• No results found

Rapport van het inspectiebezoek aan Adullam, locatie Muiderheim in Genemuiden op 26 november Utrecht, februari 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport van het inspectiebezoek aan Adullam, locatie Muiderheim in Genemuiden op 26 november Utrecht, februari 2020"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

in Genemuiden op 26 november 2019

Utrecht, februari 2020

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding bezoek 3

1.2 Beschrijving locatie Muiderheim 3

2 Conclusie 5

2.1 Overzicht van de resultaten 5 2.2 Wat gaat goed 5

2.3 Wat kan beter 5 2.4 Wat moet beter 6 2.5 Conclusie bezoek 7

3 Wat zijn de vervolgacties 8

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Adullam verwacht 8 3.2 Vervolgacties van de inspectie 8

4 Resultaten 9

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 9 4.1.1 Resultaten 9

4.2 Thema Deskundige zorgverlener 12 4.2.1 Resultaten 12

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 15 4.3.1 Resultaten 15

4.4 Thema Medicatieveiligheid 17 Bijlage 1 Methode 18

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten 20

(3)

Pagina 3 van 20

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 26 november 2019 een onaangekondigd bezoek aan Adullam, locatie Muiderheim (afdeling Intensieve begeleiding) (hierna: Muiderheim) in Genemuiden.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Als de

inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit rapport.

De in dit rapport gebruikte begrippen liggen vast in een verklarende woordenlijst.

De inspecteurs verzamelen informatie door middel van observaties, een rondleiding, het inzien van documenten en gesprekken. Ze toetsen de thema’s persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid. Daarnaast kijkt de inspectie naar de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen en de medicatieveiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

Aanleiding voor het inspectiebezoek aan locatie Muiderheim is het risicoprofiel dat de inspectie maakte voor Adullam. Dit risicoprofiel is gebaseerd op informatie van en over de organisatie, zoals meldingen en het jaardocument maatschappelijke verantwoording, maar ook de termijn waarop Adullam niet is bezocht. De inspectie kiest om locatie Muiderheim te bezoeken, omdat er bij de inspectie weinig bekend is over deze locatie.

Zij wil zich hierdoor een beeld vormen van de kwaliteit en veiligheid van de zorgverlening op deze locatie.

1.2 Beschrijving locatie Muiderheim1

Locatie Muiderheim in Genemuiden maakt onderdeel uit van Adullam, een

identiteitsgebonden organisatie voor het bieden van zorg en begeleiding aan mensen met een verstandelijke beperking. De organisatie maakt gebruik van een

orthopedagogisch begeleidingsmodel ASBM (AdullamSchutse-BegeleidingsModel). Dit model (afgeleid van Triple-C) is richtinggevend in de visie en begeleiding. Een belangrijk doel daarvan is om cliënten het gewone leven te laten ervaren.

Muiderheim biedt wonen en dagbesteding aan voor gedrag-intensieve begeleiding, zorg- intensieve begeleiding en een combinatie van deze twee soorten begeleiding.

Muiderheim heeft verschillende woongroepen die verdeeld zijn over drie woonclusters.

Elk wooncluster wordt gekenmerkt door de soort zorg en begeleiding. Alle bewoners hebben een verstandelijke of meervoudige beperking.

1 De inspectie heeft de omschrijving van de locatie van Adullam ontvangen en bewerkt.

(4)

Cliënten woongroep intensieve begeleiding:

Op de begane grond zijn drie woongroepen met in totaal dertien cliënten. Op deze woongroepen wonen cliënten met een intensieve begeleidingsbehoefte. De cliënten variëren tussen een leeftijd van dertien en veertig jaar en hebben de volgende zorgprofielen:

- VG 5: twee cliënten;

- VG 6: drie cliënten;

- VG 7: zeven cliënten;

- VG 8: één cliënt.

Zorgverleners en behandelaren:

Het totaal aantal fte op Muiderheim is 12,3. Het totaal aantal zorgverleners is 17 (op 1 december 2019). De opleidingsachtergrond is als volgt:

- SPW/SAW-4 10 (waarvan 1 in opleiding);

- SPW/SAW-3;

- SPH: 2 (waarvan 1 in opleiding);

- MBO-V: 1;

- OA: 2;

- AD-PEP: 1 (in opleiding).

