• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Kuria Zorg in Amsterdam en Hospice Kuria in Amsterdam op 21 oktober 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Kuria Zorg in Amsterdam en Hospice Kuria in Amsterdam op 21 oktober 2021"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Kuria Zorg in Amsterdam en

Hospice Kuria in Amsterdam op 21 oktober 2021

Utrecht, november 2021 V2019246

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 4

1.1 Aanleiding bezoek 4 1.2 Doel en werkwijze 4

1.3 Beschrijving Stichting Kuria Zorg en Hospice Kuria 4 2 Conclusie en vervolgacties 6

2.1 Conclusie bezoek 6 2.2 Vervolgacties 6

3 Resultaten Hospice Kuria 6 3.1 Persoonsgerichte zorg 7 3.2 Deskundige zorgverlener 9

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 11 3.4 Medicatieveiligheid 12

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten 14 Bijlage 2 Beoordeelde documenten 16

(4)

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd sprak op 21 oktober 2021 met de raad van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Kuria Zorg in Amsterdam.

Aansluitend bracht de inspectie een aangekondigd bezoek aan Hospice Kuria in Amsterdam.

1.1 Aanleiding bezoek

De inspectie bezoekt alle zorgaanbieders die intramurale ouderenzorg leveren op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).

1.2 Doel en werkwijze

Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht. Dit gesprek gaat over de besturing van de organisatie. Daarna bezoekt de inspectie één of meerdere locatie(s). Waar de inspectie naar kijkt, ligt vast in een toetsingskader. Bij de gesprekken, de rondleiding, de observaties en de eventuele documenten die zij inzien, letten de inspecteurs op een aantal normen uit de thema’s: persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid.

De inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Zij beoordeelt daarnaast de samenhang tussen de informatie uit het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht en de

bevindingen uit het locatiebezoek.

Op basis van de bevindingen tijdens dit inspectiebezoek, bepaalt de inspectie of er vervolgtoezicht nodig is en in welke vorm.

1.3 Beschrijving Stichting Kuria Zorg en Hospice Kuria

Stichting Kuria Zorg biedt hospicezorg en buddyzorg in de thuissituatie in Amsterdam aan mensen met een ongeneeslijke ziekte. Ook heeft de organisatie een trefpunt voor ontmoeting en informatie in Amsterdam Oud Zuid. Daarnaast biedt Stichting Kuria Zorg onderwijs aan professionals en vrijwilligers en consultatie voor professionals in de regio en ten behoeve van cliënten in de Amsterdam Universitair Medische Centra. Tevens biedt zij onderzoek als bijdrage in de wetenschappelijke onderbouwing van de palliatieve zorgpraktijk.

Stichting Kuria Zorg heeft een locatie in Amsterdam. Het management bestaat uit een tweehoofdige raad van bestuur. De raad van bestuur is tevens

bestuurder van Stichting Vrijwilligers Kuria. Stichting Kuria Zorg en Stichting Vrijwilligers Kuria heeft een raad van toezicht bestaande uit vijf leden.

Het hospice werkt in onderaannemerschap van een grote Amsterdamse zorgaanbieder.

Hospice Kuria is een locatie met tien kamers voor mensen met een ongeneeslijke ziekte met een levensverwachting van minder dan drie maanden. Ten tijde van het bezoek ontvangen negen cliënten zorg. Hospice Kuria noemt de cliënten

‘bewoners’. De cliënten hebben een Palliatieve Terminale Zorg (PTZ)-indicatie op grond van de Zorgverzekeringswet.

De zorg wordt verleend door 22 (13,27 fte) zorgverleners, waarvan elf (7,3 fte) verpleegkundigen niveau 4, zeven (5,2 fte) verpleegkundigen niveau 5 en vier (0,77 fte) hospice medewerkers. Daarnaast zet het hospice vrijwilligers in voor de zorgverlening.

