• No results found

Zondagslezing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zondagslezing"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lezingen door de week | Maandag 5 maart: Daniël 9, 4b-10 en Lucas 6, 36-38 • Dinsdag 6 maart: Jesaja 1, 10.16-20 en Matteüs 23, 1-12 • Woensdag 7 maart: Jeremia 18, 18-20 en Matteüs 20, 17- 18 • Donderdag 8 maart: Jeremia 17, 5-10 en Lucas 16, 19-31 • Vrij- dag 9 maart: Genesis 37, 3-28 en Matteüs 21, 33-43.45-46 • Zater- dag 10 maart: Michea 7, 14-15.18-20 en Lucas 15, 1-3.11-32 • Zondag

11 maart (Derde zondag in de veertigdagentijd) Exodus 20, 1-17 –

Eerste Brief aan de Korintiërs 1, 22-25 – Johannes 2, 13-25. eucharistie op radio | 4 maart, 10 uur, VRT Radio 1: vanuit de Hasseltse parochie Sint-Catharina.

eucharistie op tv | 4 maart, 10.30 uur, RKK via Nederland 2:

vanuit de parochie Heilige Michaël in Breda.

EERSTE LEZING

Genesis 22, 1-2.9a.10-13.15-18

In die dagen gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tot hem: „Abraham.” En hij antwoordde:

„Hier ben ik.” God zei: „Ga met Isaäk, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die Ik u zal aanwijzen, als brand- offer op.”

Toen zij de plaats bereikt hadden die God hen had aan- gewezen, bouwde Abraham daar een altaar, stapelde er het hout op, bond zijn zoon Isaäk vast en legde hem op het altaar, boven op het hout.

Toen Abraham echter zijn hand uitstak naar het mes om daarmee zijn zoon de keel af te snijden, riep de engel van de Heer hem vanuit de hemel toe: „Abraham, Abra- ham!” En hij antwoordde: „Hier ben ik”. De engel zei:

„Raak de jongen met geen vinger aan en doe hem niets!

Ik weet nu dat gij God vreest, want gij hebt mij uw eni- ge zoon niet willen onthouden.” Abraham keek om zich heen en bemerkte een ram, die met zijn horens in het struikgewas vastzat. Hij greep de ram en droeg die als brandoffer op, in plaats van zijn zoon.

Toen riep de engel van de Heer voor de tweede maal uit de hemel tot Abraham en zei: „Bij Mijzelf heb Ik ge- zworen – zo spreekt de Heer: omdat gij dit gedaan hebt en Mij uw eigen zoon niet hebt onthouden, daarom zal Ik u overvloedig zegenen en uw nakomelingen talrijker maken dan de sterren aan de hemel en de zandkorrels op het strand van de zee. Uw nakomelingen zullen de poort van hun vijand bezitten. Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde omdat gij naar Mij hebt geluisterd.”

TWEEDE LEZING

Brief aan de romeinen 8, 31b-34

Broeders en zusters,

Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij heeft zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard: voor ons al- len heeft Hij Hem overgeleverd. En zou Hij ons na zulk een gave ook niet al het andere schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God die rechtvaardigt? Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus misschien, die ge- storven is,meer nog, die is opgewekt en die, gezeten aan Gods rechter hand, onze zaak bepleit?

EVANGELIE

Marcus 9, 2-10

In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg waar zij geheel alleen waren. Hij werd voor hun ogen van ge- daante veranderd: zijn kleed werd glanzend en zo wit als geen bleker ter wereld maken kan. Elia verscheen hun samen met Mozes en zij onderhielden zich met Je- zus.

Petrus nam het woord en zei tot Jezus: „Rabbi, het is goed dat we hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Hij wist niet goed wat hij zei, want ze waren allen geheel verbluft.

Een wolk kwam hen overschaduwen en uit die wolk klonk een stem: „Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luis- tert naar Hem.” Toen ze rondkeken, zagen ze plotseling niemand anders bij hen dan alleen Jezus.

Onder het afdalen van de berg verbood Jezus hun aan iemand te vertellen wat ze gezien hadden, voordat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan. Zij hiel- den het inderdaad voor zich, al vroegen zij zich onder el- kaar af wat dat opstaan uit de doden mocht betekenen.

Schriftlezingen © Katholieke Bijbelstichting

’s Hertogenbosch, www.bijbel.net

commentaar bij de zondagslezingen

— Jean Bastiaens —

Op de Moria zul je het zien

DE LITURGIE vAn DEZE ZOnDAG bevat twee monumentale teksten: de

‘binding van Isaak’ en de ‘transfiguratie’. De korte lezing uit de Romei- nenbrief versterkt de link tussen de twee teksten. We moeten ons ervoor hoeden deze teksten ten gronde te willen ‘verklaren’ en ze zo van hun kracht te ontdoen. We doen er beter aan ze te be-schouwen en te zien hoe god hier verschijnt in zijn heiligheid. In de twee teksten klinkt er boven op een berg „een stem uit de hemel”. god komt aan het Woord op twee cru- ciale momenten van de geschiedenis van zijn volk.

