• No results found

De islamitische financieringsvorm Murabaha · Vennootschap & Onderneming · Open Access Advocate

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De islamitische financieringsvorm Murabaha · Vennootschap & Onderneming · Open Access Advocate"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Voorontwerp is reeds voorgelegd aan de AFM en tevens ter consultatie voorgelegd aan marktpartijen. In een eerste reactie in Het Financieele Dagblad van 10 januari 2008 heb- ben de beleggersorganisaties Vereniging van Effectenbezit- ters (VEB) en Eumedion hun vrees geuit dat de identifica- tieplicht van aandeelhouders kan leiden tot beïnvloeding van stemgedrag van (belangrijke) aandeelhouders door het bestuur van beursgenoteerde vennootschappen. Volgens directeur Rients Abma van Eumedion is het goed dat beleg- gers meer mogelijkheden krijgen om met elkaar in contact te treden, maar vindt hij het een nadeel dat ook de vennoot- schap over deze informatie komt te beschikken. De Vereni- ging van Effecten Uitgevende Instellingen (Veuo) steunt de identificatieplicht en hoopt dat de wetgever nog een stap verder gaat door de 60 dagengrens weg te nemen. Werk- geversorganisatie VNO-NCW heeft in een eerste reactie te kennen gegeven dat zij een groot voorstander is van meer en beter contact tussen de onderneming en haar aandeelhou- ders.7Wordt vervolgd.

Mr. B.N. Cammelbeeck Stibbe

De islamitische

financieringsvorm Murabaha

Inleiding

Islamitisch financieren heeft sinds de oprichting van de eerste islamitische bank in 1963, de Egyptische bank Mit Ghamr,1 een explosieve groei doorgemaakt. Zo is deze markt volgens schattingen sinds de eeuwwisseling met gemiddeld 15% per jaar gegroeid. Islamitisch financieren heeft zich nu verspreid over meer dan zeventig landen en er zijn wereldwijd meer dan driehonderd islamitische finan- ciële instellingen actief.2Ook in Europa en de Verenigde Staten bestaan islamitische financiële instellingen. Wester- se banken zoals Citigroup, HSBC, UBS, BNP Paribas, ABN AMRO en Deutsche Bank doen mee in deze markt, zowel in islamitische landen als daarbuiten, door het opzet- ten van zogenoemde Islamic windows (onafhankelijke businessunits die zich primair bezighouden met islamitisch financieren).3De jaarlijkse groeipotentie van deze markt wordt geschat op USD 300 miljard.4

De meest voorkomende islamitische financieringsvorm is Murabaha. Van alle islamitische financieringen vindt meer dan 80% plaats door middel van Murabaha.5Murabaha is een financieringsovereenkomst waarbij opslag wordt bere- kend. In dit artikel zal eerst een algemene inleiding worden gegeven van de Sharia (islamitische plichtenleer) en een aantal islamitische financieringsvormen. Vervolgens zal dieper worden ingegaan op de Murabaha-overeenkomst, waarna met enkele slotopmerkingen wordt afgesloten.

Islamitische plichtenleer

Bij islamitische financieringsvormen gaat het om financie- ringsvormen die voldoen aan de principes uit de islamiti- sche plichtenleer. Deze principes houden onder meer in het verbod op:

1. rente (Riba);

2. exploitatie van onzekerheid (Gharar);

3. gokken en speculatie (Maysir);

4. beleggingen in bepaalde activiteiten zoals de var- kens-, drank-, tabak-, casino-, muziek- en wape- nindustrie (Haram).

V&Ofebruari 2008, nr. 2 39

Vennootschap Onderneming

&

7. Misbruik van identiteit dreigt, Het Financieele Dagblad, 10 januari 2008.

1. M. Valibeigi, Islamic economics and economic policy formation in post-revolutionary Iran: a critique, Journal of Economic Issues 1993, p. 794 en W.S. Hegazy, Contemporary Islamic finance: from socio- economic idealism to pure legalism, Chicago Journal of International Law, Winter 2007.

