Aderlating

(1)

INTERNE GENEESKUNDE

Aderlating

BEHANDELING

(2)

1

IJzer in het bloed

In uw bloed zit ijzer. IJzer speelt een be- langrijke rol bij de aanmaak van rode bloed- cellen. Uw lichaam neemt het op uit de voeding. Als er te weinig ijzer in uw bloed zit, zal het lichaam meer uit de voeding op- nemen. In uw geval zit er juist te veel ijzer in het bloed. Het lichaam kan dat niet zelf kwijtraken. Overtollig ijzer wordt meestal opgeslagen in de lever. Daarna stapelt het zich op in de alvleesklier, de gewrichten, de huid, het hart en de schildklier. Die stapeling van ijzer is schadelijk voor het lichaam.

De medische term voor ijzerstapeling is hemochromatose. Er bestaan twee vormen

van hemochromatose. De primaire hemochromatose is een erfelijke aandoening, waarbij voortdurend te veel ijzer uit de voeding wordt opgenomen. De secundaire hemochromatose is het gevolg van een andere ziekte. Uw arts vertelt u om welke vorm van ijzerstapeling het bij u gaat.

Waarom een aderlating?

Bij een aderlating wordt een bepaalde hoeveelheid bloed bij u afgenomen. Dit is bedoeld om het overtollige ijzer te verwijderen. Dit werkt als volgt. Als er bloed wordt afgenomen, zal het lichaam dit meteen gaan aanvullen door nieuw bloed aan te maken. Bloed wordt gemaakt in het been- merg, een stof die in uw botten zit. Voor het aanmaken van nieuw bloed is ijzer nodig.

Het lichaam zal dat ijzer halen uit de organen waar ijzerstapeling is ontstaan. Door genoeg bloed af te nemen zal daardoor na verloop van tijd al het overtollige ijzer uit het lichaam verdwenen zijn. Hoeveel bloed daarvoor moet worden afgenomen hangt af van de hoeveelheid ijzer die in uw organen is opgeslagen. Na de behandeling zal het ijzer zich opnieuw opstapelen in uw organen. De behandeling moet daarom regelmatig herhaald worden. Hoe vaak dit nodig

Binnenkort komt u naar de Dagbehandeling voor een aderlating.

Hierbij wordt een bepaalde hoeveelheid bloed afgenomen om het ijzergehalte in uw bloed te verlagen. In deze folder leest u meer over deze behandeling.

Aderlating

Vroeger werd bij een aderlating bloed afgenomen via een sneetje in een ader of via bloedzuigers. Tegenwoordig gaat het via een naaldje in de arm, net als bij ‘gewoon’

bloedprikken.

(3)

is, verschilt per persoon. Dit wordt bepaald door regelmatig de hoeveelheid ijzer in uw bloed te bepalen. Uw arts informeert u hierover.

Voorbereiding

Voor deze behandeling zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Wij raden u wel aan om van tevoren wat te eten (zie bijwerkingen).

De behandeling

U wordt op de Dagbehandeling op de afgesproken tijd ontvangen door een verpleegkundige. Daar neemt u plaats in een behandelstoel. De verpleegkundige brengt een naald in in een geschikt bloedvat (in uw linker of rechter arm). De naald is verbon- den met een opvangzak. Deze zak ligt op een soort weegschaal. Zo wordt de juiste hoeveelheid af te nemen bloed bepaald.

Meestal is dat de eerste keer 350 milliliter en de volgende keren 500 ml (een halve liter). Maar dit kan per persoon verschillen.

Na het afnemen van het bloed verwijdert de verpleegkundige de naald en verbindt de in- steekopening met een gaaszwachtel. U kunt weer naar huis als u zich goed voelt. Voordat u naar huis gaat, maken wij met u een af- spraak voor een volgende behandeling.

Na afloop

U kunt na de behandeling gewoon eten en drinken. De gaaszwachtel om uw arm kunt u thuis weer verwijderen. Afhankelijk van hoe u zich voelt, doet u het de eerste uren na de behandeling rustig aan.

Bijwerkingen

Sommige mensen worden wat duizelig of licht in het hoofd door de behandeling. Dit kan gebeuren door de combinatie van ner- vositeit, de hoeveelheid bloed die wordt afgenomen en een lege maag. Daarom raden wij u aan om in ieder geval iets te eten voor de behandeling en een paar glazen vocht extra te drinken. Sla dus niet uw ontbijt of lunch over. Bij de eerste behandeling kunt u voor de zekerheid het beste iemand mee- nemen die u naar huis kan brengen.

Tot slot

Hebt u na het lezen van deze folder nog vra- gen? Neem dan gerust contact op met de Dagbehandeling. Dat kan via het telefoon- nummer in het adreskader achterin deze folder.

(4)

3

St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00

E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl

Notities:

_________________________________________________________________________________________________________________________

(5)

Meer weten?

Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave

van St. Antonius Ziekenhuis

INT 21/05-’13