• No results found

Verslag informatieronde en formatieadvies gemeente Noordoostpolder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag informatieronde en formatieadvies gemeente Noordoostpolder"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Verslag informatieronde en formatieadvies gemeente Noordoostpolder

Emmeloord, maandag 7 april 2014

1. Ter inleiding

Na de gemeenteraadsverkiezingen in de Noordoostpolder van woensdag

19 maart 2014 zijn de stemmen geteld en is een nieuwe zetelverdeling tot stand gekomen voor de periode 2014 – 2018.

Partij Aantal

zetels 2014

Aantal zetels 2010

Aantal stemmen

2014

Percentages 2014

CDA 7 7 4.420 22,4

VVD 3 5 2.234 11,3

Pvda-Groen Links 2 4 1.643 8,3

Christen Unie/SGP 5 4 3.071 15,6

Politieke Unie 3 3 2.289 11,6

ONS Noordoostpolder 3 3 1.797 9,1

D66 2 2 1.425 7,2

Partij van vrije Poldermensen

1 1 834 4,2

SP 3 0 2.047 10,4

Totaal 29 29 19.760 100

Direct na de verkiezingen hebben Hennie Bogaards en Henk Suelmann van het CDA met de andere acht partijen informele gesprekken gevoerd over de verkiezingsuitslag. Op basis van deze gesprekken hebben zij besloten tot een informatieronde, waarbij aan ons,

(2)

2

Piebe Reijenga en Willem de Jager, is verzocht deze informatiegesprekken te leiden.

Hierbij zijn wij vakkundig ondersteund door Marjan Russchenberg, namens de griffie van de gemeente Noordoostpolder.

De opdracht voor de informatie is enerzijds gericht op het inventariseren van de

(stand)punten waarmee in de formatie rekening gehouden moet worden en anderzijds op het inventariseren van de voorkeuren en varianten voor collegevorming. Hierbij is aan ons als informateurs meegegeven om de samenwerking tussen CDA en CU/SGP als vertrekpunt te hanteren. Beide partijen hebben samen 12 van de 29 zetels in de gemeenteraad.

Verder zijn als specifieke aandachtspunten meegegeven:

 Een stabiele coalitie met een breed draagvlak;

 Naast CDA (7) en CU/SGP (5) nog twee andere partijen, met bij voorkeur 18 (en anders 17) zetels;

 Programmatische opvattingen die voldoende overeenkomsten vertonen;

 Te leveren bestuurskracht die recht doet aan de grote bestuurlijke opgaven.

Om de gesprekken te structureren (en de vergelijkbaarheid te objectiveren) is ons een gesprekshandleiding aangereikt op basis waarvan wij de gesprekken vervolgens gevoerd hebben. De opdrachtverstrekking is bijgevoegd als bijlage 1. Deze handleiding is

voorafgaand aan de gesprekken verstrekt aan de tweetallen per partij waarmee de gesprekken gevoerd zijn. Als bijlage 2 is bijgevoegd een lijst met de namen van de door ons ontvangen personen. De gesprekken zijn gevoerd op maandag 31 maart, dinsdag 1 april en woensdag 2 april 2014. Deze gesprekken hebben wij als informateurs als bijzonder prettig en constructief ervaren.

2. Politieke onderwerpen

2a. Rode draden partijpolitieke onderwerpen

Ontwikkeling Stadshart Emmeloord

Alle partijen gaan uit van de afspraken die in het laatste raadsdebat (17 februari 2014) hierover zijn gemaakt met het college; Provast houden aan afspraken en contracten.

Indien verder onderhandelen aan de orde is, dan aansturen op een plan dat rekening houdt met de realiteit van de gegeven economische situatie en omstandigheden.

Wellerwaard

Nu dit project zijn voltooiing nadert, zijn de partijen van mening dat “de markt zijn werk moet doen”. Eerst maar eens kijken hoe groot de belangstelling is. Voorzichtig zijn met verdere investeringen van de gemeente.

Grondzaken

Partijen geven aan dat de financiële noodzaak om de gronden snel te verkopen niet direct aanwezig is. Grond bij de dorpen zeker behouden voor het doel waarvoor deze is aangekocht. Andere gronden verkopen voor agrarische bestemming zou een mogelijkheid zijn. Dan wel marktconform met een recht van eerste koop clausule. Tussen partijen lijken hier geen principiële verschillen te zijn.

