22 | de EDP-Auditor nummer 4 | 2006
Architectuur is het ‘toverwoord’ binnen de Elektronische Overheid stelt Michel Bouten, plaatsvervangend direc- teur en programmamanager van de ICTU. Al een kleine tien jaar is hij zeer intensief betrokken bij het opzetten van de Elektronische Overheid in Nederland. Bouten heeft zelf een audit-achtergrond en volgens hem kan de auditor bij het creëren van de Elektronische Overheid niet vroeg genoeg in het proces worden betrokken.
In dit interview geeft hij zijn visie op de ontwikkeling van de Elektronische Overheid en de rol die de auditor hierin kan spelen.
Met e-architectuur op weg naar de
overheidsdienstverlening van de toekomst
Chris Wauters en Thea Gerritse
D
e Elektronische Overheid moet ervoor zorgen dat burger en bedrijfsleven ‘in control’ is van de overheids- dienstverlening vindt Bouten. Stichting ICTU (zie kader) bouwt daarom mee aan de e-overheid met omvangrijke pro- gramma’s als bijvoorbeeld architectuur Elektronische Over- heid, modernisering Gemeentelijke Basis Administraties en DigiD. Elektronische Overheid is volgens Bouten geen doel op zich. Uiteindelijk gaat het om het verbeteren van de per- formance van de overheid in zijn geheel door gebruik te maken van ICT. Architectuur speelt hierin een essentiële rol, want binnen de Elektronische Overheid hangt alles met elkaar samen. Met een goede architectuur kunnen de bouw- stenen in de juiste samenhang worden gebracht. Daarbij, zegt hij, speelt ook informatie-uitwisseling binnen de over- heid een zeer belangrijke rol. Goede informatie-uitwisseling is bijvoorbeeld dé uitdaging in de jeugdketen, de justitiële keten, in de zorg maar ook binnen het onderwijs. Volgens Bouten gaat het erom dat overheden dezelfde ‘taal’ gaan spreken. Je moet in de eigen werkprocessen ook kunnen omgaan met de diensten van collega-overheden. Door een goede architectuur, semantiek en open standaarden met elkaar af te spreken zorgen we ervoor dat overheden effi- ciënter en effectiever kunnen werken.Burgerperspectief
Burgers worden terecht steeds veeleisender. Om hierin tege- moet te komen krijgt iedere burger over enige tijd zijn eigen Persoonlijke Internet Pagina van de Overheid (PIP). Dit is dé portal voor de burger waar hij of zij interactie heeft met de overheid. Bedrijven hebben tegenwoordig al een verge- lijkbare communicatievoorziening via de Overheids Transac- tie Poort (OTP) en het bedrijvenloket waarmee ze met de overheid informatie kunnen uitwisselen.
Interview
Stichting ICTU
De stichting ICTU werd op 11 april 2001 opgericht door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. ICTU is een instelling van en voor overheden. De verantwoordelijkheid voor het beheer van ICTU ligt primair bij het ICTU-bestuur, waarin alle overheidslagen zijn vertegenwoordigd. Het werkveld van ICTU is de Elektronische Overheid die zorgt voor het verbeteren van zowel de werkproces- sen bij overheden als de dienstverlening aan de maatschappij en de interactie met burgers. Voor meer informatie zie www.ictu.nl.
‘ Qua modernisering van Gemeentelijke Basisadministraties loopt Nederland
internationaal vooruit’
24 | de EDP-Auditor nummer 4 | 2006
Het vaak opgebrachte vraagstuk in het kader van de tweede- ling in de maatschappij van de do’s en de don’ts is volgens Bouten geen reden om niet maximaal te investeren in de Elektronische Overheid. De Elektronische Overheid zal een nieuw communicatiekanaal openen, maar niet het oude kanaal volledig vervangen. Het baliepersoneel van een gemeente kan samen met de wat oudere burger ook gebruik- maken van dezelfde elektronische voorzieningen als de wat jongere burger die het zelf doet via internet.
Hoe doen we het internationaal?
Nederland doet het internationaal gezien zo slecht nog niet op het gebied van de Elektronische Overheid. Conceptueel is Nederland goed, aldus Bouten. Waar in Nederland het probleem zit is dat de realisatie stokt. Daar komt onze ‘pol- dercultuur’ om de hoek kijken. Het kost wat tijd en inspan- ning, maar als we hier iets realiseren dan is het ook een duur- zame oplossing. Nederland is best bescheiden, want we
‘Kennis en kunde van de auditor worden vaak te laat in het proces aangeboord’
Michel Bouten
Michel Bouten is plaatsvervangend directeur van de ICTU en pro- grammamanager Architectuur e-overheid en projectleider van de modernisering van het GBA. Bouten heeft een zeer ruime ervaring binnen de Rijksoverheid. Na zijn registeraccountantopleiding heeft hij onder meer gewerkt bij de departementale Auditdienst van het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) waarna hij binnen VROM is gaan werken als verantwoordelijke voor financiële informatievoorziening/project- leider. In deze hoedanigheid was hij binnen milieubeheer onder andere verantwoordelijk voor de Millennium-operatie en de invoe- ring van de euro. Vanaf eind 1999 was hij programmamanager van de ICTU-programma’s PKI-overheid, OverheidsNetwerk 21 (OT2000) en Rijksoverheidsintranet.
E x p e r i e n c e S h o w s .
