• No results found

Informele zorg en diversiteit: over mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers in de regio Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informele zorg en diversiteit: over mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers in de regio Amsterdam"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam University of Applied Sciences

Informele zorg en diversiteit

over mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers in de regio Amsterdam Wittenberg, Y.; Kwekkeboom, R.

Publication date 2013

Document Version Final published version

Link to publication

Citation for published version (APA):

Wittenberg, Y., & Kwekkeboom, R. (2013). Informele zorg en diversiteit: over mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers in de regio Amsterdam. Hogeschool van Amsterdam, Maatschappij en Recht.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please contact the library:

https://www.amsterdamuas.com/library/contact/questions, or send a letter to: University Library (Library of the University of Amsterdam and Amsterdam University of Applied Sciences), Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

Download date:27 Nov 2021

(2)

CREATING TOMORROW

OVER HET ONDERZOEK

Binnen het project ‘Informele zorg en diversiteit’

wordt onderzocht wat de mogelijke verschillen tussen diverse bevolkingsgroepen zijn waar het gaat om het geven en ontvangen van informele zorg. Daarmee bedoelen we mantelzorg en (zorg) vrijwilligerswerk. Daarnaast wordt onderzocht wat de gevolgen van die (eventuele) verschillen zijn voor de wensen en verwachtingen ten aanzien van de professionele hulpverlening.

In de zomer van 2013 werkten bijna 900 respondenten mee aan de eerste fase van het onderzoek, door online of schriftelijk een enquête in te vullen. Van die respondenten gaven zo’n 600 mensen aan het afgelopen jaar mantelzorg te hebben gegeven. Ongeveer 400 mensen verrichtten vrijwilligerswerk in zorg en/of welzijn. 178 van de respondenten gaven aan het afgelopen jaar mantelzorg én vrijwilligerswerk te verrichten. In de enquête werden vragen gesteld over de ervaringen met het verlenen van zorg, ondersteuningsbehoeften en de samenwerking met professionele hulpverleners. Ook is naar verschillende achtergrondkenmerken van de respondenten gevraagd, om de diversiteit van de mening van mantelzorgers en (zorg) vrijwilligers in ogenschouw te kunnen nemen.

In deze factsheet worden de eerste onderzoeks- resultaten weergegeven en leest u meer over het verdere verloop van het onderzoeksproject.

MANTELZORGERS

Van de respondenten die het afgelopen jaar mantelzorg hebben gegeven, is 77%

autochtoon en 21% van niet Nederlandse afkomst. Het overgrote deel van de respondenten is woonachtig in Amsterdam.

In alle stadsdelen werden respondenten bereikt (zie de figuren hiernaast).

27% van de respondenten is man, 73%

vrouw. Mantelzorgers in de leeftijd van 55 tot 74 jaar zijn in het onderzoek het sterkst vertegenwoordigd. Er werden, naast de overige leeftijdscategorieën, ook een aantal jonge mantelzorgers bereikt (jonger dan 25 jaar). Mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers die meewerkten aan het onderzoek zorgen voor mensen met verschillende ziektebeelden.

Zie onderstaand figuur. Er is vaak sprake van meerdere ziektebeelden tegelijk.

Eén van de stellingen die aan de mantelzorgers werd voorgelegd, is ‘sinds ik mantelzorg verleen is mijn sociale netwerk kleiner geworden’.

Ruim 40% van de respondenten gaf aan het eens te zijn met deze stelling. Een iets grotere groep was het oneens met de stelling, de overige 15% van de respondenten gaf aan

‘geen mening’ te hebben.

INFORMELE ZORG EN DIVERSITEIT

OVER MANTELZORGERS EN (ZORG)VRIJWILLIGERS IN DE REGIO AMSTERDAM

AUTEURS: Y. WITTENBERG EN R. KWEKKEBOOM

HERKOMST MANTELZORGERS

MANTELZORGERS PER STADSDEEL

Wil niet zeggen

Beide ouders geboren in buitenland Beide ouders geboren in Nederland Eén ouder geboren in buitenland

Zuidoost Oost

Nieuw-West Centrum

Zuid Noord

West

Mantelzorgers (Zorg)vrijwilligers

160 140 120 100 80 60 40 20 0

Aantal respondenten

Ouderdom Dementie Niet Aangeb. Hersenletsel Verstandelijke beperking Lichamelijke beperking Verslaving Psychosociale problemen Psych. problematiek Chronische ziekte Anders, nl.: Hulp voor mantelzorger

12%

14%

16%

14%

12%

20%

12%

2%

7%

77%

14%

(3)

CREATING TOMORROW

Zo’n 14% van de respondenten voelt zich zeer zwaar of zelfs overbelast door het geven van mantelzorg. Opvallend is dat slechts een kwart van alle respondenten aangeeft het afgelopen jaar gebruik gemaakt te hebben van mantelzorgondersteuning.

Aan de respondenten werd gevraagd of zij het huidige ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers voldoende vinden. De meeste respondenten gaven aan dat zij dit niet goed weten. Het lijkt er op dat respondenten die het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers voldoende vinden in de minderheid zijn.

Daarnaast geeft bijna de helft van de mantelzorgers aan dat zij het huidige aanbod van professionele zorg voor hun naaste onvoldoende vindt. Wat men van het aanbod van professionele zorg vindt, lijkt per stadsdeel te verschillen. Zo geeft een meerderheid van de respondenten uit de stadsdelen Centrum en West aan dat zij het aanbod van professionele zorg niet voldoende vindt, terwijl een meerderheid uit de stadsdelen Noord en Oost dit juist wél voldoende vindt.

