Rapport. Eigen Huis Marktindicator. 1e kwartaal H. Boumeester April 2020

(1)

Rapport

Eigen Huis Marktindicator

1e kwartaal 2020

H. Boumeester

April 2020

(2)

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van:

Vereniging Eigen Huis Displayweg 1

3821 BT Amersfoort

Auteurs:

H. Boumeester

April 2020

MBE – Management in the Built Environment Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Delft Julianalaan 134, 2628 BL Delft

Tel. (015) 278 41 59 E-mail: mbe-bk@tudelft.nl http://www.bk.tudelft.nl

 Copyright 2020 by MBE - Research in the Built Environment, Faculty of Architecture and the Built Environment, Delft University of Technology.

No part of this report may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other

means, without written permission from the copyright holder.

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 2

1.1 Marktindicator in eerste kwartaal 2020 nog ongevoelig voor de Coronacrisis 2 1.2 Onderliggende aspecten ... 5

1.3 (on)Gunstig koopmoment? ... 6

2 Tabellen op maandbasis ... 7

2.1 De Eigen Huis Indicatoren ... 7

2.2 Centrale kenmerken responsegroep ... 8

2.3 Oordeel omstandigheden (koop)woningmarkt ... 11

2.4 Onderliggende factoren bij indicatoren ... 20

2.5 Verhuisgeneigdheid ... 28

2.6 Algemene stemming ten aanzien van de koopwoningmarkt ... 30

3 Tabellen op kwartaalbasis ... 32

3.1 De Eigen Huis Indicatoren ... 32

3.2 Centrale kenmerken responsegroep ... 33

3.3 Oordeel omstandigheden (koop)woningmarkt ... 34

3.4 Onderliggende factoren bij indicatoren ... 36

3.5 Verhuisgeneigdheid ... 44

3.6 Algemene stemming ten aanzien van de koopwoningmarkt ... 45

Bijlage A Weging ... 46

Bijlage B Constructie van de Eigen Huis indicatoren ... 48

(4)

2 1 Inleiding

1.1 Marktindicator in eerste kwartaal 2020 nog ongevoelig voor de Coronacrisis

De 64ste peiling van de Eigen Huis Marktindicator (eerste kwartaal 2020) laat voor het vierde opeen- volgende kwartaal een deze keer bescheiden stijging van het vertrouwen in de koopwoningmarkt zien ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. De score op de Marktindicator neemt in het eerste kwartaal van 2020 toe tot ‘106’; in het eerste kwartaal van 2019 bedroeg de score nog ‘99’ (zie figuur 1). De dalende trend in het vertrouwen onder de woonconsumenten gedurende de jaren 2017 en 2018 is duidelijk omgebogen in 2019. Het sterk oplopend aantal transacties en de stijgende koopprijzen hebben vanaf begin 2013 het vertrouwen in de koopwoningmarkt fors doen toenemen. Maar een onvoldoende aanbod van te koop staande woningen in de bestaande woningvoorraad en op de nieuwbouwmarkt, en in mindere mate de minder gunstige prijs-kwaliteitsverhouding, hebben dat vertrouwen in de jaren 2017 en 2018 enigszins onder druk gezet.

De laatste vijf kwartalen herstelt de score op de Eigen Huis Marktindicator zich dus weer in lichte mate;

met name door de lage stand van de hypotheekrente en de aanhoudende koopprijsstijgingen. De score op de Marktindicator ligt al bijna zes jaar (met uitzondering van het eerste kwartaal in 2019) boven de neutrale waarde van 100 en blijft daarmee op een historisch gezien hoog niveau. De score ligt nog ruim boven het langjarig gemiddelde van 88,9 (over de periode tweede kwartaal 2004 – eerste kwartaal 2020) en blijft ver verwijderd van het diepterecord in het vierde kwartaal van 2012 (score van 51).

In de periode tussen begin 2014 en medio 2016 en ook weer sinds medio 2018 kent het vertrouwen in de koopwoningmarkt ook een gunstigere ontwikkeling dan het vertrouwen in de economie (zie de Con- junctuurindicator in figuur 1). Terwijl de score op de Conjunctuurindicator in maart 2020 al duidelijk terugzakt volgens de meting per medio maart, wordt het vertrouwen in de koopwoningmarkt onder de woonconsumenten (nog) niet geraakt.

Figuur 1 De gemiddelde scores op de Eigen Huis Marktindicator en de Eigen Huis Con- junctuurindicator, op kwartaalbasis, in de periode 2

^e

kwartaal 2004 – 1

^e

kwartaal 2020

De scores op de Marktindicator op maandbasis (zie figuur 2) laten gedurende 2019 een stijgende ten-

dens zien met scores rond de neutrale waarde ‘100’. In de maanden september en oktober is er een

(5)

plotselinge stijging te zien naar een score van respectievelijk ‘107’ en ‘110’. De aanhoudende daling en het zeer lage niveau van de hypotheekrente zorgt ervoor, dat de koopprijzen ook verder (kunnen) stijgen. Deze twee aspecten dragen positief bij aan het vertrouwen in de koopwoningmarkt onder de woonconsumenten. De plotselinge daling van het vertrouwen gedurende de maanden november (105) en december (100) is dan ook opmerkelijk. Waarschijnlijk speelt hier het steeds krapper wordend aan- bod in de nieuwbouw en vooral ook in de bestaande voorraad een negatieve rol in. Toch komen de scores op de Marktindicator in de eerste drie maanden van 2020 toch weer op een iets hoger niveau uit en loopt in de maand maart op naar ‘107’ (gemeten voor medio maart).

Het verloop in het vertrouwen in de koopwoningmarkt gedurende de laatste drie maanden (stijging, stabilisatie en stijging) zien we bij de meeste woonconsumentgroepen in meer of minder sterke mate terug (zie tabel 2.4). Een uitzondering vormen de huishoudens met een hoofd in de leeftijdsklasse 30- 45 jaar, de huishoudens met kinderen, de huishoudens in de hoogste inkomensklasse en ook de poten- tiele starters; zij laten in de maand maart een veel duidelijkere stijging in hun score op de Marktindicator zien.

De hoogte van de score op de Marktindicator ligt in dit laatste kwartaal weer verder uiteen dan een jaar geleden, als we kijken naar leeftijdsklasse, inkomensniveau en woningmarktpositie. Jongeren hebben een iets lagere score dan de ouderen (101 versus 106), huishoudens met lagere inkomens hebben een veel lagere score dan de hogere inkomens (97 versus 110) en huurders scoren lager dan eigenaarbe- woners (respectievelijk 102 en 109). Het vertrouwen van de jongere potentiële starters op de koopwo- ningmarkt blijft dus wel duidelijk achter bij dat van andere woonconsumenten.

Figuur 2 De gemiddelde scores op de Eigen Huis Marktindicator en op de CBS Koop- bereidheidindex, op maandbasis, in de periode april 2004 – maart 2020

Vertrouwen in economie en koopbereidheidindex

De Koopbereidheidindex van het CBS heeft in de beschikbare periode veelal een meer of minder duidelijk

afwijkend verloop gekend dan de ontwikkeling van de Eigen Huis Marktindicator (zie figuur 2). Zowel

de omslagpunten als de mate van dalingen en herstel wijken vaak af tussen de Marktindicator en de

Koopbereidheidindex; het kopen van een woning is toch aan andere sentimenten onderhevig dan het

(6)

4 trend, terwijl de koopbereidheidsindex nog licht door blijft stijgen. Pas anderhalf jaar later (medio 2018) blijkt ook de koopbereidheid af te gaan nemen. De terugval in de score op de Marktindicator wordt in die periode dus gevolgd door de koopbereidheidindex. Gedurende het jaar 2019 blijken zowel het ver- trouwen in de koopwoningmarkt als de koopbereidheid licht te stijgen. In de afgelopen 12 maanden hebben dus zowel het consumentenvertrouwen in de koopwoningmarkt als de algemene koopbereidheid onder consumenten zich positief ontwikkeld.