(5)

Een zorgmanager stuurt de locatie aan. Op Hospice Kuria zijn verschillende disciplines betrokken, waaronder een huisarts (tevens kaderarts palliatieve zorg), een verpleegkundig specialist, een geestelijk verzorger en een maatschappelijk werker. Daarnaast is er in Hospice Kuria een eerstelijns fysiotherapiepraktijk aanwezig. De aan Hospice Kuria verbonden medisch specialist is eindverantwoordelijk voor de medische zorg.

COVID-19

De zorgaanbieder vertelt dat de organisatie gedurende de COVID-19 pandemie een continue dreiging van een Corona-uitbraak voelde in het hospice. Om een uitbraak te voorkomen voerde de zorgaanbieder allerhande preventieve maatregelen in, zoals een bezoekregeling en werken met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).

De helft van de vrijwilligers stopte (tijdelijk) met het vrijwilligerswerk, omdat zij tot de risicogroep behoorden. Een aantal vrijwilligers en zorgverleners viel uit vanwege besmetting met het coronavirus. Hospice Kuria was nooit helemaal dicht voor bezoekers. Er konden altijd twee bezoekers per cliënt per etmaal op bezoek komen gedurende de lockdown.

(6)

2 Conclusie en vervolgacties

2.1 Conclusie bezoek

De inspectie constateert dat de geboden zorg (grotendeels) voldoet aan alle getoetste normen.

De inspectie heeft op dit moment voldoende vertrouwen in de wijze waarop Kuria stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie concludeert dat er geen vervolgtoezicht nodig is.

2.2 Vervolgacties

De zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen. De inspectie vertrouwt erop dat Kuria binnen afzienbare tijd aan de normen voldoet en blijft voldoen.

Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie ziet de inspectie op dit moment geen aanleiding om deze locatie van de zorgaanbieder opnieuw te bezoeken. De inspectie sluit het bezoek af.

(7)

3 Resultaten Hospice Kuria

Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.

De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst 3.1 Persoonsgerichte zorg

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

In alle gesprekken komt naar voren dat de zorgverleners de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënten goed kennen. Een zorgverlener kan tijdens het bezoek goed weergeven waarom de zorgverlening aan de cliënten op een bepaalde wijze plaatsvindt. Ook weten de zorgverleners

bijvoorbeeld dat een cliënt graag sjoelt en houdt van een spelletje schaken. Als er ruimte voor is, nemen de vrijwilligers of zorgverleners de tijd om met hem te schaken, zo vertellen de zorgverleners en de cliënt afzonderlijk van elkaar.

De inspectie spreekt afzonderlijk met twee cliënten. Beide cliënten geven aan dat de verpleegkundigen hen goed kennen en weten welke zorg nodig is.

Daarnaast geeft een van hen aan dat ook de vrijwilligers die de

verpleegkundigen ondersteunen bij de zorgverlening, weten op welke wijze de cliënt geholpen wil worden.

Een cliënt geeft aan dat de zorgverleners en vrijwilligers niet zonder hun

toestemming hun kamer betreden. De cliënt vertelt dat hij zijn kamer naar eigen wens mag inrichten. Een cliënt ervaart een huiselijke en gemoedelijke sfeer bij Hospice Kuria. Hij geeft aan dat hij, als er wat is, dit bespreekbaar kan maken.

De cliënt vertelt dat Hospice Kuria rekening houdt met zijn wensen en behoeften. Zo heeft hij op bepaalde momenten op de dag de deur van zijn kamer naar de gang openstaan. Hierdoor voelt hij zich meer op zijn gemak.

Een andere cliënt vertelt dat de vrijwilligers dagelijks aan haar vragen wat ze wil eten. Als dat een kroket is, dan krijgt ze een kroket. Als het hutspot is, dan kookt iemand hutspot voor haar.

(8)

De inspectie ziet tijdens dossierinzage dat wensen en behoeften staan beschreven in het cliëntdossier in het ‘persoonlijk waardenprofiel’.

