• No results found

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr. 264157

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015

besluit vast te stellen het volgende:

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017

In dit Besluit en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder ‘verordening’: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015. Voor wat betreft de andere begrippen wordt verwezen naar artikel 1 van genoemde verordening.

HOOFDSTUK 1 Persoonsgebonden budget

Artikel 1. Bedragen voor ondersteuning geleverd door professionele hulpverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren respectievelijke dagen per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

a. begeleiding individueel Wmo basis met € 46,84 per uur

b. begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 62,48 per uur

c. begeleiding individueel Wmo module ondersteuning bij ADL met € 40,62 per uur d. begeleiding groep Wmo basis met € 11,17 per uur

e. begeleiding groep Wmo module gedrag met € 13,76 per uur

f. begeleiding groep Wmo module ondersteuning bij ADL met € 9,77 per uur g. begeleiding tijdens onderwijs 18+ met € 11,97 per uur

h. Begeleiding tijdens werk met € 9,85 per uur i. Kortdurend verblijf met € 53,58 per dag

j. Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 16,05 k. Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 19,18 l. Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 22,14

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 2. Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners die niet werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

a. begeleiding individueel Wmo basis met € 35,13 per uur

b. begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 46,86 per uur

c. begeleiding individueel Wmo module ondersteuning bij ADL met € 30,47 per uur.

d. Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 16,05 per uur e. Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 19,18 per uur f. Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 22,14 per uur

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 3. Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners vanuit het sociale netwerk

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

a. begeleiding individueel Wmo basis met € 20,40 per uur

b. begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 20,40 per uur

Nr.

CVDR21234_9

CVDR

18 januari2019

Officiële uitgave van Oldebroek.

(2)

d. Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 16,05 e. Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 19,18 f. Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 20,40

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 4. Bedragen voor maatwerkvoorziening beschermd wonen

De omvang van het persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen wordt bepaald op basis van een naar omvang oplopend budget, zoals vermeld in de bijlage “persoonsgebonden budgetten beschermd wonen vanaf 1 januari 2017” bij dit Besluit.

Artikel 5. Bedragen voor vervoer bij begeleiding

De hoogte van het persoonsgebonden budget als opslag voor vervoer bij begeleiding groep bedraagt;

a. bij regulier vervoer € 8,23 b. bij rolstoelgebruik € 19,67

De hier genoemde bedragen zijn maximum bedragen en gelden voor de heen- en terugreis.

Artikel 6. Bedragen voor woonvoorzieningen

1. Het bedrag voor een persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening bedraagt 100 % van het bedrag, zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering.

2. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding bedraagt maximaal:

a. voor een alleenstaande € 3.200,00;

b. voor alleenstaande ouder € 4.800,00 en

c. een echtpaar met of zonder kinderen € 4.800,00

3. Het bedrag voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 5.330,00.

4. Artikel 18 lid 7 van de Verordening wordt toegepast in die situaties waarbij de aanpassingskosten meer dan € 15.000,00 zijn geweest.

5. Het in artikel 18 lid 7 van de Verordening genoemde afschrijvingsschema van 10 jaar luidt als volgt:

- voor het eerste jaar : 100% van de meerwaarde;

- voor het tweede jaar : 90% van de meerwaarde;

- voor het derde jaar : 80% van de meerwaarde;

- voor het vierde jaar : 70% van de meerwaarde;

- voor het vijfde jaar : 60% van de meerwaarde;

- voor het zesde jaar : 50% van de meerwaarde;

- voor het zevende jaar : 40% van de meerwaarde;

- voor het achtste jaar : 30% van de meerwaarde;

- voor het negende jaa : 20% van de meerwaarde;

- voor het tiende jaar : 10% van de meerwaarde.

6. Om de meerwaarde van de woning bij verkoop vast te stellen wordt bij verkoop van de woning de op dat moment toepasselijke WOZ waarde als basis genomen.

Artikel 7. Het Primaat van verhuizen

1. Van het primaat van de verhuizing wordt afgezien indien de noodzakelijke aanpassingskosten en verhuiskosten lager zijn dan € 7.500,00.

2. Als de kosten hoger zijn dan de primaatgrens van € 7.500,00, kan de aanvrager er voor kiezen niet te verhuizen, maar de woning met inzet van eigen middelen aan te passen. Hij ontvangt dan een financiële tegemoetkoming ter hoogte van de primaatgrens van € 7.500,00.

Artikel 8. Bedragen voor individuele hulpmiddelen

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening voor hulpmiddelen wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van het hulpmiddel die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als het hulpmiddel in natura zou zijn verstrekt, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering. Het bedrag is bedoeld om te voorzien in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een voorziening voor een periode van 5 jaar.

(3)

Artikel 9. Vervoersvoorziening

Bij maatwerk voor vervoer sluit de gemeente aan bij Nibudnormen en de compensatieverplichting van maximaal 1500-2000 km per jaar.

Artikel 10. Bedrag sportvoorziening

Het persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.665,00 en is bedoeld voor aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een sportvoorziening voor een periode van 3 jaar.

HOOFDSTUK 2 Bijdrage in de kosten

Artikel 11. Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen

De bedragen en de percentages die gelden voor de berekening van een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van het

Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 12. Eigen betaling/bijdrage algemene- en collectieve voorzieningen

1. Voor de volgende algemene- en collectieve voorzieningen is de cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd:

a. Algemene voorziening schoon en leefbaar huis: € 5,00 per uur per huishouden.

b. Was- en strijkservice: alleenstaande € 2,50 per week, 2 personen in 1 huishouden € 5,50 per week.

c. Collectief vraagafhankelijk vervoer: € 0,15 per kilometer.

