bestemmingsplan
Boekelsedijk 2, Uden
24 oktober 2011 (ten behoeve van vaststelling)
bestemmingsplan
Boekelsedijk 2, Uden
inspraak 8 juli t/m 18 augustus 2010
ontwerpplan ter inzage 24 maart t/m 4 april 2011 vastgesteld vastgesteld plan ter inzage
in werking getreden onherroepelijk geworden
24 oktober 2011
werknummer 09209082A
NL.IMRO.0856.BPBOEKELSEDK2-VA01
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 3 Inhoudsopgave
Toelichting 5
Hoofdstuk 1 Inleiding 7
1.1 Aanleiding en doel 7
1.2 Ligging en kadastrale begrenzing 10
1.3 Vigerend bestemmingsplan 12
Hoofdstuk 2 Bestaande toestand 15
2.1 Wijdere omgeving 15
2.2 Plangebied en directe omgeving 17
Hoofdstuk 3 Beleidskader 21
3.1 Nationaal niveau 21
3.2 Provinciaal niveau 21
3.3 Gemeentelijk niveau 23
Hoofdstuk 4 Plan 25
4.1 Bouwplan 27
4.2 Verkeer en parkeren 27
4.3 Beplanting 28
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten 29
5.1 Bodem 29
5.2 Verkeerslawaai 29
5.3 Luchtkwaliteit 30
5.4 Externe veiligheid 30
5.5 Bedrijven en milieuzonering 32
5.6 Duurzaam bouwen 33
5.7 Archeologie en cultuurhistorie 34
5.8 Flora en fauna 36
5.9 Waterparagraaf 38
Hoofdstuk 6 Financiële aspecten 41 Hoofdstuk 7 Juridische aspecten 43
7.1 Algemeen 43
7.2 Planregels 43
Hoofdstuk 8 Procedure 45
8.1 Inspraak 45
8.2 Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan 45
Bijlagen bij de toelichting 47
Bijlage 1 Parkeertoets 47
Bijlage 2 Bomeneffectanalyse 47
Bijlage 3 Boombeschermingsplan 47
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek 47
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai 47 Bijlage 6 Akoestisch onderzoek industrielawaai 47 Bijlage 7 Archeologisch bureauonderzoek 47 Bijlage 8 Beoordeling archeologisch bureauonderzoek 47
Bijlage 9 Berekening HNO-tool 47
Bijlage 10 Nota van inspraakreacties bestemmingsplan Boekelsedijk
2 Uden 47
Bijlage 11 Verslag terinzagelegging en beantwoording zienswijzen
[p.m.] 47
Regels 49
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 51
Artikel 1 Begrippen 51
Artikel 2 Wijze van meten 54
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 55
Artikel 3 Wonen 55
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 57
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 57
Artikel 5 Algemene bouwregels 58
Artikel 6 Algemene gebruiksregels 59
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 60
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 61
Artikel 8 Overgangsrecht 61
Artikel 9 Slotregel 62
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 5
Toelichting
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 7 Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Boekelsedijk 2, Uden" van de gemeente Uden.
Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer.
topografische situatie
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 9 Aanleiding voor voorliggend bestemmingsplan vormt de aankoop van de binnen het plangebied gelegen gronden en opstallen door Loftworxx uit Uden met het doel ter plaatse een appartementengebouw met 22 starterswoningen.
Noodzaak starterswoningen in Uden
In Uden groeit het aantal woningzoekenden nog steeds. Woningzoekenden moeten daardoor steeds meer met elkaar concurreren en het zijn vooral de starters die daardoor in de verdrukking komen. De malaise op de huurmarkt treft daarom vooral de starters.
Recent onderzoek wijst daarnaast uit dat de bevolkingsgroei niet tot stilstand komt en vooralsnog blijft groeien. Bovendien groeit het aantal huishoudens relatief gezien sneller dan het aantal personen, omdat de huishoudens gemiddeld steeds kleiner worden. De gemiddelde huishoudengrootte zal dalen van 2,26 in 2005 naar 2,07 in 2030. (In 1982 was de gemiddelde huishoudengrootte nog 2,8.) De een- en tweepersoonshuishoudens nemen hand over hand toe.
Starters hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken: ze zijn niet ouder dan een jaar of 30 en verdienen meestal weinig. Daardoor zijn ze aangewezen op goedkope en eenvoudige sociale (huur)woningen; net dat segment op de
woningmarkt waarin het aanbod heel beperkt is. Door het gebrek aan doorstroming op de huurmarkt en de stijgende huizenprijzen komen starters steeds meer in de knel. In sommige steden bedraagt de wachttijd voor een sociale huurwoning acht jaar, terwijl een koophuis onbetaalbaar is.
Hoewel de vraag naar woningen in Nederland groot is, is van echte woningnood geen sprake. Starters vormen hierop een uitzondering. Veel starters moeten jaren wachten op een woning. Dit blijkt niet alleen uit de statistieken, maar ook
zonneklaar uit de opgetekende verhalen. Het is dan ook goed dat deze problematiek hoog op de politieke agenda staat!
Eigenlijk is er maar één remedie en dat is om met de woorden van oud-gedeputeerde Paul Rüpp te spreken: “Bouwen, bouwen en nog eens bouwen”. De provincie Noord-Brabant heeft dan ook speciaal voor starters een programma in het leven geroepen om 11.000 starterswoningen voor 2011 gerealiseerd te krijgen en stelt daarvoor € 16 miljoen beschikbaar.
De provincie heeft met de gemeente Uden de volgende afspraak gemaakt:
“In de periode 2007/2011 dienen er minimaal 120 woningen gerealiseerd te
worden, als basisambitie, met een prijs van maximaal €170.000,-. Volgens opgave van de provincie heeft Uden er in de periode 2007/2008 hiervan 36 gerealiseerd.
Naast de basisambitie is er volgens dezelfde afspraak een plusambitie van 80 starterswoningen. Dus de afspraak is dat er 200 woningen onder de €170.000,- gerealiseerd worden in de periode 2007/2011.”
Ook voor de periode na 2011 blijft de gemeente Uden inzetten op het realiseren van betaalbare starterswoning.
Voorliggend plan omvat onder meer de bouw van 22 starterswoningen. Hiermee wordt deels in de benodigde 200 woningen voorzien.
1.2 Ligging en kadastrale begrenzing
De kadastrale situatie is op onderstaande afbeelding weergegeven. Tevens is de plangrens van voorliggend bestemmingsplan ingetekend.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 11
kadastrale situatie
De gronden zijn kadastraal bekend: gemeente Uden, sectie C, nummer 4717. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca 1000 m².