(ZORG)VRIJWILLIGERS

Een ander deel van de respondenten verleende vrijwilligerswerk in zorg en/of welzijn, als vorm van informele zorg. Veel van de respondenten zetten zich al jaren in als vrijwilliger binnen deze sector, vaak zelfs al langer dan 10 jaar (bijna 25%). 75% van de respondenten geeft aan dat het vrijwilligerswerk wat zij doen, hen gelukkig maakt.

Bijna één vijfde van de (zorg)vrijwilligers geeft aan dat zij soms niet toe durven te geven dat zij wel wat ondersteuning zouden kunnen gebruiken. Ruim de helft van de respondenten gaf aan zelf hulp of ondersteuning te krijgen, zo’n 48% van de respondenten krijgt dat niet.

Dat heeft volgens hen verschillende redenen (zie figuur hiernaast).

Lang niet alle vrijwilligers zetten zich in voor iemand in hun eigen buurt. Het merendeel (56%) geeft aan dat zij zich inzetten voor mensen buiten hun eigen woonwijk. Veel van de vrijwilligers zijn dan ook best wat tijd kwijt met het reizen van en naar degene die zij helpen of ondersteunen.

De redenen waarom mensen vrijwilligerswerk doen lopen uiteen. De één vindt het vooral belangrijk om iets terug te doen voor de samenleving, de ander om zichzelf te ontwikkelen (zie figuur hiernaast).

De respondenten werd gevraagd of zij het idee hebben dat zij in hun vrijwillige functie wel eens dingen doen die eigenlijk zouden moeten worden gedaan door betaalde mensen die daarvoor zijn opgeleid. Bijna een kwart van de respondenten antwoordde hierop bevestigend.

VERDER VERLOOP VAN HET ONDERZOEKSPROJECT

Het project ‘Informele zorg en diversiteit’

bestaat uit een beschrijvend, kwantitatief deel, waar de enquête onderdeel van is. Na de analyse van het kwantitatieve deel zullen achtergronden van de eventuele verschillen nader onderzocht worden door, aanvullend op de enquête, kwalitatief onderzoek uit te voeren. Bij de uitwerking van dergelijk vervolgonderzoek is er ruimte om in te spelen op specifieke vragen vanuit het werkveld en/of andere belanghebbenden.

De komende tijd zullen de resultaten uit het kwantitatieve deel van het onderzoek nader worden geanalyseerd. Resultaten zullen via factsheets en onderzoeksrapporten worden gepubliceerd. Zo zal begin 2014 een factsheet verschijnen over respijtzorg, en zullen de onderzoeksresultaten van 2013 worden vergeleken met de eerste meting binnen de Trendmonitor van Markant in 2009.

Alle updates zijn te vinden op www.hva.nl/communitycare.

SAMENWERKINGSPARTNERS

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Amsterdam.

De hogeschool werkt daarbij nauw samen met de volgende organisaties:

Expertisecentrum

Mantelzorgondersteuning Amsterdam

Universiteit van Amsterdam

GGD Amsterdam

De Vrijwilligersacademie

Cliëntenbelang Amsterdam

Platform Mantelzorg Amsterdam

1ste Lijn Amsterdam

Dienst O+S

Dienst Wonen, Zorg en Samenleven

CONTACT

Neem voor meer informatie contact op met Yvette Wittenberg, y.wittenberg@hva.nl.

Lectoraat Community Care Kenniscentrum Maatschappij en Recht Wibautstraat 5a

1091 GH Amsterdam www.hva.nl/communitycare

Volg ons op Twitter: @CommunityCareNL Hogeschool van Amsterdam, 2013

Anders Ik zou wel hulp willen, maar krijg deze niet Ik heb geen hulp nodig Ik wil geen hulp

Speelt een beetje mee

Speelt sterk mee Speelt niet mee

REDENEN WAAROM VRIJWILLIGERS GEEN HULP KRIJGEN

REDENEN OM VRIJWILLIGERSWERK TE DOEN

8%

12%

70%

10%

0% 50% 100%

Ik wil mezelf ontwikkelen

Ik vind het (niet meer dan) mijn plicht Ik wil iets terug doen voor de samenleving

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Zorg)vrijwilligers die zich inzetten voor iemand met een verstandelijke beperking hebben bijvoorbeeld vaker dan andere vrijwilligers (heel) veel behoefte aan informatie en

Andere activiteiten die de bedrijven in deze categorie uitvoeren, maar die niet primair op scholing zijn gericht: een jaarvergadering/informatiebijeenkomst organiseren voor eigen

Deze publicatie laat zien dat veel Nederlanders zich al actief inzetten voor anderen, maar dat er ook grenzen zijn: lang niet iedereen wil zorg van het eigen netwerk ontvangen en

In het samenspel tussen zorgprofessional en gemeente dienen deze ervoor te zorgen dat de patiënt, cliënt en/of mantelzorger:..  bij één loket en bij één

In voorliggende brief zal ik ingaan op de meest recente informatie, te weten het SCP onderzoek naar informele zorg, de eindrapportage van het programma “In voor Mantelzorg” en

• Belangrijk is dat beroepsorganisaties voor professionals in de zorg en onder- steuning in samenspraak met de branche- en belangenorganisaties de speci- fieke competenties

(2013) vinden eveneens geen significante toe- of afname in het gebruik van professionele zorg of ondersteuning thuis door de groep mensen met lichte, matige of ernstige

Door deze e-learning te volgen, leren studenten wat de aspecten zijn van een goed gesprek tussen hen, een cliënt en/of het netwerk?. Ook krijgen ze inzicht in wat een goed gesprek