2. Indien de inwoner tot een of meer van de in het derde lid genoemde doelgroepen behoort, wordt een korting op de bijdrage als genoemd in het eerste lid onder a. verleend van 10 procent van de minimaal verschuldigde bijdrage, zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

3. De het tweede lid bedoelde doelgroepen zijn inwoners die in aanmerking komen voor:

a. een bijdrage op grond van de beleidsregel activiteiten bijdrage 2015 gemeente Oldebroek;

b. compensatie op grond van de beleidsregel compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten 2015;

c. compensatie grond van de verordening individuele inkomenstoeslag 2015;

d. kwijtschelding gemeentelijke belastingen;

e. tegemoetkoming op grond van de beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Oldebroek 2015.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen Artikel 13. Nadere regels

Nadere bepalingen ten aanzien van dit besluit kunnen worden opgenomen in beleidsregels en in bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14. Indexering

De bedragen genoemd in dit Besluit kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.

Artikel 15. Citeertitel en inwerkingtreding

1. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

2. Het ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2016 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Oldebroek van 22 november 2016

de burgemeester, de secretaris,

(4)

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Inleiding

Naast de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning. In dit besluit zijn alle bedragen bij elkaar gebracht die op basis van de Verordening moeten worden vastgesteld. Het voordeel van het opnemen van alle bedragen in een Besluit is dat bij wijziging van de bedragen (bijvoorbeeld omdat er aan de hand van de prijsindex een bijstelling van bedragen plaatsvindt) de verordening niet gewijzigd hoeft te worden en niet opnieuw het gehele besluitvormingstraject in de raad hoeft te worden gevolgd.

HOOFDSTUK 1 Persoonsgebonden budget (PGB)

Gemeenten krijgen de vrijheid om zelf de hoogte van het tarief voor het PGB te bepalen. Hierbij krijgen de gemeente ook ruimte om indien gewenst te kiezen voor differentiatie binnen de tarieven. Wel wordt van gemeenten verwacht dat zij in de verordening vastleggen hoe zij de tarieven voor het PGB bepalen.

Gemeenten kunnen in de verordening bijvoorbeeld onderscheid maken tussen ondersteuning die wordt geleverd door professionele hulpverleners en ondersteuning geleverd door het sociale netwerk van de aanvrager. Zo kan ook onderscheid gemaakt worden tussen ondersteuning die wordt geleverd door hulpverleners die werken volgens de bepaalde kwaliteitsstandaarden en ondersteuning geleverd door hulpverleners die dat niet doen (zoals werkstudenten, en zzp’ers zonder gespecialiseerde opleiding).

De hoogte van de tarieven voor het PGB moet toereikend zijn. Dat betekent dat de tarieven in ieder geval een situatie dienen te realiseren, waarbij de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en dat deze persoon zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. De wijze waarop het PGB wordt berekend is vastgelegd in de Uitvoeringsregels persoonsgebonden budget (PGB) in de Wmo en Jeugdwet gemeente Oldebroek 2015 en de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015.

Voor de hoogte van de maatwerkvoorziening beschermd wonen wordt aangesloten bij de door de centrum gemeente Zwolle gehanteerd kostprijzen.

HOOFDSTUK 2 Bijdrage in de kosten

Hier wordt aangegeven dat de eigen bijdrage voor alle maatwerkvoorzieningen (zowel voor zorg in natura, als voor een PGB) worden berekend zoals vastgelegd in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In dit Uitvoeringsbesluit is vastgesteld op welke wijze de eigen bijdrage berekend moeten worden en dat het Centraal Administratiekantoor (CAK) door de Minister is aangewezen als instantie die de eigen bijdragen in het kader van de Wmo vaststelt en int.

Daarnaast wordt aangegeven welke eigen betaling inwoners verschuldigd zijn voor algemene- en collectieve voorzieningen.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

De in dit hoofdstuk opgenomen artikelen spreken voor zich.

(5)

Bijlage besluit maatschappelijke ondersteuning.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Manicure Nee De nagels laten knippen omdat u dit door ziekte, aandoening of ouderdom niet zelf kunt valt onder persoonlijke verzorging van het zorgkantoor (Wet Langdurige

1.Indien er door de inwoner wordt gekozen voor een pgb, aan de hand van de regels die zijn vastgelegd in de “Verordening Jeugdhulp Gemeente Zwolle 2015” en dit besluit Jeugdhulp

De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel zoals bedoeld in artikel 5.1 onderdeel d van de Verordening bedraagt €2.200,00b. In

Ingaande 1 januari 2010 wordt aan ontvangers van HH1 via Thuishulpen BV Vierstroomzorgring per jaar een bedrag beschikbaar gesteld van € 886,60 per geïndiceerd uur. De

Bij de uitvoering van beschermd wonen voor cliënten die hiervoor in aanmerking komen op grond van artikel 4.6 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente

Deze vergoeding kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt.. De vergoeding kan alleen

De gebruiker betaalt een maximale eigen bijdrage naar aanleiding van zijn eigen inkomen voor het gebruik van een hulpmiddel (dat hij in bruikleen heeft) dat veilig is, verzekerd is

De onderdelen van het eerste lid zijn in overeenstemming met de opsomming in artikel 2.3.2, vierde lid, van de wet opgenomen. In artikel 2.3.2, eerste lid, wordt niet de aanduiding