1.3 Vigerend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "Woongebieden Kom Uden":
y vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 8 juli 2010.
De onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 13
uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan
Binnen het plangebied zijn de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' van toepassing.
Binnen de bestemming 'Wonen' mag een vrijstaande woning worden gebouwd.
Voorts gelden de volgende (relevante) bouwregels:
y goothoogte maximaal 6 m;
y bouwhoogte maximaal 9 m;
y afstand tot zijdelingse perceelgrenzen minimaal 3 m.
Ter plaatse van de bestemming 'Tuin' mag niet worden gebouwd.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 15 Hoofdstuk 2 Bestaande toestand
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de ruimtelijk-functionele situatie in de wijdere en de directe omgeving alsmede de bestaande toestand van het plangebied.
2.1 Wijdere omgeving
Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.
wijdere omgeving
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 17 Ontsluiting
Het plangebied ligt op de hoek van de Boekelsedijk en de Sportlaan en nabij de Volkelseweg. De Volkelseweg vormt de verbinding tussen het centrum van Uden en het bedrijventerrein Loopkant-Liessent.
Ruimtelijk-functioneel
Het plangebied ligt in een zone met een menging aan functies. Het betreffen kantoorgebouwen, kleinschalige bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en woningen.
Ten zuiden van het plangebied ligt het sportpark van Uden met onder meer een atletiekbaan. De afstand van het plangebied tot het centrum van Uden bedraagt ca 800 m.
2.2 Plangebied en directe omgeving
De bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving zijn weergegeven op onderstaande afbeeldingen.
directe omgeving
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 19
plangebied gezien vanaf Boekelsedijk
stedenbouwkundig blok gezien vanaf Volkelseweg
Ontsluiting
Het plangebied is rechtstreeks op de Boekelsedijk ontsloten. De Boekelsedijk is een doodlopende straat, bereikbaar vanaf de Sportlaan. Ten noorden van het plangebied ligt de wijkontsluitingsweg Volkelseweg.
Bebouwing en functies
Het plangebied maakt deel uit van een stedenbouwkundig blok met
utiliteitsgebouwen. Twee panden betreffen kantoorpanden en in het derde pand is een winkel in bruidskleding gevestigd.
De utiliteitsgebouwen zijn vrij recent gebouwd. De hoogten bedragen twee en drie bouwlagen.
Ten zuiden van het plangebied ligt het sportpark van Uden, met onder meer een atletiekbaan.
Beplanting
Sprake is van een groene omgeving. Deze wordt gevormd door de bomen langs de straten en op het parkeerterrein van het sportpark.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 21 Hoofdstuk 3 Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot onderhavig project toegelicht. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
y nationaal niveau;
y provinciaal niveau;
y gemeentelijk niveau.
3.1 Nationaal niveau 3.1.1 Nota Ruimte
De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht:
y versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
y bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
y borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
y borging van de veiligheid.
Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten.
Conclusie
Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.
3.2 Provinciaal niveau
Het provinciale, ruimtelijke beleid is vastgelegd in de nota's:
y Structuurvisie Ruimtelijke Ordening y Verordening ruimte Noord-Brabant
Het plan wordt aan deze twee beleidsdocumenten getoetst.
3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening in werking getreden.
De Structuurvisie bevat de visie van het provinciale bestuur op de ruimtelijke ontwikkelingen in Noord-Brabant.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart. Onderhavig plangebied is aangeduid.
uitsnede plankaart Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Analyse
Onderhavig plangebied ligt binnen de aanduiding 'stedelijk concentratiegebied'. In het stedelijk concentratiegebied wordt het merendeel van de
verstedelijkingsopgave opgevangen. De gemeenten maken in regionaal verband en met de provincie afspraken over de verdeling van het
verstedelijkingsprogramma in het regionaal ruimtelijk overleg.
Conclusie
Het planvoornemen is in overeenstemming met de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De regionale afstemming wordt omschreven in paragraaf 3.2.2 van deze toelichting.
3.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant
Op 1 maart 2011 is de Verordening ruimte Noord-Brabant in werking getreden.
Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.
Onderhavig plangebied ligt binnen de aanduiding 'bestaand stedelijk gebied'. Op onderhavig plan zijn specifiek de artikelen 3.2 en 3.5 van toepassing.
"Artikel 3.2 - Stedelijke ontwikkeling in bestaand stedelijk gebied
Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend gelegen in het bestaand stedelijk gebied.
Artikel 3.5 - Regels voor nieuwbouw van woningen
1. De toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in de nieuwbouw van woningen bevat een verantwoording over de wijze waarop:
a. de afspraken die daaromtrent in het regionaal ruimtelijk overleg als bedoeld in artikel 12.4, onder b, zijn gemaakt, worden nagekomen;
b. de beoogde nieuwbouw zich verhoudt tot de afspraken genoemd onder a en tot de beschikbare harde plancapaciteit voor woningbouw. [...]"
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 23 Analyse
ad art. 3.2 Onderhavig plan betreft een stedelijke ontwikkeling en ligt binnen bestaand stedelijk gebied. Aan deze voorwaarde wordt voldaan.
ad art. 3.5 De gemeente Uden ligt binnen de regio Uden-Veghel. De regio Uden-Veghel en omgeving heeft om en nabij de 142.000
inwoners. Verwacht wordt dat de bevolking in deze regio na 2030 zal krimpen. De woningvoorraad moet tot 2020 met zo’n
achtduizend woningen toenemen.
Onderhavig plan leidt tot een toename met 19 woningen. Aan deze voorwaarde wordt derhalve voldaan.
Conclusie
Het plan voldoet aan de Verordening ruimte Noord-Brabant.
3.2.3 Overig provinciaal beleid
Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
3.3 Gemeentelijk niveau
3.3.1 Interim Structuurvisie Uden 2009-2015
Op 11 februari 2010 is de Interim Structuurvisie Uden 2009-2015 in werking getreden. Het beleid van de StructuurvisiePlus Uden-Veghel is hiermee komen te vervallen.
Het Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld (DRS) vormt het vertrekpunt voor nieuwe ruimtelijke opgaven. In de Interim Structuurvisie is het DRS van het
Uitwerkingsplan Uden-Veghel overgenomen. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van het DRS. De ligging van het plangebied is aangegeven.
uitsnede Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld
Het plangebied ligt binnen de zone ‘herstructurering’. Het sportpark is als
‘stedelijke groene drager’ aangeduid.
In de periode 2008-2019 wordt een bevolkingstoename verwacht van 2065 inwoners. Gekoppeld aan de bevolkingsontwikkeling is de behoefte aan de toename van de woningvoorraad berekend. Deze bedraagt voor de periode tot 2015 bijna 2000 woningen.