Verder zijn aanwezig of op aanvraag:

- Een gedragsdeskundige, aanwezig op dinsdag, woensdag en donderdag;

- Een logopedist aanwezig op aanvraag, op dit moment betrokken bij meerdere cliënten;

- Een SI-therapeut (sensorische informatieverwerking) aanwezig op aanvraag, op dit moment betrokken bij meerdere cliënten;

- Een ergo-therapeut aanwezig op aanvraag;

- Een verpleegkundig specialist aanwezig op aanvraag, één dagdeel in de twee weken aanwezig;

- Een arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG), op aanvraag betrokken bij alle cliënten, multidisciplinair overleg, medicatie;

- Een huisarts/specialisten ziekenhuis: te bezoeken op aanvraag;

- Fysio: elke donderdag op locatie, op dit moment betrokken bij meerdere cliënten;

- Psychomotorische therapeut: op aanvraag.

(5)

Pagina 5 van 20

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting van de resultaten weergegeven in taartdiagrammen. Daarin staat hoe de inspectie de geleverde zorg beoordeelt.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over Muiderheim. Een toelichting op de scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op basis van welke bevindingen zij de scores op de normen geeft.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten per thema zien hoe de inspectie Muiderheim beoordeelt. Een toelichting op de kleuren in de diagrammen staat in hoofdstuk 4.

Legenda

voldoet voldoet niet

voldoet grotendeels niet getoetst

voldoet grotendeels niet

2.2 Wat gaat goed

Zorgverleners zijn betrokken bij de cliënten en kennen hen goed. De zorgverleners zoeken aansluiting bij wat de cliënt nodig heeft en hoe ze hem daarbij kunnen helpen.

Daarbij staat een zinvol en gewoon leven centraal.

2.3 Wat kan beter

Zorgverleners rapporteren in het ondersteuningsplan. Zij kunnen hun verslaglegging verbeteren door de rapportage nog beter te koppelen aan de doelen die voor de cliënt afgesproken zijn.

Om te leren van incidenten in de zorg is het van belang dat zorgverleners incidenten melden en kijken hoe herhaling in de toekomst voorkomen kan worden. Adullam investeerde de laatste jaren in het melden en leren van incidenten.

(6)

Toch is niet iedereen zich hiervan bewust en zien zorgverleners incidenten nog te vaak als zaken die bij de cliënt horen.

2.4 Wat moet beter

Om de cliënt te beschermen maken de zorgverleners een inventarisatie van de risico’s die hij kan lopen. De ernst van de risico’s is in beeld, maar onvoldoende is bekend welke acties de zorgverlener kan nemen om te voorkomen dat hij gevaar kan lopen. Hierdoor kunnen incidenten zich herhalen.

De cliënten zijn voor hun medicatie afhankelijk van de zorgverleners. Daarom is het van belang dat de medicatie goed bewaard wordt. De medicatieveiligheid moet daarom in lijn worden gebracht met de Handreiking medicatiebeleid (VGN 2019).

(7)

Pagina 7 van 20

2.5 Conclusie bezoek

De inspectie concludeert dat de locatie op de meeste van de door de inspectie getoetste normen (grotendeels) voldoet. Op twee normen is een extra inspanning van de organisatie nodig.

De inspectie ziet dat de locatie zich inzet om de cliënten een leven te geven dat zo normaal mogelijk is. Zij maken daarvoor gebruik van ASBM die de zorgverleners helpt om de behoeften van de cliënten goed in beeld te brengen en die bijdraagt aan een zinvol bestaan voor de cliënten.

Een groter bewustzijn van risico’s en het belang van melden kan de locatie helpen om de zorg nog veiliger te maken. Gelet op de verbeteringen die Adullam al zet voor het leren van meldingen heeft de inspectie er vertrouwen in dat Adullam verdere actie onderneemt om de zorg nog veiliger te maken.

(8)

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Adullam verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van Adullam verwacht

Een zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en veldnormen.

De inspectie verwacht dat Adullam de verbetermaatregelen zo nodig ook op andere locaties treft.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De inspectie heeft met dit bezoek een beeld gekregen van de kwaliteit en veiligheid van de zorg bij Muiderheim. Zij gaat er vanuit dat de bevindingen uit hoofdstuk 4 voldoende handvatten geven om aan de normen te (blijven) voldoen. Dit geldt ook voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg op andere locaties. Met dit rapport sluit de inspectie het bezoek af.

(9)

Pagina 9 van 20

4 Resultaten

Dit hoofdstuk beschrijft per thema de normen, het oordeel en de bevindingen.

