• No results found

Samenvatting Biologie Basisstof 1 t/m 4 hoofdstuk 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Biologie Basisstof 1 t/m 4 hoofdstuk 5"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Biologie Basisstof 1 t/m 4 hoofdstuk 5

Samenvatting door A.

1e klas havo/vwo 805 woorden 7 jaar geleden

6,8

375 keer beoordeeld

Vak Biologie

Methode Biologie voor jou

Hoofdstuk 5 Stevigheid en beweging

Basisstof 1 het skelet van de mens:

De mens heeft (net als alle andere gewervelden) een inwendig skelet of geraamte. Dit skelet bestaat uit vele beenderen (botten).

Wat vormen samen de schedel?

De beenderen in het hoofd.

De schedel word gedragen door de wervelkolom, die in de romp naar beneden loopt.

Uit welke beenderen bestaat de wervelkolom?

De halswervels.

De borstwervels.

De lendenwervels.

Staartbeen.

Heiligbeen.

Wat vormt samen de borstkas?

De borstwervels.

De ribben.

Het borstbeen.

(2)

Aan welke wervels zitten de ribben vast?

Aan de borstwervels.

Welke beenderen vormen samen de schoudergordel?

De schouderbladen.

De sleutelbeenderen.

Uit welke beenderen bestaat de bekkengordel (bekken)?

De heupbeenderen.

Wat worden armen en benen ook wel genoemd?

De ledenmaten.

Van de beenderen in de arm zijn spaakbeen en ellepijp moeilijk uit elkaar te houden. Hiervoor is een ezelsbruggetje:

bij de pols zit de ellepijp vast aan de kant van de pink. Het spaakbeen zit vast bij de duim.

Wat zijn de functies van het skelet?

Stevigheid – zonder skelet zou je in elkaar vallen.

Bescherming – het skelet beschermt tere organen in je lichaam.

Beweging.

Vorm – geeft vorm aan je lichaam.

Noem enkele tere organen in je borstkast?

Je hart.

Je longen.

Armen Benen

De functie is vooral Grijpen Steun geven

De spieren zijn Mindersterk Sterk

De ledematen zijn Bewegelijk Minder bewegelijk

De vingers/tenen hebben Lange kootjes Korte kootjes

De duimen/grote tenen zijn Opponeerbaar Niet-opponeerbaar

(3)

Wat zijn fontanellen?

Dunne, vliezige plaatsen tussen de schedelbeenderen van een baby.

Basisstof 2 het skelet van dieren:

Het skelet van dieren lijkt heel erg op het skelet van de mens. Maar er zijn ook verschillen: de mens loopt op 2 benen, de meeste zoogdieren op 4 poten.

Een beer en een mens zijn zoolgangers: zij lopen op hun hele voetzool.

Katten zijn teengangers, zij lopen op hun tenen.

Paarden zijn topgangers, zij lopen op het puntje van hun hoef, daarom worden ze ook wel hoefgangers genoemd.

Bij welk type zoogdieren bevind het hielbeen zich het verst van de grond?

De topgangers (hoefgangers).

Welke van de drie groepen bevat veel soorten dieren die snel kunnen lopen en die dar ook lang kunnen volhouden?

De topgangers.

Basisstof 3 kraakbeenweefsel en beenweefsel:

Welke twee typen weefsels komen in je lichaam voor die stevigheid geven?

Het kraakbeenweefsel.

Het beenweefsel.

Bij beide weefsels komt tussencelstof voor tussen de cellen.

Noem kenmerken van het kraakbeenweefsel?

Het is stevig maar toch buigzaam.

Het zit bijv. in je neus, maar ook vaak in gewrichten.

Bij baby’s bestaat het skelet vooral uit kraakbeenweefsel. Tijdens de groei word het vervangen door beenweefsel.

Bij beide weefsels komt tussencelstof voor tussen de cellen.

(4)

Wat is harder, kraakbeenweefsel of beenweefsel?

Beenweefsel is harder dan de tussencelstof van kraakbeenweefsel.

Wat bevat beenweefsel?

Kalkzouten – geven stevigheid(hardheid) aan het beenweefsel.

Lijmstof – zorgt ervoor dat het beenweefsel een beetje buigzaam blijft.