Contextinformatie en levensloop wordt uitgevraagd bij de intake. Hospice Kuria legt deze informatie vast op het intakeformulier en scant de informatie in zoals de overdracht vanuit het ziekenhuis of de thuiszorg in het cliëntdossier.

Daarnaast hoort de inspectie dat Hospice Kuria aandacht heeft voor de sociale omgeving van de cliënt. Zo vertelt een cliënt dat haar partner om de dag bij haar op de kamer in het hospice slaapt. Zorgverleners vertellen dat in het hospice een koppelbed aanwezig is, zodat door de opname gescheiden partners toch bij elkaar kunnen slapen.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

In alle gesprekken komt naar voren dat de zorgverleners het belangrijk vinden dat cliënten zoveel mogelijk hun eigen regie kunnen en mogen voeren. In principe kunnen de cliënten gaan en staan waar zij willen. Een cliënt vertelt dat hij zelf bepaalt hoe laat hij gaat slapen; ook al zou dat om middernacht zijn. Er is altijd een zorgverlener die hem dan naar bed helpt.

Een andere cliënt vertelt dat zij tijdens het verblijf in het hospice nog heel regelmatig haar hondjes op bezoek krijgt.

In gesprek met de bestuurder en zorgverleners hoort de inspectie dat Hospice Kuria al bij de intake de cliënten aanmoedigen van hun appartement ‘je eigen kamer’ te maken. Ook ziet en hoort de inspectie dat zorgverleners hulpmiddelen inzetten zodat cliënten nog zo lang mogelijk zelfstandig dingen kunnen doen. Zo hoort de inspectie dat een cliënt sinds kort gebruik maakt van een rollator.

Hierdoor kan hij weer zelfstandig het toilet bezoeken.

In de gesprekken komt naar voren dat de cliënten zelf aanwezig kunnen zijn bij het multidisciplinair overleg (MDO), waarin besluitvorming over zorg en

behandeling plaatsvindt. Daarbij is aangegeven dat de cliënten hier doorgaans nauwelijks gebruik van maken. Om die reden spreekt Hospice Kuria voorafgaand aan het MDO de zorgverlening en andere vastgestelde punten met de cliënt door. Na het MDO informeert de medisch eindverantwoordelijke de cliënt over wat er besproken is in het MDO.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

Een cliënt geeft aan dat zowel de zorgverleners als de vrijwilligers hem op een persoonlijke en respectvolle manier aandacht geven.

In de gesprekken komt naar voren dat de hospice medewerker dagelijks bij de cliënten inventariseert wat zij die dag willen eten. De cliënten hebben elke dag een keuze uit verschillende voedingscomponenten, zoals aardappels of rijst.

Tijdens het bezoek ziet de inspectie dat de zorgverleners zich aanpassen aan het tempo van een cliënt. Een zorgverlener wacht geduldig het antwoord van de

(9)

cliënt af, voordat hij de volgende vraag stelt. Deze benaderingswijze leest de inspectie terug in het zorgdossier van de cliënt.

Een cliënt vertelt dat er rust is in Hospice Kuria en dat hij zich er veilig voelt. Hij vertelt dat als hij een hulpoproep doet, er altijd tijdig een reactie is vanuit een zorgverlener.

Zorgverleners vertellen over de samenwerking met de zorgverleners van een vorige intramurale instelling waar een cliënt met verslavingsproblematiek woonde. Deze zorgverleners kwamen in het hospice de cliënt helpen, omdat zij hem lang hadden verzorgd en zijn gedrag goed kenden.

3.2 Deskundige zorgverlener Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria grotendeels aan deze norm.

Verschillende gesprekspartners geven voorbeelden van professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning. Zo vertelt de verpleegkundig

specialist over een cliënt met pijnklachten, waarbij de verpleegkundige overwoog om over te gaan naar een volgende stap in de pijnbestrijding. In overleg met een collega is op dat moment de stap niet genomen en is eerst nog extra ‘zo nodig’-medicatie aangereikt aan de cliënt.