De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis:

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm. De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm. De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen van de cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij2 zijn geschiedenis? Weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige en respectvolle relatie tussen een cliënt en een zorgverlener? Wordt er goed geluisterd naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen van de cliënt centraal?

Wordt hier gehoor aan gegeven? De cliënt heeft de regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgverlener.

4.1.1 Resultaten Norm 1.1

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg, behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

De zorgverleners vertellen dat zij samen met de cliënt en/of zijn wettelijk

vertegenwoordiger afspraken maken over de zorg, behandeling en ondersteuning. Ieder jaar is er een perspectiefbespreking van het ondersteuningsplan waarin de

zorgverleners en de wettelijk vertegenwoordiger stilstaan bij de zorg en welke

behoeften en wensen de cliënten hebben. Dit blijkt ook uit de ondersteuningsplannen.

Als voorbeeld leest de inspectie dat een cliënt aangeeft bang te zijn om naar de kerk te gaan. De zorgverlener beschrijft dat de mensenmassa mogelijk verstorend werkt en probeert daarvoor een oplossing te zoeken.

Jaarlijks zijn er ook twee tussentijdse evaluaties waar gesproken wordt over de zorg.

Wanneer een cliënt dit wil dan kan hij de bespreking bijwonen. De meeste cliënten doen dit niet, zo zegt de locatiemanager, omdat ze dit spannend vinden. De zorgverlener gaat dan voorafgaand aan de evaluaties met de cliënt praten en ook na de bespreking spreken zij over de afspraken die zijn gemaakt. De locatiemanager vertelt dat een jaardoel voor 2020 is hoe de cliënten een meer actieve rol te geven in de jaarlijkse evaluatie.

2 Voor de leesbaarheid wordt hier de mannelijke vorm gebruikt; waar ‘hij’ staat bedoelt de inspectie ook ‘zij’.

(10)

Norm 1.2

Zorgverleners kennen de cliënt, zijn wensen en behoeften.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

Zorgverleners beschrijven in het ondersteuningsplan wat de behoeften, wensen, mogelijkheden en beperkingen zijn. De inspectie leest bijvoorbeeld dat een cliënt graag eigen kleding uitkiest om mee naar de kerk te gaan.

Ook vertelt een zorgverlener dat een cliënt het dagelijkse tandenpoetsen lastig vindt.

Zij vertelt dat de cliënt het liefst op een stoel zit tijdens het tandenpoetsen en zij hem dan helpt. De inspectie hoort dit terug van de cliënt.

De inspectie hoort van een zorgverlener dat een bepaalde cliënt veel structuur nodig heeft. Om aan te sluiten bij haar belevingswereld is de afspraak gemaakt dat iedere zorgverlener de cliënt op dezelfde manier benadert. Er wordt de cliënt verteld dat het even kan duren voor iedereen dit doet. Daar spreken de zorgverleners over in de teamvergadering.

Tijdens de observatie op de dagbesteding ziet de inspectie dat een zorgverlener een cliënt in woord en gebaar duidelijk maakt dat hij weer aan de slag moet. Ze vertelt later dat deze cliënt soms zijn aandacht kan verliezen en dan geholpen moet worden om weer aan het werk te gaan.

De inspectie hoort van de locatiemanager dat er voorafgaand aan de perspectief-

bespreking een bespreking is van de cliënten in de teamvergadering. Deze bespreking is er ook na de evaluatie, zodat de zorgverleners weten wat er over de cliënt is

afgesproken. Daarna stelt de zorgverlener die verantwoordelijk is voor het

ondersteuningsplan dit plan vast. De inspectie ziet dit terug in het ondersteuningsplan.

Tijdens de rondgang hoort de inspectie dat iedere zorgverlener werkt voor twee groepen. Hierdoor hebben ze een beperkt aantal cliënten die ze helpen. Hierdoor kennen ze de cliënten beter en hebben de cliënten te maken met vaste zorgverleners.

Norm 1.3

Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over hun leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldoet Muiderheim aan deze norm

De inspectie hoort van een cliënt dat zij iedere week helpt met soep koken en hier enthousiast over is. In het ondersteuningsplan staat dit ook als wens. Een zorgverlener vertelt dat de cliënt ervan geniet samen met haar soep te koken.

De inspectie hoort van twee cliënten dat zij zelf hun kamer mogen inrichten. De inspectie ziet op de kamers diverse pictogrammen die er toe bijdragen dat cliënten zelf keuzes kunnen aangeven. Zo ziet de inspectie bijvoorbeeld een pictogram die een cliënt helpt bij het opmaken van zijn bed. Van een andere cliënt hoort de inspectie over haar emotie-boekje. Hiermee kan de cliënt haar welbevinden aangeven en vertelt daar enthousiast over.

