel is om een visserij te ontwikkelen die voldoende werkgelegenheid en bedrijvigheid in de havens oplevert en die toch past bij de waddennatuur. De pilot biedt inzicht in de achterliggende verdienmodellen en geeft aan wat er voor nodig is om een dergelijk bedrijf van de grond te tillen. Dat gaat niet alleen over vergunningen maar ook over vistuigen en over de kennis die nodig is om een dergelijke visserij uit te oefenen. Vanwege de grote samenhang en overlap met de lopende projecten van de Stichting geïntegreerde Visserij luister de afstemming en samenwerking nauw.

Opdrachtgevers: Jaap Vegter en Pim Visser Projectteam: Wouter Jan Strietman (voorheen

LEI nu Wing) en Wim Saalmink (LEI)

Aanpak: Voorbereidende interviews en gesprekken dan sessie met geïntegreerde vissers, gevolgd door tussen geïntegreerde vissers en andere waddenvissers.

Thema: Dynamisch ondernemen

Pilot 3: Een maatschappelijk dialoog vanuit een gezamenlijke boodschap

Het verbeteren van het imago van de Waddenvisserij door de visserijsector zelf, zodat het duidelijk is voor natuurorganisaties, de overheid,

onderzoeksinstanties, het toerisme en de consument waar de Waddenvisserij anno 2012 en met een blik op de toekomst, staat.

Opdrachtgevers: Barbara Holierhoek Projectteam: Marije Siemensma (Marien

Science and Communication) en Inspringtheater.

Thema: Ingebed in de regio

Aanpak:

Via een theaterstuk wordt de visserij-gemeenschap een spiegel voorgehouden. Hoe opereren ze nu, wat dragen ze zelf bij aan hun imago. Als het theaterstuk een tweede keer wordt gespeeld kunnend e vissers zelf ingrijpen en een rol opeisen in het verhaal. Dit om te laten zien hoe zaken mogelijk ook anders kunnen worden opgepakt. Na afloop wordt met spelers en publiek kort geëvalueerd en worden de ‘lessons learned’ samengevat.

(10)

Pilot 4: Ontwikkelen van een Adviescollege

Een van de onderdelen van de ‘uitvoering brede visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee’ is te zorgen voor een ecologisch en economisch duurzame visserij in de Waddenzee, dan wel het Waddengebied, op basis van een regionaal ingebed visserijbeheer. Om daar invulling aan te geven is het advies in de Brede Visie om daar een Adviescollege dan wel Beheercomité voor in te stellen. De opdracht is opgepakt in het kader van het EVF-project Uitvoeringsprogramma Brede Visie en wordt, in afstemming met rijk en provincie, gedragen door het Programmabureau

‘Naar een Rijke Waddenzee’.

Opdrachtgevers: Pim Visser in samenwerking met de Klankbordgroep Brede Visie destijds onder leiding van gedeputeerde Wiebe van der Ploeg

Projectteam: Paddy walker (PRW) ondersteund door Roel de Jong (I&M, maar namens PRW) daarna Paddy Walker

Aanpak: Gesprekken met kernspelers en vergelijking met de opzet en uitvoering van

beheercomités in andere landen. IFCA’s zijn daar een goed voorbeeld van.

Thema: Regionaal geregeld

Pilot 5: Optimale afstemming tussen Viswad en Brede Visie

Deze pilot heeft tot doel om er voor te zorgen dat de laatste grote visserij van de Waddenzee waarvan de inspanning ongereguleerd is beter wordt ingebed in de waddennatuur. Deze pilot ondersteunt daarmee het lopen VisWad traject dat door PRW wordt ondersteund en dat in op[dracht van het ministerie van EZ en de gezamenlijke waddenprovincies wordt uitgevoerd. Natuurorganisaties, de visserijsector en de overheden werken samen aan afspraken die de natuur van de Waddenzee en de garnalenvisserij perspectief bieden. De ontwikkeling van een duurzame visserij die past bij de Waddenzee staat daar bij centraal.

Aangepast aan de natuur en ingebed in de regio zijn daar uitwerkingen van.

Opdrachtgevers: Wouter van der Heij, Johan Nooitgedagt en Pim Visser.

Projectteam: Tom Verhoef (ERAC), Ab Post en Maarten Driver van de Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij

Aanpak: Ontwikkeling van een financieel kader om de beoogde transitie in de garnalenvisserij mogelijk te maken en daarmee

te voldoen aan een belangrijke ambitie van de Brede Visie:

het terugdringen van de visserijdruk van de

garnalenvisserij om daarmee het ecosysteem en andere visserijen extra ruimte bieden.

Thema: Aangepast aan de natuur

(11)

2.3. Fase 3 – verankeren: “Uitdragen van het resultaat”

In de laatste fase staat het delen van de resultaten centraal. Alle betrokken partijen: vissers,

visserijorganisaties, natuurorganisaties en beleidsmakers worden uitgenodigd kennis te nemen van het resultaat van dit EVF project. Doel is om het resultaten van het project breed uit te dragen en hierover het gesprek te voeren met elkaar. Uiteindelijk wil het bijdragen aan meer gezamenlijkheid en gedeelde verantwoordelijkheid voor de beheersvraagstukken op de Waddenzee. Tijdens deze eindfase wordt ook de afrondende rapportages samengesteld.

2.4. Stappen naar een uitvoeringsprogramma

De ambities van de Brede Visie worden binnen huidig project vertaald naar een concreet

uitvoeringsprogramma via de volgende systematiek:

1. Ondernemers aan het woord

Vanuit de filosofie van de Brede Visie is het belangrijk dat in eerste instantie de vissers zelf gehoord worden wat voor hen de belangrijke thema’s zijn waaraan gewerkt moet worden om te komen tot een duurzame visserij in de Waddenzee. Verder worden de ondernemers betrokken in verschillende pilots.

2. Verkenningen

Beter inzicht in een aantal relevante vraagstukken en oplossingsrichtingen middels verkenningen

over (a) vangstrechten- en vergunningensysteem voor dynamisch ondernemerschap, (b) kansen efficiëntere vermarktingsketen streekproducten en (c) een experimenten- en onderzoeksprogramma. De verkenningen vinden deels plaats als onderdeel van stap 1 (ondernemers aan het woord).

3. Pilots

Verkenningen aanvullen met praktijkkennis over de 4 thema’s met focus op de onderwerpen die uit de gesprekken met ondernemers als meest belangrijk uit de bus zijn gekomen. Dit leidt tot input voor advies over strategie.

4. Strategie en advies

Adviezen over de thema’s (a) dynamischer ondernemerschap, (b) aanpassing aan de natuur, (c) inbedding in de regio en een (d) regionaal

georganiseerde waddenvisserij. De adviezen maken deel uit van het uiteindelijke uitvoeringsprogramma.

5. Bestuurlijke organisatie

Dit project sorteert voor op inrichting van een Adviescollege Waddenvisserij door via een Regionale Adviescommissie voor de Wadden (de WaddenRAC).

Hiermee wordt een basis gelegd voor een operationele uitvoeringsorganisatie die ook voor de langere termijn een centrale regierol kent in het beheer van de Waddenvisserij.

(12)

Gedurende de periode juli 2011 tot juli 2012 vond fase één van het project plaats. Hierin zijn de ondernemers geraadpleegd over de voor hen belangrijke thema’s. Dit heeft plaatsgevonden aan de hand van een enquête over de bedrijfsvoering en visie op de toekomst en een tour langs drie havens (Harlingen, Lauwersoog en Den Oever).