Met de Eigen Huis Conjunctuurindicator wordt ook het algemene vertrouwen in de economie gemeten (zie figuur 1). De ontwikkeling in de tijd blijkt daarbij steeds in meer of mindere mate af te wijken van de ontwikkeling in de Marktindicator.

In het eerste kwartaal van 2020 (gemeten in eerste helft januari, eerste helft februari en de eerste helft van maart) komt de score op de Conjunctuurindicator uit op de waarde 94; een stijging met 6 punten ten opzichte van de score op de in het vierde kwartaal van 2019 (88). Daarmee lijkt er een (tijdelijk) einde te zijn gekomen aan de in de herfst van 2018 ingezette daling. De huishoudens denken daarbij (iets) negatiever over de economische situatie in zowel de afgelopen als de komende twaalf maanden, dan bij de vorige peiling. De meningen over de eigen financiële situatie zijn nauwelijks bijgesteld ten opzichte van de vorige peiling.

Uit tabel 3.8 blijkt onder andere het volgende. De meningen van de respondenten over de economische omstandigheden in de afgelopen 12 maanden zijn iets minder negatief dan in de vorige peiling. Circa 30% denkt dat deze omstandigheden (iets) slechter zijn geworden; in de vorige peiling was dit aandeel nog 33%. Het aandeel van de groep respondenten die denken dat de economie in het afgelopen jaar is gegroeid (29%), is in deze laatste peiling duidelijk groter dan dat in het vorige kwartaal (24%).

Het aandeel ondervraagde respondenten dat van mening is dat de economie in het komende jaar zal verslechteren, neemt toch weer iets af: van 45% in het vierde kwartaal van 2019 naar 42% in het eerste kwartaal van 2020. Daarbij blijkt de groep respondenten dat een verbetering in het komende jaar verwacht, juist weer iets groter geworden in vergelijking met het vierde kwartaal van 2019 (13%

versus 10%). Net als in het vorige kwartaal is het aandeel respondenten met een positief gevoel veel kleiner, dan het aandeel negatief gestemde respondenten.

Het relatieve aantal ondervraagde respondenten dat van mening is, dat de economische omstandighe- den in het afgelopen periode en in het komende jaar zullen leiden tot een stijgende werkloosheid in de komende twaalf maanden, neemt in tegenstelling tot de vorige peiling juist weer af in het eerste kwar- taal van 2020 (van 29% naar 23%). Zo’n 27% van de ondervraagde huishoudens verwacht nog steeds dat de werkloosheid (licht) zal gaan dalen; dit aandeel is wel beduidend kleiner dan in het eerste kwar- taal van 2019 (37%).

De woonconsumenten hebben hun meningen over de eigen financiële situatie in het afgelopen jaar, licht positief aangepast in het eerste kwartaal van 2020 ten opzichte van de vorige peiling. Circa 48%

van de ondervraagden denkt financieel in een vergelijkbare situatie te zijn gebleven en 22% denkt er (iets) op vooruit te zijn gegaan (dit was 17% in de vorige peiling). Het aandeel respondenten dat meent in het afgelopen jaar financieel (iets) slechter te hebben gekregen, komt daarmee uit op 29%; iets lager dan in de voorgaande kwartalen. Over de komende twaalf maanden heeft men de mening eveneens licht positief bijgesteld ten opzichte van het vorige kwartaal. 29% van de ondervraagden denkt er fi- nancieel op achteruit te zullen gaan (dit was 36% in het vorige kwartaal). Daarnaast denkt 19% (was 15%) dat hun financiële situatie in het komende jaar (iets) zal verbeteren. Het merendeel van de woon- consumenten (49%) denkt overigens dat hun financiële situatie nauwelijks zal veranderen.

De respondenten beoordelen de economische situatie in het afgelopen jaar dus iets gunstiger (of ei-

genlijk iets minder ongunstig) dan in het vorige kwartaal; het aandeel huishoudens dat daarbij de eigen

financiële situatie heeft zien verslechteren, is ook licht gedaald. Ten aanzien van de economische om-

standigheden voor de komende twaalf maanden zijn de verwachtingen ook iets minder ongunstig dan

in het afgelopen kwartaal, waarbij de eigen financiële situatie in het komende jaar ook iets minder

ongunstig wordt ingeschat. In vergelijking met een jaar geleden denkt men inmiddels fors minder po-

sitief over de toekomstige economie. De combinatie van bovenstaande ontwikkelingen in de meningen

(7)

van de woonconsumenten leidt ertoe, dat de waarde op de Conjunctuurindicator in het eerste kwartaal van 2020 uitkomt op 94 en daarmee ver onder de waarde op de Marktindicator (106) blijft.

1.2 Onderliggende aspecten

De stemming, zoals die uit de Eigen Huis Marktindicator voor het eerste kwartaal van 2020 naar voren komt, blijkt op de volgende onderliggende oordelen gebaseerd (zie ook tabel 3.7).

Het aandeel van de woonconsument dat van mening is dat de situatie om een woning te kopen in het afgelopen jaar (licht) is verslechterd, is dit kwartaal (64%) even groot als in de vorige peiling (64%).

Daarmee komt dit aandeel in deze laatste peiling inmiddels weer boven het niveau van een jaar geleden (56%) uit. De groep huishoudens dat een (lichte) verbetering ziet in de omstandigheden in het afgelo- pen jaar blijft ook ongeveer gelijk (10% tegenover 9% in het vorig kwartaal). Daarnaast blijkt het aandeel van de woonconsumenten dat verslechterde omstandigheden om een woning te kopen ver- wacht in het komende jaar (54%), iets groter dan het aandeel in het vorige kwartaal (52%). Daarbij verwacht nog maar 6% van de huishoudens een (geringe) verbetering van deze situatie. Per saldo hebben bovenstaande verschuivingen in de beoordeling van de algemene koopsituatie een stabiliserend effect op de Marktindicator-score ten opzichte van de vorige peiling.

De ondervraagde woonconsumenten schatten in het eerste kwartaal van 2020 de koopprijsontwikkeling in het afgelopen jaar, nog iets gunstiger in dan in de voorliggende periode. Zo vermoedt 5% dat de koopprijzen gelijk zijn gebleven of gedaald. En het aandeel dat denkt dat de koopprijzen matig tot sterk zijn gestegen, is dit laatste kwartaal licht toegenomen tot 78% (was 74% in het vorige kwartaal). Voor de komende twaalf maanden zijn de verwachtingen onder de huishoudens ten aanzien van de koop- prijsontwikkeling nog steeds positiever dan in het vorige kwartaal. Het aandeel respondenten dat een matige tot sterke stijging van de koopprijzen verwacht, is namelijk toegenomen tot 54% (was 47%).

Gemiddeld gelijkblijvende of dalende koopprijzen worden door 13% van de ondervraagde woonconsu- menten verwacht, ten opzichte van de 20% in het vorige kwartaal. De geschetste verschuivingen in de beoordeling van de koopprijsontwikkeling hebben per saldo een duidelijk positief effect gehad op de Marktindicator-score ten opzichte van de vorige peiling.

Het aandeel van de huishoudens, dat uitgaat van een gestegen gemiddelde rente in de afgelopen twaalf maanden, blijkt in het eerste kwartaal van 2020 ook weer uit te komen op 6% (een jaar geleden bedroeg dit aandeel nog 18%). De groep woonconsument die een (licht) neerwaartse renteontwikkeling in het afgelopen jaar vermoedt, was is de vorige twee kwartalen fors groter geworden. In deze laatste peiling daalt dit aandeel juist weer licht van 51% naar 48% (was maar 15% in het eerste kwartaal van 2019).