Naast op de toename van de bevolking moet worden ingespeeld op veranderende huishoudensamenstelling en de daarmee samenhangende vraag naar woningen.
De bouw voor specifieke doelgroepen (onder meer starters) is hierbij ook van belang. Er dient gedifferentieerd en flexibel gebouwd te worden, om de toekomstwaarde van de woningvoorraad te verbeteren/te behouden.
Analyse
Het plan omvat de bouw van 19 woningen binnen bestaand stedelijk gebied en draagt bij aan vermindering van de woningbehoefte tot 2015. 18 woningen komen ten goede aan de doelgroep starters.
Conclusie
Het plan past binnen c.q. is niet in strijd met de Interim Structuurvisie Uden 2009-2015.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 25 Hoofdstuk 4 Plan
In dit hoofdstuk wordt het feitelijke plan beschreven. Op onderstaande afbeelding is de inrichtingsschets weergegeven.
Mede naar aanleiding van het ingekomen zienswijzen is het oorspronkelijke bouwplan -zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan- aangepast. In dit hoofdstuk is het aanpaste bouwplan opgenomen.
inrichtingsschets
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 27 4.1 Bouwplan
De bestaande woning met bijgebouwen binnen het plangebied wordt gesloopt.
Er wordt een nieuw gebouw opgericht met 22 starterswoningen. Het nieuwe gebouw bestaat uit vier compartimenten die met een open gaanderij verbonden zijn.
De appartementen worden in twee bouwlagen gebouwd, waarbij elf
appartementen op de begane grond worden gebouwd en elf daar bovenop.
Elk appartement heeft twee verdiepingen en derhalve de inrichting van een maisonette. De gebruiksoppervlakte per appartement bedraagt circa 40 m².
Het gebouw heeft een bebouwde oppervlakte van 364 m². De hoogte van het gebouw bedraagt circa 10,8 meter. Het gebouw wordt voorzien van een platte daken. De afstanden tot de zijdelingse perceelgrenzen zijn aangegeven op de inrichtingsschets.
De appartementen op de begane grond krijgen een kleine tuin/terras met een diepte van 3 meter. De bovenste appartementen kunnen worden voorzien van een balkon met een maximale diepe van 1 meter.
4.2 Verkeer en parkeren
Het bouwplan betekent per saldo een toename met 21 woningen. Uitgaande van het reguliere kengetal van 5 à 6 verkeersbewegingen per woning per etmaal, zal sprake zijn van een toename van maximaal 126 verkeersbewegingen per etmaal.
Gezien de ligging van het plangebied nabij de gebiedsontsluitingsweg is deze toename aanvaardbaar.
Parkeren
Voor het bepalen van de benodigde parkeerplaatsen worden de normen zoals opgenomen in de Parkeernota van de gemeente Uden (Goudappel/Coffeng, Eindhoven, oktober 2006) gehanteerd. Het plangebied ligt volgens de
gebiedsindeling in gebied 2. De gebiedsnorm voor kleinere eengezinswoningen tot 80 m² bedraagt 1,3 parkeerplaatsen per woning. De norm is te verdelen in 0,9 p.p./woning voor de bewoners en 0,4 p.p./woning voor bezoekers. In totaal zijn er (22 x 1,3 =) 29 parkeerplaatsen nodig, waarvan 20 voor de bewoners en 9 voor bezoekers.
Het plan omvat de aanleg van 20 nieuwe parkeerplaatsen voor de bewoners.
Deze zijn op de inrichtingsschets aangegeven. Voor het bezoekersparkeren wordt gebruik gemaakt van de plaatsen op het aangrenzende openbare parkeerterrein.
Goudappel Coffeng uit Deventer is een parkeertoets uitgevoerd: notitie "Bouwplan Boekelsedijk 2, Parkeertoets" (19 oktober 2011, nr. LWX001/Knn/0001). De notitie is als bijlage 1 toegevoegd. Goudappel Coffeng concludeert dat het plan
rekenkundig en qua 'goede ruimtelijke ordening' voldoet aan de uitgangspunten van de gemeente.
4.3 Beplanting
Binnen het plangebied is erfbeplanting zonder bijzondere waarde aanwezig. Deze erfbeplanting wordt verwijderd.
De tuinen/terrassen bij de woningen worden omgeven door een groene
erfafscheiding met een hoogte van 1 meter. Voorts wordt het gehele plangebied omgeven door een groene erfafscheiding van eveneens 1 meter hoog. De onverharde en onbebouwde delen van het perceel worden groen ingericht.
Langs de Boekelsedijk staan waardevolle bomen. Door Cobra Boomadviseurs bv uit Wilbertoord is een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van het
oorspronkelijke bouwplan voor de bomen in de directe omgeving: rapport
"Bomeneffectanalyse Zeven bomen Boekelsedijk 2 Uden" (16 december 2010, nr.
79355, bijlage 2). Uit de "Bomeneffectanalyse" volgt dat het oorspronkelijke
bouwplan op basis van het huidige ontwerp een licht negatieve invloed heeft op de omliggende bomen. Cobra geeft adviezen om deze negatieve invloed te
minimaliseren en de bomen duurzaam te behouden. De adviezen zijn alle bouwkundig en onderhoudskundig van aard. Het aangepaste bouwplan is beperkter van omvang, waardoor de invloed op de beeldbepalende bomen zal afnemen.
Eén van de adviezen betreft het opstellen van een boombeschermingsplan. Door Cobra Boomadviseurs bv is het boombeschermingsplan opgesteld: rapport
"Boombeschermingsplan Zeven bomen Boekelsedijk 2 Uden" (16 december 2010, nr. 79355, bijlage 3). De opgenomen beschermingsmaatregelen zijn alle
bouwkundig en onderhoudskundig van aard. Het bouwplan is hierop aangepast.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 29 Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten
De paragrafen 5.1 tot en met 5.5 zijn mede opgesteld door Amitec bv uit Uden.
5.1 Bodem
In opdracht van Loftworxx te Uden is, door milieuadviesbureau Amitec BV te Uden, een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van Boekelsedijk 2 te Uden. Het onderzoeksrapport (kenm. 9.721 - RAP VO.02, d.d. 6 november 2009) is opgenomen als bijlage 4.
Op basis van de onderzoeksresultaten kan het volgende worden geconcludeerd:
"De hypothese “onverdacht terrein” kan op basis van de aangetroffen
achtergrondwaarde-overschrijdingen voor de parameter kwik niet aangenomen worden. In de boven- en ondergrond aangetroffen
achtergrondwaarde-overschrijding voor cadmium, lood, zink en pak wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de aanwezige bijmenging in de bodem.