Verder is in fase één een start gemaakt aan de drie verkenningen. Hiervoor zijn o.a. interviews gevoerd met vissers over bedrijfsmodellen en is verkend wat de kansen voor streekproducten voor de Waddenvisserij zijn. Hieronder staan de resultaten van deze activiteiten beschreven.

3.1. Enquête

Het doel van de enquête was om van de visserijbedrijven zelf te vernemen hoe hun huidige situatie en hun visie op de toekomst is en wat ze belangrijke aspecten vinden die daarvoor bepalend zijn.

De enquête is digitaal verspreid en is uitgezet onder de visserijondernemingen actief op de Waddenzee.

De enquête heeft 6 weken uitgestaan. De enquête is ingevuld door 50 vissers, waarvan 23 garnalenvissers, 5 gemengde bedrijven, 18 handkokkelaars, 3 vissers met vaste vistuigen en 1 demonstratievisser (vissen met toeristen). De inhoud van de reacties staat in onderstaande paragrafen uitgewerkt.

Huidige situatie

De financiële positie van wad vissers is zorgwekkend.

Slechts 42% van de wad vissers zegt dat de financiële situatie gunstig is, 40% karakteriseert deze als gemiddeld, 12% vindt de financiële situatie zorgwekkend. 3% stelt verliesgevend te zijn.

Een meerderheid van de vissers wil een uitkoopregeling en zou ook gebruik maken van een uitkoopregeling. Meer dan de helft geeft aan eventueel (14%), waarschijnlijk

aan géén gebruik te willen of moeten maken van een eventuele uitkoopregeling voor zichzelf.

Visie op de toekomst

Hoe vissen de Wad vissers over 5 jaar? 66% geeft aan door te gaan op dezelfde manier als nu. 3% geeft aan dan gespecialiseerd te zijn, 14% geeft aan dan met verschillende vistuigen te willen vissen en nog eens 14%

geeft aan met de seizoenen mee te willen vissen. De conclusie is dat er geen duidelijke focus op verandering is. De helft van de vissers geeft aan niet op andere soorten te willen vissen (“geen andere dan garnalen”

“ik wil het hele jaar alleen maar op kokkels vissen”). De andere helft geeft aan wel op andere soorten te willen proberen te gaan vissen – een deel van de kokkelvissers geeft daarbij aan wel op mosselen te willen vissen, terwijl een deel van de garnalenvissers aangeeft wel op soorten als platvis en rondvis te willen vissen. Een deel van deze groep vissers geeft echter aan dat het niet rendabel is om op andere soorten te vissen, of dat het niet mogelijk is gegeven de huidige vergunningen. Ook zijn sommige soorten momenteel niet aanwezig voor de kust (tong en kabeljauw).

De helft van de respondenten geeft aan over vijf jaar met hetzelfde type schip te willen vissen. De andere helft wil met een ander schip gaan vissen: twee vissers willen met een kleiner schip vissen terwijl drie vissers juist met een groter schip willen gaan vissen. Daarnaast wil een krap een kwart met een moderner schip gaan vissen en wil 17% graag een multipurpose schip.

Afzetmarkt

27% van de vissers verwacht de vangsten te kunnen wegzetten over de afslag, 29% aan de handel, 19,6% aan de verwerker. De overige kwart van de vissers verwachten dat zij de vangst rechtstreeks kunnen wegzetten aan de retail (10%), aan de horeca (4%) of aan de consument (10%).

3. Verkennen - De regio aan zet

(13)

Belangrijke thema’s

• Thema’s voor de toekomst van het eigen bedrijf met bredere steun

Betere handhaving regelgeving, verlaging van de algehele visserijdruk, uitkoopregeling, MSC, regionaal keurmerk, meer samenwerking/ een collectief, creëren van andere afzet, minder brandstofverbruik en kostenverlaging.

• Belangrijke onderwerpen

Prijsvorming, bescherming tegen goudzoekers, minder regels/meer vrijheden, behoud van vergunningen, behoud van visgronden, zekerheid over de toekomst, weekendverbod, samenwerking, gelijk speelveld regels in Europa

• Mogelijke thema’s voor pilots

Veiligheid, imago/onderzoek naar klossenpees, verbreding van marktsegment, onderzoek naar nieuwe eindproducten garnalen, regulering

• Onderwerpen waar de mening over verdeeld is zijn (Subsidie voor) overstap duurzame vistechnieken, flexibel kunnen vissen, ander vistuig, andere bronnen van inkomsten.

3.2. Haventour

De Haventour in april 2012 had de volgende doelen:

• Doelen en ambitie van de Brede Visie

hernieuwd onder de aandacht brengen van de visserijgemeenschap in de Waddenzee en deze aan de hand van de bedrijfsmodellen concreet vertalen naar de visserij.

• Inzicht verkrijgen in de veranderingsopgave en de veranderingsbereidheid.

• Benoemen van onderwerpen die de transitie belemmeringen en waar een oplossing voor moet komen en waar dus mogelijk werkgroepen mee aan de slag kunnen.

De beoogde resultaten waren:

• Inzicht in de meest kansrijke bedrijfsmodellen.

• Keuze voor de onderwerpen die in de werkgroepen worden opgepakt.

• Duidelijk wie van de vissers een actieve rol wil spelen, mogelijk als pilot wil dienen.

De haventour trok langs de havens Den Oever, Harlingen en Lauwersoog. Betrokken bij de uitvoer van de Haventour waren: Ronald Lanters (Wing, programma en gespreksleider), Miriam van Bergen (Presentatie resultaten enquête, begeleiden subgroepen en medeverslaglegging) en Barbara Holierhoek

(Visserijbestuurder en opdrachtgever).

Een weergave van de uitkomsten uit de haventour worden hieronder beschreven.

Beeld van de haventour

De opkomst was goed in Lauwersoog, redelijk in Den Oever en wat minder deelnemers in Harlingen.

De deelnemers vormen een goede afspiegeling van de samenstelling Waddengemeenschap. Dus zowel garnalenvissers, handkokkelvissers als vaste vistuigvissers.

De mosselvisserij zit niet in het project en die zijn dan ook buiten beschouwing gelaten. Opvallend in de ontmoetingen was de constatering dat Brede Visie weinig bekendheid genoot. Daarom was het goed om in de toelichtende presentaties ook de ambities en uitgangspunten van de Brede Visie mee te nemen.

De economische situatie van de garnalenvisserij, de boosheid over de VIBEG afspraken en de zorgen over VisWad domineerden bij de opening vaak het sentiment.

Ook de discussie over de puls visserij kwam meer dan eens aan de orde. De keuze om de bijeenkomsten een

‘besloten’ karakter te geven heeft goed uitgepakt. Er is veel gezegd en besproken en vissers hebben van hun hart geen moordkuil gemaakt. De thema’s die spontaan worden genoemd als van groot belang voor de toekomst waren:

• De noodzaak om de visserijdruk te verminderen, en

• Twijfel bij vissers aan de economische haalbaarheid van een kleinschalige gemengde visserij

Na een algemene inleiding en terugblik op de resultaten van de enquête werden de vissers uitgedaagd om aan te geven waar naar hun idee nog ontwikkelmogelijkheden lagen voor de visserij. Dat leidt tot het volgende overzicht van ideeën en voorstellen. Deze zijn per haven gepresenteerd.