(3)

3

Overheveling rijkstaken en bezuinigingen

Bijna alle partijen vinden dat de nieuwe taken die de gemeente van het Rijk krijgt (3D’s) budgetneutraal uitgevoerd dienen te worden. Blijkt dit niet toereikend te zijn dan de Rijksoverheid hierop aanspreken (VNG).

Bezuinigingen zoeken de meeste partijen in:

 ambtelijke organisatie

o snijden in ambtelijk apparaat;

o ambtelijk apparaat met voldoende allround kwaliteit en expertise vormen;

o meer zelf doen, geen inhuur externen;

o slimmer organiseren, efficiënter werken.

 andere mogelijkheden

o kerntaken discussie: taken afstoten;

o sport en cultuur op afstand zetten, tarieven verhogen;

o korten op raadsvergoeding;

o lenen zeer beperken alleen voor onroerend goed;

o lastenverhoging voor de burger als allerlaatste en alleen als het niet anders kan. De noodzaak van lastenverhoging moet dan goed worden uitgelegd.

Cultuurbedrijf

De partijen zijn het ermee eens dat het Muzisch Centrum, het Theater en Museum Schokland moeten samenwerken in een zogenaamd cultuurbedrijf.

Partijen spreken uit dat er al veel tijd is verstreken en geld uitgegeven aan onderzoeken.

De samenwerking moet nu daadwerkelijk tot stand komen.

Niet alle partijen zijn er gerust op dat de doelen gehaald zullen worden.

De toegankelijkheid voor minder draagkrachtigen, dient zoveel mogelijk gewaarborgd te worden via de bestaande regelingen.

Veranderende overheid

Partijen zitten met betrekking tot de veranderende overheid op dezelfde lijn.

De gemeente moet dienstbaar zijn aan de burger.

Dat betekent vraaggericht werken, burgers betrekken bij plannen en oplossingen van problemen.

Dat vraagt een andere houding en aanpak van de gemeentelijke werknemers.

Hier is nog veel te winnen, vinden sommige partijen.

Met de ingang gezette veranderingen als ‘passend organiseren’ en ‘context gedreven werken’ is men het eens. Anderen gaat dit niet ver genoeg en spreken over een nog vergaande samenwerking tussen medewerkers onderling en gemeente en burgers de zogenaamde co-creatie.

(4)

4

Dorpen

De partijen zijn van mening dat Noordoostpolder vitale dorpen heeft met veel eigen kracht. Ieder dorp is uniek. Alle dorpen gelijk behandelen past daar niet bij.

Voor de toekomstige ontwikkeling van de dorpen zijn de dorpsvisies en de eigen kracht van de dorpen uitgangspunt.

Goede communicatie en heldere afspraken zijn een waarborg voor een optimale samenwerking tussen dorpsvertegenwoordigers en gemeentelijke organisatie.

2b. Specifieke punten ten behoeve van collegeprogramma

algemeen

Naast de vastgestelde strategische raadsagenda zal in de raadsperiode de agenda vooral worden bepaald door de ontwikkelingen in het sociaal domein en de economische

ontwikkeling, is de mening van alle partijen.

De sociale agenda bevat de aanpak van de werkloosheid en de goede inbedding van de extra verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg, de nieuwe wetgeving rond zorg voor volwassenen en werk voor mensen met een arbeidsbeperking.

De economische agenda bestaat uit het aantrekken van (nieuwe) werkgelegenheid en het strategisch gebruik maken van sterke punten van Noordoostpolder, verlichten

administratieve lasten van inwoners en ondernemers en het succesvol afronden van lopende projecten.

Alle partijen dringen er op aan deze punten accent te geven in het collegeprogramma.

Daarnaast zijn meer specifieke punten genoemd. Veel punten zijn ook in de

verkiezingsprogramma’s van de partijen al verwoord. Hier worden alleen die zaken vermeld die mogelijk bij de coalitieonderhandelingen van belang zijn.

specifiek

 bereikbaarheid dorpen en openbaarvervoer;

 veilige fietsroutes;

 buitendijkse haven;

 sociale samenhang in wijken Emmeloord;

 huisvesting arbeidsmigranten;

 groen groei; verduurzaming en innovatie;

 bestuurlijke samenwerking andere gemeenten;

 armoedebeleid;

 huisvesting ouderen.