Het aandeel huishoudens dat niet weet in te schatten hoe de rente zich heeft ontwikkeld, bedraagt dit kwartaal 23%. De mening van de woonconsument over de verwachte renteontwikkeling in de komende twaalf maanden, blijkt in deze laatste peiling voor het eerst sinds zes opeenvolgende kwartalen iets minder gunstig te zijn. 23% heeft geen idee over deze ontwikkeling in het komende jaar. Daarnaast zien we het aandeel van de huishoudens dat verwacht dat de hypotheekrente een (lichte of sterke) stijging zal gaan vertonen, inmiddels stabiliseren 17% (was 16%). Een verdere daling van de rente wordt dit kwartaal door 15% voor mogelijk gehouden (dit was 20% in de vorige peiling). De hierboven geschetste inschatting van de ontwikkeling in de hypotheekrente heeft per saldo een licht negatief effect op de Marktindicator gehad ten opzichte van de vorige peiling.

De combinatie van een stabiel negatieve inschatting van de algemene koopsituatie, positieve verwach-

(8)

6 1.3 (on)Gunstig koopmoment?

In het antwoord op de vraag of het al dan niet een gunstig moment is om een woning te kopen, is de stabilisatie van het vertrouwen in de koopwoningmarkt in het eerste kwartaal van 2020 ook te herken- nen. Ten opzichte van het voorliggende kwartaal is het aandeel huishoudens dat de omstandigheden momenteel (zeer) gunstig acht om een woning te komen namelijk minimaal afgenomen (17% versus 18% in het vorige kwartaal). Het relatieve aantal respondenten dat van een (zeer) ongunstige situatie spreekt, is in deze peiling (46%) eveneens minimaal gewijzigd ten opzichte van de vorige (45%). De overige 37% van de consumenten blijft van mening dat de omstandigheden goed, noch slecht zijn. De verhoudingen zijn dus iets verslechterd ten opzichte van een jaar geleden. Bovenstaande ontwikkelingen zijn desgewenst terug te vinden in tabel 3.4.

Het oordeel van de huishoudens die aangeven, dat het juist een gunstig moment is om een woning te kopen (17% van alle respondenten), blijkt gebaseerd te zijn op vier pijlers (zie ook tabel 3.5). De belangrijkste bijdrage wordt nog steeds geleverd door de lage stand van de hypotheekrente (door 76%

genoemd). Daarnaast wordt de goede verkoopbaarheid van de koopwoningen nog door 36% genoemd als positieve reden. Bovendien noemt nog steeds 29% van de respondenten het feit dat de woningen meer waard worden, als reden voor een gunstig koopklimaat. Naast deze woningmarkt gerelateerde redenen geeft nog 20% van de huishoudens, die het een gunstig koopmoment vinden, aan dat de gunstige economische situatie een belangrijke reden is. Dit aandeel is al wel kleiner dan een jaar gele- den. De gunstig gestemde woonconsumenten baseren hun mening dus sterk op de hypotheekrente en gunstige economische omstandigheden; factoren die de komende tijd wel eens onder druk zouden kunnen komen staan als gevolg van de Coronacrisis.

Wanneer aan de desbetreffende huishoudens (46%) wordt gevraagd ‘waarom’ men het koopmoment ongunstig vindt, blijkt het antwoord zich ook in dit laatste kwartaal sterk te concentreren rond twee woningmarktfactoren (zie ook tabel 3.6). Het feit dat de koopwoningen slechter betaalbaar worden, wordt veruit het vaakst door de respondenten genoemd (68%) als één van de redenen voor de ongun- stige omstandigheden om een woning te kopen. Daarnaast wordt een beperkte keuze aan koopwonin- gen inmiddels al door 57% van deze groep respondenten genoemd als ongunstige reden. Naast deze woningmarkt gerelateerde redenen, worden door de desbetreffende respondenten ook nog een meer financiële redenen genoemd ter onderbouwing van het volgens hen ongunstige moment om een woning te kopen. De onder druk staande huishoudeninkomens wordt namelijk door 21% van de respondenten aangehaald.

De krapte op de koopwoningmarkt en de slechtere betaalbaarheid van woningen blijven een belangrijke

basis vormen voor het minder gunstig inschatten van het huidige koopmoment in vergelijking met de

voorgaande kwartalen. Wanneer de economische omstandigheden en de hypotheekrente zich de ko-

mende tijd minder gunstig zouden gaan ontwikkelen als gevolg van de Coronacrisis, kan het aandeel

huishoudens dat minder positief staat tegenover het kopen van een woning gaan oplopen in de komende

kwartalen.

(9)

2 Tabellen op maandbasis

2.1 De Eigen Huis Indicatoren

TABEL 2.1 EIGEN HUIS INDICATOREN EERSTE KWARTAAL 2020

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020

1e kwartaal 2020

Eigen Huis Markt Indicator Mean 105,4 104,6 107,6 105,9

Eigen Huis Conjunctuur Indicator Mean 95,7 94,9 89,9 93,5

Eigen Huis Algemene Indicator Mean 100,9 100,0 99,3 100,1

bron: Eigen Huis Marktindicator Vereniging Eigen Huis gewogen aantallen

(10)

8 2.2 Centrale kenmerken responsegroep

TABEL 2.2 KENMERKEN HUISHOUDENS (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent

leeftijd

18 - 29 7,4% 8,4% 7,4% 7,8%

30 - 44 15,8% 13,7% 13,9% 14,5%

45 - 54 14,4% 14,2% 13,6% 14,1%

55 - 64 24,5% 24,7% 24,9% 24,7%

65 en ouder 37,9% 39,0% 40,1% 39,0%

geslacht man 44,2% 45,1% 41,2% 43,5%

vrouw 55,8% 54,9% 58,8% 56,5%

Gezinsamenstelling

aleenstaand 25,1% 28,2% 27,0% 26,8%

gezin zonder kinderen 60,2% 59,4% 60,5% 60,1%

met kinderen 14,7% 12,4% 12,5% 13,2%

Huishoudinkomen

tm 1000 euro 5,6% ^7,8% 6,3% 6,6%

vanaf 1000 tm 2000 30,1% ^25,7% 30,5% 28,8%

vanaf 2000 tm 3000 38,0% ^36,7% 36,4% 37,0%

vanaf 3000 26,3% ^29,8% 26,8% 27,6%

Woningmarktpositie

inwonend 7,6% 6,9% 7,8% 7,4%

huurder 39,4% 39,7% 39,3% 39,5%

eigenaar 53,0% 53,4% 52,9% 53,1%

Bent u lid van Vereniging Ei- gen Huis?

Ja 15,0% 15,7% 18,7% 16,5%

Nee 85,0% 84,3% 81,3% 83,5%

bron: Eigen Huis Marktindicator Vereniging Eigen Huis gewogen aantallen TABEL 2.3 HUIDIGE WOONSITUATIE (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent Bent u eigenaar van de wo-

ning waarin u nu woont?

koopwoning 57,3% 57,3% 57,3% 57,3%

huurwoning 42,7% 42,7% 42,7% 42,7%

(11)

TABEL 2.4 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR HUISHOUDKENMERKEN (gemiddelde score)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Eigen Huis

Markt Indicator

Eigen Huis Markt Indicator

Mean Mean Mean Mean

Peiling 1e kwartaal 2020 105,4 104,6 107,6 105,9

geslacht man 106,8 105,8 108,9 107,1

vrouw 104,2 103,5 106,6 104,8

leeftijd

18 - 29 103,3 97,4 102,6 101,0

30 - 44 106,6 105,8 113,0 108,3

45 - 54 109,8 106,6 109,4 108,6

55 - 64 104,4 104,1 105,5 104,7

65 en ouder 104,3 105,1 107,3 105,6

Gezinsamenstelling

aleenstaand 103,5 104,8 104,3 104,3

gezin zonder kinderen 104,4 103,9 108,0 105,5

met kinderen 112,7 107,6 112,2 111,0

Huishoudinkomen

tm 1000 euro 100,0 ^95,4 94,5 96,8

vanaf 1000 tm 2000 105,3 ^105,0 103,9 104,7

vanaf 2000 tm 3000 104,0 ^103,6 107,4 105,0

vanaf 3000 110,8 ^108,7 111,3 110,2

Woningmarktpositie

inwonend 105,1 100,9 107,1 104,5

huurder 101,4 100,7 102,5 101,5

eigenaar 108,1 107,5 110,7 108,8

TABEL 2.5 EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR NAAR HUISHOUDKENMERKEN (gemiddelde score)