(14)

Tabel 3.1 Overzicht van de voorstellen en ideeën die door de vissers zijn aangedragen tijdens de Haventour in 2011.

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

Onderzoek de kansen voor de Waddengarnaal

Onderzoek naar het duurzame karakter van de garnalenkor

Extra mogelijkheden voor spieringvisserij als < 500 mtr van kunstwerk mag worden gevist

Stimuleer de ontwikkeling van een beheerste visserij

Stimuleer de verkoop rechtsreeks vanaf het schip aan de consument

Bijvangst, het kan altijd beter, staan open voor RTC’s

Geïntegreerd vissen biedt toegang tot vangstrechten

Puls is alleen mogelijk als er sprake is van een beheerste visserij

Meer promotie van visserijproducten uit de Waddenzee

Innovatie van het netwerk waarmee wordt gevist

Er is een markt voor levende strandkrab

Betere handhaving van de bestaande regels (motorvermogen)

Lokale promotie van de oester als waddenlekkernij

Onderzoek de invloed van grote populatie zeehonden (en vogels) op aanbod van vis en garnalen

Is het mogelijk om ruimte te creëren voor mechanisch vissen op oester, liefst in combinatie met groot verwaterperceel

Meer promotie voor schelpdieren ut de Waddenzee

Duurzaam is een breed begrip, betekent ook werken aan milieuvriendelijke schepen, bijvoorbeeld door schone brandstof.

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

PR en branding van de kleinschalige en duurzame waddenvisserij zijn nodig.

Nieuwe marktkansen voor grote levende garnalen kunnen mogelijk worden gecombineerd met

Kansen voor longlining op zeebaars zijn er volop, maar hoe kom je aan levende zandspiering?

Af van te veel regels. Vissers willen meer zeggenschap en eigen verantwoordelijkheid.

Ha rlin gen O ev er

(15)

Ingebed in de regio Aangepast aan de natuur Dynamisch ondernemen Regionaal geregeld

Ontwikkeling van een conservenfabriek voor sprot, oesters en evt. garnalen.

Toon aan dat het niet nodig is om visgebieden te sluiten.

Ontwikkel visserij op nieuwe soorten. Zoals sprot, makreel (jiggen)en wadkrabben.

Komt tot 1 PO voor de Waddenzeevisserij. Hoe kun je tot een duurzaam gereguleerde aanvoer komen?

Verwerking van garnalen zonder conserveermiddelen.

Nieuwe manieren van garnalen vissen, bijv. met staand want.

Mechanische visserij op oesters

Vermindering visserijdruk neerzetten als belangrijk thema.

Onderzoek

productinnovaties van de waddengarnaal. Markt voor lokaal gepelde garnalen. Bij voorkeur via de bestaande kanalen.

Hoeveel zeehonden kan de natuur aan?

Bot als mogelijk nieuw te ontwikkelen soort met potentie.

Wat zijn de voor- en nadelen van de pulsvisserij in de Waddenzeevisserij op garnaal? Wat moet de waddenvisser er mee?

Creëer marktkansen voor soorten die nog niet of nauwelijks geëxploiteerd worden zoals Noordzee krab, waddenoester, makreel, bot en sprot

Vissers moeten een stevig verhaal neerzetten als tegenhanger van de macht van de ngo’s. Dat kan via informatieborden langs de kust of bij bezoekerscentra.

Is er nog een kans voor de traditionele boomkor met wekkers in de kustwateren?

Zeker nu de puls ter discussie staat en niet iedereen zo maar in aanmerking komt voor een pulsontheffing.

Pulsvisserij biedt ondernemers die nog een platvisquotum hebben de ideale mogelijkheden om een visserij met de seizoenen mee te ontwikkelen.

Waarborg dat de huidige groep vissers ook als eerste in aanmerking komt als er nieuwe vergunningen worden afgegeven.

Kwaliteitsverbetering door optimale spoelmachine.

De natuurlijke dynamiek van de waddenzee is ongekend hoog. Hoe kan de lokale en kleinschalige visserij daar nu invloed op hebben? Een literatuurstudie zou moeten helpen om daar meer inzicht in te krijgen.

Langere looptijd van vergunningen geeft meer zekerheid om te ondernemen op de langere termijn.

Minder discards door wijdere mazen

Mogelijkheid om meer flexibel te vissen door zelf beheer van de vergunningen en quota door de PO’s.

Lau we rso og Den O eve r

(16)

Op basis van een aantal criteria en gesprekken met de opdrachtgevers heeft deze lijst een belangrijke basis gevormd voor de uiteindelijke selectie. Daarnaast hebben de opdrachtgevers/aanvragers zich laten inspireren door de resultaten van de verkenningen.

3.3. De Verkenningen

De enquête en de haventours maakten deel uit van de verkennende fase. Het maakte de visserijgemeenschap bekend met de Brede Visie en het leverde informatie over de situatie in de visie van de vissers over de stand van de sector, in het heden en in de toekomst. Drie verkenningen zijn opgepakt bij de start van het project, te weten: (1) verlagen van drempels voor duurzame gemengde visserij, (2) een onderzoeksprogramma en (3) verbeteringen in de vermarktingsketen.

Hiervoor is de informatie uit de enquêtes en haventour verder aangevuld aan de hand van informatie uit interviews met diverse visserijondernemingen over hun bedrijfsvoering. Hieronder staat per verkenning wat dit opleverde aan inzichten.

Vangstrechten- en vergunningensysteem voor dynamisch ondernemerschap

Wat is een vangstrechten- en vergunningensysteem dat voldoende ruimte en tegelijkertijd voldoende stabiliteit biedt voor dynamisch ondernemerschap?

Het gaat in deze verkenning over het verlagen van drempels voor duurzame gemengde visserij. Om meer inzicht te krijgen in de werkwijze en de behoefte van de visserijondernemers zijn interviews gehouden met vissers die een verschillend bedrijfsvoering. In deze groep zaten zowel vissers in de Waddenzee als uit de zuidwestelijke Delta. De interviews zijn niet openbaar omdat er bedrijfsinformatie wordt gevraagd. Door Mirjam van Bergen op basis van deze interviews een samenvattende rapportage geschreven. Deze samenvattende rapportage vormt daarmee de invulling van de verkenning van het dynamische ondernemerschap.

Uit de analyse van de beschikbare data en

onderzoeksresultaten blijkt dat er vooral nog behoefte is aan het verkrijgen van nadere informatie over de visserij met de vaste vistuigen. Betreft dan vooral de verspreiding en intensiteit waarmee wordt gevist. Daarover zijn in het kader van het Beheerplan Waddenzee inmiddels nadere voorstellen gedaan die zijn uitgewerkt in een concreet projectvoorstel.

Verder is de behoefte aan onderzoek binnen één van de pilots verder uitgewerkt voor de pulskor als innovatief en potentieel duurzame vangsttechniek. In de pilot over de puls worden daar duidelijke aanbevelingen over gedaan.

Deze aanbevelingen zijn door de opdrachtgevers tot een eenduidig advies naar het bestuur en beleid omgezet (zie hoofdstuk 4.2).