Een zorgverlener vertelt aan de inspectie over een cliënt die zichzelf te zwaar vindt.

Deze cliënt komt zelf met idee om minder beleg te eten. De zorgverlener

ondersteunt de cliënt hierin op een positieve manier en de cliënt ziet dit ook terug in de maandelijkse gewichtscontrole.

(11)

Pagina 11 van 20

Ook hoort de inspectie dat een cliënt niet meer dan drie DVD’s mag kijken in de week.

Een zorgverlener vertelt dat de cliënt onrustig raakt als deze de keuzes niet kan overzien en dat er daarom strikte afspraken worden gemaakt.

Tevens hoort de inspectie dat een cliënt schakeltijd nodig heeft van werk naar wonen.

Voor hem is een aparte ruimte beschikbaar om tijdelijk te verblijven. In de ruimte is een bakje met pictogrammen te zien die de cliënt gebruikt om aan te geven wat hij wil doen op dat moment. Dit staat ook in het ondersteuningsplan.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

grotendeels aan deze norm.

De zorgverleners bejegenen en benaderen cliënten op een respectvolle wijze. Hierbij richten zij zich over het algemeen op de behoefte van de cliënt aan comfort, bezig zijn en erbij horen. Zo ziet de inspectie dat een zorgverlener naast een cliënt zit die pepernoten heeft gebakken. Ze maakt oogcontact, wacht even en prijst haar voor het resultaat. De cliënt glimlacht vervolgens naar de zorgverlener.

Een cliënt vertelt over haar emotie-boekje. Ze geeft aan dat de zorgverlener haar beter begrijpt als zij samen met de zorgverlener het boekje gebruikt. De betrokken

teamleider speekt warm over de cliënt.

Tijdens de rondgang ziet de inspectie naast de deur van een cliënt een busje hangen. De cliënt, zo vertelt de teamleider, wil soms spullen van andere cliënten meenemen. Hij vindt het dan moeilijk dit te zeggen en kan ze dan in het busje terug doen. De zorgverlener legt uit dat zij dan met de cliënt hierover in gesprek gaat en hem het vertrouwen kan geven dat wanneer de spullen teruggaan het weer goed is.

De inspectie ziet ook twee aparte ruimtes waar twee cliënten rust ervaren na het werk om later weer bij de groep aan te sluiten.

De teamleider vertelt dat zij voor een cliënt een stoplichtmodel gebruikt om aan de hand daarvan een gesprek te voeren en de cliënt beter te begrijpen.

Tijdens de observatie bij dagbesteding ziet de inspectie dat een zorgverlener de cliënten aanmoedigt: “Goed zo, jullie werken zo hard”. Er is ook tijd voor een grap.

De zorgverlener zegt ook dat zij bewust bij een cliënt zit aan de werktafel om hem nabijheid te bieden.

De inspectie leest in een ondersteuningsplan dat er op een minder respectvolle wijze over een cliënt wordt gerapporteerd.

Norm 1.5

Zorgverleners ondersteunen cliënten om hun informele netwerk in stand te houden of uit te breiden.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

De inspectie hoort tijdens de gesprekken dat zorgverleners zich inspannen om het netwerk van de cliënt te betrekken of uit te breiden. Zo vertelt een cliënt dat zij ondersteuning heeft gehad om bij gastgezinnen te kunnen aansluiten. Ze geniet van de sociale contacten.

(12)

Een zorgverlener laat in een badkamer zien hoe een cliënt met epilepsie toch gebruik kan maken van het bad. Door de inzet van een bad-vrijwilliger is het mogelijk voor de cliënt om te badderen.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige zorgverleners in. Hij schoolt, ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de zorgvragen van de cliënten. De zorgverleners zijn voldoende deskundig. Zij kennen de grenzen van hun deskundigheid. Daarnaast zijn zorgverleners in staat om samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor de voorwaarden waaronder zorgverleners methodisch kunnen werken. De zorgverlener is in staat methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle zorgverleners.