Veranderingen in beenweefsel:

Bij kinderen bevat de tussencelstof van beenweefsel veel lijmstof. Bij het ouder worden gaat de tussencelstof van beenweefsel steeds minder lijmstof en steeds meer kalkzouten bevatten. De beenderen worden daardoor steeds minder buigzaam en breken gemakkelijker.

Bs 4 beenverbindingen:

Op welke vier mogelijkheden kunnen de beenderen met elkaar verbonden zijn?

Vergroeid (heiligbeen) geen beweging mogelijk Door een naad (schedel) geen beweging mogelijk Door kraakbeen (wervels) een beetje beweging mogelijk Door gewrichten (vingerkootjes) veel beweging mogelijk.

Beenderen Beenverbindingen Beweeglijkheid

Heiligbeen Vergroeid Geen beweging mogelijk

Heupbeen en dijbeen Door gewrichten Veel beweging mogelijk

Lendenwervels Door kraakbeen Een beetje beweging mogelijk

Opperarmbeen en ellepijp Door gewrichten Veel beweging mogelijk Ribben en borstwervels Door gewrichten Veel beweging mogelijk

Ribben en borstbeen Door kraakbeen Een beetje beweging mogelijk

Schedelbeenderen Door een naad Geen beweging mogelijk

Staartbeen Vergroeid Geen beweging mogelijk

Teenkootjes Door gewrichten Veel beweging mogelijk

(5)

Een gewricht word meestal gevormd door twee botten. Het ene bot heeft een gewrichtskogel, de andere bot een gewrichtskom. Die kunnen in elkaar bewegen.

Welke twee functies hebben de kraakbeenlaagjes op de gewrichtskogel en gewrichtskom?

Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.

Er word slijtage tegen gegaan.

Welke twee functies heeft het gewrichtskapsel?

Het zorgt ervoor dat de botten op hun plek blijven.

Er is binnen in het gewrichtskapsel een gewrichtsmeer.

Wat is de functie van het gewrichtsmeer?

Dat is stroperige vloeistof die werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepel buigen.

Op welke twee manieren word ervoor gezorgd dat een gewricht soepel kan bewegen?

Door de kraakbeenlaagjes.

Door het gewrichtsmeer.

Wat is de functie van kapselbanden?

Die helpen mee om de botten op de juiste plaats te houden.

Waarvoor dient een slijmbeurs?

Een zakje met stroperige vloeistof. Een slijmbeurs dient als een stootkussen op plaatsen waar bot stevig tegen spieren of pezen kan drukken.

Wat zijn de typen gewrichten?

Kogel gewrichten – kunnen helemaal rond en van links naar rechts en van boven naar onder.

Scharnier gewrichten – kunnen alleen op en neer.

Rolgewrichten(spaakbeen en ellepijp) – hand omdraaien.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We hebben ook hierbij de tijd gemeten waarin de enen slinger zijn energie volledig heeft doorgegeven aan de andere en het aantal trillingen geteld in diezelfde tijd.. Als je de X

Een voorwerp vertraagt (minder steil) en gaat vooruit (x neemt toe), komt dan even tot stilstand (horizontaal) en versnelt dan achteruit (steiler en x neemt af).. Rond de 750m,

Warming-up  Veel bloed door spieren laten stromen, zodat spier makkelijker kan samentrekken en minder snel overbelast is. RSI = muisarm (‘herhaalde belasting blessure’) Leer

voorbeelden Functie DZG (doorzak gewicht).. Plat, recht

Deze methode berekent de totale verplaatsing in een tijdstap door het combineren van twee verplaatsingen: de invloedloze verplaatsing en de extra verplaatsing als gevolg van

a Teken in (een kopie van) figuur 29 in elk van de drie situaties de twee krachten F 1 en F 2 (in de gegeven richtingen) die samen de getekende kracht als somkracht opleveren..

Binnen de dienst stromen allochtone talenten niet door naar managementfuncties.. De afwezigheid van allochtone middenmanagers duidt op barrières in het scouting, selectie

De machtige, heel-eigenaardige poëzie van de kaarsvlam in een katholieken tempel kan ik maar met één ander symbool vergelijken: met den meesterstaf, dien de leerlingen van