Efficiëntere vermarktingsketen streekproducten Dit is een belangrijke pijler onder de Brede Visie. Eén van de economische onderliggers van de geschetste toekomst voor de waddenvisserij is gelegen in ketenontwikkeling in combinatie met het unieke waddengebied. Op welke wijze kan het imago van een duurzame visserij in werelderfgoed De Wadden het best worden benut? Aan de hand van een analyse van de diverse keurmerken en ervaringen in andere dossiers kan worden geconcludeerd dat er marktkansen zijn, maar dat deze niet zo maar voor het oprapen liggen. In het kader van dit EVF project hebben Marije Siemensma (Marine Science and Communications) en Jaap Vegter (Stichting Geïntegreerde Visserij) een analyse gemaakt van de kansrijkheid en praktische ontwikkeling van streek en streekproducten.

3.4. Van voorstellen naar pilots

Alle informatie die in deze verkennende fase is verzameld is voorgelegd aan de aanvragers. Zij zijn in de gelegenheid gesteld een keus te maken in het rijke aanbod aan ideeën.

• Brede Visie is maatgevend

(17)

Afgaande op de signalen en ideeën uit de visserij, de enquête en de haventour zijn verschillende pilots aan de opdrachtgevers voorgelegd. Marktkansen voor de waddengarnaal en de oester als nieuwe waddenproduct zijn daarbij als pilot gesneuveld. De opdrachtgevers waren van mening dat de ontwikkeling van de Japanse oester nog in een kwetsbare experimentele fase zit en nog niet aan een marktverkenning toe is. De waddengarnaal wordt als pilot niet doorgezet omdat er al bestaande initiatieven zijn rondom de waddengarnaal.

Ondernemers die hierin willen investeren zijn vrij dit te doen. In het geval ondernemers een goed doordacht business model hebben ontwikkeld, zou het Brede Visie project ondersteuning kunnen bieden. De opdrachtgevers vinden het in deze fase belangrijker dat afspraken Viswad en de Brede Visie goed op

elkaar zijn afgestemd. Dat traject is een voorbeeld van samenwerking tussen vissers en tussen partijen. Dat heeft nu prioriteit.

Daarmee resteren de volgende pilots voor het Brede Visie project:

1. Geïntegreerde visserij op een aansprekende en vergelijkbare manier voor het voetlicht

2. Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee 3. Een maatschappelijke dialoog vanuit een

gemeenschappelijke boodschap

4. Ontwikkeling van een Adviescollege/Beheercomité Waddenvisserij

5. Optimale afstemming EVF project Brede Visie met Viswad

(18)

4.1. Pilot 1: Geïntegreerde visserij aansprekend gepresenteerd

Een toekomst met meer kleinschalige Waddenvisserij.

Dat is een mooi streven, maar is dit wel een realistisch streefbeeld? Houdt dit economisch wel over? Dat zijn vragen die bij veel Wadvissers leven. Deze pilot laat zien dat met een kleinschalig gemengd kustvisserijbedrijf goed verdiend kan worden, vergelijkbaar met het inkomen van een kleinschalige garnalenvisser.

De Brede Visie voor de Waddenzee staat voor een toekomst met meer flexibiliteit en kleinschaligheid in de visserij met respect voor de Waddennatuur. Het uiteindelijke doel is om in de Waddenzee een visserij te ontwikkelen die voldoende werkgelegenheid en bedrijvigheid in de havens oplevert en die toch past bij de waddennatuur. De filosofie en werkwijze van de Stichting Geïntegreerde Visserij past binnen zo’n concept.

Om van de huidige situatie naar deze toekomstige situatie te komen is een transitie nodig. Maar dat gaat niet vanzelf; vooral als dat economisch niet zinvol is. Bij veel Wadvissers leeft het idee dat een dergelijke transitie naar meer kleinschaligheid economisch niet zinvol is.

Daarbij kleeft er aan de kleinschalige visserij een hoog

‘geitenwollensokken gehalte’: hobbyisten die zonder subsidie niet uit kunnen. Deze beeldvorming staat de gewenste transitie in de weg.

verwerking en verkoop van verse vis. Onderling ruilt men ook quota uit.

In deze pilot is door het LEI en Wing onderzocht wat de achterliggende verdienmodellen van een kleinschalige multifunctionele visserij onderneming zijn in vergelijking met een gemiddelde onderneming in de garnalenvisserij op de Waddenzee. De uitkomsten van dit onderzoek vormden de aanleiding om in gesprek te gaan met collega’s in de garnalenvisserij over de beeldvorming en gehanteerde verdienmodellen in beide visserijen, te bepalen wat er van elkaar geleerd kan worden en waar samenwerking mogelijk is.

Wat was de aanpak en wat het resultaat?

Het project is gestart met het in beeld brengen van verschillende varianten van geïntegreerde visserij, en de manieren waarop deze ondernemingen bedrijfsmatig ingericht zijn. Met dit doel zijn gesprekken gevoerd met visserij ondernemers in de kleinschalige gemengde visserij over de achterliggende verdienmodellen en kostenstructuur. Vragen die hierbij centraal stonden waren: hoe ziet de bedrijfsvoering eruit? Welke activiteiten worden er uitgevoerd en welke keuzes worden daarbij gemaakt? Wat zijn de kosten en wat de opbrengsten?

Deze gegevens zijn vervolgens vergeleken met boekhoudkundige gegevens over de garnalenvisserij afkomstig van het LEI. De gesprekken zijn gevoerd met zowel leden als niet-leden van de stichting Geïntegreerde Visserij, gevestigd in het Waddengebied en de Zeeuwse delta.

Uit het onderzoek bleek dat multifunctionele of

4. Verdiepen: Nieuwe oriëntatie op de

Waddenvisserij”

(19)

verdient met minder onkosten ongeveer evenveel als een garnalenvisser.

De resultaten van deze inventarisatie zijn vervolgens in bredere kring met garnalenvissers besproken. Deze bijeenkomsten waren er op gericht om de verzamelde informatie te delen en na te gaan op welke onderwerpen en thema’s de geïntegreerde visserij en de traditionele visserij elkaar versterken of dezelfde agenda hebben.

Gesproken is over (samenwerking in) ketenontwikkeling, marketing, visserijtechnieken, ruimtelijke ordening en wet- en regelgeving.

Tijdens deze bijeenkomsten werd geconcludeerd dat het niet verstandig zou zijn als alle garnalenvissers massaal op andere soorten zouden gaan vissen; daarvoor is immers geen ruimte, zeker niet op soorten als harder en zeebaars. Voor de sector kan het wel veel uitmaken als een aantal garnalenvissers de bedrijfsvoering verbreed naar meerdere visserijen en visserij gerelateerde activiteiten.

Ook een verbreding in de visgronden kan een optie zijn. Zo denkt de Stichting dat de mogelijkheden op zee ruimer zijn dan op ‘t Wad. Om dat te onderzoeken is een aantal vissers experimenten gestart naar lijnenvisserij, sprot en spiering en dwergpijlinktvis. Uit deze experimenten zal blijken of dit type visserijen een goede bedrijfseconomische bijdrage kunnen leveren aan een kleinschalig, multifunctioneel bedrijf. Van deze bijeenkomst is een verslag gemaakt dat in Visserijnieuws is gepubliceerd.

Wat heeft deze pilot opgeleverd?