In het grondwater is een streefwaarde-overschrijding voor de parameters barium en zink aangetroffen. De in het grondwater aangetroffen zware metalen kunnen in Noord-Brabant van nature voorkomen in verhoogde concentraties.”
Op basis van de onderzoeksresultaten is er géén nader onderzoek noodzakelijk en bestaan er vanuit milieuhygiënisch oogpunt géén belemmeringen voor het huidige gebruik en voor de voorgenomen ontwikkeling van het perceel.
Conclusie
Gezien het bovenstaande vormt het aspect bodemkwaliteit geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied.
5.2 Verkeerslawaai
In opdracht van Loftworxx is door Amitec BV een akoestisch onderzoek verricht naar de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de gevels van het
nieuwbouwplan aan de Boekelsedijk 2 te Uden. Het onderzoeksrapport (AV.0546 w-2, d.d. 24-10-2011) is opgenomen als bijlage 5.
In het onderzoek zijn de Sportlaan, Boekelsedijk (beide 30 km-zone) en de Volkelseweg (50 km-zone) meegenomen. Uit de berekeningen blijkt dat de voorkeursgrenswaarde, conform de Wet geluidhinder, op de gevels van het nieuwbouwplan niet overschreden wordt door de omliggende wegverkeerswegen.
Hiermee is tevens sprake van een gezond woon- en leefklimaat.
Conclusie
Vanuit de Wet geluidhinder bestaat geen bezwaar tegen het nieuwbouwplan, omdat de voorkeursgrenswaarde niet overschreden wordt.
5.3 Luchtkwaliteit
Van toepassing is de Wet luchtkwaliteit. Getoetst zal worden op het project zelf al of niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit, zoals gesteld in het Besluit ‘niet in betekenende mate’ (NIBM).
Sinds 1 augustus 2009 is de Nationaal Samenwerking Luchtkwaliteit (NSL) van kracht, hierin is opgenomen dat een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. Deze grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2).
In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen" wordt aangegeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwplan op de luchtkwaliteit valt onder het begrip 'niet in betekenende mate'. De bijlage geeft een duidelijke grens voor een aantal gevallen. Zo geldt bij één ontsluitingsweg een aantal van 1500 nieuwe woningen netto (vervanging van bestaande woningen geldt als bijdrageneutraal) of 100.000 m² kantoren.
Binnen de planlocatie worden per saldo 18 woningen toegevoegd. Daarmee valt het plan onder de grenswaarde van het Besluit NIBM.
Conclusie
Gezien het bovenstaande vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied.
5.4 Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie. De Besluiten externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en externe veiligheid buisleidingen (Bevb) moeten individuele en groepen personen een basisbeschermingsniveau garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Personen moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau is een basisnorm die de kans uitdrukt dat een persoon, die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met
gevaarlijke stoffen. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR).
Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.
Daarnaast leggen het Bevi en het Bevb een verantwoordingsplicht op voor het groepsrisico (GR). Het groepsrisico geeft de kans aan dat een groep personen door een ongeval bij een inrichting of buisleiding overlijdt. De gemeente moet een verantwoording afleggen bij veranderingen van het groepsrisico in het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen kunnen voordoen: het invoedsgebied.
Analyse
Het plan omvat de bouw van woningen. Derhalve moeten de gevolgen voor het PR en het GR getoetst worden.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 31 Aan de hand van de Risicokaart Nederland is getoetst of in de directe omgeving van het plangebied inrichtingen aanwezig zijn waarop het Bevi of Bevb van toepassing is. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Risicokaart Nederland.
uitsnede Risicokaart Nederland
Op het adres Volkelseweg 28 is een Auto Servicecenter, met LPG-verkooppunt, gevestigd. De doorzet van het LPG-verkooppunt is vastgelegd op maximaal 1000 m³/jaar. Voorts zijn in de omgeving geen risicovolle inrichtingen aanwezig,
derhalve wordt in het vervolg van deze paragraaf slechts aan het LPG-verkooppunt getoetst.
Plaatsgebonden risico
Voor een LPG-verkooppunt met een maximale doorzet van 1000 m³/jaar geldt een PR-contour van 35 m, gemeten vanaf het vulpunt van de ondergrondse LPG-tank.
De werkelijke afstand van het vulpunt tot het plangebied bedraagt 165 m. Het plangebied ligt buiten de PR-contour.
Groepsrisico
Het invloedsgebied GR is, ongeacht de doorzet, vastgesteld op 150 m. Hierbij moet gemeten worden vanaf zowel het vulpunt als de plek waar de leidingen van de ondergrondse LPG-tank bovengronds komen. Zoals vermeld bedraagt de afstand tussen het vulpunt en het plangebied 165 m. De afstand tussen de leidingen van de ondergrondse tank en het plangebied bedraagt 148 m, maar het bouwvlak waarbinnen de nieuwe woningen worden gerealiseerd ligt op ruim 150 m. Het plangebied ligt daarmee buiten het invloedsgebied, hetgeen betekent dat het GR niet verantwoord hoeft te worden.
Conclusie
Op basis van de kwalitatieve benadering kan worden gesteld dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor onderhavig plan.
5.5 Bedrijven en milieuzonering
In de milieuwetgeving wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk voorkomen van milieuhinder naar de omgeving als gevolg van bedrijvigheid. Op de aangrenzende percelen liggen bedrijven, te weten een bruidsmodezaak en een
architectenbureau. In de directe omgeving liggen voorts kantoren, een
atletiekbaan en een jeu-de-boules baan. Aan de overzijde van de Volkelseweg en aan de Losplaats liggen kantoren en zakelijke dienstverlening en verder richting het zuiden van de Boekelsedijk bevinden zich een schietbaan en een tennisbaan.
In de handreiking "Bedrijven en Milieuzonering" (VNG, editie 2009, Sdu Uitgevers BV, Den Haag) zijn richtafstanden opgenomen voor diverse bedrijftypen. De richtafstanden hebben betrekking op de omgevingstypen ‘rustige woonwijk’ en
‘rustig buitengebied’, gebaseerd op gemiddeld moderne bedrijfsactiviteiten.
De kantoren en bruidsmodezaak in de directe omgeving (ten noorden en oosten) overschrijden de richtwaarde niet. Gezien de omvang van de maatgevende bedrijven, bruidsboetiek en architectenbureau waar voornamelijk op afspraak klanten komen, wordt het woon- en leefklimaat niet aangetast en hindert de ontwikkeling de omliggende dienstverleners niet in hun bedrijfsvoering.