Meting Peiling

Conjunctuur Indicator

Eigen Huis Conjunctuur

Indicator

Mean Mean Mean Mean

geslacht man 95,3 95,8 91,2 94,2

vrouw 96,0 94,2 88,9 92,9

leeftijd

18 - 29 106,5 103,4 100,6 103,5

30 - 44 99,8 104,6 98,9 101,1

45 - 54 101,0 98,7 93,2 97,7

55 - 64 95,3 95,6 89,8 93,5

65 en ouder 90,2 88,1 84,1 87,4

Gezinsamenstelling

aleenstaand 94,2 95,4 87,9 92,5

met kinderen 98,6 98,6 99,7 99,0

Huishoudinkomen

tm 1000 euro 88,0 82,4 73,5 81,3

vanaf 1000 tm 2000 86,7 85,6 86,6 86,3

vanaf 2000 tm 3000 97,0 94,2 91,2 94,2

vanaf 3000 109,1 107,8 99,5 105,5

(12)

10

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Eigen Huis Al-

gemene Indi- cator

Eigen Huis Al- gemene Indi-

cator

Mean Mean Mean Mean

geslacht man 101,4 101,2 100,9 101,2

vrouw 100,5 98,9 98,1 99,1

leeftijd

18 - 29 104,1 98,9 101,5 101,5

30 - 44 103,8 105,4 106,8 105,2

45 - 54 104,6 102,5 101,4 102,8

55 - 64 100,8 100,3 99,1 100,0

65 en ouder 97,8 97,2 96,0 97,0

Gezinsamenstelling

aleenstaand 99,5 100,0 96,8 98,8

met kinderen 105,8 103,3 106,3 105,2

Huishoudinkomen

tm 1000 euro 96,3 88,6 85,7 90,2

vanaf 1000 tm 2000 96,5 94,8 96,1 95,9

vanaf 2000 tm 3000 100,5 99,5 99,7 99,9

vanaf 3000 109,8 108,4 105,8 108,0

Woningmarktpositie

inwonend 104,4 98,0 98,1 100,2

huurder 95,6 95,0 95,9 95,5

eigenaar 104,1 103,6 101,6 103,1

TABEL 2.7 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR WOONSITUATIE (gemiddelde score)

Meting Peiling

Markt Indica- tor

Eigen Huis Markt Indica-

tor

Mean Mean Mean Mean

Bent u eigenaar van de woning waarin u nu woont?

koopwoning 108,1 107,5 110,7 108,8

huurwoning 101,4 100,7 102,5 101,5

(13)

TABEL 2.8 EIGEN HUIS CONJUNCTUUR INDICATOR NAAR WOONSITUATIE (gemiddelde score)

Meting Peiling

Indicator

Mean Mean Mean Mean

koopwoning 100,0 98,7 90,9 96,6

huurwoning 88,2 89,6 88,9 88,9

TABEL 2.9 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR WOONSITUATIE (gemiddelde score)

Meting Peiling

gemene Indi- cator

cator

Mean Mean Mean Mean

koopwoning 104,1 103,6 101,6 103,1

huurwoning 95,6 95,0 95,9 95,5

2.3 Oordeel omstandigheden (koop)woningmarkt

TABEL 2.10 OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKT (procentuele verdeling)

Meting Peiling

Stel dat u momenteel op zoek zou zijn naar een koopwoning, vindt u dat het voor u nu een gunstige of ongunstige tijd is om een woning te kopen?

Zeer gunstige tijd 2,6% 1,4% 4,0% 2,7%

Gunstige tijd 17,2% 13,1% 12,2% 14,2%

Geen gunstige tijd, maar

ook geen ongunstige tijd 40,3% 33,9% 36,9% 37,0%

Ongunstige tijd 28,6% 35,8% 34,2% 32,9%

Zeer ongunstige tijd 11,3% 15,8% 12,8% 13,3%

TOTAAL 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

(14)

12

TABEL 2.11 REDEN GUNSTIG KOOPMOMENT (V49) (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent V19C: De hypotheek-

rente is laag

- 21,4% 26,4% 26,2% 24,4%

+ 78,6% 73,6% 73,8% 75,6%

V19C: De hypotheekrente gaat stijgen

- 96,5% 96,9% 98,1% 97,1%

+ 3,5% 3,1% 1,9% 2,9%

V19C: De hypotheekrente gaat dalen

- 86,7% 88,7% 89,1% 88,1%

+ 13,3% 11,3% 10,9% 11,9%

V19C: De huren gaan stijgen

- 81,5% 76,0% 85,3% 81,2%

+ 18,5% 24,0% 14,7% 18,8%

V19C: Koopwoningen worden beter betaal-

baar

- 95,7% 95,2% 94,7% 95,2%

+ 4,3% 4,8% 5,3% 4,8%

V19C: Koopwoningen worden meer waard

- 71,2% 72,2% 71,3% 71,5%

+ 28,8% 27,8% 28,7% 28,5%

V19C: De fiscale be- handeling wordt gunstiger

- 96,4% 98,9% 97,4% 97,5%

+ 3,6% 1,1% 2,6% 2,5%

V19C: De economische situatie is gunstig

- 79,5% 84,8% 77,6% 80,4%

+ 20,5% 15,2% 22,4% 19,6%

V19C: De inkomens van huishoudens gaan stijgen

- 95,6% 94,0% 94,4% 94,8%

+ 4,4% 6,0% 5,6% 5,2%

V19C: De huidige woning is nu goed ver- koopbaar

- 67,1% 68,0% 56,4% 63,9%

+ 32,9% 32,0% 43,6% 36,1%

V19C: De keuze aan koopwoningen is ruim

- 90,2% 84,9% 91,2% 89,0%

+ 9,8% 15,1% 8,8% 11,0%

TABEL 2.12 REDEN ONGUNSTIG KOOPMOMENT (V50) (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent V20C: De hypotheek-

rente is hoog

- 98,1% 96,7% 97,5% 97,4%

+ 1,9% 3,3% 2,5% 2,6%

- 95,8% 95,4% 95,8% 95,7%

+ 4,2% 4,6% 4,2% 4,3%

V20C: Koopwoningen zijn slechter betaalbaar

- 36,4% 30,4% 29,6% 31,8%

+ 63,6% 69,6% 70,4% 68,2%

V20C: Koopwoningen worden minder waard

- 89,6% 94,0% 93,9% 92,7%

+ 10,4% 6,0% 6,1% 7,3%

V20C: De fiscale be- handeling wordt ongunstiger

- 86,9% 84,1% 88,2% 86,3%

+ 13,1% 15,9% 11,8% 13,7%

V20C: De economische situatie is ongunstig

- 90,3% 88,7% 86,2% 88,3%

+ 9,7% 11,3% 13,8% 11,7%

V20C: De inkomens van huishoudens staan onder druk

- 78,8% 79,4% 79,8% 79,3%

+ 21,2% 20,6% 20,2% 20,7%

V20C: De huidige woning is nu slecht ver- koopbaar

- 97,9% 97,2% 95,4% 96,8%

+ 2,1% 2,8% 4,6% 3,2%

V20C: De keuze aan koopwoningen is be-

perkt

- 48,2% 42,8% 40,0% 43,4%

+ 51,8% 57,2% 60,0% 56,6%

(15)

TABEL 2.13 EIGEN HUIS MAKRTINDICATOR NAAR OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKT (gemiddelde score)

Meting Peiling

Markt Indica- tor

tor

Mean Mean Mean Mean

Stel dat u momenteel op zoek zou zijn naar een koopwoning, vindt u dat het voor u nu

een gunstige of ongunstige tijd is om een woning te ko-

pen?