Het project heeft geleid tot een open dialoog tussen de geïntegreerde vissers en de andere vissers over het concept van geïntegreerd vissen. Er is zicht gekomen op gemeenschappelijk belangen en op de wijze waarop de geïntegreerde visserij mogelijk een bredere basis kan krijgen binnen de visserijgemeenschap. Tenslotte is er in de sector een betrouwbaarder beeld ontstaan t.a.v.

aspecten als commerciële kansen, bedrijfsmatigheid, hobby-matigheid (het geitenwollensokken-imago), etc.

De bevindingen zijn vastgelegd in een adviesrapport.

4.2. Pilot 2: Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee

De komst van de puls in de Noordzeevisserij en de enkele ontheffingen die zijn afgegeven aan garnalenvissers van de Waddenzee en de Noordzeekustzone hebben de gemoederen binnen de waddenvisserij danig in beroering gebracht.

In de discussies lopen de vragen over de effecten van een verhoogde efficiëntie en de mogelijke (lange) termijn effecten op het ecosysteem parallel. Een breed bezochte bijeenkomst over de puls in Harlingen op 30 maart 2012 kon de gemoederen niet sussen. De behoefte aan een gesprek met de visserij gebaseerd op kennis en feiten en de inpasbaarheid van de pulskor in de garnalenvisserij op de Waddenzee bleef overeind. Deze behoefte past in het gesprek over de regionale ontwikkelingskansen van de waddenvissers. Hoe gaat deze gemeenschap om met innovaties die van invloed zijn op de traditionele bedrijfsvoering?

In de periode oktober 2012 – februari 2013 is een brede oriëntatie uitgevoerd om de opdracht beter in kaart te brengen. Doel van deze verkenning was om meer zicht te krijgen op de problematiek en te inventariseren welke vraagstukken leven bij de betrokken partijen. Eerst is gekeken welke informatie beschikbaar was via internet en andere algemeen toegankelijke bronnen, zoals Visserij nieuws. Tijdens deze verkenning zijn ook gesprekken gevoerd met betrokken bij de garnalenvisserij.

Op basis van die verkenning zijn de inzichten uit bestaande literatuur en de lopende studies bij elkaar gebracht en in een rapport samengevoegd. Dit rapport

“Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee” is door de opdrachtgevers voorzien van de volgende

begeleidende brief:

(20)

27 januari 2014 Geachte lezer,

De opkomst van het electrisch vissen met de pulskor op garnalen laat visserijsector, maatschappelijke organisaties en overheid niet ongemoeid. De meningen over nut en noodzaak van dit vistuig zijn verdeeld. Zowel vanuit ecologische als economische overwegingen biedt dit nieuwe tuig voordelen. Het gebruik heeft echter ook nog onvoorziene economische en ecologische effecten, wat het debat over de toekomst van de pulsvisserij in de garnalenvisserij in Nederland voeding geeft.

Met het oogmerk om een meer op feiten gebaseerd gesprek te kunnen voeren over de toekomst van dit vistuig hebben wij – de aanvragers van de het EVF-project Uitvoeringsprogramma Brede Visie op een duurzame visserij in de Waddenzee - David Goldsborough van Van Hall Larenstein opdracht gegeven om de feiten over de pulsvisserij in de garnalensector in een rapport bij elkaar te brengen. Hij is bij dat werk ondersteund door Josien Steenbergen (IMARES), Zwanette Jager (Ziltwater Advies) en Wim Zaalmink (LEI).

Dat heeft geleid tot bijgaand rapport “Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee”.

Aan de hand van dit rapport willen we met de omgeving het debat over de toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee opnieuw oppakken.

de Waddenvereniging en de Stichting

Verduurzaming Garnalenvisserij. Ook de afsluitende bijeenkomst van het EVF project (gericht op de ondernemers en voorzien voor begin mei) leent zich voor agendering.

Ook zullen wij dit rapport onder de aandacht brengen van de Stuurgroep Pulsvisserij. Wij zullen de stuurgroep vragen om bijzondere aandacht te hebben voor de toepassing van de puls in de garnalenvisserij. Ook zullen wij de Stuurgroep Puls vragen of zij via haar onderzoeksprogramma een bijdrage kan leveren aan het ondervangen van de aangetoonde kennisleemtes.

Voor ons als opdrachtgevers is het rapport aanleiding om gereserveerd te zijn over de introductie van de pulsvisserij in de

garnalenvisserij. De onzekerheden over de effecten en de configuratie zijn in deze fase nog te groot.

Toch willen wij de puls als vistuig met potentie voor de garnalenvisserij in de toekomst niet afschrijven.

We zijn er daarom voorstander van dat het onderzoek en de experimentele visserij vooralsnog wordt gecontinueerd.

Met vriendelijke groet,.

Namens de opdrachtgevers: VisNed, Nederlandse Vissersbond, de Waddenvereniging, Stichting

(21)

Op 4 februari 2014 bericht Visserijnieuws over de studie en de terughoudendheid bij deze groep over de introductie van de puls zonder dat een vaste configuratie bij vergunning verplicht wordt gesteld. De stuurgroep Puls heeft anno augustus 2014 nog steeds niet gereageerd op het rapport. Wel zien we in de diverse bijeenkomsten over de puls het issue van de vast configuratie

terugkomen. Naast de zorgen van de traditionele vissers over de opkomst van de puls in de garnalenvisserij maakt de garnalensector zich ook veel zorgen over de opkomst van de puls op de kleinere boomkorschepen. Deze schepen zullen door de geringe platvisqouta nu veel sneller overstappen op de garnalenvisserij. Dat zal leiden tot een ongewenste toename van de visserijdruk op de garnalenstand. Hierbij zij wel vermeld dat deze schepen niet over een nb-wetvergunning beschikken om deze pulsvisserij in de Waddenzee uit te voeren.

De discussie over de toekomst van de puls is nog niet beslecht en op basis van de opgedane ervaring worden vervolgvoorstellen gedaan voor het

uitvoeringsprogramma. Die voorstellen betreffen het verder verrichten van onderzoek, geen vrije pulsvisserij in de Waddenzee (alleen op basis van onderzoeks en/of visplan) en een heroriëntatie op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten over de ecologische en economische inpasbaarheid van deze innovatie.

4.3. Pilot 3: Een maatschappelijke dialoog vanuit een gezamenlijke boodschap

Het doel van de pilot ‘Een maatschappelijke

dialoog vanuit een gezamenlijke boodschap’ is het

verbeteren van het imago van de Waddenvisserij

door de visserijsector zelf, zodat het duidelijk is voor

natuurorganisaties, de overheid, onderzoeksinstanties,

het toerisme en de consument waar de Waddenvisserij

anno 2013 en met een blik op de toekomst, staat.

Om het imago te verbeteren is er behoefte aan een heldere kernboodschap die duidelijk maakt waar de Waddenvisserij voor staat. De kernboodschap moet:

• Vissers helpen om zich nog bewuster te worden van hun positie op het Wad.

• Vissers in staat stellen om zelf hun verhaal uit te kunnen dragen

• De rollen van de Waddenvisserij voor het Waddengebied naar voren brengen (ecologisch, (sociaal) economisch)

Om deze gezamenlijke kernboodschap te ontwikkelen en deze naar buiten te brengen zijn in deze pilot drie middelen voorgesteld (Inspringtheater; leren van collega’s; visserij in beeld).