Methodisch werken houdt in dat zorgverleners werken volgens de Plan-Do-Check- Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en een plan maken hoe deze kunnen verbeteren.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort van zorgverleners dat zij in kaart brengen (risicokaart) waar de mogelijke behoefte van de cliënt ligt voor de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s. De inspectie ziet echter dat deze risicokaart nog niet altijd wordt gebruikt. Een zorgverlener vertelt over een zogenaamde pettenmap die is bedoeld om agressie van een cliënt te vermijden. Hier leest de inspectie niet over terug in de risicoinventarisatielijst van deze cliënt.

In het ondersteuningsplan van een cliënt die zich suïcidaal uitlaat ziet de inspectie niet terug hoe zorgverleners in dat soort situaties moeten handelen. Deze cliënt heeft zichzelf recent verwond.

De gedragsdeskundige vertelt dat bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen zij en de zorgverleners eerst kijken naar alternatieven. Zo beschrijft een zorgverlener dat voor een cliënt de woonkamerdeur gesloten moet blijven omdat hij anders via de gang naar buiten gaat en weg fietst. De gedragsdeskundige vertelt dat er als alternatief is bedacht om nu met de cliënt mee te lopen naar de gesloten woonkamer. De inspectie leest in een nagekomen pagina van het cliëntdossier terug met welke frequentie deze maatregel geëvalueerd wordt.

(13)

Pagina 13 van 20

De locatiemanager zegt dat bij mogelijke risico’s er een gesprek met de wettelijk vertegenwoordiger is over de keuze voor veiligheid of vrijheid. Ze noemt een voorbeeld waarbij de zorgverleners de cliënt meer bewegingsruimte dan thuis willen geven. De zorgverleners denken dat dit kan. Het is, zo zegt de locatiemanager, om op één lijn te komen.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet van twee cliënten de actuele ondersteuningsplannen. In de plannen staan de doelen waar de cliënt aan werkt. Ook ziet de inspectie de verslagen van de jaarlijkse en tussentijdse evaluatie. In deze evaluatie staat de voortgang van de zorg en de doelen waar de cliënt aan werkt. De inspectie ziet in het dossier van de cliënt dat zorgverleners dagelijks over de cliënten rapporteren. Dat kan zijn op algemene zaken, maar ook op doelen. Sinds kort werkt de locatie met een methode om gerichter te rapporteren volgens SAP (situatie, analyse en plan). Een zorgverlener vertelt dat hij dit vooral doet als er aanleiding voor is bij de cliënt. Hij vertelt ook dat het rapporteren beter kan, zowel in inhoud als in taal. De inspectie leest dit ook terug in de notulen van de teamvergadering van september 2019.

De inspectie ziet dat de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen in het

ondersteuningsplan van de cliënt is vastgelegd. Ook wordt beschreven wanneer de maatregelen geëvalueerd worden. Het formulier is ondertekend door de cliënt en haar vertegenwoordiger.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg. Vanuit de reflectie kunnen zorgverleners verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

De locatiemanager vertelt dat de teams ieder jaar op basis van thema’s teamreflecties houden. De uitkomsten van deze reflecties komen terug in het jaarplan van de locatie (zie ook norm 3.2). Daarnaast, zo vertelt de locatiemanager, reflecteren medewerkers op locatieniveau. De reflectie vindt plaats op thema’s als mentale weerbaarheid of ouders betrekken.

Tijdens het bezoek van de inspectie is er een verdiepingsdag. Het thema van de dag is veilige zorg. Op de agenda staat onder andere de nieuwe Wet zorg en dwang en bedrijfshulpverlening. Dat laatste onderwerp oefenen zorgverleners in de middag. Op de dag zitten leden van de verschillende teams door elkaar. “Zo ontstaat kruisbestuiving”, zo zegt de locatiemanager.

Een zorgverlener vertelt dat er binnen het team een open aanspreekcultuur is om feedback te geven en te ontvangen. Recent vroeg hij een collega waarom deze de deuren op de afdeling open laat. Hierdoor bestaat het gevaar dat een cliënt wegloopt.

De collega, zo zegt de zorgverlener, was blij met zijn feedback. De zorgverlener vertelt ook dat hij zich gehoord voelt door de locatiemanager. Het bespreken van knelpunten en zorgen over de gang van zaken op de locatie is mogelijk, aldus de zorgverlener.

(14)

Op de locatie, zo zegt de locatiemanager, werkt op iedere afdeling een teamleider.

De teamleider werkt 60 procent van de tijd aan het coachen van de zorgverleners en daarnaast aan het coördineren van het zorgproces. De locatiemanager vertelt dat de teamleider hierdoor dicht bij de zorgverleners staat en dat er sprake is van een open sfeer.