(5)

5 2c. Rode draden collegevorming

Coalitie- en collegevorming

 Alle partijen zijn het eens dat CDA en CU/SGP de basis dienen te vormen voor een nieuwe coalitie en een nieuw college.

 De grootst mogelijke meerderheid van de partijen pleit voor een coalitie van 4 partijen die een ruime meerderheid in de gemeenteraad heeft van 18 zetels. Deze als basis voor een stabiel en breed gedragen college.

 Om een stabiele coalitie tot stand te brengen worden door de partijen verschillende uitgangspunten genoemd. Echter, daarbij dient aangegeven te worden dat niet alle partijen aan deze uitgangspunten hetzelfde gewicht toe kennen. Uitgangspunten hierbij zijn:

- breed draagvlak gezien de uitdagingen (decentralisaties – werkgelegenheid- bezuinigingen) voor de komende raadsperiode.

- breed in politieke opvatting is wenselijk.

- zoveel mogelijk recht doen aan de verkiezingsuitslag.

- programmatisch moeten partijen voldoende affiniteit hebben en op een gemeenschappelijk program te brengen zijn.

- niet de uitslag op zich of een zo groot mogelijke meerderheid alleen maar belangrijk zijn goede en respectvolle verhoudingen onderling.

 De PU wordt door alle partijen aangewezen als de eerste partner voor CDA en CU/SGP.

 De SP als één van de winnaars van de verkiezingen wordt door geen van de partijen genoemd als een partner in coalitie en college. Volgens partijen spelen onervarenheid en de programmatische opvatting hierbij een rol.

 Welke partij het coalitie kwartet compleet zou kunnen maken, daarover lopen de meningen uiteen al naar gelang de weging van de uitgangspunten en ervaringen van een negatieve bejegening en weinig constructieve houding in de afgelopen raadsperiode.

 De partijen die hier als vierde coalitiepartner het meest genoemd worden zijn VVD, ONS en D’66. De persoon van de kandidaat wethouder speelt hierbij een grote rol.

Bestuursstijl

Bij een constructieve bestuursstijl is voorwaarde dat er een open overleg is naar alle partijen van de gemeenteraad. Informatie en goede communicatie spelen hierbij een belangrijke rol. De scheidslijn coalitiepartij geen coalitiepartij zou minder strak getrokken moeten worden. Het accent moet liggen op ‘samen gaan voor Noordoostpolder’,

samenwerkend en opbouwend de zurigheid voorbij. Een enkele partij wil een zakelijke aanpak, waarbij college en raad zich verhouden als raad van bestuur en raad van

commissarisen. Een andere partij hecht meer aan het strikt toepassen van het dualisme, waarbij het raadsprogramma leidend is en het college uitvoert.

Collegeprogramma

De meeste partijen zijn van mening dat het collegeprogramma bescheiden van omvang dient te zijn: hoofdlijnen van beleid, werkwijze en afspraken over belangrijke projecten.

(6)

6 3. Conclusies en aanbevelingen:

3a. Algemene conclusies

Op basis van de input in de gesprekken menen wij de volgende algemene conclusies te mogen trekken:

 Er is overeenstemming over een strategische raadsagenda 2014 – 2017 wat betreft onderwerpen, werkwijze en planning, hetgeen raad en college beter in positie brengt ten opzichte van elkaar.

 Er is een duidelijke voorkeur voor een breed samengesteld college, omdat dit enerzijds zorgt voor draagvlak onder de besluitvorming en anderzijds enige ruimte biedt voor het dualisme.

 Er bestaat een voorkeur voor een collegeprogramma op hoofdlijnen (en dus geen vuistdik collegeprogramma), omdat dit ruimte geeft in het politieke verkeer tussen college en raad.

 Economie, werk en zorg worden gezien als de inhoudelijke hoofdthema’s voor de komende periode.