Een daarvan is inzet van het Inspringtheater, om Waddenvissers te ondersteunen om de eigen visserij beter te positioneren en de visser te helpen bij het overbrengen van zijn of haar belangen en ideeën. Met een drietal voorstellingen in maart 2013 in Harlingen, Lauwersoog en Den Oever is de sector een avond vermaak aangeboden, met een knipoog naar de hedendaagse praktijk waar de Waddenvissers mee te maken hebben. Met inzet van theater kregen de vissers de kans om een keer door een vergrootglas naar zichzelf en hun omgeving te kijken en daar met elkaar over na te denken, zonder inmenging van derden als overheid of natuurorganisaties. De vissers zijn onder creatieve en professionele begeleiding geprikkeld en aan het denken gezet over hun bijdrage aan de Waddenzee en de leefgemeenschap.

Er is positief gereageerd op het stuk. De voorstelling was volgens de vissers een herkenbare weergave van hun beleving. Het stuk geeft uiting aan de mentale moeheid en slijtage die de vissers voelen. Het uitspelen hiervan geeft ruimte en versterkt het gevoel er alleen voor te staan. Er komt naar voren dat vissers zelf keuzes moeten maken. Dat als ze iets willen veranderen ze ook naar zichzelf moeten kijken hoe ze lopen te chagrijnen of Calimero gedrag vertonen. Het is een middel om het gesprek aan te gaan met elkaar. Een belangrijk leerpunt is dat de opkomsten teleurstellend waren.

Mogelijke redenen hiervoor: vergadermoeheid; tijdstip;

onduidelijkheid wat er te halen is. De locatiekeuze op de lokale visafslagen was goed. Voorgesteld is om de voorstelling op te herhalen.

(22)

4.4. Pilot 4: Beheer van de visserij in de Waddenzee - verkenning beheercomité/adviescollege Waddenvisserij

Paddy Walker; Programma Rijke Waddenzee – CONCEPT juni 2014

In de Brede Visie op Duurzame Visserij in de Waddenzee

van 2010 staat een duidelijk perspectief voor een

regionale organisatie van de visserij. Voorgesteld wordt

een Adviescollege Waddenvisserij op te richten met als

voornaamste taak het adviseren van de Rijksoverheid

over een geïntegreerd en duurzaam beheer van vis en

schelpdieren in het Waddengebied, binnen de kaders die

worden gesteld door Europese en nationale overheden.

Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied. Binnen de huidige herziening van de Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) vormt regionalisering één van de speerpunten.

De lidstaat Nederland is van mening dat dit regionale spoor optimaal gebruikt moet worden ter wille van regio specifieke maatregelen en draagvlak voor het visserijbeleid.

De taak van dit Adviescollege Waddenvisserij is -volgens de Brede Visie- ‘het adviseren van de Rijksoverheid over een geïntegreerd en duurzaam beheer van vis en schelpdieren in het Waddengebied binnen de kaders die worden gesteld door Europese en nationale overheden.

Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied. Bekeken zal worden of in

In het document van de Brede Visie staat een streefbeeld voor 2020 als volgt: “Het beheer van de visserij is adaptief, maar maakt gebruik van voortschrijdend inzicht en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Alle betrokken partijen hebben inspraak bij het vaststellen het visserijbeheer in de Waddenzee” (Hollenga et al., 2010).

De visserij- en natuurorganisaties alsook de overheden vinden de ontwikkeling van regionaal geregeld visserijbeheer in de Waddenzee belangrijk en noodzakelijk, ook juist i.v.m. de verschillende transitietrajecten, zoals VisWad. Wat dit laatste betreft zal de visserij de komende jaren moeten anticiperen op een (verwachte) afname van het areaal visgebied, een algemene verlaging van de visserijdruk en de opgave om verder te verduurzamen. Dat vereist dat de schaarser wordende ruimte en middelen op een evenwichtige wijze wordt verdeeld binnen en tussen visserijsectoren.

Ambitie

Decentralisatie van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden omtrent het visserijbeheer (incl. vergunningverlening en handhaving) past in de ambitie van meer stakeholdersbetrokkenheid/- verantwoordelijkheid en taken daar neer te leggen waar zij het meest efficiënt uitgevoerd kunnen worden.

De meerwaarde van regionaal geregeld visserij (zelf) beheer ligt bij meer slagkracht en betere afstemming en afspraken over gebruik van de visserijruimte (en zonering), quoteringen, vergunningverlening en handhaving. Winst hiervan valt bijvoorbeeld te boeken op zaken als:

• Stabiliteit en zekerheid via meerjarenafspraken

• Flexibiliteit via jaarlijkse visplannen

• Efficiëntie / tijdwinst omdat onderling overleg minder is.

Regionaal visserijbeheer moet in het bijzonder zijn legitimatie vinden doordat taken en bevoegdheden beter, efficiënter en voordeliger uitgevoerd kunnen worden dan nu. Dan vormt regionaal geregeld

(23)

Probleemanalyse

Op dit moment is het visserijbeheer in de Waddenzee versnipperd over de visserijsectoren; zo hebben bijv. de diverse sectoren hun eigen overleg en afspraken(kaders) met de natuurorganisaties (bijv.

mossel- en kokkelconvenant, VisWad (garnalen)). Daar komt bij dat de bestuurlijke betrokkenheid en wettelijke bevoegdheden vaak niet in één hand zijn verenigd. Zie hierboven een schema waarin de bevoegd gezag voor vergunningverlening wordt weergegeven.

Het doel van een adviescollege is in de brede Visie verwoord als volgt:

De taak van dit Adviescollege Waddenvisserij is het adviseren van de Rijksoverheid over een geïntegreerd en duurzaam beheer van de vis en schelpdieren in het Waddengebied binnen de kaders die worden gesteld door Europese en nationale overheden. Hierbij wordt de aangrenzende Noordzeekustzone betrokken vanwege de evidente samenhang met de visserij in het Waddengebied.

Taken van het Adviescollege zijn onder andere:

• Het geven van adviezen over de invulling van beleid aan de overheden.

• Het heroverwegen van hoe een “pool” van vangstrechten wordt beheerd.

• Het geven van adviezen en maken van afspraken over ruimtegebruik (gebieden & gebruiksfuncties).

• Het geven van adviezen en maken van afspraken over beheer van het ecosysteem op basis van de draagkracht ervan.

• Het vergroten van de ecosysteemkennis:

monitoringsprogramma’s opstellen (in

samenwerking met vissers), voedselweb studies enz . Bekeken zal worden of in de toekomst het integrale beheer van de vangstrechten en de uitgifte van de vergunningen overgeheveld kan worden naar dit Adviescollege Waddenvisserij.

Destijds werden de volgende aandachtspunten voor het uitwerken geformuleerd:

Algemeen

• Dit initiatief mag niet leiden tot meer bestuurlijke drukte en de politiek-bestuurlijk noodzaak voor een nieuw Adviescollege moet worden verkend. Immers het rijk is anderszins bezig adviesraden af te schaffen - zie Raad voor de Wadden. Mogelijk pleit deze ontwikkeling juist voor het model-Beheercomité.

• In uitwerking ook aandacht voor sociaal- economische dimensie.

• In uitwerking aandacht besteden aan de organisatie van de achterbannen.

• Is 1-loket functie voor diverse vergunningen (Nb-wet en Visserijwet) mogelijk?