Als ander voorbeeld noemt de zorgmanager een cliënt die met een

alcoholverslaving bij hen verbleef. De zorgmanager vertelt hoe Hospice Kuria samen met de arts en de cliënt afspraken maakte over het gebruik van alcohol.

De zorgverleners vertellen dat een vrouw met vergeetachtigheid door een hersentumor nog lang zelfstandig buiten een wandeling maakte. Kuria zorgde voor een briefje in haar jaszak met het adres van het hospice erop. Ook kon haar zoon haar ‘zoeken’ met behulp van de GPS-tracker op de mobiele telefoon.

Tijdens de intake en bij het opstellen van het zorgplan heeft Hospice Kuria aandacht voor de eventuele risico’s op gezondheidsproblemen bij de cliënten.

Zorgverleners maken geen gebruik van risicosignaleringslijsten. Zij gaan uit van hun eigen professionele deskundigheid. De inspectie ziet tijdens de dossierinzage dat de zorgverleners doelen formuleren op mogelijke gezondheidsrisico’s. Zo leest de inspectie dat zorgverleners een doel formuleren op een valrisico bij een cliënt.

In meerdere gesprekken komt naar voren dat de verpleegkundig specialist en de zorgverleners altijd met de cliënt of diens familie overleggen over het inzetten van veiligheidsmaatregelen, zoals cameratoezicht, bedhekken of een laag bed.

Alle gesprekspartners geven aan dat de cliënt daarmee moet instemmen.

Gesprekspartners vertellen dat de zorgverleners zelf inschatten waarover een cliënt nog zelf kan beslissen. Er is niet een (onafhankelijke) functionaris

aangewezen die de eventuele wils(on)bekwaamheid van de cliënten vaststelt. De inspectie ziet tijdens het bezoek in de cliëntdossiers bij de inzet van

veiligheidsmaatregelen geen overweging van alternatieven hiervoor.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

(10)

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

In Hospice Kuria werken de zorgverleners met een elektronisch cliëntdossier (ECD), speciaal ontworpen voor zorgverlening in hospices. De inspectie ziet tijdens het bezoek het ECD in van twee cliënten die verblijven in het hospice. De inspectie ziet de informatie die de cliënten vertellen tijdens het gesprek met hen terug in het cliëntdossier. De inspectie ziet dat de zorgplannen actueel zijn. Ook zijn de risico’s op eventuele gezondheidsproblemen in het zorgplan van elke cliënt vastgelegd.

De inspectie ziet dat de rapportage zowel gaat over de zorgverlening op lichamelijk gebied als over praktische zaken en bijzonderheden op het gebied van psychisch en sociaal welzijn van de cliënten.

Ook ziet de inspectie dat zorgverleners rapporteren op ingezet medisch beleid en wensen van cliënten. Zo ziet de inspectie dat de zorgverleners rapporteren over pijnklachten ’s nachts en eventuele incontinentie. De inspectie ziet ook dat er rapportage is naar aanleiding van de wens van een cliënt om nog een rondrit te kunnen maken in het gebied waar zij opgroeide. Een zorgverlener regelde voor de cliënt een wensambulance.

De inspectie ziet ook dat Hospice Kuria de rapportage op actuele zorgproblemen in het MDO bespreekt en daar vervolg aan geeft.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

In de verschillende gesprekken komt naar voren dat Hospice Kuria de personele bezetting afstemt op de uitvoering van de dagelijkse zorg. In elke dienst in het hospice is een verpleegkundige werkzaam. In voorkomende situaties kunnen de verpleegkundigen een beroep doen op de zorgmanager.

De bestuurder vertelt dat het hospice te maken heeft met een toename van cliënten met complexe zorgvragen en een toename van cliënten met een (zeer) beperkt sociaal netwerk. Deze toename zorgde ervoor dat de werkbelasting van de verpleegkundigen hoger werd. Hierom besloot Hospice Kuria onder andere de verzorging van de maaltijden onder te brengen bij een nieuwe functie, de hospice medewerkers. De evaluatiegesprekken met nabestaanden zijn ondergebracht bij de maatschappelijk werker. Door deze twee taken bij

verpleegkundigen weg te halen is, volgens de verschillende gesprekspartners, de werkbelasting van de verpleegkundigen afgenomen.

Hospice Kuria zet naast de verpleegkundigen ook vrijwilligers in tijdens de zorgverlening. De bestuurder vertelt dat Hospice Kuria heeft vastgelegd welke taken de zorgvrijwilligers mogen en kunnen uitvoeren. Hospice Kuria biedt de vrijwilligers een opleiding aan voordat zij de zorg mogen verlenen.

Gesprekspartners noemen voorbeelden als het helpen bij een transfer met de tillift en het verzorgen van het gebit en de haren. Enkele vrijwilligers voeren laagcomplexe ADL-handelingen zelfstandig uit, zo vertelt een zorgverlener.

In Hospice Kuria hebben twee verpleegkundigen, die ook toetsingsfunctionaris zijn, zicht op de bevoegd- en bekwaamheid van de zorgverleners binnen het hospice. Volgens verschillende gesprekspartners voeren alleen daartoe bevoegde en bekwame zorgverleners de voorbehouden en risicovolle handelingen uit. Elke

(11)

maand kunnen de zorgverleners hun kennis en vaardigheden met betrekking tot een bepaalde handeling op peil houden door scholing in theorie en praktijk.

In het scholingsschema leest de inspectie dat het hospice naast vakgerichte opleidingen en het op peil houden van de bekwaamheid van de zorgverleners ook een scholing aanbood over moeilijk verstaanbaar gedrag.

De zorgverleners van Hospice Kuria hebben toegang tot het ‘digitaal-leren’- systeem van een grote Amsterdamse zorgaanbieder en kunnen zich inschrijven voor scholingen die deze zorgaanbieder aan haar zorgverleners aanbiedt.

Tijdens het bezoek komt naar voren dat Hospice Kuria ook tijdens het teamoverleg tijd inruimt voor deskundigheidsbevordering. In één van de

laatstgehouden teamoverleggen is de Wet Zorg en dwang aan de orde geweest, zo vertelt de zorgmanager.

3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

De bestuurder en de voorzitter van de raad van toezicht vertellen dat Hospice Kuria jaarlijks een plan opstelt, op grond van onder andere het kwaliteitskader hospicezorg. De inspectie ziet een document in met de voortgang van het jaarplan. De inspectie ziet dat naast de plannen van de directie ook de plannen van de stafleden (waaronder de medisch specialist, de geestelijk verzorger en de manager informele zorg) staan beschreven. De raad van toezicht vertelt dat de raad van toezicht een keer per jaar samen met de stafleden de voortgang van de plannen bespreekt.

De bestuurder vertelt dat door de omvang van de organisatie er goed zicht is op productie, financiën, bevoegd- en bekwaamheid van zorgverleners en

ziekteverzuim.

De raad van toezicht vertelt dat de bestuurder de raad tijdig en volledig op de hoogte houdt van ontwikkelingen binnen het hospice en van de voortgang van verbeteringen. De gesprekspartners geven aan dat de communicatielijnen in Hospice Kuria kort zijn en dat de onderlinge betrokkenheid groot is.

De bestuurder en de zorgmanager vertellen dat een grote Amsterdamse zorgaanbieder audits in Hospice Kuria uitvoert om de kwaliteit van zorg op bepaalde onderwerpen te toetsen. Verbeterpunten die uit de audits naar voren komen, neemt het hospice mee in het meerjarenplan.

De inspectie leest in het jaarverslag 2020 dat binnen Kuria verschillende werkgroepen actief zijn om bepaalde processen te verbeteren of te

optimaliseren, zoals zorgdossier, medicatieveiligheid en complementaire zorg.

Ook is in het jaarverslag informatie vastgelegd over klachten cliënttevredenheid en meldingen van incidenten bewoners (MIB).

De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat de zorgverleners incidenten melden via het cliëntdossier van de betreffende cliënt. De zorgmanager ziet deze meldingen in. Op basis van meldingen neemt de

zorgmanager soms direct actie. Een concreet voorbeeld is de aanschaf van een (nieuwe) dopsleutel om indien nodig een douchedeur van buiten te kunnen openen.

(12)

Binnen Hospice Kuria is een MIB-commissie actief die alle meldingen ziet. De commissie kijkt of er trends te zien zijn in meldingen en toetst de voortgang van eventueel ingezette verbetermaatregelen.

De behandelaar noemt als verbeterpunt het aanbrengen van een codering op de verpakking van een medicijn. Uit meldingen kwam naar voren dat de

verpakkingen van een bepaald kort- en langwerkende medicijn nagenoeg identiek zijn en daardoor vergissingen in de hand werkten. Een jaar later vond evaluatie plaats van de verbetermaatregel: door de codering op de verpakkingen aan te brengen is het aantal vergissingen minder geworden.

De inspectie hoort in het gesprek met de bestuurder en met de zorgmanager dat de maatschappelijk werker van Hospice Kuria een aantal weken na overlijden van de cliënt de zorg evalueert met de naasten. Deze informatie gebruikt Hospice Kuria om de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening verder te verbeteren.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

In verschillende gesprekken komt naar voren dat binnen Hospice Kuria een cultuur is, gericht op het continu leren en verbeteren. De gesprekspartners geven daarbij aan dat het werken met een klein vast team daar zeker toe bijdraagt.

Zowel het management als de zorgverleners vertellen dat de zorgverleners tijdens de dagelijkse overdracht en tijdens het teamoverleg gelegenheid hebben om met elkaar door te praten over dilemma’s tijdens de soms intensieve

zorgverlening. Zo vertellen ze over een cliënt die bewust weigerde te eten en te drinken. Ook vertellen de gesprekspartners dat zij structureel intervisie

bijeenkomsten hebben. Tijdens deze bijeenkomsten kijken zij terug op de geboden zorgverlening. Indien gewenst kunnen zorgverleners en vrijwilligers in gesprek met de geestelijk verzorger of de maatschappelijk werker. De

zorgverleners geven aan dat zij zich veilig voelen in het hospice om open en transparant te zijn over dilemma’s in de zorgverlening.

De bestuurder, de verpleegkundig specialist en de zorgmanager vertellen dat Hospice Kuria in Amsterdam onder andere nauw samenwerkt met het Leger des Heils en de maatschappelijke opvang. Dit onder andere om deskundigheid onderling uit te wisselen over bijvoorbeeld palliatieve zorgverlening aan dak- en thuislozen.

Daarnaast is er contact met andere hospices via de koepelorganisatie van de hospices en vanuit verschillende werkgroepen waar de bestuurders deel van uit maken. Ook participeert het hospice actief in wetenschappelijk onderzoek.

3.4 Medicatieveiligheid Norm 4.3

Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst van de apotheek

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

(13)

De zorgverleners beschikken voor elke cliënt die medicatie gebruikt over een actueel medicatieoverzicht en een actuele toedienlijst van de apotheek. Deze informatie is digitaal beschikbaar. Verschillende gesprekspartners vertellen dat alleen de apotheek of de verpleegkundig specialist medicatiewijzigingen kunnen aanbrengen in het systeem.

Norm 4.8

De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en toedientijd op de toedienlijst.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

De inspectie ziet tijdens het bezoek dat zorgverleners consequent de

toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en per toedientijdstip op de digitale toedienlijst paraferen. Ook ziet de inspectie dat de tweede controle bekwaam wordt uitgevoerd.