De richtwaarde naar de jeu-de-boules-club, ten zuidoosten van het plangebied, wordt eveneens niet overschreden. De inrichting beschikt over zowel binnen- als buitenbanen en is een zogenaamde type B-inrichting, ingevolge het
Activiteitenbesluit. Hierdoor dient de club te voldoen aan de vastgelegde geluidnormen. Omdat in de bestaande situatie ook reeds een woning op de Boekelsedijk 2 aanwezig is, belemmert de geplande ontwikkeling de
jeu-de-boules-club niet. Het woon- en leefklimaat wordt niet aangetast en de jeu-de-boules-club wordt niet gehinderd in haar activiteiten.
Ten zuidwesten van het plangebied ligt een atletiekaccommodatie met buitenbaan en verlichting. In de VNG-handreiking Bedrijven en milieuzonering zijn
richtafstanden opgenomen voor stadions (300 m) en veldsportcomplexen met verlichting (50 m). In beide gevallen is het aspect geluid afstandbepalend. De vraag die in eerste instantie beantwoord moet worden is of sprake is van een stadion of een 'veldsportcomplex met tribunes'. Hieromtrent is geen jurisprudentie bekend. In het bestemmingsplan is uitgegaan van het worst case scenario, te weten een stadion met een richtafstand van 300 meter. De afstand van het bouwvlak van het bestemmingsplan Boekelsedijk 2 tot de bestemming van de atletiekaccommodatie bedraagt ca 20 m. Het plangebied ligt derhalve binnen de richtafstand van de inrichting, ongeacht de categorie-indeling.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 33 Van de in de handreiking opgenomen richtafstand mag gemotiveerd worden
afgeweken. De atletiekaccommodatie valt onder het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, ook wel het Activiteitenbesluit genoemd. Omdat van de atletiekaccommodatie geen recente geluidsgegevens beschikbaar zijn is naar aanleiding van deze zienswijze een akoestisch onderzoek uitgevoerd: rapport
"Akoestisch onderzoek (Industrielawaai), Nieuwbouwappartementen Boekelsedijk 2 te Uden" (Amitec BV, 24 oktober 2011, nr. 11.917-FB.i-2). Het
onderzoeksrapport is als bijlage 6 opgenomen. Uit het onderzoeksrapport valt de conclusie te trekken dat de geluidbelasting op de nieuwe woningen als gevolg van de activiteiten op de atletiekaccommodatie voldoen aan de in de Wet geluidhinder gestelde eisen. Tevens is sprake van een goede ruimtelijke ordening.
In het Activiteitenbesluit is voorts opgenomen dat een inrichting geen lichthinder buiten de inrichtingsgrenzen mag veroorzaken. Er mag derhalve geen lichthinder zijn op de nieuwe woningen. Lichthinder van de buitenverlichting is, zover bekend, niet aanwezig.
Eén van de lichtmasten van het stadion staat nabij onderhavig plangebied. De lampen zijn gericht op het sportveld en derhalve van de nieuwe woningen af. Aan de overzijde van het stadion staat een aantal lichtmasten die eveneens gericht zijn op het sportveld en derhalve tevens in de richting van het plangebied met de nieuwe woningen. De afstand van deze lichtmasten tot het plangebied is echter groot (ca 200 m).
Gezien deze afstand en de positionering van de lampen, en door de aanwezigheid van de tribunes en de bomen langs de Boekelsedijk zal er geen sprake zijn van directe instraling van het licht in de nieuwe woningen. Dat er vanuit de woningen zicht is op de lichtmasten van het atletiekstadion laat onverlet dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat.
De richtwaarde van de schietbaan, ten zuidoosten van het plangebied, wordt niet overschreden. De inrichting beschikt alleen over een 100 m binnenbaan en is een zogenaamde type C-inrichting, ingevolge het Activiteitenbesluit. In de
milieuvergunning worden eisen gesteld voor de geluiduitstraling van de schietbaan richting de omgeving. Ten noordoosten van de inrichting zijn geluidgevoelige objecten van derden aanwezig, op een afstand van ca 100 m van de schietbaan.
Het woon- en leefklimaat van onderhavig plan is voldoende geborgd en beperkt de schietbaan niet in diens activiteiten.
Conclusie
De milieuzonering van omliggende inrichting vormt geen belemmering voor de geplande ontwikkeling. De omliggende bedrijven en verenigingen worden niet extra belemmerd en het woon- en leefklimaat van de woningen wordt door de omgeving niet bedreigd.
5.6 Duurzaam bouwen
Bij nieuwbouw en verbouw van woningen en utiliteitsgebouwen moet voldaan worden aan het convenant ‘duurzaam bouwen regio Noord-Brabant’. De gemeente Uden heeft zich geconformeerd aan dit convenant en vereist dat ontwikkelaars/bouwers de maatregelen toepassen.
Voorbeelden van duurzaam bouwen zijn:
y extensivering energie door bijvoorbeeld isolatie of energiezuinige verlichting;
y tegengaan verdroging bodem door aanleg waterberging;
y ketenbeheer door bewuste keuze van bouwmaterialen.
Voorts zijn de volgende vastgestelde beleidsstukken van toepassing:
y gebiedsgericht beleid (collegebesluit 20 september 2005);
y klimaatbeleid (collegebesluit 25 mei 2004).
5.7 Archeologie en cultuurhistorie
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Cultuurhistorische
Waardenkaart 2005 van de provincie Noord-Brabant weer. Onderhavig plangebied is hierop aangeduid.
uitsnede cultuurhistorische waardenkaart 2005
5.7.1 Archeologie
In de Wet op de archeologische monumentenzorg is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden gelegen binnen een hoge of middelhoge
archeologische verwachtingswaarde én met een oppervlakte van meer dan 100 m² een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden.
Het plangebied ligt binnen een zone die is aangeduid met 'hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde'. Het bouwplan heeft voorts een oppervlakte van meer dan 100 m². Een archeologisch onderzoek is derhalve vereist.
Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd door Hazenberg Archeologie Leiden bv. De resultaten van dit onderzoek staan beschreven in het rapport "Plangebied Boekelsedijk 2 Uden (gemeente Uden), Archeologisch bureauonderzoek, 4450, loft-boe, concept 5-1-2009" (bijlage 7). De conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek staan hieronder vermeld.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 35
"Conclusies
In het kader van een bestemmingsplanwijziging heeft Hazenberg Archeologie bv in opdracht van Loftworxx uit Uden een archeologisch bureauonderzoek
uitgevoerd voor het plangebied Boekelsedijk 2 in Uden. Het bedrijf is voornemens hier de komende jaren nieuwbouwwoningen te realiseren. Aan de hand van de in paragraaf 1.3 geformuleerde onderzoeksvragen zullen hier de conclusies
getrokken worden.
y Bevinden zich binnen de grenzen van het plangebied archeologische en/of cultuurhistorische waarden? Zo ja, wat is de aard, omvang, ligging en datering van deze waarden?