Taken

Focus alleen op waddenvisserijen en visstand (incl.

onderzoek) of ook de opgaven die voor de visserij voortkomen uit Natura2000 en de overige vastgelegde natuurdoelen in de Waddenzee. Voor dit laatste is afstemming met het Ministerie van I&M en RWS nodig Geografische afbakening

De Waddenzee maakt hydrologisch en ecologisch gezien deel uit van de Noordzeekustzone. Ook qua visserijgebruik is er uitwisseling en vissen de wadvissers in de kustzone. Voor het N2000 Beheerplan wordt het waddengebied, bestaand uit Waddenzee en Noordzeekustzone weliswaar in aparte Beheerplannen opgenomen, maar als een geheel gezien. Voorstel is om de geografische afbakening van het beheercomité/

adviescollege de N2000 gebieden Waddenzee en

Noordzeekustzone te maken. Hiervoor is afstemming met het Ministerie van I&M noodzakelijk.

(24)

Wetenschappelijke onderbouwing

De wetenschappelijke onderbouwing betreft

momenteel vooral de effecten van visserij op de N2000 doelstellingen, die vastgelegd worden in Passende Beoordelingen voor het verkrijgen van een Nb-wet vergunning. Als het gaat om de onderbouwing van ruimtegebruik, draagkracht, ecosysteem- en cumulatieve effecten dan is er verder onderzoek en monitoring nodig. In het kader van de N2000 Beheerplannen is veel informatie beschikbaar als basis. Een comité/college zal opdrachten kunnen uitzetten voor de onderbouwing van maatregelen.

Modellen Visserijbeheerorganen

Een drietal voorbeelden van Visserijbeheerorganen wordt hieronder kort benoemd:

Regional Advisory Council (RAC): ingesteld door de EU om stakeholders betrokkenheid te vergroten.

Georganiseerd via regio (b.v. Noordzee; Oostzee) of visserij (b.v. Pelagisch). Kenmerken: overheid als observer; wetenschap onderbouwend aan werkgroepen;

hoofdtaak: advies.

Visserijbeheercommissie (VBC): Samenwerking tussen visrechthebbenden en waterbeheerders.

Doel: bereiken van een aantrekkelijke visstand en het streven naar een duurzame visserij middels visplannen en onderzoek. Vastgelegd in een convenant met alle partijen aan tafel, ook overheid.

Taken (o.a.):

• Voorbereiden, toetsen en uitvoeren van visplan

• Platform voor overleg

• Informatie aan eigen achterban

• Onderzoek naar de visstand

Inshore Fisheries and Conservation Authority (IFCA): UK regionaal geregeld; commissie met regionale overheid, vissers en door de overheid betaalde NGOS (Natural England) en agentschappen (Environment Agency);

koppeling visserij en natuurbescherming; overheid gestuurd; hoofdtaak beheer; heeft ook vergunning bevoegdheid.

Hoofdtaken van een IFCA zijn:

• Beheer van fisheries resources – middels

convenanten (codes of conduct); vergunningen en wetgeving.

• Visserij wetgeving.

• Onderzoek in samenwerking met

onderzoeksinstellingen en natuurorganisaties (kosteloos?).

• Koppelen natuurdoelstellingen met visserijpraktijk b.v. middels gesloten gebieden.

Missie: “Inshore Fisheries and Conservation Authorities will lead, champion and manage a sustainable marine environment and inshore fisheries, by successfully securing the right balance between social, environmental and economic benefits to ensure healthy seas, sustainable fisheries and a viable industry.”

(25)

Proces 2012-2014

Verkenning Paddy Walker (juni 2012):

In de loop van 2012 zijn verschillende beheervormen onderzocht - zoals de Europese Regional Advisory Council (RAC), het Visserijbeheercommissie (VBC) zoals in de binnenwateren gehanteerd wordt, en de voorloper van de Engelse IFCA, de Joint Fisheries Committee. Ook de belangrijkste elementen van een beheercomité zijn uitgezocht:

• Taken en bevoegdheden

• Juridische kader

• Wetenschappelijke onderbouwing

• Ambitie

• Afbakening - geografisch

De basis blijft de streefbeeld voor 2020 zoals verwoord in de Brede Visie: “Het beheer van de visserij is adaptief,

maar maakt gebruik van voortschrijdend inzicht en is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Alle betrokken partijen hebben inspraak bij het vaststellen het visserijbeheer in de Waddenzee” (Hollenga et al., 2010).

Onderzoek van Roel de Jong (voorjaar 2013):

In het voorjaar van 2013 heeft Roel de Jong een

verkenning gedaan van de verschillende mogelijkheden omtrent beheer van de visserij in de Waddenzee. Hij heeft vertrouwelijke gesprekken gehad met een 6-tal betrokkenen vanuit visserij (rijks)overheid en natuur.

Vervolgens heeft hij voorstellen voor vervolg gemaakt, zoals in de tabel op de volgende pagina.

Hoefddoel Samenstelling Rol overheid Voordelen Nadelen

Regional Advisory Council RAC

Vergroten stakeholder betrokkenheid bij uitvoering GVB door advisering

2/3 visserij 1/3 stakeholders (b.v. ngo’s, sportvisserij)

Observer Stakeholders en visserij komen tot gedragen oplossingen (sterk secretariaat nodig)

Overheid kan advies naast zich neerleggen Wie beslist als partners er niet uitkomen?

Visserij beheer commissie VBC

Bereiken van aantrekkelijke visstand, streven naar duurzame visserij

Overheden, vissers, ngo’s, waterschappen

Convenants partner

Alle relevante partijen aan tafel Op oplossingen inzetten

Geen duidelijke regels over conflict hantering

Inshore Fisheries and Conservation Authority IFCA

Het behalen van een duurzame mariene milieu en regionale kustvisserij

Door overheid aangestelde vertegenwoor- diger is van regionale visserij- belangen, rijks agentschappen en provinciale vertegenwoor- digers

Sturend als het gaat om de invulling maar de commissie is autonoom

Alle visserijbeheer en natuur bescherming in een organisatie

Deelname op basis van vrijwilligheid

(26)

Tussenstap 2013

In de loop van 2013 is besproken om niet zozeer de bestuurlijke structuur aan te passen, maar de werkwijze.

Dus veel meer vanuit de praktijk van visserij, vissers en natuurbescherming. Een beetje zoals een RAC te werk gaat. Gedacht werd om de discussie breder te trekken en meer aansluiting me de omgeving te zoeken. Er zou stapsgewijs gewerkt worden:

• Vanuit eindbeeld werken (ecologisch en economisch duurzaam visserij).

• Analyse van huidige knelpunten.

• Uitgangspunten voor geïntegreerde visserijbeheer in de Waddenzee formuleren.

En er zou een studiedag komen met vissers,

• VisWad heeft de afgelopen twee jaar vorm gekregen en het lijkt dat er in de nabije toekomst (juni 2014) een akkoord ligt tussen vissers, ngo’s en overheid.

• Handkokkelvissers hebben meerjarenafspraken en -beleid.

• Vaste vistuig visserij komt in Nature 2000-beheerplan.

• Voor Japanse oesters is traject gestart voor nieuwe beleidslijn, samen met rapers, ngos’, EZ en Provinsje Fryslân.

• Mosselconvenant is nieuwe fase ingegaan, maar blijft gelden tot 2020.