Norm 4.9

De zorgaanbieder draagt zorg voor het veilig en verantwoord bewaren en afvoeren van medicatie.

Volgens de inspectie voldoet Hospice Kuria aan deze norm.

De inspectie ziet dat de medicatiekast en de opiatenkast zijn afgesloten. Alleen professionele zorgverleners hebben toegang tot de medicatie. Een

gesprekspartner laat zien hoeveel voorraad er is van een bepaald opiaat. Dit komt overeen met de voorraad zoals beschreven op een aftekenlijst.

(14)

Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten

Wetgeving:

Wet langdurige zorg (Wlz).

Zorgverzekeringswet (Zvw).

Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek.

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).

Besluit langdurige zorg.

Uitvoeringsbesluit Wkkgz.

Besluit klachtenbehandeling Bopz.

Besluit rechtspositieregelen Bopz.

Besluit middelen en maatregelen Bopz.

Besluit patiëntendossier Bopz.

Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Veldnormen:

Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, 2017.

Toetsingskader IGJ, 2017.

Governancecode zorg, 2017.

Kader Toezicht op goed bestuur, 2016.

Convenant preventie seksueel misbruik, VGN, Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad, MEE Ned., Landelijk Steunpunt Cliëntenraden, CNV Publieke Zaak, Nu91, ABVA/KABO FNV, F.B.Z., 2007.

Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen, ActiZ, GGZ Nederland, VGN, 2010.

Handreiking seksualiteit en seksueel misbruik, VGN, Kennisplein gehandicaptenzorg, 2011.

Landelijke instructie voor Toediening Gereedmaken van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen, V&VN, 2008.

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, januari 2015.

Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, ActiZ, GGZ Ned., IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS,ZN, FNT, NMT en VGN, 2008.

Risicovolle medicatie in verband met dubbele controle, KNMG, 2013.

Circulaires en rapporten:

Bulletin ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in de gezondheidszorg’, IGZ, augustus 2004.

Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in langdurige zorg volop gaande, duidelijke ambities voor 2011 nodig, IGZ, december 2010.

De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg, Nivel, 2012.

Extra inspanning noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperking in langdurige zorg, IGZ, 2012.

(15)

Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis, IGZ, 2011.

(16)

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

Jaarverslag Kuria 2020;

Meerjarenplan Kuria 2020-2022;

Voortgang jaarplannen;

Auditrapport Hospice Kuria 191105;

Overzicht van zorgprofielen cliënten Hospice Kuria;

Overzicht fte’s/dienstroosters zorgverleners en behandelaars Hospice Kuria.

(17)

Duidelijk. Onafhankelijk. Eerlijk.

www.igj.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Q3 2020 plan maken Q4 2020 implementeren Q2 2021 evalueren Aandacht voor fysieke zorg Palliatieve zorg is multidisciplinaire zorg en multidimensionele zorg..

Doel van de Stichting vrienden hospice WVO Zorg (statutair: Stichting Vrienden van Hospice WVO Zorg ), hierna te noemen Stichting Vrienden is het financieel en anderszins

Easycare Welzijn © - Vraagverheldering Welzijn en Zorg - versie augustus 2021 – http://easycare.nl/.. 2 VRAAGVERHELDERING WELZIJN

Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam zich verschillende oordelen en

De immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de instelling

Dit (derde) beleidsplan 2022-2024 vraagt om continuering van het beleid in het tweede beleidsplan dat wil zeggen gericht op instandhouding van het gebouw en de faciliteiten

Dankbaar zijn wij voor alle liefde en zorg welke de medewerkers en vrijwilligers dag en nacht geven aan de gasten en hun naasten in het hospice. Wij wensen jullie liefde en zegen

De activiteiten van Stichting Hospice Texel, statutair gevestigd te Den Burg, bestaan voornamelijk uit het bieden van hulp door middel van ondersteuning en palliatieve zorg aan