Het is niet bekend of zich binnen het plangebied archeologische waarden bevinden. Hiernaar is in het verleden nog geen onderzoek verricht. Dit
bureauonderzoek kan op voorhand niet uitsluiten dat er zich al dan niet belangrijke waarden onder het oppervlak bevinden. Volgens de IKAW is er een middelhoge trefkans op archeologische resten Recent onderzoek heeft deze verwachting tot nu toe niet kunnen bevestigen.
Op ca 100 m ten zuiden van het onderzoeksgebied heeft van ca 1845 tot 1945 een kloostergebouw gestaan dat behoorde tot de orde van de Ursulinen. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat resten van het klooster in het onderzoeksgebied aanwezig zijn.
y In hoeverre hebben (sub)recente bodemingrepen binnen het plangebied eventueel aanwezige archeologische waarden aangetast?
Op de onderzoekslocatie staat momenteel een gelijkvloerse villa die waarschijnlijk niet is onderkelderd en op staal is gefundeerd. De verstoring hierdoor is
vermoedelijk minimaal. Gezien de aanwezigheid van een esdek zijn eventuele archeologische resten in het plangebied vermoedelijk goed geconserveerd.
y Hebben toekomstige bodemingrepen nadelige gevolgen voor de archeologische waarden?
Naar verwachting zullen de geplande bodemingrepen nadelige gevolgen hebben voor eventuele archeologische waarden in het plangebied. In de plannen zou sprake zijn van ontgravingsdiepte van ca. 1,5 m onder maaiveld. Eventuele aanwezige archeologische waarden zullen hierdoor zeker worden verstoord. De kans dat er waarden aanwezig zijn wordt echter zeer klein geacht.
Aanbevelingen
y Is vervolgonderzoek noodzakelijk om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden en zo ja, welke vorm(en) van onderzoek is (zijn) hiervoor nodig?
Op basis van de ingewonnen informatie kan niet worden geconstateerd dat het plangebied volledig is verstoord en daarmee vrij is van archeologische resten. Dit bureauonderzoek heeft wel aangetoond dat eerder vooronderzoek in de omgeving van de locatie niet heeft geleid tot aansprekende archeologische resultaten. Of dit scenario ook opgaat voor het plangebied kan met alleen deze bureaustudie niet worden vastgesteld maar is wel zeer waarschijnlijk.
Wanneer de grond onder het esdek intact is en bodemvorming door langdurig gebruikt van de grond kan worden aangetoond, bestaat de kans dat eventuele nederzettingssporen of andere archeologische resten nog aanwezig zijn. Gezien de resultaten van eerder onderzoek wordt de kans hierop echter klein geacht.
Om eventueel aanwezige archeologische waarden vast te stellen adviseert
Hazenberg Archeologie de afbraak van de huidige bebouwing en de geplande ontgravingen ten behoeve van de nieuwbouw archeologisch te begeleiden.
De Archeologische Begeleiding (AB) heeft als doel ‘het aanvullen en toetsen van een gespecificeerd verwachtingsmodel dat gebaseerd is op het bureauonderzoek’.
Voor een AB is een Programma van Eisen (PvE) vereist waarin de vraagstelling, systematiek en strategie voor de AB uiteen wordt gezet. Het PvE dient volgens de geldende normen van de KNA (versie 3.1) en de Leidraad proefsleuvenonderzoek te worden opgesteld. Alvorens het te gebruiken voor offerte uitvraag veldwerk, dient het ter toetsing te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Omdat de gemeente Uden niet zelf beschikt over een beleidsmedewerker archeologie met de vereiste achtergrond, wordt het PvE ter toetsing voorgelegd aan een daartoe bevoegde, onafhankelijke partij."
RMB uit Cuijk heeft het archeologisch onderzoek van Hazemberg Archeologie Leiden bv beoordeeld: notitie "Beoordeling Bureauonderzoek Boekelsedijk, gemeente Uden" (8 januari 2010, nr. 637). De notitie is opgenomen als bijlage 8.
De paragraaf Advies van de RMB-notitie is hieronder integraal opgenomen.
"De bovengenoemde argumenten geven aan dat hier sprake kan zijn van archeologische waarden, maar dat de kans daarop gering is. Het RMB
onderschrijft dat kan worden volstaan met een begeleiding tijdens de uitvoer van het graafwerk. Hiertoe dient een door de bevoegde overheid (gemeente Uden) goedgekeurd Programma van Eisen te worden opgesteld. De archeologische begeleiding dient voorafgaande aan de uitvoer in het bestek van de civiel aannemer te zijn opgenomen. Met hem zullen rust- en waarneempunten vooraf afgesproken dienen te worden."
Conclusie
De afbraak van de bestaande bebouwing en de geplande ontgravingen ten behoeve van de nieuwbouw, dienen archeologisch te worden begeleid, om te voorkomen dat eventueel aanwezige archeologische waarden worden aangetast.
Het aspect archeologie vormt geen planologische belemmering voor onderhavig plan.
5.7.2 Cultuurhistorie
Binnen het plangebied en in de directe omgeving zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig. De voorgestane ontwikkeling tast geen cultuurhistorische waarden aan.
Conclusie
Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.
5.8 Flora en fauna
De wettelijke bescherming van natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Sinds 1 oktober 2005 is hierin ook het
beschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden volgens de gewijzigde wet beschouwd als
Beschermd Natuurmonument annex Natura 2000-gebied.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 37 Om een overzicht te verkrijgen van de binnen het plangebied en de omgeving aanwezige beschermde soorten en de eventuele gevolgen van het bouwplan voor deze soorten is een quickscan uitgevoerd. De quickscan bestaat uit een
literatuur-onderzoek. De geraadpleegde bronnen betreffen:
1. Het natuurloket (via internet te raadplegen: www.natuurloket.nl)
2. Provinciale verspreidingsgegevens zoals opgenomen in de Digitale Atlas en de cd-rom ‘Rekening houden met Habitatrichtlijnsoorten in Noord-Brabant’.
ad 1
Het plangebied ligt binnen één kilometerhok waarvoor gegevens beschikbaar zijn over de hele verspreiding van beschermde soorten. Binnen dit kilometerhok komen de volgende soorten voor:
ad 2
Er is geen sprake van ligging van het plangebied in een Vogel- of
Habitatrichtlijngebied. Wel komen de onderstaande habitatsoorten in meer of mindere mate voor in het gebied:
y Heikikker (mogelijk binnen de wijdere omgeving);
y Poelkikker (mogelijk binnen de wijdere omgeving);
y Rugstreeppad (mogelijk binnen de wijdere omgeving);
y Vleermuis in bos of bomen (mogelijk binnen de wijdere omgeving);
y Drijvende waterweegbree (zeker binnen de wijdere omgeving).