2. United Kingdom Debt Management Office, Government sterling sukuk issuance: a consultation, november 2007, p. 6.

3. G. Bilal, Islamic finance: alternatives to the Western model, Fletcher F. World, 1999, p. 148.

4. Loan Market Association, User guide to Islamic documents, Dubai 2007, p. 2.

5. S. Rafi-uddin, Corporate Islamic finance: the good news and the bad news, 2005, www.dinarstandaard.com/finance/corporateIF071505.

htm en F.E. Vogel & S.L. Hages, Islamic law and finance: religion, rules, and return, 1998, p. 198.

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(2)

40 V&Ofebruari 2008, nr. 2

Vennootschap Onderneming

&

Bovendien moet iedere financiële transactie een link heb- ben met reële activa (asset-backed).6

De islamitische plichtenleer leidt er niet toe dat kredietver- strekking onmogelijk is. De leer schrijft voor dat bij finan- ciering de vermogensverschaffer mede het ondernemings- risico dient te dragen. Riba is weliswaar verboden, maar handeldrijven is dat niet. Handeldrijven betekent risico nemen, en zolang dat risico nemen niet ontaardt in onver- antwoordelijk speculeren, vervult degene die het risico neemt, volgens de islamitische plichtenleer, een zinvolle rol in de samenleving.7

Het verbod op Riba en Gharar conflicteert met de westerse financieringsvormen. Financieren zonder rente is immers vrijwel ondenkbaar in de westerse samenleving. Bovendien schrijft het Gharar-verbod voor dat alle partijen bij het aan- gaan van het contract op de hoogte dienen te zijn van de exacte waarde van de tegenprestatie c.q. transactie.8Echter, bij veel contracten en transacties, zowel in het Westen als in de islamitische landen, zijn de tegenprestaties niet exact bepaald of staat de prijs niet van tevoren vast. Het Gharar- verbod is niet absoluut. Zo zijn afnemerskredieten waarbij handelaren (Salam) en de verwerkende industrie (Istisna) de boeren al betalen vóór de oogst toegestaan, omdat anders de agrarische sector te veel schade zou leiden.9

Islamitische financieringsvormen

In de loop der tijd zijn verschillende islamitische financie- ringsvormen ontwikkeld die kredietverstrekking mogelijk maken. De voornaamste zijn Murabaha, Ijara (een vorm van leasing) en Musharaka en Mudaraba (partnerschapscontrac- ten waarbij winst en/of verlies wordt verdeeld tussen ener- zijds de klant en anderzijds de vermogensverschaffer).10De kredietverstrekking vindt plaats onder toezicht van geestelij- ken die een Sharia-raad vormen. Deze raad ziet erop toe dat de islamitische plichtenleer wordt nageleefd.

Een islamitische financieringsvorm die de laatste jaren zeer populair is geworden, is de Sukuk (‘islamitische obligaties’).

Nadat de eerste Sukuk-uitgifte van USD 30 miljoen plaats- vond in 1990, is het relatief lang stil gebleven rondom de Sukuk-uitgiftes. Aan deze stilte is in 2000 een einde ge- komen. In dat jaar vonden er voor USD 336 miljoen Sukuk- uitgiftes plaats. In 2007 was dit bedrag gestegen tot USD 47,1 miljard.11Volgens schattingen groeit de Sukuk-markt alleen al in de Golfstaten sinds de eeuwwisseling met gemiddeld 45% per jaar en de verwachting is dat deze groei de komende drie tot vijf jaar zal aanhouden.12

Murabaha

Algemeen

Murabaha is een contract van koop en verkoop dat het mogelijk maakt om aankopen te doen zonder een lening en zonder rente te betalen. De vermogensverschaffer doet de aankoop zelf en verkoopt deze later door aan de koper tegen een van tevoren afgesproken hogere prijs. Dat kan ineens of in termijnen. Naar zijn aard is dit contract een handelsover- eenkomst. Het is een ‘opslag’-contract waarbij de ver- mogensverschaffer ten gunste van de koper, maar voor eigen rekening, de aankoop en betaling van de goederen verricht.