Zeer gunstige tijd 126,4 117,0 120,9 121,8

Gunstige tijd 113,3 113,9 115,9 114,2

Geen gunstige tijd, maar ook

geen ongunstige tijd 105,6 106,1 107,9 106,5

Ongunstige tijd 102,1 100,0 104,5 102,2

Zeer ongunstige tijd 95,4 102,7 102,5 100,7

TABEL 2.14 EIGEN HUIS CONJUNCTUUR INDICATOR NAAR OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKT (gemid- delde score)

Meting Peiling

Indicator

Mean Mean Mean Mean

pen?

Gunstige tijd 103,2 101,2 99,2 101,4

Ongunstige tijd 91,9 93,4 88,0 91,1

TABEL 2.15 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKT (gemiddelde score)

Meting Peiling

gemene Indi- cator

cator

Mean Mean Mean Mean

pen?

Gunstige tijd 109,1 108,0 107,7 108,4

Ongunstige tijd 96,9 96,6 96,7 96,7

(16)

14

TABEL 2.16 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR REDEN GUNSTIG KOOPMOMENT (V49) (gemiddelde score)

Meting Peiling

Markt Indicator

Mean Mean Mean Mean

V19C: De hypotheekrente is laag

- 105,9 111,0 119,4 112,2

+ 117,0 115,3 116,6 116,4

- 115,5 114,7 117,0 115,7

+ 101,7 100,0 141,7 105,4

- 113,6 113,1 115,0 113,9

+ 123,7 122,1 134,0 126,3

- 116,1 113,0 115,8 115,1

+ 109,8 117,8 125,3 116,8

V19C: Koopwoningen worden beter betaalbaar

- 114,7 114,3 118,0 115,6

+ 119,9 111,3 103,9 111,6

- 115,3 112,1 115,7 114,5

+ 114,1 119,4 121,0 117,8

V19C: De fiscale behan- deling wordt gunstiger

- 114,3 113,9 117,4 115,2

+ 131,4 141,7 112,0 126,3

V19C: De economische situatie is gunstig

- 115,5 114,2 117,1 115,6

+ 112,5 114,1 117,8 114,9

V19C: De inkomens van huishoudens gaan stij-

gen

- 115,9 113,5 117,0 115,5

+ 95,8 125,0 122,1 114,4

V19C: De huidige woning is nu goed verkoop- baar

- 114,8 116,9 118,4 116,5

+ 115,2 108,6 115,8 113,7

- 114,2 113,6 117,5 115,1

+ 122,2 117,7 114,1 118,5

(17)

TABEL 2.17 EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR NAAR REDEN GUNSTIG KOOPMOMENT (V49) (gemiddelde score)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Eigen Huis Con-

junctuur Indica- tor

Eigen Huis Con- junctuur Indica-

tor

Mean Mean Mean Mean

- 110,3 102,1 99,4 104,0

+ 102,0 100,9 98,9 100,7

- 104,1 101,6 99,2 101,8

+ 96,0 90,0 87,7 92,4

- 104,8 101,3 98,1 101,6

+ 97,3 101,0 105,9 100,8

- 104,8 102,7 99,1 102,3

+ 99,2 96,6 98,3 98,0

- 102,5 102,2 98,0 101,0

+ 132,0 82,1 116,6 112,1

- 99,4 97,7 98,9 98,8

+ 114,6 110,2 99,1 108,4

- 102,2 101,1 98,6 100,7

+ 146,2 110,0 112,4 130,9

- 100,5 98,7 95,5 98,4

+ 116,8 115,3 111,1 114,3

gen

- 102,6 100,2 97,7 100,4

+ 128,8 116,8 120,3 121,9

- 102,3 106,2 97,4 102,1

+ 106,8 90,8 101,0 100,4

- 104,2 103,2 99,2 102,3

+ 99,5 90,1 96,6 95,0

(18)

16

TABEL 2.18 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR REDEN GUNSTIG KOOPMOMENT (V49) (gemiddelde score)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Eigen Huis Alge-

mene Indicator

Eigen Huis Alge- mene Indicator

Mean Mean Mean Mean

- 108,8 106,7 109,5 108,4

+ 110,2 108,7 108,2 109,1

- 110,3 108,6 108,4 109,2

+ 99,6 95,5 112,1 101,0

- 109,7 107,6 106,9 108,2

+ 111,1 112,5 121,2 114,5

- 110,9 108,3 107,7 109,1

+ 105,4 107,7 112,9 108,2

- 109,2 108,8 108,6 108,9

+ 123,5 96,6 107,5 110,0

- 108,4 105,5 107,5 107,3

+ 113,5 115,0 110,9 113,1

- 108,8 108,0 108,3 108,4

+ 138,1 127,3 114,5 129,1

- 108,8 107,0 106,8 107,7

+ 114,0 114,7 114,0 114,2

gen

- 109,7 107,4 107,7 108,4

+ 112,8 120,3 121,2 118,2

- 109,2 112,0 108,5 109,9

+ 111,3 100,1 108,5 107,4

- 109,7 108,9 108,7 109,1

+ 111,3 104,1 105,8 107,2

(19)

TABEL 2.19 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR REDEN ONGUNSTIG KOOPMOMENT (V50) (gemiddelde score)

Meting Peiling

Markt Indicator

Mean Mean Mean Mean

V20C: De hypotheekrente is hoog

- 100,2 101,1 104,7 102,1

+ 104,9 92,5 75,1 88,8

- 100,4 101,1 104,5 102,1

+ 98,9 96,3 89,6 94,9

- 99,1 101,5 100,7 100,5

+ 100,9 100,6 105,2 102,3

- 100,7 101,1 104,3 102,1

+ 97,4 97,7 97,4 97,5

V20C: De fiscale behan- deling wordt ongunstiger

- 100,8 101,4 103,8 102,1

+ 97,3 98,0 105,2 100,0

V20C: De economische situatie is ongunstig

- 100,9 101,5 104,7 102,4

+ 94,4 95,6 99,3 96,8

V20C: De inkomens van huishoudens staan on-

der druk

- 100,2 101,3 105,1 102,3

+ 100,7 98,8 99,6 99,6

- 100,4 100,6 104,1 101,8

+ 93,9 110,0 100,0 101,9

perkt

- 98,0 101,5 100,4 100,1

+ 102,2 100,4 106,1 102,9

(20)

18

TABEL 2.20 EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR NAAR REDEN ONGUNSTIG KOOPMOMENT (V50) (gemiddelde score)

Meting Peiling

junctuur Indica- tor

tor

Mean Mean Mean Mean

- 91,4 93,2 86,0 90,2

+ 87,2 82,2 86,3 84,4

- 91,7 92,9 86,0 90,2

+ 81,7 90,6 86,7 86,9

- 88,4 95,2 84,1 89,5

+ 92,9 91,7 86,8 90,3

- 91,8 93,4 86,6 90,6

+ 87,1 84,4 77,5 83,5

- 92,7 94,0 87,3 91,3

+ 82,4 86,5 76,5 82,4

- 93,8 94,8 88,7 92,5

+ 69,2 77,6 70,0 72,6

der druk

- 97,3 97,6 90,8 95,2

+ 69,3 74,9 67,9 70,9

- 91,3 93,1 86,5 90,3

+ 94,1 82,2 76,3 81,4

perkt

- 88,0 90,4 82,9 87,3

+ 94,4 94,6 88,1 92,2

(21)

TABEL 2.21 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR REDEN ONGUNSTIG KOOPMOMENT (V50) (gemiddelde score)