 De decentralisaties vanuit het rijk naar de gemeente gaan gepaard met forse kortingen, maar dienen in principe budgetneutraal opgevangen te worden. Indien blijkt dat het echt niet anders kan, is lastenverzwaring om deze reden een

bespreekbare allerlaatste optie.

 Er bestaat consensus over een zakelijke en pragmatische koers met betrekking tot de voortgang op belangrijke fysiek-ruimtelijke dossiers.

 Er wordt veel waarde gehecht aan de implementatie van de dorpsvisies binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente als geheel.

 Er leeft een brede opvatting dat de gemeentelijke organisatie nog effectiever en efficiënter zou kunnen werken. Hierbij gaat het vooral om anders en slimmer organiseren en het verminderen van externe inhuur door het vaste personeel meer te professionaliseren.

 Raadsbreed wordt belang gehecht aan een open en transparante bestuursstijl waarbij communicatie het sleutelwoord is. Verschillen mogen gevierd worden, maar hoeven niet te leiden tot onnodige politieke spanningen indien er tijdig en goed gecommuniceerd wordt.

3b. Advies voor vervolg

Op basis van het voorgaande komen wij als informateurs met het volgende advies inzake de formatie:

De basis: CDA (7) + CU/SGP (5) + PU (3)

 CDA is de grootste partij gebleven en heeft 7 zetels behouden.

 CU/SGP is gegroeid van 4 naar 5 en is nu de tweede partij in omvang.

 PU is in absoluut aantal kiezers gegroeid en is nu de derde partij in omvang.

 PU wordt door iedere partij inmiddels als logische collegepartij gezien en is in die zin onomstreden.

(7)

7

 Deze basis van drie levert weliswaar een nipte meerderheid op (15/14), maar de algemene opvatting is dat je voor een stabiele en werkbare meerderheid een vierde partij nodig hebt en bij voorkeur 18 zetels (en anders 17).

 Breed draagvlak is bovendien gewenst, vanwege de grote opgaven in het sociaal domein en de uitwerking van een aantal concrete projecten in het fysieke domein.

Optie 1. CDA + CU/SGP + PU + VVD

 Samenwerking tussen de vier grootste partijen betekent maximale representatie en kans op maximale representativiteit. Dit doet het meest recht aan de

verkiezingsuitslag.

 De VVD heeft weliswaar verloren, maar is in omvang met afstand de vierde partij.

 De VVD heeft economie en werk hoog in het vaandel staan, hetgeen belangrijke onderwerpen worden de komende periode.

 De VVD is een bestuurderspartij met een overeenkomstige bestuursstijl en beschikt over meerdere wethouderskandidaten.

 Er is duidelijk sprake van programmatische overeenstemming, echter zijn goede persoonlijke verhoudingen en een goed evenwicht in persoonlijkheden cruciaal voor een stabiel college. Hiervoor vragen wij specifieke aandacht.

Advies : alvorens de formatieronde in te gaan een informatiegesprek te arrangeren om te bezien of er inhoudelijk en persoonlijk een basis gelegd kan worden voor een stabiele coalitie. Indien dit het geval is dan bevelen wij deze combinatie van partijen voor

collegevorming aan.

Optie 2 en 3. De basisdrie + ONS of SP

 Zowel ONS als SP hebben drie zetels gehaald en komen deels om die reden als optie 2 en 3.

 ONS en SP hebben, hetzij qua stijl, hetzij qua inhoud, afwijkende punten ten opzichte van met name CDA en CU/SGP. Beide partijen hebben echter drie zetels gehaald en onze indruk is dat de verschillen overbrugbaar zijn om deel te kunnen nemen aan een college.

 ONS is een uitgesproken oppositiepartij geweest. Samenwerking met ONS vergt goede afspraken vooraf. ONS lijkt wel een capabele bestuurderspartij.

 De SP is een nieuwe partij in de raad en daarmee onbekend. Samenwerking met de SP vergt goede afspraken vooraf. De SP lijkt wel een capabele

bestuurderspartij.

Ergo: indien optie 1 niet lukt een informatiegesprek aan te gaan met ONS en SP en op basis hiervan een keus te maken tussen een van beide om de formatieronde in te gaan.

Hierbij dient zowel naar inhoud als naar bestuursstijl gekeken te worden.