Norm 2.4

Zorgverleners houden relevante ontwikkelingen in hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

De norm is niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

De ochtenddienst is van 07:00-10:00 uur en dan zijn drie zorgverleners aanwezig. Elke groep heeft één zorgverlener. De middag/avonddienst is van 15:45-23:00 uur met drie zorgverleners en tussen 16.00-19:30 uur zijn er vier zorgverleners. Er is geen

onderscheid in opleiding tijdens de diensten. Wel wordt er altijd gekeken naar de bevoegdheid en de bekwaamheid wat betreft medicatie. Nieuwe zorgverleners worden de eerste maanden altijd geplaatst naast een ervaren zorgverlener op één van de andere groepen.

Een zorgverlener zegt dat dit jaar drie vaste collega’s zijn vertrokken. Dit riep spanning op bij de cliënten. De locatiemanager zegt dat er nu sprake is van een stabiel team. Er is weinig uitval en een relatief laag ziekteverzuim (op dit moment 1,67 procent) waardoor het op dit moment niet nodig is om te werken met

uitzendkrachten.

De zorgverleners van locatie Muiderheim hebben allemaal een afgeronde mbo- of hbo opleiding in de maatschappelijke zorg. De inspectie hoort van de locatiemanager dat alle zorgverleners een training volgen voor het werken met ASBM. Zorgverleners worden getraind in het anders denken, anders kijken, anders doen.

Een zorgverlener zegt dat hij meerdere opleidingen/trainingen volgde, waaronder bedrijfshulpverlening (BHV), medicatieverstrekking en een cursus over Zorg &

Identiteit. Hij vertelt ook dat het mogelijk is om een scholing te volgen als dit in belang van een cliënt is. Zo heeft hij bij een cliënt met verzamelwoede een training gevolgd om de cliënt daar beter in te kunnen begeleiden.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen, richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

Zorgverleners hanteren protocollen en weten waar ze deze kunnen vinden.

Bij een cliënt met een risico op weglopen is het wegloopprotocol van toepassing.

De inspectie ziet in het ondersteuningsplan dat dit protocol is uitgewerkt.

(15)

Pagina 15 van 20

De teamleider vertelt dat een cliënt met epilepsie gebruik maakt van het ligbad dankzij een bad-vrijwilliger en dat hier een epilepsieprotocol voor in de badkamer hangt. De inspectie ziet dat het protocol naast het ligbad hangt.

De inspectie ziet in het dossier van verschillende cliënten een geïndividualiseerd verslikprotocol, een wegloopprotocol en een vermissingsprotocol.

Op de locatie werken zorgverleners met de meldcode huiselijk geweld. Een zorgverlener vertelt dat deze code tijdens de themadag ook ter sprake komt.

Norm 2.7

Zorgverleners werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking maken zorgverleners afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

grotendeels aan deze norm.

Ieder kwartaal, zo vertellen meerdere gesprekspartners, komen de cliënten aan bod in een multidisciplinair overleg (MDO). In het MDO zitten de AVG, de gedragsdeskundige en de zorgverlener die verantwoordelijk is voor de cliënt. In het MDO bespreken de gesprekpartners structureel de inzet van medicatiegebruik bij cliënten en de toepassing van vrijheidsbeperking. Tijdens het gesprek met de gedragsdeskundige blijkt dat het niet altijd lukt om vrijheidsbeperking tijdens het MDO te bespreken.

De gedragsdeskundige en de zorgverleners zeggen dat de lijnen kort zijn en dat de zorgverleners de gedragsdeskundige goed kunnen vinden bij vragen over de cliënt. De gedragsdeskundige werkt 21 uur per week op de locatie Muiderheim. Zij vertelt dat de AVG niet voor alle zorgverleners goed bereikbaar is.

Voor de reguliere zorg doen de cliënten een beroep op een huisarts. Soms is het, zo vertelt de locatiemanager, moeilijk om een huisarts naar een cliënt te laten kijken als er het vermoeden is dat de aandoening te maken heeft met de beperking. Vaak wordt dan verwezen naar de AVG.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze op niveau houden begint bij een goed management. Managers sturen op de kwaliteit van zorg, coördineren en controleren wat er gebeurt op de werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de werkvloer die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten Norm 3.1

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

Een zorgverlener vertelt over de christelijke identiteit van Adullam. Zij vertelt dat ieder mens een schepsel van God is en dus waardevol. Elk mens heeft een zinvol leven nodig, zij noemt dit het ervaren van het gewone leven. Zij zegt dat de cliënten daardoor kunnen genieten van eenvoudige taken als het dekken van de tafel. Door het doen van waardevol en nuttig werk groeien ze als mens. De inspectie ziet dit ook terug in de dagbesteding. Cliënten zien het inpakken van fruit als echt werk en worden van begin tot einde bij proces betrokken.