Meting Peiling

mene Indicator

Mean Mean Mean Mean

- 96,3 97,3 96,0 96,5

+ 92,2 85,2 84,1 86,2

- 96,5 97,1 96,0 96,6

+ 89,8 92,7 88,1 90,5

- 94,7 98,9 93,6 95,9

+ 97,0 96,1 96,5 96,5

- 96,6 97,3 96,1 96,7

+ 93,1 91,6 89,3 91,6

- 97,1 97,8 96,3 97,1

+ 90,7 92,4 91,3 91,6

- 97,8 98,3 97,3 97,8

+ 81,8 86,9 85,6 85,2

der druk

- 98,8 99,2 98,6 98,9

+ 86,6 87,7 84,9 86,4

- 96,3 97,1 95,9 96,5

+ 94,0 89,9 88,3 90,0

perkt

- 93,7 96,3 92,2 94,2

+ 98,3 97,3 97,8 97,7

(22)

20 2.4 Onderliggende factoren bij indicatoren

TABEL 2.22 BASISVARIABELEN EIGEN HUIS MARKT INDICATOR (procentuele verdeling)

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020 1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent

Algemeen kopen van een woning afgelopen 12 maanden

duidelijk slechter 31,3% 38,8% 35,2% 35,1%

iets slechter 27,9% 29,6% 29,2% 28,9%

hetzelfde gebleven 17,7% 15,8% 13,8% 15,7%

iets beter 10,8% 5,7% 8,7% 8,4%

duidelijk beter 1,2% 1,6% 2,3% 1,7%

weet het niet 11,2% 8,5% 10,8% 10,1%

Algemeen kopen van een woning komende 12 maanden

iets slechter 28,0% 33,6% 30,1% 30,6%

iets beter 6,5% 4,8% 5,8% 5,7%

weet het niet 12,9% 9,2% 10,6% 10,9%

Koopprijzen afgelopen 12 maanden

gedaald 1,9% 0,4% 0,6% 1,0%

vrijwel gelijk gebleven 3,6% 3,9% 3,5% 3,7%

zwak gestegen 11,1% 9,7% 8,1% 9,7%

matig gestegen 34,4% 30,8% 28,3% 31,2%

sterk gestegen 39,5% 48,7% 51,9% 46,7%

weet het niet 9,5% 6,5% 7,7% 7,9%

Koopprijzen komende 12 maanden

dalen 2,1% 1,8% 1,3% 1,7%

gelijk blijven 12,8% 10,6% 11,3% 11,6%

minder stijgen 23,9% 22,1% 22,1% 22,7%

eventueel stijgen 39,0% 45,1% 41,0% 41,7%

sterker stijgen 10,7% 11,8% 14,8% 12,4%

weet het niet 11,5% 8,6% 9,5% 9,9%

Rente afgelopen 12 maanden

Sterk gestegen 0,4% 0,9% 1,2% 0,8%

Licht gestegen 4,4% 5,5% 5,2% 5,0%

Hetzelfde gebleven 23,6% 27,2% 17,8% 22,9%

Licht gedaald 40,1% 36,4% 39,3% 38,6%

Sterk gedaald 8,2% 8,1% 13,0% 9,8%

Weet het niet 23,2% 21,9% 23,4% 22,9%

Rente komende 12 maanden

Sterk stijgen 1,0% 0,8% 0,9% 0,9%

Licht stijgen 17,6% 15,2% 16,4% 16,4%

Blijft hetzelfde 46,3% 47,5% 39,7% 44,5%

Licht dalen 12,6% 14,4% 18,0% 15,0%

Sterk dalen 0,4% 0,2% 0,7% 0,4%

Weet het niet 22,0% 21,9% 24,4% 22,8%

(23)

TABEL 2.23 BASISVARIABELEN EIGEN HUIS CONJUNCTUUR INDICATOR (procentuele verdeling)

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020 1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent

Economische situatie afgelopen 12 maan-

den

iets slechter 19,6% 21,6% 22,5% 21,2%

iets beter 26,2% 24,2% 22,4% 24,2%

weet het niet 4,2% 4,2% 4,5% 4,3%

Economische situatie komende 12 maan-

den

iets slechter 27,5% 27,9% 39,6% 31,7%

iets beter 16,7% 12,7% 8,6% 12,7%

weet het niet 4,4% 5,6% 5,7% 5,2%

Werkloosheid komende 12 maanden

Duidelijk stijgen 2,1% 2,3% 1,9% 2,1%

Enigszins stijgen 21,4% 18,2% 23,9% 21,2%

Gelijk blijven 38,9% 44,5% 44,8% 42,7%

Iets dalen 27,8% 26,5% 20,5% 24,9%

Duidelijk dalen 2,1% 1,5% 2,7% 2,1%

Weet het niet 7,7% 7,0% 6,2% 7,0%

Financiele situatie afgelopen 12 maanden

iets slechter 19,7% 22,9% 24,4% 22,4%

iets beter 21,4% 19,6% 17,3% 19,4%

weet het niet 0,6% 1,4% 1,5% 1,2%

Financiele situatie komende 12 maan-

den

iets slechter 23,4% 22,0% 24,3% 23,3%

iets beter 17,1% 16,5% 14,0% 15,9%

weet het niet 2,9% 2,0% 2,7% 2,5%

(24)

22

TABEL 2.24 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS MARKT INDICATOR (gemiddelden)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Eigen Huis Markt

Indicator

Mean Mean Mean Mean

duidelijk slechter 95,9 97,6 99,3 97,7

iets slechter 101,5 102,3 105,4 103,1

hetzelfde gebleven 111,1 109,4 113,5 111,3

iets beter 126,4 127,7 128,9 127,6

duidelijk beter 147,3 139,7 144,3 143,5

weet het niet 118,6 131,3 116,1 123,1

iets slechter 99,9 102,6 104,9 102,5

iets beter 126,9 126,7 131,4 128,3

duidelijk beter 145,9 133,6 122,2 139,0

weet het niet 123,2 139,2 117,4 124,8

Koopprijzen afgelopen 12 maanden

gedaald 60,2 82,0 69,4 64,9

vrijwel gelijk gebleven 83,1 79,2 81,3 81,1

zwak gestegen 93,9 94,4 98,6 95,4

matig gestegen 106,9 103,8 105,0 105,3

sterk gestegen 111,6 109,4 112,3 111,1

weet het niet 91,8 112,5 95,2 94,7

dalen 78,5 79,3 90,0 81,3

gelijk blijven 91,9 88,3 93,9 91,4

minder stijgen 100,7 102,3 103,2 102,0

eventueel stijgen 111,1 109,0 111,2 110,4

sterker stijgen 116,0 111,0 116,5 114,6

weet het niet 106,5 98,7 96,9 101,2

Sterk gestegen 114,4 84,7 77,0 86,1

Licht gestegen 92,3 90,9 94,2 92,4

Hetzelfde gebleven 97,9 96,5 94,3 96,4

Licht gedaald 109,3 111,3 112,5 111,0

Sterk gedaald 128,0 123,6 125,8 125,8

Weet het niet 96,0 97,8 101,1 98,5

Sterk stijgen 96,2 85,1 72,5 85,1

Licht stijgen 96,0 95,6 96,1 95,9

Blijft hetzelfde 106,6 104,6 107,0 106,0

Licht dalen 118,6 120,1 122,6 120,7

Sterk dalen 142,7 100,0 147,2 140,0

Weet het niet 100,1 98,6 103,6 100,9

(25)

TABEL 2.25 EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS MARKT INDICATOR (gemiddelden)

