• No results found

I ‘ IN DE IDEALE WERELD BESTAAN GEEN SOCIALE DIENSTEN’

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "I ‘ IN DE IDEALE WERELD BESTAAN GEEN SOCIALE DIENSTEN’"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

4

15 december 2016

Mensen die niet in een reguliere baan kunnen werken – en dat zijn er ondanks alle goede bedoelingen heel wat – moeten terechtkunnen in een aangepaste omgeving. Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt aan Tilburg University, wil hiervoor een parallel systeem inrichten. ‘Waarom gebruiken we het uitkeringsgeld niet als maatschappelijk durfkapitaal?’

TEKST: DORINE VAN KESTEREN, BEELD: MARTIN WAALBOER

‘ IN DE IDEALE

WERELD BESTAAN GEEN SOCIALE

DIENSTEN’

I

n Nederland, zegt Ton Wilthagen, rijden we eigenlijk allemaal op een veel te smalle weg. Er is een rijstrook voor de mensen die werken en er is een vluchtstrook voor mensen met een uitke- ring. Samen met Jos Verhoeven, directeur van Start Foundation, pleit Wilthagen ervoor om een extra rijstrook aan te leggen. Een tussenruimte waar mensen kunnen werken die (nog) niet in een gewoon bedrijf aan de slag kunnen. In deze parallelle arbeidsmarkt – die overigens niet losstaat van de reguliere economie en arbeidsmarkt – bieden sociale ondernemingen twee soor- ten arbeidsplaatsen aan: permanent aangepaste werk- plekken voor mensen die blijvend zijn aangewezen op ondersteuning en transitieplekken waar mensen die nog niet productief of ervaren genoeg zijn, kunnen worden klaargestoomd voor de reguliere arbeidsmarkt.

Wilthagen: “Nederland kent momenteel 1,7 miljoen mensen met een bijstandsuitkering of een uitkering we- gens arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. De sociale werkvoorziening is afgesloten en het aantal mensen in de bijstand blijft gestaag stijgen door de toestroom van Wajongers en vluchtelingen. Het probleem is dus heel groot. Om het tij te keren zijn wij op zoek naar een al-

ternatief dat ligt tussen de uitkering en de gewone baan, voor de groep mensen die nooit of nu nog niet in een gewoon bedrijf kunnen werken. Het beleid zet de laatste jaren exclusief in op instroom in reguliere arbeid, liefst voltijds en voor onbepaalde tijd. Maar de veronderstelling dat iedereen met loonkostensubsidie of een jobcoach in een gewoon bedrijf kan werken, klopt niet.”

Nu verklaart u de Participatiewet failliet.

“De Participatiewet heeft een heel sterk wensdenken in zich. Het is nog maar zeer de vraag of we de overeenge- komen 125 duizend banen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt gaan realiseren – en dan nog zijn we heel ver verwijderd van 1,7 miljoen. De politiek maakt een denkfout. Als de overheid de loonwaarde probeert te vergoeden, beschikt een bedrijf nog steeds niet over de prestatie die het zoekt. Ik maak vaak de vergelijking met topsport. Ajax neemt echt geen voetballer aan die een beperking heeft, maar wel goedkoper is. Uiteinde- lijk gaat het namelijk om de prestatie. Natuurlijk zijn er functies in de luwte, maar de kern van het bedrijfsleven is gebouwd op de hoge productiviteit van de werkenden.

Nederland heeft een hoge arbeidsproductiviteit en dat

PROFESSOR TON WILTHAGEN

OVER DE PARALLELLE ARBEIDSMARKT

>

(2)

5

15 december 2016

>

TON WILTHAGEN (1960) is hoogleraar institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan Tilburg University en oprichter van onderzoeksinstituut ReflecT van dezelfde universiteit. Zijn expertise betreft de arbeidsmarkt, arbeidsmarktbeleid, arbeidsverhoudin- gen, arbeidsrecht en sociale zekerheid, (inter)nationaal en regionaal. Van origine is Wilthagen (rechts)socioloog. Hij studeerde sociologie aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg en aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1993 promoveerde. Wilthagen is betrokken bij tal van maatschappelijke initiatieven, zoals Brainport Network in Zuidoost-Nederland, het Techniek Pact en de jeugdwerkloosheidsvrije regio.

(3)

6

15 december 2016

ondernemingen ook in Nederland een formele maat- schappelijke status krijgen. Onder de Participatiewet krijgen bedrijven alleen ‘punten’ als zij daadwerkelijk iemand met een beperking in dienst nemen. Dit is wel iets verruimd – detacheringen bijvoorbeeld tellen inmid- dels ook mee – maar het uitgangspunt is nog steeds tamelijk rigide. Wij vinden dat reguliere bedrijven die samenwerken met erkende sociale ondernemingen in de tussenruimte, ook ‘punten’ moeten krijgen. Denk aan een kozijnenfabriek die vanwege haar grootschalige productie alleen kozijnen in standaardmaten maakt en voor een order van afwijkende maten een beroep doet op een sociale onderneming.”

Zorgt de economische groei niet vanzelf voor meer uitstroom uit de uitkering?

“Als je meer inclusiviteit wilt bewerkstelligen, is het niet verstandig om je alleen te verlaten op economische groei.