(16)

De locatiemanager vertelt dat het werken met ASBM bij de zorgverleners goed tussen de oren zit. De zorgverleners kennen de cliënten goed. De locatie gaat nu een

vervolgstap zetten, namelijk wie ben ik als zorgverlener. De teamleiders krijgen een training en geven dit met intervisie vervolgens door aan de zorgverleners.

De inspectie hoort van de gedragsdeskundige over het streven naar onvoorwaardelijke ondersteuning. Deze manier van werken geeft haar houvast om vanuit gedeelde waarden de relatie met cliënt in stand te houden, ook als het minder vanzelfsprekend wordt. Bijvoorbeeld als de cliënt stress en agressie toont dan is dit niet leidend voor de volgende dag.

Norm 3.2

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

grotendeels aan deze norm.

De inspectie leest in het Kwaliteitsrapport van Adullam van 2019 (over het jaar 2018) dat de organisatie investeert in het vergroten van de meldingsbereidheid en meer wil leren van incidenten. Op de locatie is een commissie kwaliteit en veiligheid aanwezig die bestaat uit vier aandachtsfunctionarissen voor de vier teams. Deze commissie volgde een PRISMA-light training, kijkt op tertaalniveau naar trends en komt met overstijgende adviezen. De gedragsdeskundige zegt dat de commissie met haar de trends deelt en dat de aandachtsfunctionarissen ook met zorgverleners hierover praten om te kijken hoe incidenten voorkomen kunnen worden.

In de gesprekken met de zorgverleners hoort de inspectie dat incidenten niet altijd gemeld worden. Bij de dagbesteding bijvoorbeeld, ontbreekt het nog aan een stukje bewustzijn van het melden van incidenten. Uit de gesprekken blijkt dat een incident soms wordt gezien als iets wat hoort bij de cliënt. De aandachtsfunctionaris brengt dit dan onder de aandacht bij de begeleiders. Tijdens het dossieronderzoek lukt het een zorgverlener niet een recente melding van een cliënt uit het elektronisch dossier te halen.

Op de locatie worden interne audits gehouden. In juni 2019 is een audit geweest naar de dossiervoering. Daar is een vervolg aan gegeven in oktober 2019 om te kijken of de tekortkomingen opgepakt zijn. Tijdens deze audit is ook gekeken naar de

bedrijfshulpverlening en de aanwezigheid van risicokaarten. De inspectie leest in het verslag van de interne audit dat auditees reflecteren op de bevindingen en de verbetermaatregelen.

Op basis van de teamreflecties, zo zegt de locatiemanager, maken zij, de teamleiders en de gedragsdeskundigen, een jaarplan voor de locatie. Thema’s voor 2019 zijn, zo leest de inspectie in het locatiejaarplan: zorgproces, veilige zorg, kwaliteit van bestaan, zeggenschap, relatie cliënt-begeleider en verwanten.

Norm 3.3

De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldoet

Muiderheim

aan deze norm.

(17)

Pagina 17 van 20

Zorgverleners vertellen dat ze mogen leren en veel gebruik maken van mogelijkheden die de organisatie biedt.

Uit de diverse gesprekken blijkt dat er aandacht is voor reflectie. Tijdens teamvergaderingen bespreken zorgverleners de begeleiding van de cliënten.

Ook tussendoor vindt er afstemming en overleg plaats, aldus de locatiemanager.

Zie ook norm 2.3

4.4 Thema Medicatieveiligheid

Voor een goede medicatieveiligheid moet een zorgaanbieder een

geneesmiddelendistributiebeleid hebben geborgd. De zorgaanbieder heeft daarmee duidelijke afspraken over verstrekken en bewaren van medicatie. De inspectie kijkt bij haar onderzoek of zorgverleners medicatie verstrekken aan de hand van actuele medicatieoverzichten. Ook kijkt de inspectie of zorgverleners na het verstrekken van de medicatie, aftekenen op lijsten die de apotheek aanlevert.

3.4.1 Resultaten Norm 4.3

Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst van de apotheek.

Volgens de inspectie voldoet Muiderheim aan deze norm.