Meting Peiling

junctuur Indicator

Eigen Huis Con- junctuur Indicator

Mean Mean Mean Mean

iets slechter 98,2 98,6 90,1 95,6

iets beter 109,8 101,1 99,9 104,3

duidelijk beter 131,3 87,6 100,7 103,9

weet het niet 90,7 90,9 82,3 87,7

iets slechter 99,3 95,9 91,5 95,5

iets beter 116,1 110,1 107,6 111,4

duidelijk beter 123,8 100,4 144,5 123,5

weet het niet 90,7 89,9 80,2 87,1

gedaald 91,3 77,1 87,1 88,5

zwak gestegen 90,8 93,1 93,5 92,3

matig gestegen 99,9 98,3 94,5 97,7

sterk gestegen 94,5 93,9 87,9 91,8

weet het niet 93,5 89,3 78,1 87,3

dalen 88,5 98,3 93,6 93,2

gelijk blijven 101,0 92,7 94,0 96,1

minder stijgen 96,0 97,3 92,6 95,3

sterker stijgen 82,8 80,6 86,1 83,4

weet het niet 94,0 87,0 79,7 87,5

Sterk gestegen 114,6 79,0 95,3 92,9

Licht gestegen 101,6 93,5 95,9 96,6

Licht gedaald 96,6 96,1 91,1 94,6

Sterk gedaald 94,1 100,4 89,4 93,7

Weet het niet 93,7 93,2 87,0 91,2

Sterk stijgen 82,3 56,7 96,5 79,4

Licht stijgen 93,0 85,1 86,5 88,3

Licht dalen 92,9 100,7 93,4 95,6

Sterk dalen 49,4 50,0 105,1 80,0

Weet het niet 95,0 92,6 85,9 90,9

(26)

24

TABEL 2.26 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS MARKT INDICATOR (gemiddelden)

Meting Peiling

mene Indicator

Mean Mean Mean Mean

iets slechter 100,0 100,2 97,7 99,3

iets beter 118,7 115,6 114,6 116,6

duidelijk beter 139,8 115,5 124,6 125,4

weet het niet 100,9 109,6 97,3 102,5

iets slechter 99,6 99,2 98,0 98,9

iets beter 122,0 119,3 119,9 120,5

duidelijk beter 135,7 118,5 132,4 131,9

weet het niet 101,1 104,9 97,3 101,1

gedaald 77,7 79,4 78,2 78,1

zwak gestegen 92,6 93,9 96,0 94,0

matig gestegen 103,4 101,5 100,1 101,8

sterk gestegen 103,7 102,1 101,0 102,2

weet het niet 96,9 85,5 80,1 88,7

dalen 83,6 89,0 92,2 87,4

gelijk blijven 96,4 90,3 93,8 93,7

minder stijgen 98,6 100,0 98,2 98,9

sterker stijgen 101,0 96,5 102,5 100,2

weet het niet 96,7 89,2 84,6 90,8

Sterk gestegen 114,5 81,5 85,0 88,8

Licht gestegen 96,5 92,0 94,7 94,2

Licht gedaald 103,4 104,4 102,6 103,4

Sterk gedaald 111,5 112,9 109,2 110,8

Weet het niet 96,5 94,9 93,6 94,9

Sterk stijgen 89,9 73,3 83,3 82,8

Licht stijgen 94,4 90,3 91,4 92,1

Licht dalen 106,7 111,1 109,3 109,2

Sterk dalen 100,3 77,3 128,4 112,9

Weet het niet 99,0 95,4 94,0 96,0

(27)

TABEL 2.27 EIGEN HUIS MARKTINDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR (gemiddelden)

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020 1e kwartaal 2020 Eigen Huis Markt

Indicator

Mean Mean Mean Mean

den

iets slechter 101,3 101,2 103,7 102,1

iets beter 108,6 107,9 111,6 109,3

duidelijk beter 113,6 117,9 116,5 116,0

weet het niet 104,3 115,7 104,3 108,4

Economische situatie komende 12 maanden

iets slechter 101,2 101,1 105,3 102,9

iets beter 112,2 114,6 113,5 113,4

duidelijk beter 127,1 125,0 121,0 123,4

weet het niet 112,7 103,2 106,0 106,6

Duidelijk stijgen 108,1 112,5 105,0 109,0

Enigszins stijgen 106,3 102,3 106,3 105,2

Gelijk blijven 104,1 103,2 109,2 105,6

Iets dalen 106,9 106,3 105,0 106,2

Duidelijk dalen 103,8 117,7 113,2 111,1

Weet het niet 101,8 108,9 107,0 106,1

iets slechter 101,0 102,4 104,9 102,9

iets beter 109,2 106,9 108,0 108,0

duidelijk beter 123,8 113,4 117,6 118,0

weet het niet 90,0 99,0 105,3 100,1

Financiele situatie komende 12 maanden

iets slechter 101,8 101,6 103,3 102,2

iets beter 109,6 107,7 112,0 109,6

duidelijk beter 120,8 109,5 111,5 114,4

weet het niet 100,5 94,3 101,4 99,2

(28)

26

TABEL 2.28 EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR (gemiddel- den)

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020 1e kwartaal 2020 Eigen Huis Con-

junctuur Indicator

Mean Mean Mean Mean

den

iets slechter 72,7 72,0 71,2 71,9

iets beter 119,4 117,7 114,6 117,4

duidelijk beter 138,1 137,9 138,5 138,2

weet het niet 89,8 94,4 89,5 91,0

iets slechter 77,7 77,9 80,6 79,0

iets beter 129,2 133,5 124,5 129,5

duidelijk beter 163,4 200,0 160,7 164,7

weet het niet 97,8 102,1 104,3 101,8

Gelijk blijven 94,4 96,9 92,7 94,6

Iets dalen 115,6 111,2 109,2 112,3

Duidelijk dalen 100,8 125,0 97,5 105,1

Weet het niet 90,6 89,1 84,5 88,4

iets slechter 70,7 73,1 69,5 71,1

iets beter 121,7 119,4 115,6 119,1

duidelijk beter 138,9 144,3 140,4 141,3

weet het niet 80,2 77,3 72,6 75,6

iets slechter 72,8 71,3 70,5 71,5

iets beter 122,4 119,1 117,3 119,7

duidelijk beter 140,5 138,8 139,1 139,6

weet het niet 93,3 88,5 86,2 89,9

(29)

TABEL 2.29 EIGEN HUIS ALGEMENE INDICATOR NAAR BASISVARIABELEN EIGEN HUIS CONJUNCTUURINDICATOR (gemiddelden)

Meting Peiling

januari 2020 februari 2020 maart 2020 1e kwartaal 2020 Eigen Huis Alge-

mene Indicator

Mean Mean Mean Mean

den

iets slechter 88,4 87,1 88,0 87,8

iets beter 113,6 112,3 113,1 113,0

duidelijk beter 125,6 127,0 125,9 126,2

weet het niet 101,9 105,8 98,1 102,1

iets slechter 90,4 90,1 93,5 91,6

iets beter 120,3 123,1 118,3 120,7

duidelijk beter 143,6 159,1 140,2 142,8

weet het niet 107,1 98,1 105,4 103,2

Gelijk blijven 99,5 100,1 101,4 100,4

Iets dalen 111,1 108,3 106,5 108,8

Duidelijk dalen 102,2 118,6 107,6 108,4

Weet het niet 96,6 100,6 96,4 98,2

iets slechter 87,6 88,7 87,8 88,1

iets beter 115,5 112,9 111,2 113,3

duidelijk beter 131,0 127,6 128,2 128,9

weet het niet 75,0 89,4 81,7 85,7

iets slechter 88,8 87,4 87,5 87,9

iets beter 115,7 112,9 114,2 114,3

duidelijk beter 129,2 122,7 124,9 125,9

weet het niet 97,1 90,7 94,2 95,0

(30)

28 2.5 Verhuisgeneigdheid

TABEL 2.30 VERHUISGENEIGDHEID (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Per-

cent

Count Per- cent

Bent u van plan om binnen twee jaar te gaan verhuizen?