Voor zover de economische groei tot meer banen leidt, zal het vooral gaan om door de nieuwe technologieën ge- dreven banen die heel specifieke competenties vereisen.

Dat matcht slecht met de kwalificaties van uitkerings- gerechtigden.”

In Nederland zien we betaald werk als panacee voor alles. Is dat niet wat overdreven?

“Nee, want mensen worden niet gezonder en geluk- kiger als ze in de uitkering zitten. Uit onderzoek blijkt dat zij vaker naar de huisarts gaan en meer medicijnen gebruiken. Accepteren we dat 1,7 miljoen mensen zonder perspectief thuiszitten? Mensen die langdurig uitgeslo- ten zijn, raak je kwijt. En dat heeft een enorm effect op het draagvlak van politiek en bestuur.”

Wat gebeurt er met de sociale diensten in uw plan?

“In de ideale wereld bestaan geen sociale diensten. Op de parallelle arbeidsmarkt begeleiden de voormalige case- managers de werknemers in de sociale ondernemingen:

functioneren ze goed, is er een aanvullende opleiding of extra begeleiding op de werkvloer nodig? Een soort HR-functionarissen die het menselijk kapitaal bewaken.

Ik kan me voorstellen dat de sociale dienstmedewerkers zo’n verandering ook best prettig zouden vinden. Nu hebben ze hun cliënten, van wie de meesten best willen werken, vaak zo weinig te bieden. Natuurlijk is er een groep mensen die altijd een beroep zal moeten doen op een uitkering. Maar dat is niet de grootste groep. De grootste groep kan iets, wil iets en heeft arbeidspoten- tieel, maar komt niet aan de bak in het reguliere bedrijfs- leven.” *

is maar goed ook, omdat we structureel minder uren werken dan elders in de wereld. De werkdruk is heel hoog; mensen met een beperking kunnen niet mee in dat topsportklimaat.”

De parallelle arbeidsmarkt wordt gefinancierd uit de uitkeringsgelden.

“De 34 miljard euro die we jaarlijks aan uitkeringen be- talen, zijn beter besteed aan werkactiviteiten. Het is niet de bedoeling dat de parallelle arbeidsmarkt wordt bezet door een nieuwe gemeentelijke sociale werkvoorziening, met 130 procent van het minimumloon en een topzware cao. Het is veel beter als sociale ondernemingen, die niet onder de hoede van de overheid vallen, deze positie innemen. In ons model krijgen deze ondernemingen hun opdrachten van de overheid en andere bedrijven.

Zij leveren werk dat in reguliere vorm niet rendabel uit te voeren is. Dat werk is er genoeg. Denk aan het soort werk dat mensen met een Melkertbaan vroeger deden, in sportkantines bijvoorbeeld. Of denk aan de persoon- lijke dienstverlening en de zorg voor eenzame ouderen.

Reshoring – bedrijfsactiviteiten terughalen uit het buiten- land – is ook een optie. Er bestaan nu al heel wat sociale ondernemingen en dat zullen er alleen maar meer wor- den. Op de universiteit spreek ik talloze studenten die een bedrijf willen oprichten dat niet het maken van winst als belangrijkste doelstelling heeft, maar zijn bijdrage aan de samenleving.”

De afbakening tussen sociale ondernemingen en andere bedrijven is niet altijd eenduidig.

“Het kabinet en de Sociaal-Economische Raad zijn inderdaad nog niet uit de definitiekwestie. Het is jammer dat zij niet over de grens kijken, want genoeg andere Europese landen kennen een fiscaal en juridisch statuut voor sociale ondernemingen. Het zou goed zijn als deze

‘Ajax neemt

toch ook geen

voetballer aan die

een beperking

heeft, maar wel

goedkoper is?’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Binnen dit onderzoeksrapport staat de ontwikkeling van een valide en betrouwbaar meetnsnrcmenn cennraale en gaan om een meetnsnrcmenn an e niet-financiële organisanoriscee

Hiertoe gaan we na wat de motivatie en houding van werkgevers is ten aanzien van tewerkstelling van doelgroepwerknemers (en in welke mate de aanwezigheid van knelpuntvacatures

Volgens de Raad van Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen kan men bijge- volg niet stellen dat mannelijke werklozen meer worden getroffen dan vrouwelijke omdat mannen de

Verwacht wordt dat be- paalde maatregelen binnen het klimaatbeleid, zoals handel in emissierechten en de richtlijn rond de energieperformantie van gebouwen, een belangrij-

Het onderzoek gaat in op een belangrijk thema op de arbeidsmarkt waarover ook recent rapporten zijn verschenen van de commissie Regulering van Werk en de Wetenschappelijke Raad

Daarnaast stellen we vast dat werknemers met een flexibel contract ongeveer twee keer vaker dan andere werkenden zelf geen vermogen of inkomen van hun partner in het huishouden

Flexwerkenden (zelfstandigen en werknemers met een flexibel contract) hebben relatief vaak een zeer laag inkomen, maar ook wanneer wij deze groep vergelijken met vaste werknemers

De werkloosheid is gestegen; afgelopen jaar was 4,1% van de beroeps bevolking werkloos in Noord-Holland, iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (3,8%). De werkloosheid is