Ondanks dat Murabaha de meest voorkomende islamiti- sche financieringsvorm is, zijn de meeste islamitische rechtsgeleerden het er over eens dat dit niet de meest ideale islamitische financieringsvorm is.13Een reden hiervoor is dat sommige islamitische rechtsgeleerden van mening zijn dat de in rekening gebrachte opslag hetzelfde is als rente.14 Deze groep vormt echter wel een minderheid.15Een andere belangrijkere reden hiervoor is het feit dat de vermogens- verschaffer slechts een korte tijd zelf risico loopt, aangezien hij de eigendom van de goederen kort na de aankoop over- draagt. De ideale financieringsvormen zijn dan ook Musha- raka en Mudaraba. Omdat deze financieringsvormen ech- ter niet in elke situatie toepasbaar zijn, is de toepassing van Murabaha, indien aan alle vereisten wordt voldaan, alge- meen geaccepteerd.16

Een essentieel vereiste voor een geldige Murabaha-over- eenkomst is het bestaan van een ‘echte verkoop’en de daad- werkelijke levering van het goed. Dit betekent volgens de islamitische plichtenleer dat de vermogensverschaffer de

11. Database Islamic Finance Information Service, www.securities.com/

ifis/fm.html?year=2007&bond; database alleen toegankelijk voor abonnees; en Islamic Finance Information Service, Sukuk in 2007:

Key trends and market highlights, London, 2008.

12. Financial Services Authority, Islamic finance in the UK: regulator and challenges, 2007, p. 3 en United Kingdom Debt Management Office 2007, p. 6.

13. Usmani 2002, p. 41.

14. Rufi-Uddin 2005.

15. Usmani 2002, p. 41 en El-Gamal 2006, p. 67-68.

16. Usmani 2002, p. 47 en El-Gamal 2006, 67.

6. J.M. Taylor, Islamic commercial banking: moving into the main- stream?, Translational, 2005 en Loan Market Association 2007, p. 2-4.

7. H.M. Sharawy, Understanding the Islamic prohibition of interest:

a guide to aid economic cooperation between the Islamic and Western worlds, Georgia Journal of International and Comparative law, Fall 2000, p. 161-164.

8. M.A. El-Gamal, A basic guide to contemporary Islamic banking and finance, 2000, p. 6-8.

9. H.A. Hamoudi, Muhammad’s social justice or Muslim cant? Lang- dellianism and the failures of Islamic finance, Cornell International Law Journal, Winter 2007, p. 111; M.T. Usmani, An introduction to Islamic finance, Den Haag, Kluwer Law International 2002, p. 96; U.F.

Moghul & A.A. Ahmed, Contractual forms in Islamic finance law and Islamic inv. co. of the Gulf (Bahamas) Ltd. v. Symphony Gems N.V. &

ORS: a first impression of Islamic finance, Fordham International Law Journal, December 2003; M.A. El-Gamal, An economic explication of the prohibition of Gharar in classical Islamic Jurisprudence, 2001, p. 5.;

M.A. El-Gamal, Islamic finance, New York: Cambridge University Press, 2006, p. 58; en H. Visser, Islamic finance, Amsterdam: NIBE- SVV, 2004 p. 28.

10. K.J. Tracy, Islamic finance: a growing industry in the United States, North Carolina Banking Institute, 2006.

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(3)

goederen die hij verkoopt ook daadwerkelijk in zijn eigen- dom moet hebben.17Het eigendom van de goederen wordt pas kort na de aankoop door de vermogensverschaffer over- gedragen aan de koper.

Het Murabaha-contract heeft de volgende structuur. Per- soon A wil een bepaald goed aanschaffen en vraagt de ver- mogensverschaffer om een ‘lening’. De vermogensver- schaffer is bereid te bemiddelen in de transactie en vraagt van A de belofte het goed van hem te kopen zodra hij het goed heeft gekocht van B. Op deze manier is de vermo- gensverschaffer ervan verzekerd dat zodra hij het goed van B koopt, hij het direct aan A kan doorverkopen. De vermogensverschaffer gaat ermee akkoord dat A pas na verloop van een bepaalde tijd betaalt. Voor deze bemidde- ling betaalt A een vergoeding – opslag – aan de vermogens- verschaffer. Vervolgens koopt de vermogensverschaffer het goed van B en verkoopt het direct daarna door aan A tegen een hogere prijs – inkoopprijs plus opslag – die, al dan niet in termijnen, betaald moet worden.