De apotheek levert de medicatie van cliënten in Baxter aan. Hiervoor is een toedienlijst van de apotheek aanwezig.

Norm 4.6

De zorgaanbieder registreert de (werk) voorraad medicatie en bewaakt de houdbaarheid hiervan

Volgens de inspectie voldoet Muiderheim niet aan de norm.

De inspectie ziet in de medicatiekast dat de openingsdatum ontbreekt op geopende medicatie.

(18)

Bijlage 1 Methode

De inspecteur toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het bezoek verschillende informatiebronnen. De inspectie vergelijkt en weegt de

informatie uit deze bronnen. Vervolgens beoordeelt de inspectie of de geboden zorg door Adullam, locatie Muiderheim voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen gebruikt:

- Gesprekken met twee cliënten;

- Observatie van vier cliënten op de dagbesteding;

- Gesprekken met twee zorgverleners;

- Gesprek met de gedragsdeskundige;

- Gesprek en rondleiding over afdeling op begane grond en dagbesteding met de teamleider;

- Twee cliëntdossiers;

- Documenten, genoemd in bijlage 2;

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

De inspecteurs passen zich zo veel mogelijk aan het ritme van de dag op de locatie aan. Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs zo mogelijk met een kort gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de

leidinggevende. Daarnaast vindt een rondleiding door de locatie plaats zodat de inspecteurs zich een beeld kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de zorgverleners. Verder zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende

huiskamers observeren de inspecteurs cliënten en zorgverleners. Hiervoor gebruiken zij de observatiemethode SOFI (zie de uitleg hieronder). Tijdens de observatie kijken de inspecteurs hoe zorgverleners de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen de cliënten en zorgverleners is.

De inspecteurs voeren door de dag heen, waar mogelijk, gesprekken met managers, zorgverleners, cliënten, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadsleden. Zij zien ook cliëntdossiers en documenten in.

De inspecteurs kunnen overlegvormen zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair overleg of een overdrachtsmoment bijwonen.

(19)

Pagina 19 van 20

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgverlener de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig vindt?

Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de zorgverleners activiteiten voor cliënten? Praten zorgverleners met de cliënten, zingen zij een liedje, doen ze een spelletje of gaan zij wandelen met de cliënt. Hoe is de stemming van cliënten, hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgverleners waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford.

(20)

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten

De inspectie heeft de met * gemarkeerde documenten opgenomen in haar archief.

De overige documenten vernietigt de inspectie na vaststelling van het rapport.

- Overzicht van de zorgprofielen van cliënten van Muiderheim;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars op Muiderheim;

- Locatiejaarplan Muiderheim 2019;

- Scholingsoverzicht 2018/2019;

- Agenda verdiepingsdag;

- Notulen teamvergadering de Roef, het Ruim & de Rede (19 sept 2019);

- Overzicht incidentmeldingen jan-dec 2019;

- Speerpuntenlijst 2019 team Roef, het Ruim & de Rede;

- Verslag kwaliteit en veiligheid periode 2 2019;

- Lijst zorg en dwang 2019;

- Verslag interne audit locatie Muiderheim 18 okt 2019;

- Overzicht van scholing in de afgelopen twee jaar aan de medewerkers van Muiderheim en de planning voor het lopende jaar;

- Kwaliteitsrapport 2018*.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen.. 3.8 De school met een substantieel

Volgens de inspectie voldeed TVZ tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Volgens de inspectie voldoet TVZ grotendeels aan

bouwaard met de daarbij behorende eigenschappen, en de functie van het betreffende bouwdeel (Op 't Hoog bouwtechnisch adviesbureau, Kapelweg 3b 5076 TK te Haaren hierna te noemen

Aangezien de aanbieder dit niet kon regelen, omdat ze daar op dit moment niet de middelen voor hebben, De cliënten en begeleiders van Het Schild kwamen toen expliciet met

A - Er is een procedure voor vrijgifte van het verpakte geneesmiddel door de gevestigde apotheker en deze procedure wordt nageleefd;. B - De gevestigde apotheker zet een paraaf

Volgens de inspectie voldoet D’n Bolle Akker grotendeels niet aan deze norm..

Volgens de inspectie voldeed de locatie Oogstlaan tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan deze norm.. Tijdens dit vervolgbezoek voldoet de locatie Oogstlaan aan

De apotheker controleert niet minimaal jaarlijks of bij belangrijke wijzigingen aantoonbaar de instellingen van het AIS en/of EVS aan de hand van het Voorschrift