Optie 4, 5 en 6. De basisdrie + PvdA/GroenLinks en/of D66

 Zowel PvdA/GroenLinks als D66 hebben twee zetels gehaald en komen deels om die reden als optie 4 en 5.

 Voor de PvdA geldt dat deze partij duidelijk verloren heeft. De PvdA is wel een constructieve collegepartij geweest en past programmatisch goed bij CDA en CU/SGP.

 Voor D66 geldt dat zij als collegepartij nog wel eens onvoorspelbaar geweest is in de ogen van de andere partijen. D66 hecht dan ook veel waarde aan een andere bestuursstijl. D66 heeft wel bestuurskracht aan het college geleverd, met name op financieel terrein.

(8)

8

Ergo: indien opties 1 tot en met 3 niet lukken een informatiegesprek aan te gaan met PvdA/GroenLinks en D66 en op basis hiervan een keus te maken tussen een van beide om de formatieronde in te gaan. Eventueel zou eerder voor een van beide partijen gekozen kunnen worden, wanneer CDA en CU/SGP zoveel mogelijk qua

collegesamenstelling willen continueren. Opgemerkt moet wel worden dat de meerderheid dan zal bestaan uit 17 of 16 zetels. In dit laatste geval is sprake van voortzetting van de huidige coalitie.

Optie 7. De basisdrie

 Een coalitie van CDA, CU/SGP en PU kan worden gezien als noodzakelijke terugvaloptie, wanneer geen vierde kandidaat gevonden kan worden.

 Deze combinatie heeft een nipte meerderheid en is dus mogelijk minder stabiel.

 Deze combinatie zou een mogelijkheid kunnen zijn tot het regeren met wisselende meerderheden en dus meer raadsinvloed kunnen betekenen.

Ergo: indien opties 1 tot en met 6 niet lukken te gaan formeren met de basisdrie.

Nota bene: in bovenstaande opties komt de PvvP niet voor. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de PvvP slechts een zetel in de raad heeft bemachtigd. Hiermee kan een coalitie van vier partijen met de PvvP nooit voor de gewenste 18 of 17 zetels zorgen. Dit zou eventueel wel kunnen via een gedoogconstructie, maar dat achten wij (op voorhand) niet aan te bevelen. De PvvP heeft wel constructieve en concrete ideeën naar voren gebracht die bruikbaar zijn voor de komende periode.

4. Slotwoord

Wij danken onze gesprekspartners voor de open en constructieve houding waarmee zij ons tegemoet zijn getreden. Wij hebben geprobeerd op basis van ‘vragen, luisteren en doorvragen’ onze rol als informateurs zo goed mogelijk in te vullen. Daarmee zijn wij vooral procesbegeleiders geweest. Het is niet aan ons om onze politieke voorkeuren bij ons advies te betrekken. De voorkeursvariant die wij voor de formatie adviseren is een keuze die op voldoende electoraal, inhoudelijk en politiek draagvlak kan rekenen. Het actief betrekken van de oppositie in de komende periode is gezien de complexe

vraagstukken die op de gemeente afkomen sterk aan te bevelen. Verantwoordelijkheid nemen en delen vraagt om moed. Rest ons nog u succes toe te wensen bij de formatie en het volgende te adviseren:

alvorens de formatieronde in te gaan een informatiegesprek te arrangeren om te bezien of er inhoudelijk en persoonlijk een basis gelegd kan worden voor een stabiele coalitie.

Indien dit het geval is dan bevelen wij de combinatie van CDA, CU/SGP, PU en VVD voor collegevorming aan.

Piebe Reijenga Willem de Jager

(9)

9 Bijlage 1

Opdrachtverstrekking

Opdrachtverstrekking aan de informateurs de heer De Jager en de heer Reijenga Het doel van de formatie is te komen tot een stabiele coalitie met een breed

draagvlak. Hierbij inbegrepen dat er in hoofdlijnen ook op inhoud overeenstemming is.

Gelet op de periode die wij ingaan; decentralisaties, nieuwe bezuinigingen, is de vorming van een stabiele coalitie cruciaal. Hierbij speelt een grote rol wie de kandidaat

wethouders zijn van de politieke partijen.