De mogelijk voorkomende soorten zijn regulier in de gehele regio.
Analyse
De gronden binnen het plangebied zijn thans in gebruik voor wonen. Binnen het plangebied zijn gebouwen, verharding en erfbeplanting aanwezig.
De voorgestane ontwikkeling betreft het slopen van de bebouwing en het
verwijderen van de verharding en erfbeplanting, en voorts het oprichten van een nieuw gebouw en het aanleggen van nieuwe erfbeplanting.
Gezien de ligging van het plangebied binnen de stedelijke omgeving van Uden is aan te nemen dat de voorgestane ontwikkeling niet van invloed is op de
biotopen/leefomgeving van beschermde soorten. Een nader onderzoek is niet nodig.
Conclusie
Een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig.
5.9 Waterparagraaf
Onderstaande waterparagraaf is opgesteld in samenwerking met Amitec bv uit Uden.
Watertoets
Het totale plangebied heeft een omvang van 1000 m². Ter plaatse zullen de aanwezige opstallen worden gesloopt en zullen nieuwe starterswoningen worden gebouwd. Verder wordt er terreinverharding aangelegd.
De bebouwde oppervlakte zal in de nieuwe situatie circa 364 m² bedragen en de terreinverharding circa 400 m². De freatische grondwaterstand, ter plaatse, is aangetroffen op 3,24 m-mv., maar er is gerekend met een GHG van 2,7 m-mv.
Waterberging
Op basis van de bovenstaande gegevens is aan de hand van de HNO-tool van het waterschap de volgende totale berging voor infiltratie bepaald, zie bijlage 9.
Scenario k-waarde (0,9 m/dag) k-waarde (2,7 m/dag)
T=10 32 m³ 24 m³
T=100 42 m³ 36 m³
Bodemopbouw
Tijdens de veldwerkzaamheden is globaal het volgende bodemprofiel aangetroffen:
5.9.1 Beleid
Hydrologisch neutraal bouwen houdt in dat toename van verhard oppervlak niet mag leiden tot versnelde afvoer van regenwater in pieksituaties, hetzij direct naar het oppervlaktewater hetzij indirect via de rioolwaterzuivering. Ter voorkoming van versnelde afvoer dienen specifieke maatregelen genomen te worden, die een extra ruimteclaim kunnen leggen op het plangebied.
Aansluitend op het landelijke beleid, heeft Waterschap Aa en Maas de volgende uitgangspunten voor de watertoets vastgesteld:
1. Wateroverlastvrij bestemmen;
2. Hydrologisch neutraal ontwikkelen;
3. Voorkomen van vervuiling;
4. Scheiden schoon hemelwater en vuilwater;
5. Afwegingsstappen "hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer";
6. Meervoudig ruimtegebruik;
7. Water als kans.
De bovengenoemde uitgangspunten worden hieronder puntsgewijs uitgewerkt.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 39 Wateroverlastvrij bestemmen
De ontwikkelingslocatie ligt in een gebied waar weinig maatregelen nodig zijn en waar weinig wateroverlast te verwachten valt. Verder is vanaf het begin van de (her)ontwikkeling rekening gehouden met het afkoppelen en infiltreren van het hemelwater.
Hydrologisch neutraal ontwikkelen
Nieuwe ontwikkelingen moeten voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Voorheen hanteerde het waterschap de term ‘hydrologisch neutraal bouwen’. Niet alleen een bouwwerk moet hydrologisch neutraal
gerealiseerd worden, maar ook de andere ontwikkelingen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in verschillende toetsaspecten: “Afvoer uit het gebied, oppervlaktewaterstanden, overlast (schade) grondwateraanvulling en grondwaterstanden”.
Onder het verharding aan de noordzijde van het plangebied wordt een
ondergrondse infiltratievoorziening aangelegd. Uitgaande van een GHG van 2,7 m -mv is een voorziening met een diepte van 2 meter mogelijk. De oppervlakte van de voorziening bedraagt in geval van T=10 en een k-waarde van 0,9 m/dag 16 m².
Het noordelijke deel van het plangebied biedt voldoende ruimte. Vanuit de infiltratievoorziening wordt een noodoverloop naar het maaiveld aangelegd.
Voorkomen van vervuiling
Door bij het inrichten van het gebied al aandacht te besteden aan het voorkomen van vervuiling, hoeven er achteraf geen maatregelen te worden genomen om het water te zuiveren. Hierbij kan gedacht worden aan het soort bestrating en het minimaliseren hiervan. Indien de tuin wordt verhard met bijvoorbeeld basaltsplit en staptegels, kunnen deze worden beschouwd als onverhard oppervlak.
Voorts worden geen uitlogende materialen toegepast in het gebouw.
Scheiding vuilwater en schoon hemelwater
Het vuilwater wordt gekoppeld aan het gemeentelijk gemengd riool en afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het hemelwater wordt binnen het
plangebied geborgen en geïnfiltreerd. Vanuit de infiltratievoorziening(en) wordt een bovengrondse noodoverstort, richting het riool van de gemeente aangelegd.
Afwegingsstappen "hergebruik - infiltratie – buffering - afvoer"
Op deze locatie wordt géén hemelwater gebruikt voor de woningen. De mogelijkheid en kosten om het schone hemelwater voor sanitaire spoeling te hergebruiken, liggen niet in verhouding met de milieuwinst die hiermee behaald zou kunnen worden. Zoals vermeld zal het hemelwater binnen het plangebied worden opgevangen en geïnfiltreerd.
Meervoudig ruimtegebruik
Het 'hydrologisch neutraal ontwikkelen', maar ook de afwegingsstappen
"hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer" geven aan, dat er een grotere
ruimtevraag voor water is dan vroeger. Door bij de inrichting met een meervoudig gebruik van het plangebied rekening te houden, kan er efficiënt gebruik gemaakt worden van de ruimte. Dit gebeurt niet in onderhavig plan en is derhalve niet van toepassing.
Water als kans
Het uitgangspunt "water als kans" is vooral een uitnodiging om 'water' in
plangebieden positief te benaderen en hiermee creatief om te gaan. 'Water' in de vorm van vijvers, waterpartijen en wadi's kan een hoge belevingswaarde hebben.
Het plangebied biedt onvoldoende ruimte om oppervlaktewater aan te leggen.