Ja, zeker 9,9% 9,5% 8,4% 9,2%

Ja, misschien 20,0% 20,5% 21,7% 20,7%

Nee, waarschijnlijk niet 29,7% 30,7% 31,2% 30,5%

Nee, zeker niet 40,4% 39,3% 38,7% 39,5%

Gezinsamenstelling

aleenstaand 25,1% 28,2% 27,0% 26,8%

gezin zonder kinderen 60,2% 59,4% 60,5% 60,1%

met kinderen 14,7% 12,4% 12,5% 13,2%

TABEL 2.31 VERHUISGENEIGDHEID Eigen Huis Indicatoren (gemiddelde scores)

Eigen Huis Conjunctuur In-

dicator

Eigen Huis Al- gemene Indica-

tor

Mean Mean Mean

Bent u van plan om binnen twee jaar te gaan verhuizen?

Ja, zeker 108,2 103,9 106,0

Ja, misschien 105,8 93,4 100,1

Nee, waarschijnlijk niet 105,2 91,1 98,5

Nee, zeker niet 105,9 93,0 100,0

Gezinsamenstelling

aleenstaand 104,3 92,5 98,8

gezin zonder kinderen 105,5 92,8 99,5

met kinderen 111,0 99,0 105,2

TABEL 2.32 GEWENSTE WONINGKENMERKEN (procentuele verdeling)

Meting Peiling

Gewenste eigendomsvorm

huur 37,3% 36,7% 42,2% 38,8%

koop 47,5% 50,8% 45,0% 47,8%

weet niet 15,2% 12,5% 12,8% 13,5%

Gewenste type woning

eengezins 32,0% 26,6% 32,3% 30,3%

flat, appartement, etage-

woning 42,2% 36,3% 49,6% 42,6%

weet niet/geen voorkeur 25,8% 37,0% 18,1% 27,0%

(31)

TABEL 2.33 GEWENSTE WONINGKENMERKEN Eigen Huis Indicatoren (gemiddelde scores)

Mean Mean Mean

Peiling 1e kwartaal 2020 105,9 93,5 100,1

Gewenste eigendomsvorm

huur 103,4 88,3 95,7

koop 108,9 106,0 107,5

weet niet 106,0 87,0 96,9

Gewenste type woning

eengezins 108,8 99,0 104,9

flat, appartement, etagewoning 108,4 99,2 103,9

weet niet/geen voorkeur 108,2 108,9 108,9

TABEL 2.34 WAAROM VOORKEUR HUURWONING (V28) (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent V5C: Een koopwoning

is voor mij niet betaalbaar

- 58,2% 55,3% 59,7% 57,8%

+ 41,8% 44,7% 40,3% 42,2%

V5C: De huizenprijzen liggen op dit moment te hoog

- 74,9% 72,6% 76,0% 74,6%

+ 25,1% 27,4% 24,0% 25,4%

V5C: Kopen is duurder dan huren

- 95,3% 95,6% 90,4% 93,6%

+ 4,7% 4,4% 9,6% 6,4%

V5C: Kopen geeft bijkomende kosten, b.v. aan onderhoud, belasting en opstalverzekering

- 87,9% 83,5% 86,4% 86,0%

+ 12,1% 16,5% 13,6% 14,0%

V5C: Met een huurwoning ben je minder gebonden aan een be- paalde plek

- 85,2% 87,9% 90,1% 87,8%

+ 14,8% 12,1% 9,9% 12,2%

V5C: In een huurwoning heb je minder zorgen (waardeontwikkeling, onderhoud, enz.)

- 74,9% 82,1% 71,5% 75,9%

+ 25,1% 17,9% 28,5% 24,1%

V5C: Als een tijdelijke overbrugging

- 94,4% 96,8% 99,0% 96,8%

+ 5,6% 3,2% 1,0% 3,2%

V5C: Het kopen van een woning is ingewik-

keld

- 94,3% 88,4% 94,9% 92,7%

+ 5,7% 11,6% 5,1% 7,3%

V5C: Ik ben te jong om al te kopen

- 86,6% 86,5% 88,1% 87,1%

+ 13,4% 13,5% 11,9% 12,9%

V5C: Ik ben te oud om te kopen

- 60,4% 63,4% 59,8% 61,1%

+ 39,6% 36,6% 40,2% 38,9%

(32)

30

TABEL 2.35 WAAROM VOORKEUR HUURWONING (V28) Eigen Huis Indicatoren (gemiddelde scores)

tor

Mean Mean Mean

V5C: Een koopwoning is voor mij niet betaalbaar

- 106,0 86,3 96,1

+ 101,2 90,3 95,9

V5C: De huizenprijzen liggen op dit moment te hoog

- 105,1 86,9 95,9

+ 101,3 90,9 96,4

V5C: Kopen is duurder dan huren - 103,8 88,1 96,1

+ 109,1 84,7 95,6

V5C: Kopen geeft bijkomende kosten, b.v. aan onderhoud, belasting

en opstalverzekering

- 103,9 87,5 95,5

+ 105,3 90,7 99,2

V5C: Met een huurwoning ben je minder gebonden aan een be- paalde plek

- 104,7 87,0 95,6

+ 99,7 94,8 99,3

V5C: In een huurwoning heb je minder zorgen (waardeontwikke-

ling, onderhoud, enz.)

- 103,2 86,1 94,4

+ 106,5 93,6 101,0

V5C: Als een tijdelijke overbrugging - 103,7 87,8 95,8

+ 116,0 90,6 102,9

V5C: Het kopen van een woning is ingewikkeld

- 104,0 87,7 95,9

+ 105,6 91,5 97,9

V5C: Ik ben te jong om al te kopen - 105,3 86,8 96,3

+ 93,7 97,3 93,8

V5C: Ik ben te oud om te kopen - 103,2 90,8 96,7

+ 105,4 83,7 95,0

2.6 Algemene stemming ten aanzien van de koopwoningmarkt

TABEL 2.36 OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKTINTERESSE IN DE KOOPWONINGMARKT (procentuele verdeling)

Meting Peiling

1e kwartaal 2020 Count Percent Count Percent Count Percent Count Percent Bent u lid van Vereniging

Eigen Huis?

Ja 15,0% 15,7% 18,7% 16,5%

Nee 85,0% 84,3% 81,3% 83,5%

aantal jaren lid VEH

1 jaar 10,6% 5,4% 3,1% 6,1%

2 - 5 jaar 9,1% 12,3% 10,3% 10,6%

5 - 10 jaar 14,2% 7,6% 17,1% 13,2%

10 jaar en langer 66,1% 74,7% 69,5% 70,1%

(33)

TABEL 2.37 OMSTANDIGHEDEN IN DE ECONOMIE EN OP DE WONINGMARKTINTERESSE IN DE KOOPWONINGMARKT Eigen Huis Indicatoren (gemiddelde scores)

tor

Mean Mean Mean

Bent u lid van Vereniging Eigen Huis?

Ja 108,4 96,8 103,1

Nee 105,3 92,8 99,4

aantal jaren lid VEH

1 jaar 111,7 104,3 107,8

2 - 5 jaar 111,1 96,4 104,0

5 - 10 jaar 108,3 95,8 102,4

10 jaar en langer 107,8 96,1 102,5

(34)

32 3 Tabellen op kwartaalbasis

3.1 De Eigen Huis Indicatoren

TABEL 3.1 LAATSTE KWARTALEN Eigen Huis indicatoren (gemiddelde score)

Peiling 1e kwartaal

2019

2e kwartaal 2019

3e kwartaal 2019

4e kwartaal 2019

1e kwartaal 2020 Eigen Huis Markt In-

dicator Mean 99,3 100,3 103,2 105,2 105,9

Eigen Huis Conjunc-

tuur Indicator Mean 94,3 96,5 92,4 88,4 93,5

Eigen Huis Alge-

mene Indicator Mean 97,2 98,7 98,1 97,1 100,1