Als u een Jefferson Wells team inhuurt, hoeft u ze niet eerst wegwijs te maken. Ze doen het al jaren - en dat merk je. Niet alleen aan hun gezicht, maar vooral aan hun werkwijze. Ze weten wat ze doen en dus behalen ze sneller resultaat. We hebben alleen ervaren professionals, die we bij u aan het werk zetten.
Plaza Arena, gebouw Apollo Herikerbergweg 9
1101 CN Amsterdam Z.O.
Tel: +31 20 346 89 00 www.jeffersonwellsnl.n l
Internal Audit • Technology Risk • Tax • Finance & Accounting
©2006 Jeff erson Wells International, Inc. All rights reserved.
26 | de EDP-Auditor nummer 4 | 2006
hebben ook al een aantal internationale awards gewonnen.
De Belastingdienst, de IB-Groep, het Kadaster, het SUWI- domein en ook Justitie doen het bijvoorbeeld heel goed.
Ook op het gebied van de modernisering van de Gemeente- lijke Basisadministraties lopen we internationaal voorop.
Nederland wordt regelmatig gevraagd hierover in het bui- tenland presentaties te geven. Canada is in alle benchmarks één van de koplopers. Dat is overigens alleen de Canadese federale overheid. De lokale overheid loopt daar nog een stuk achter. In Nederland is dit een stuk meer in balans onder meer door het programma E-Gem (gemeenten) van de ICTU. Bouten vindt dat de Scandinavische landen het echt goed doen. Daar zijn de randvoorwaarden in de jaren
‘80 al goed geregeld, zoals de basisregistraties en het Burger Service Nummer (BSN). In Nederland lopen deze ontwik- kelingen, maar er is zeker nog wat werk te verzetten.
Grote interdepartementale projecten
Waarom gaan grote interdepartementale projecten zoals P-Direkt zo vaak mis binnen de overheid? Volgens Bouten zijn daar twee belangrijke redenen voor. De eerste reden, zegt hij, is dat er gestuurd wordt door besluitvormers die te ver van de inhoud afstaan en het de direct betrokkenen niet lukt de consequenties van de besluiten helder in beeld te brengen. Een tweede reden die hij noemt, is dat interdepar- tementale projecten vaak organisatorisch onnodig complex worden gemaakt. We beginnen met té grote ambities. Het
‘zwaan kleef aan’ principe werkt vaak zeker zo goed, waarbij een aantal partijen elkaar vindt en de overige partijen op een later moment aansluiten, als ze hieraan toe zijn.
Rol van de auditor
De auditor heeft volgens Bouten een belangrijke rol in de totstandkoming van de Elektronische Overheid. Bestuurders hebben tegenwoordig steeds vaker de behoefte aan zeker- heid over de vraag of ze de goede dingen doen. Wel vindt hij dat de kennis en kunde van de auditor vaak te laat in het proces worden aangeboord. Binnen ICTU worden zeer regelmatig opgeleverde producten door externe auditors beoordeeld. Bouten ziet het liefst dat de auditor al een rol speelt in het traject van functionele en technische eisen.
Hij geeft aan dat hij daarbij een spanningsveld ziet tussen controle versus advies dan wel een spanning bij de auditor om mee te gaan in de dynamiek van het proces. We moeten hierin een modus zien te vinden. Auditors moeten niet de laatste procent zekerheid aan de achterkant zoeken terwijl de voorkant omgeven is met onzekerheden. Dat kan nog veel beter met elkaar in balans worden gebracht.
Een tweede belangrijk punt is volgens Bouten dat we niet met zijn allen de informatie kapot moeten controleren. Het gevaar is dat de iedere overheidsorganisatie een eigen verkla- ring gaat vragen over de kwaliteit van de Elektronische Over- heidsbouwstenen waarbij eigen normen worden gesteld. Er zou meer hergebruik moeten zijn van oordelen op basis van een single-audit principe.
Tot slot
Een grote uitdaging binnen de Elektronische Overheid, vindt Bouten, is de primaire overheidsbusiness goed te betrekken bij de IT-ontwikkelingen. De organisatorische uitdaging die daarbij hoort, is hoe we binnen de overheids- organisaties omgaan met ICT. De overheid moet meer leren vanuit de business te denken en zij moet IT-projecten een eigenaar geven, zodat de landing binnen de overheidsorga- nisaties ook geborgd is. Een ander belangrijk aandachtspunt dat Bouten onderkent, is dat e-architectuur voor organisa- ties niet iets statisch is, maar juist iets wat dynamiek veroor- zaakt. Organisaties zullen constant bezig moeten zijn met wat de e-architectuur betekent voor hun organisatie en informatievoorziening. Technisch zijn er natuurlijk ook uit- dagingen, maar deze zijn tegenwoordig wel oplosbaar.
Vergeet ook zeker niet het organisatorische aspect. Je kunt e-voorzieningen en e-architectuur niet los zien van de inrich- ting van je eigen organisatie. Soms leidt het gebruik van een architectuur ook tot wijzigingen in je organisatie en in de rol die je organisatie heeft. Daar moet je voortdurend bij stil- staan.
De organisatieontwikkelingen bepalen de snelheid van de ontwikkeling van de Elektronische Overheid, niet de techni- sche ontwikkelingen. Al met al zijn we met een geïmplemen- teerde e-architectuur zeker op de goede weg naar de over- heidsdienstverlening van de toekomst. ■