De opdracht voor de informateurs is op basis hiervan de volgende:

Collegevorming:

1. Met welke partijen naast CDA en CU/SGP kunnen wij een stabiele coalitie vormen?

Stabiel heeft te maken met de wethouders kandidaat. Geniet hij/zij steun bij de fractie/bestuur van de partij. Is deze kandidaat in staat om samen te werken, collegialiteit, bestuurlijke ervaring.

2. Hoe kijkt de fractie (vooral een vraag aan de secondanten) aan tegen

coalitievorming, de ruimte binnen de coalitie en vertrouwen hebben in elkaar.

3. Is de politieke partij bereid tot inbreng van punten voor het collegeprogramma ook al worden zij geen collegepartij (breed draagvlak). Wat betekent een constructieve bestuursstijl voor de fractie en/of collegepartij?

Partijpolitiek:

1. Wat is het standpunt t.a.v. ontwikkeling Stadshart Emmeloord. Wat als Provast toch met een belegger komt?

2. De Wellerwaard nadert zijn voltooiing, uitgangspunt bij een financieel gezonde afronding van het project is accepteren van woningbouw (3 landgoederen, 15 woningen).

3. Grondzaken, hebben de politieke partijen daarin een principieel punt?

4. Als gemeente hebben we, door de crisis, te maken met dalende inkomsten en stijgende uitgaven (bijv. door de decentralisaties). Wat is dan de top 3 om meer inkomsten te genereren? 1. Door bezuiniging elders te realiseren, 2. door lening of 3. door lastenverzwaring.

5. Wat is de visie van de partij t.a.v. het cultuurbedrijf?

6. Hoe kijkt de partij aan tegen de veranderende overheid, dienstverlenend en aansluitend bij de vraag van de inwoner (of organisaties). Conform het proces dat bij de gemeente in gang is gezet?

7. Het uitgangspunt dat alle dorpen gelijk behandeld moeten worden is niet meer van deze tijd. Het werk dat in de dorpen gedaan moet worden sluit aan bij de dorpsvisies en de te verwachten groei of krimp.

(10)

10 Bijlage 2

Lijst ontvangen personen

Christen Unie/SGP Andries Poppe

Henriette van Keulen-Nentjes

VVD Bouke Wielenga

Ellen Blokhuis-Lindenbergh

Politiek Unie Wiemer Haagsma

Theun Tuinenga

PVDA-Groen Links Rien van der Velde Angela Weerden

SP Tjitske Hoekstra

Denise van Sluijs

ONS Noordoostpolder Berthoo Lammers Sacha Werkman

Partij van vrije Poldermensen Teun Nijdam Dick Offringa

CDA Hennie Bogaards-Simonse

Marian Uitdewilligen

D66 Gaston Vilé

Paul Vermeulen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De exploitanten onderkennen desondanks het probleem en hebben in de periode van 22.00 tot 07.00 uur het vermogen van de turbines aangepast, waardoor in deze periode de extra

“Er is zowel intern als naar buiten toe veel energie in Lage Heide gestoken, maar nu ligt er ook een goed doorwrocht plan, met veel aandacht voor de groene inbedding van

gebied van de bewustwordingsproces- sen met betrekking tot de milieu- en grondstoffenproblematiek, dient in haar publicatiemiddelen gebruik te maken van recycled

·partij. haar recht van bestaan meent te kunnen ontlenen. Dat recht heeft ze wat mij betreft toch wel veroverd, ook zonder dit sóort ideologische kunstgrepen. Het

All een de chri sten-democráten en de 1 i bera 1 en hebben daarbij éen gemeen- schappel ijk Europees programma opge- steld (zoals hiervoor vermeld zijn de

- tenminste 5, bij overige kandidatenlijsten .. Indien een in het voorgaande lid bedoelde beperking van toepassing is, wordt de volgorde der overige kan- didaten

In de eerste plaats noemen wij hier het mededingingsbeleid. Dit beleid is ge- richt op het voorkomen en aantasten van overheersende posities op de markt. Hiertoe kunnen

Misschien kan ik hem nog tot vertedering brengen als ik ver~laar, dat hij( de mij zo kwalijk genomen verheffing van de arbeidswaardeleer van Ricardo boven die van