Opslag is niet hetzelfde als Riba

Veelal wordt verondersteld dat de in rekening gebrachte opslag bij een Murabaha-overeenkomst hetzelfde is als rente. Als verklaring wordt dan gegeven dat alhoewel for- meel het Riba-verbod wordt gevolgd, de facto de opslag die de vermogensverschaffer voor de vermogensverschaffing vraagt vanuit economisch perspectief bezien erg dicht tegen een rentevergoeding aan ligt. Bovendien wordt gesteld dat het bij een Murabaha-overeenkomst gemakkelijk is om de opslag te laten variëren met de omvang van het verstrekte bedrag, de duur van de periode waarvoor het verstrekt is en het debiteurenrisico. Toch zien veel islamitische rechts- geleerden de gebruikte opslag bij Murabaha niet als Riba.18 Volgens de islamitische plichtenleer hebben geld en andere goederen verschillende eigenschappen en worden daarom verschillend behandeld. Zo heeft geld in deze leer geen intrinsieke waarde. Geld kan niet de bron zijn voor het creë- ren van geld. Een goed kan dat wel. De opslag die gevraagd wordt zal alleen als Riba worden beschouwd wanneer geld het object is bij beide partijen, oftewel wanneer er sprake is van een lening.19Bij een Murabaha-overeenkomst wordt geen geld maar een goed ter beschikking gesteld dat vervol- gens moet worden betaald. Om die reden kwalificeert de Murabaha-overeenkomst volgens de islamitische rechts- geleerden niet als een lening.

De rechtvaardiging van de in rekening gebrachte opslag heeft te maken met het feit dat:

1. de vermogensverschaffer risico loopt – zoals diefstal en beschadiging – omdat hij de goederen korte tijd in eigen- dom heeft;

2. de vermogensverschaffer bemiddelt bij de handelskoop;

3. het object van de handelskoop geen geld maar een goed betreft.

Wijzigen van de Murabaha-overeenkomst is niet toegestaan Een belangrijk vereiste bij een Murabaha-contract of -trans- actie is dat zodra de prijs vastgesteld is, deze niet meer gewij- zigd mag worden. Ongeacht of de koper op tijd betaalt of in gebreke raakt.20Gebeurt dit wel, dan wordt er gehandeld in strijd met het Gharar-verbod. Het Gharar-verbod schrijft voor dat bij elk contract of elke transactie duidelijk dient te zijn om welk object en prijs het gaat. Dit verbod brengt ook met zich mee dat een Murabaha-overeenkomst niet ver- lengd mag worden.21Dientengevolge bevatten Murabaha- overeenkomsten in de meeste gevallen een bepaling die tus- sentijdse wijziging van de prijs en de looptijd verbiedt.

In beginsel mag ook, aangezien een Murabaha-overeen- komst een verkoop van een specifiek goed met een vast- gestelde prijs betreft, geen korting worden verleend op vrij- willige vroegtijdige aflossingen door de koper. Indien de korting echter geen voorwaarde is van vroegtijdige betaling, is het volgens islamitische rechtsgeleerden toegestaan dat de vermogensverschaffer een vrijwillige korting verstrekt. Van belang is wel dat de koper dit niet als zijn recht kan claimen.22 Het opleggen van een boete is onder voorwaarde toegestaan Bij een Murabaha-overeenkomst is het toegestaan de koper een boete te laten betalen als deze niet op tijd betaalt (Yamin).23Dit dient dan wel te worden afgesproken bij het aangaan van de Murabaha-overeenkomst. De boete mag bovendien niet ten goede komen aan de vermogensver- schaffer. Gebeurt dit wel, dan wordt dit volgens de islamiti- sche plichtenleer gezien als Riba. De boete dient te worden afgestaan aan charitatieve instellingen.

Eenzijdige belofte tot koop is toegestaan

Zoals al eerder aangegeven, is het volgens de islamitische plichtenleer verboden om goederen bij voorbaat te ver- kopen, dat wil zeggen goederen te verkopen die de ver- mogensverschaffer nog niet in eigendom heeft. Dit betekent dat een vermogensverschaffer geen Murabaha-overeen- komst kan aangaan op het moment dat de koper een Mura- baha-financiering zoekt. In die fase heeft de vermogensver- schaffer de gewenste goederen immers, normaal gesproken, nog niet in eigendom.24

41

Vennootschap Onderneming

&

V&Ofebruari 2008, nr. 2

17. J.M. Taylor, Islamic banking: the feasibility of establishing an Islamic bank in the United States, American Business Law Journal, Winter 2003 en Bilal 1999, p. 148.