5.9.2 Algemene conclusies
Aan de door het waterschap vastgestelde en relevante uitgangspunten, zal worden voldaan.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 41 Hoofdstuk 6 Financiële aspecten
Het plan betreft een particulier initiatief, waarvan alle kosten en risico’s voor rekening van de initiatiefnemer komen. Dat geldt ook voor mogelijke
planschadevergoedingen waaromtrent een verhaalsovereenkomst met de gemeente is gesloten.
Ten behoeve van de beoogde ontwikkeling is een exploitatieovereenkomst opgesteld. Hieruit blijkt dat het initiatief financieel haalbaar is. Op deze wijze is realisatie zeker gesteld.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 43 Hoofdstuk 7 Juridische aspecten
7.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier voorliggend plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling bindt burgers en overheid.
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de notitie
"Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008, bindende afspraken en aanbevelingen met betrekking tot de opbouw en de presentatie van het bestemmingsplan (digitaal en analoog)" (SVBP2008) en het "Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2008" (IMRO2008).
Het bestemmingsplan bestaat uit:
y de toelichting;
y de plankaart c.q. de verbeelding (hierna te noemen plankaart);
y de planregels.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De plankaart geeft de bestemmingen weer met de daarbij behorende harde randvoorwaarden. De plankaart vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
7.2 Planregels
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Begrippen (artikel 1)
In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden
gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)
In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
De bestemmingsregels zijn conform de SVBP2008 als volgt opgebouwd:
y Bouwregels y Nadere eisen
y Afwijken van de bouwregels y Specifieke gebruiksregels y Afwijken van de gebruiksregels
y Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
y Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk y Wijzigingsbevoegdheid
Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken.
In voorliggend bestemmingsplan is de volgende bestemming opgenomen:
Wonen (artikel 3)
De nieuwe woningen zijn in de bestemming Wonen vervat. Opgenomen zijn aanduidingen ten aanzien van de locatie van de woningen, de aantallen en de typen. Voorts zijn bouwhoogten opgenomen.
Hoofdstuk 3 Algemene regels Anti-dubbeltelregel (artikel 4)
Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een omgevingsvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels (artikel 5)
Dit artikel bevat regels ten aanzien van afwijkende bestaande bebouwing en ondergeschikte bouwdelen.
Algemene gebruiksregels (artikel 6)
Dit artikel bevat de parkeernorm, gebaseerd op de gemeentelijke nota Parkeernormen.
Algemene afwijkingsregels (artikel 7)
In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht (artikel 8)
Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen.
Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast.
Slotregel (artikel 9)
Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 45 Hoofdstuk 8 Procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:
1. Inspraak;
2. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan;
3. Vaststelling door gemeenteraad;
4. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan.
8.1 Inspraak
Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het
voorontwerpbestemmingsplan "Boekelsedijk 2, Uden" vanaf 8 juli 2010 tot en met 18 augustus 2010 ter inzage gelegen. Er heeft geen inspraakavond
plaatsgevonden.
De nota van inspraakreacties is als bijlage 10 opgenomen.
8.2 Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
Op grond van artikel 3.8 Wro heeft het ontwerpbestemmingsplan "Boekelsedijk 2, Uden" vanaf 24 maart tot en met 4 april 2011 ter inzage gelegen.
Het verslag van de terinzagelegging en de beantwoording van de ingekomen zienswijzen is opgenomen als bijlage 11.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 47 Bijlagen bij de toelichting
Bijlage 1 Parkeertoets
Bijlage 2 Bomeneffectanalyse Bijlage 3 Boombeschermingsplan Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bijlage 6 Akoestisch onderzoek industrielawaai Bijlage 7 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 8 Beoordeling archeologisch bureauonderzoek Bijlage 9 Berekening HNO-tool
Bijlage 10 Nota van inspraakreacties bestemmingsplan Boekelsedijk 2 Uden
Bijlage 11 Verslag terinzagelegging en beantwoording zienswijzen [p.m.]
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 49
Regels
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 51 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan Boekelsedijk 2, Uden van de gemeente Uden 1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0856.BPBOEKELSEDK2-VA01 met de bijbehorende regels 1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft 1.5 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1.6 bestaand
y bij bouwwerken: op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
bouwvergunning;
y bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
1.7 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak 1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming 1.9 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats
1.10 bouwgrens
de grens van een bouwvlak 1.11 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
1.12 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn
toegelaten
1.13 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
1.14 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.15 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.16 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.17 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.18 horeca
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals (eet)cafés, restaurants, brasseriën, cafetaria's etc., met uitzondering van een discotheek / bar-dancing, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
1.19 huishouden
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
1.20 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties,
gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
1.21 onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, kampeermiddelen, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 53 1.22 peil
a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van die hoofdtoegang
1.23 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
Artikel 2 Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 bouwhoogte/nokhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.7 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.8 afstand tot (zijdelingse) perceelgrens
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelgrens.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 55 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. erven;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
3.2.1 Gebouwen
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, behoudens balkons die niet meer dan 1 meter over de bouwgrens mogen worden gerealiseerd;
b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 22;
c. er zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 meter.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
y de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 m.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
y een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
y de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
y de sociale veiligheid.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 57 Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de
beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene bouwregels
5.1 Uitzondering ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten
beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens of de bouwhoogte met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
5.2 Bestaande afstanden en maten
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 59 Artikel 6 Algemene gebruiksregels
6.1 Parkeren 6.1.1 Algemeen
1. Voor de in hoofdstuk 2 genoemde functie, voor zover gerealiseerd na de inwerkingtreding van dit plan, gelden de hieronder opgenomen
parkeernormen.
functie aantal parkeerplaatsen
woning (<= 80m²) 1,3 p.p. per woning
2. De onder 1. bedoelde ruimte voor het parkeren moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten:
a. bij haaks of gestoken parkeren: minimaal 2,5 bij 5,0 m bedragen;
b. bij langsparkeren: minimaal 2,0 bij 6,0 m bedragen.
6.1.2 Afwijkingsbevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1.1:
a. indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of;
b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en
bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a. het plan ten behoeve van vermeerdering dan wel vermindering van de
voorgeschreven maten en normen, mits de vermeerdering of vermindering ten hoogste 10% bedraagt;
b. het plan voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de plankaart ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
c. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtbehandelingsapparatuur, liftopbouwen en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 5 m² bedraagt;
2. de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
d. het plan voor het oprichten van een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het wegverkeer, mits de bebouwde oppervlakte niet meer dan 25 m² en de hoogte niet meer dan 5 m bedraagt.
Bureau Verkuylen bv (09209082A) 61 Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden
vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels bestemmingsplan Boekelsedijk 2, Uden