Bekijken we de eerste lezing uit Genesis 22. In de Hebreeuwse tekst wordt er een verband gelegd met Genesis 12, het begin van de Abrahamcyclus, want ook daar staat: „Ga voor je zelf uit” (lèch lecha). Abraham moet in de twee gevallen zich- zelf achterlaten, zijn vertrouwde eigen zelf, en een nieuwe (en dus ook onzekere) toekomst tegemoet gaan. In Genesis 12 heet het: „Ga naar het land dat ik u zal wij- zen.” Hier heet het: „Draag hem op als brandoffer op de berg die ik u zal wijzen.”

Tussen Genesis 12 en Genesis 22 legt Abraham een parcours af, een levensweg die tevens een leerweg is. Op die leerweg wordt hij beproefd, negenmaal, en de lezing van deze zondag doet Abraham aanbelanden bij de laatste, de tiende beproeving.

Het is de ultieme beproeving.

Intussen weet Abraham wel wat het codewoord lèch lecha betekent: hij moet weer een nieuwe stap doen, weer iets van zichzelf loslaten. nu moet hij loslaten wat hem het meest dierbaar is en waarin heel zijn leven en heel zijn toekomst zijn samengebald: zijn zoon Isaak, die hij liefheeft. Op het einde van de leerweg heeft Abraham ten leste gehoorzaamheid geleerd: hij weet dat wanneer god roept, er een nieuwe etappe wacht die hij moet gaan, en die hij in vertrouwen mag gaan. Stil hoort Abraham het huiveringwekkende woord aan: „Ga met je enige zoon naar de berg die ik je zal wijzen en draag hem daar als brandoffer op.” In de Latijnse verta- ling van Hiëronymus staat er voor brandoffer holocaustum.

Abraham en Isaak gaan samen op weg, naar de berg van de godsontmoeting.

Het is de berg Moria, de plaats waar god zal voorzien, en het is op deze plaats dat – zo vertelt de joodse traditie – later de tempel zal verrijzen. Abraham legt het hout op de rug van Isaak. Isaak neemt het aan, ook hij deelt in het vertrouwen van Abra- ham, ook al is er geen lam te bespeuren dat geofferd zou kunnen worden. Wanneer Isaak door Abraham gebonden wordt, boven op het altaar en Abraham het mes omhoog heft om het te laten neervallen, ziet Isaak hoe de hemelen zich openen.

En samen met Abraham hoort hij een stem: „Raak de jongen met geen vinger aan!”

Abraham en Isaak hebben alles gegeven: hun beider leven, hun beider toe- komst, vanuit het vertrouwen dat god ‘zal voorzien’ – want de berg Moria is de berg „waar jhwh zal voorzien” (vers 14). Deze plek is geheiligd door het vertrou- wen dat god ons in ons sterven opvangt. van deze plek gaat zegen uit, voor alle volken, die in Abraham hun voorvader herkennen en die zich zijn leerroute van de tien beproevingen eigen maken.

Op die andere berg, in het joodse land, klinkt een zelfde stem uit de hemel, ja zelfs uit de wolk, zoals eertijds in de woestijn, toen het volk aan de voet van de berg stond in de woestijn en door god op de proef werd gesteld (Exodus 20, 20-21). En ook deze stem heeft het over „de Zoon – de geliefde”, alsof Isaak opnieuw hemel en aarde met elkaar in verbinding brengt. De stem uit de wolk maant aan tot luiste- ren, zoals Abraham dat deed, maar die aanmaning herinnert ons ook aan de belof- te van Mozes dat er een profeet zou opstaan zoals hij dat was (Deuteronomium 18, 15). Daar staat Jezus, vervuld van gods stralende heerlijkheid, in de gedaante van de Mensenzoon die wij verwachten uit de hemel „bekleed met luister” (Marcus 13, 26). Zij zullen komen, Mozes, Elia en Jezus, en de nieuwe tijd doen aanvangen.

Maar eerst heeft Jezus nog een weg te gaan: lèch lecha, trek weg, trek verder naar de berg Moria, waar de heilige stad en de tempel staat. Daar zal Hij gebonden wor- den. Daar zal de hemel zich openen. Daar zal god voorzien in toekomst.

4 m aa rt 2012 – tw e e d e zo n dag i n d e v e e rt i g dag e n t i j d

kerk & leven

29 februari 2012

lezingen & Commentaar A

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle kinderen mogen komen er is altijd plaats voor meer, want mijn Koninkrijk staat open, kom maar binnen roept de Heer.. Alle kinderen mogen komen en ook jij, jij

BEDDEN INTENSIEVE ZORG (DALEND) EN GUNSTIGE TREND

'Hier ben ik.' Hij zei: 'Ga met Isaak, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die ik u zal aanwijzen als brandoffer op.'

Hij zei tot hem: 'Abraham.' En hij antwoordde: 'Hier ben ik.' Hij zei: 'Ga met Isaak, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria en draag hem daar op de berg die ik

Al snel kwamen we erachter dat niet één systeem als effectief te benoemen was, maar dat het vooral gaat om een combinatie van methoden die aan- slaat; de ene keer is dat heet

"Hier ben ik." God zei: "Ga met Izaäk, uw enige zoon, die gij liefhebt, naar het land van de Moria, en draag hem daar op de berg die Ik u zal aanwijzen als

Voor deze viering heeft Maria opnieuw haar mooiste gewaad aan: niet het gewaad van het eenvoudi- ge meisje uit Nazareth, niet het gewaad dat ze droeg bij de geboorte van Jezus

Houd die dag dus zeker de Facebookpagina van jouw IJD- afdeling en de IJD-website goed in de gaten.. MAAR ER