18. Usmani 2002, p. 47.

19. Usmani 2002, p. 44-45.

20. Bilal 1999, p. 153.

21. Usmani 2002, p. 40.

22. Usmani 2002, p. 40.

23. A. Banaya, External audit and corporate governance in Islamic banks:

a joint practitioner-academic research study, 1994, p. 13-14 en Usmani 2002, p. 59.

24. Usmani 2002, p. 43.

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

(4)

Het is dan ook noodzakelijk de koper op een andere manier te binden. Dit kan door het verkrijgen van een koopbelofte van de koper (Wa’d) op het moment dat men de Murabaha- transactie aangaat.25Op deze manier worden de belangen van de vermogensverschaffer beschermd. De belofte om te kopen is geen bilateraal contract, zoals vereist bij ter- mijnverkoop bij conventioneel financieren. Het is slechts een eenzijdige belofte van de koper, zodat de koper en niet de vermogensverschaffer gebonden wordt (met andere woorden: de vermogensverschaffer doet geen belofte om te verkopen). Deze eenzijdige belofte kan, omdat het een commerciële transactie betreft, echter wel volgens de is- lamitische plichtenleer in rechte worden afgedwongen door de vermogensverschaffer.26

Het verstrekken van zekerheden en garanties is toegestaan Volgens de islamitische plichtenleer mag alleen de koper zekerheid verstrekken en dit mag alleen nadat de koper eige- naar is geworden.27De zekerheidsverstrekking kan bijvoor- beeld door middel van het verlenen van hypotheekrecht of pandrecht aan de vermogensverschaffer. Derden mogen ook garanties verlenen. Van belang is wel dat de garantiegever geen vergoeding mag vragen van de koper voor de verleende garantie. Hierover zijn de islamitische rechtsgeleerden het unaniem eens. Wel mag de garantiegever gecompenseerd worden voor de door hem gemaakte kosten in verband met de garantieverstrekking. De reden voor dit verbod heeft te maken met het object van de prestatie. Bij garantie is het object van de prestatie geld en zoals eerder besproken wordt de vergoeding die gevraagd wordt voor het ter beschikking stellen van geld als Riba aangemerkt.28

Slotopmerkingen

Wereldwijd is islamitisch financieren een sterk opkomende markt. Ook in Nederland groeit de belangstelling voor deze vorm van financieren. De potentiële vraag naar islamitische financieringsvormen zal naar verwachting de komende jaren stijgen als gevolg van een toename in de bevolkings- omvang, het opleidings- en het inkomensniveau van Neder- landse moslims. Daarnaast lijkt de belangstelling voor isla- mitische financieringsvormen binnen de Nederlandse moslimgemeenschap te zijn gegroeid. Diverse Nederlandse financiële instellingen hebben interesse in het aanbieden van islamitische financieringsvormen. Concrete financie- ringsproducten zijn echter daaruit nog niet voortgekomen.

Het lijkt er echter wel op dat zodra er meer bekendheid is met islamitisch financieren en meer initiatieven op dit gebied worden ontplooid, islamitisch financieren ook in Nederland toekomst heeft.

Mr. M. El Idrissi NautaDutilh

De overdracht of overgang van vergunningen bij rechtsopvolging

Inleiding

Wanneer er bij een vennootschap of onderneming sprake is van rechtsopvolging onder algemene of bijzondere titel, zoals in geval van een overgang van onderneming, fusie, overname of doorstart na een faillissement, is het voor de rechtsopvolger vaak essentieel dat de rechten die voort- vloeien uit overheidsvergunningen ook door hem uitge- oefend kunnen worden. Deze vergunningen zijn in het al- gemeen noodzakelijk voor de bedrijfsvoering. Men denke bijvoorbeeld aan exploitatievergunningen, geneesmidde- lenregistraties, vergunningen op grond van de Wet milieube- heer, vergunningen voor omroeporganisaties en vergunnin- gen op grond van de Telecommunicatiewet. Het antwoord op de vraag of, en zo ja hoe, vergunningen kunnen gaan gel- den voor een rechtsopvolger is te vinden in het bestuurs- recht. Daarnaast zijn vergunningen vaak geld waard en speelt de vraag of, en zo ja wanneer, vergunningen privaat- rechtelijk overdraagbaar zijn.

In deze bijdrage wordt ingegaan op de (on)mogelijkhe- den van een privaatrechtelijke overdracht of een bestuurs- rechtelijke overgang van vergunningen.1

De privaatrechtelijke overdracht van vergunningen Vergunningen worden volgens vaste jurisprudentie be- schouwd als vermogensrechten en deze rechten zijn, teza- men met zaken, goederen in de zin van artikel 3:1 BW.

Daarmee zijn de privaatrechtelijke regels voor verkrijging van goederen uit Boek 3 BW ook van toepassing op vergun- ningen.

Een privaatrechtelijke overdracht geschiedt door een levering krachtens geldige titel, verricht door degene die bevoegd is over het goed te beschikken (art. 3:84 lid 1 BW).

De titel kan een verbintenis uit overeenkomst zijn, een ver- bintenis uit wet of een ander rechtsfeit dan een verbintenis zijn welke overdracht rechtvaardigt.2Het is aannemelijk dat bij overdracht van vergunningen de titel meestal een verbin- tenis uit een koopovereenkomst zal zijn.

Ingevolge artikel 7:47 BW kunnen vermogensrechten (waaronder dus ook vergunningen) het voorwerp van een koopovereenkomst zijn. Een verbintenis uit wet zal als titel bij de overdracht van vergunningen niet aan de orde zijn.

Een ander rechtsfeit, zoals bijvoorbeeld een legaat, lijkt wel mogelijk.3Voor een rechtsgeldige titel is onder meer van belang dat de vergunning met voldoende bepaaldheid bij de titel omschreven moet zijn (art. 3:84 lid 2 BW).

42 V&Ofebruari 2008, nr. 2

Vennootschap Onderneming

&

25. Usmani 2002, p. 49.

26. Usmani 2002, p. 52-54.

27. Banaya 1994, p. 13-14.

28. Usmani 2002, p. 52.

1. Voor (veel) meer over dit onderwerp zie de dissertatie van C.L. Knijff, Rechtsopvolging bij vergunningen; de mogelijkheid en wijze van over- gang van vergunningen naar bestuursrecht en privaatrecht, Deventer:

Kluwer 2003.

2. H.J. Sneijders & E.B. Rank-Berenschot, Goederenrecht, Deventer:

Kluwer 2001, p. 252-253.

3. Knijff 2003, p. 225.

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij een aanbestedingsprocedure kan niet reeds op grond van de omstandigheid dat door de huidige en de winnende opdrachtnemer vergelijkbare diensten worden verricht, worden

De Hoge Raad besliste dat rechtsgeldig decharge kon wor- den verleend voor opzettelijk benadelend handelen jegens de vennootschap en dit besluit niet nietig was op grond van strijd

4 In deze bijdrage zullen we nader ingaan op de situatie die ontstaat wanneer hedge funds door middel van seclend- ing gebruikmaken van de twee fundamentele rechten waar houders

Zij verwerpt derhalve de door Stork en de Stichting in stelling gebrachte bescher- mingsconstructie, maar maakt vervolgens dankbaar ge- bruik van de daarvoor aangedragen argumenten

Uitgangspunt van deze regeling is dat er in het geval van uitbesteding van werkzaamheden geen sprake zal zijn van overgang van onderneming en er dus geen werknemers van

Dit artikel uit Vennootschap & Onderneming is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker.. worden gegeven ten aanzien van de relevante feiten, waar-

Menon had op grond van artikel 2:210 BW de jaarrekenin- gen 1999 en 2000 van Tradion hebben moeten opmaken en tevens binnen de door artikel 2:394 lid 3 BW gestelde ter- mijn van

Nu onder het huidige regime (en vermoedelijk ook onder het nieuwe fiscale eenheidregime) slechts dochters waarin een aandelenbelang van ten minste 95% wordt gehouden, voor opname in