De behoefte ligt dus niet zozeer in de bestuurlijke

Element Invulling

Afbakening Wel visserij in de Noordzeekustzone; geen binnenvisserij

In eerste instantie nationaal insteek – niet trilateraal

In eerste instantie de keten niet meenemen

Afstemming visserij en natuurdoelen voor de Waddenzee en de Noordzeekustzone meenemen

Afstemming met (sociaal)economisch beleid beperken tot elementen die direct met organisatievorm te maken hebben

Organisatievorm IFCA-achtig meest kansrijk

Uitgangspunt - bevoegdheden van orgaan overstijgen niveau van ‘adviescollege’

Identificeren van eindsituatie en pas daarna tussenstappen bepalen

Omgaan met belangen Nagestreefde eindsituatie staat centraal

Verassingsvrije werkwijze van grote waarde

Werkwijze Verdere gesprekken en vertaalslag naar daadwerkelijke situatie

Uitwerken schematische route

(27)

vergunning. Als het gaat om de onderbouwing van ruimtegebruik, draagkracht, ecosysteem- en cumulatieve effecten dan is er verder onderzoek en monitoring nodig.

In het kader van de Natura 2000-beheerplannen is veel informatie beschikbaar als basis. Een comité/college zal opdrachten kunnen uitzetten voor de onderbouwing van maatregelen.”

Wetenschappelijke onderbouwing en kennisuitwisseling

De vorm waarbij de wetenschappelijke onderbouwing en kennisuitwisseling wordt geregeld is nog niet onderzocht.

Gedacht kan worden aan een gebruikersgroep van vissers en visserijvertegenwoordigers die een gezamenlijke kennisagenda opstellen. Zoal s in onderstaand schema is weergegeven.

Het zal gaan om verschillende soorten kennis:

• Fundamenteel wetenschappelijk: ecosysteem modellen; inzicht in drivers voor voorkomen vis, schelpdieren en garnaal.

• Praktijkgericht: het in de praktijk valideren van theorieën zoals effecten bodemberoering, effecten netaanpassingen zoals zeeflap; het uitvoeren van vismonitoring.

• Anekdotisch: oude (log)boeken, foto’s, verhalen.

• Ecologisch: voedselweb studies; ecologische interacties.

• Technisch: aanpassingen aan netten of tuigen, b.v.

om bijvangst of bodemberoering te verminderen.

• Sociaal-economisch: doorrekenen van verschillende scenario’s.

Advies komende 5 jaar

Als we een nieuwe beheerorganisatie willen opzetten, dan kunnen we leren van de structuur en werkwijze van de IFCA. Maar zo ver is het nog niet. Er lopen nog convenanten en Viswad is net klaar, er is op dit moment rust nodig. Het advies is om vanuit de bestaande trajecten te bouwen om samenwerking tussen de verschillende visserijen. Op kennisuitwisseling nog veel te winnen met elkaar, b.v. het opzetten van een kennisloket voor vissers. Dit zou je dan wellicht in de toekomst bij elkaar kunnen brengen in een beheercomité.

De focusgroep van Viswad, waar de overheid, visserij, bedrijfsleven en NGOs zitting in is een voorbeeld dat zich mogelijk kan ontwikkelen tot een autoriteit door samenwerking met de andere visserijen. Als een dergelijke club vanuit inhoudelijke dossiers handelt, dan groeit een adviescollege/comité wellicht vanzelf.

Een andere optie is de klankbordgroep die actief was in de beginstadia van de Brede Visie opnieuw op te starten, olv Henk Staghouwer, en de ‘ terms of reference’

en deelnemers opnieuw te bezien in het licht van de ontwikkelingen van de afgelopen 18 maanden.

4.5. Pilot 5: Afstemming VisWad en Brede Visie

Binnen het VisWad wordt gewerkt aan een transitieprogramma voor de garnalenvisserij in de Waddenzee. De ambitie is hoog:

“Komen tot een goed renderende garnalenvloot in de Waddenzee gelijktijdig met de natuurontwikkeling op de meest kwetsbare en waardevolle delen van het Waddengebied”

In samenspraak tussen de Nederlandse Vissersbond, VisNed, Natuurmonumenten, Waddenvereniging, Stichting Wad en de diverse overheden wordt invulling gegeven aan de uitwerking. Dit gebeurt onder de noemer VisWad.

Om de gewenste situatie te bereiken worden daarom binnen VisWad over onderstaande maatregelen afspraken gemaakt:

A. Bescherming van gebieden;

B. Reductie visserijdruk;

C. Bijvangstreductie;

D. Beheer en organisatie.

(28)

Maatregelen zijn nodig voor bescherming en herstel van bodemdieren en visgemeenschap. Op systeemniveau wordt een ongestoorde ontwikkeling in twee

kombergingen nagestreefd. Gebiedssluiting, technische innovaties en capaciteitsreductie zijn nodig om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Bij gebiedssluitingen dient een toename van de bodemimpact in andere gebieden te worden voorkomen, doordat de vloot zich op het kleinere gebied gaat concentreren. Om de natuurmaatregel van sluiting van gebieden daarom effectief uit te voeren dient de visserijdruk vermindert te worden. Dit kan door de huidige vlootomvang van de garnalensector te verminderen. Hierbij is de ambitie om uiterlijk tot 2026, maar het liefst al in de eerste beheerplanperiode de vloot in drie stappen te verminderen met 30 vergunningen.

Deze ambitie sluit aan bij de doelen van de Brede Visie. Daarin wordt ook gestreefd naar een reductie van de omvang van de specialistische garnalenvissers ten faveure van de gemengde vissers die met de seizoenen mee vissen. De visserij gaat niet allen vanuit een intrinsieke economische gericht doel in dit traject mee, maar voelt zich door de toenemende belang van de adequate bescherming van de natuurwaarden zich daar ook toe verplicht. Voor een sector die het niet al te breed is het lastig om middelen vrij te spelen die nodig zijn om tot een nog meer duurzame visse4rij te komen.

Het staat voor de deelnemende partijen in dit traject ook buiten kijf dat individuele vissers geen slachtoffer mogen worden van de in gang gezette transitie en daarvoor zijn dus middelen en goede voorstellen nodig.

Vanuit dit EVF traject is de opdracht aan ERAC verleend om zorg te dragen voor het financiële kader en de daarbij behorende strategie. ERAC heeft samen met andere partijen (Groenfonds, ministerie van EZ, Waddenfonds) geanalyseerd op welke wijze middelen vanuit bestaande fondsen kunnen worden vrijgespeeld voor de beoogde transitie in de Waddenzee. Naast de reguliere visserijmiddelen voor innovatie vanuit de Europese fondsen (EVF en nu dan ook het EMFZV) is vooral ook gekeken naar de mogelijkheden die het Waddenfonds biedt. Daar lijkt een directe koppeling tussen natuurherstel en ontwikkeling visserij mogelijk.

Naast de bestaande fondsen heeft ERAC ook onderzocht of andere financiële constructies zoals revolving funds en/of achtergestelde leningen bijdragen aan de beoogde transitie. Daarvoor lijkt het vooralsnog te vroeg. Als je daaraan wil zal eerst de verdiencapaciteit en de financiële gezondheid van de garnalensector moeten verbeteren.

Vanuit het EVF project is ook de inzet vanuit de lokale PO’s gefinancierd om de VisWad afspraken bij de vissers uit te dragen. Daarvoor hebben enkele visserijvertegenwoordigers een actieve rol op zich genomen om bij te dragen aan de uitvoering van de VisWad afspraken. Dat heeft er toe geleid dat er anno juli 2014 een convenant en uitvoeringsprogramma ligt dat gereed is voor ondertekening.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN