• No results found

TRAJECT WELZIJN - ZORG VOOR DE OMGEVING PW GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TRAJECT WELZIJN - ZORG VOOR DE OMGEVING PW GRATIS"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TRAJECT WELZIJN - ZORG VOOR DE OMGEVING PW GRATIS

Auteur: none Aantal pagina's: none pagina's Verschijningsdatum: 2020-06-01

Uitgever: ThiemeMeulenhoff bv EAN: 9789006859041

Taal: nl Link:

Download hier

(2)
(3)

Traject Welzijn - Zorg voor de omgeving PW Theorieboek niveau 3/4

De praktijksituaties zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk, inclusief opdrachten gekoppeld aan houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen. De beroepsvaardigheden bevatten opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van sociaal-agogische,

communicatieve, verzorgende en creatieve vaardigheden. Kopen bij. In winkelmand In winkelmand. Nu afrekenen. A Adresgegevens. Oudestraat R, Kampen Telefoon Schrijf de eerste review over dit product. Op voorraad. Aantal -. In winkelwagen. Ga naar het einde van de afbeeldingen- gallerij. Ga naar het begin van de afbeeldingen-gallerij. Schrijf uw eigen review. Jouw naam. Review versturen. Wij gebruiken cookies om jouw ervaring beter te maken. Jaloezieën Nogal wat kinderen en jongeren blijken allergisch voor stof te zijn.

Vaak wordt om die reden gekozen voor verticale of horizontale jaloezieën of voor rolgordijnen. Jaloezieën hebben een wat koelere uitstraling, maar het voordeel is dat je het licht dat ze doorlaten kunt regelen. Daarnaast zijn jaloezieën praktisch in het gebruik omdat ze glad zijn, je kunt ze dus goed schoonhouden. Bovendien kun je kiezen uit verschillende kleuren, zodat je er toch de sfeer mee kunt beïnvloeden. Goede verlichting is belangrijk. Met een juiste verlichting kun je een ruimte levendiger maken en ruimer. Je hebt de basisverlichting in de ruimte, maar je kunt ook voor sfeerverlichting zorgen door bijvoorbeeld een extra lamp in de hoek van de ruimte te plaatsen. Directe verlichting geeft direct licht op een object, bijvoorbeeld een werkblad of een kunstvoorwerp. Verlichting die weerkaatst via het plafond of de muur, is indirect. Dit soort verlichting is niet fel en daardoor geschikt als sfeerverlichting.

Ook de kleur en de sterkte van het licht spelen een rol. Je kunt lampen kiezen in verschillende tinten. Met een dimmer kun je de hoeveelheid licht afstemmen op de sfeer die je wilt oproepen: sterker licht als er gewerkt wordt en gedimd licht als er ontspannen met elkaar gekletst wordt. Met de aankleding van de muren kun je een heel eigen sfeer scheppen. In een klaslokaal of een kantoor is een deel van wat aan de muren hangt

functioneel. Denk aan een digibord, een verfbord, een planbord of kalender. Hoewel je de eigen smaak niet helemaal kunt uitschakelen, kan die op je werk niet de boventoon voeren. Passen ze bij hun leeftijd en sociaal-culturele achtergrond? Hangen ze op de juiste hoogte? Let erop dat de muren niet te vol hangen. Dat kan de omgeving erg onrustig maken. Juist in de eenvoud komen de dingen het meest tot hun recht. Denk erover na hoe je wanddecoraties het best kunt bevestigen.

Als je posters op de muren hangt met punaises of plakband, beschadig je de muur of ontstaan er lelijke plekken. Informeer of hier voorschriften voor bestaan en sla niet zomaar een spijker in de muur. Probeer je ook met de keuze voor accessoires, zoals kussentjes op de bank of planten, te verplaatsen in de belevingswereld van de doelgroep.

Een lichtplan Maak een lichtplan en teken op de plattegrond waar je welke soort licht wilt hebben. Houd daarbij rekening met contactpunten, zodat je niet te veel last hebt van lange snoeren. Vraag eventueel advies in een goede verlichtingszaak. In de kinderopvang en in het onderwijs werk je met mensen die verschillen in culturele achtergrond. Bij de inrichting houd je daar rekening mee. Iedereen moet zich er thuis kunnen voelen. In een kinderdagverblijf spelen kinderen niet alleen, ze slapen er ook. De slaapkamers zijn meestal klein. Er is precies genoeg ruimte voor de bedjes. Om te voorkomen dat kinderen wakker worden van elkaar, is het plezierig als er meerdere kamers zijn voor een groep. Kies voor rustige kleuren en gedempt licht. Als er genoeg ruimte is, dan is het erg handig om er een gemakkelijke schommel stoel te plaatsen. Je kunt die gebruiken om een baby rustig te. Een veilige plek om te slapen Voor bedden is er keuze uit vele soorten, maten en vormen.

Er zijn stapelbedden, maar ook bedden waar kinderen zelf in en uit kunnen klimmen. De bedden zijn vanzelfsprekend veilig voor de kinderen, maar ook veilig voor de rug van de pedagogisch medewerkers. Het beddengoed voldoet aan de veiligheidseisen en is gemakkelijk te verschonen.

Een apart kleurtje, een kleurige afbeelding, een eigen kinderdagverblijfknuffel, of een tekening boven het bed zorgen ervoor dat het kind zijn eigen bed herkent. Elk bed heeft zo iets eigens. Voor kinderen en jongeren met een ernstig verstandelijke beperking kun je een snoezelruimte inrichten.

In een snoezelruimte wordt het gebruik van de zintuigen gestimuleerd. Het is een rustige, sfeervolle ruimte, waarin je zintuiglijke prikkels selectief aanbiedt. Rekening houden met rolstoelgebruikers In een omgeving voor kinderen met beperkingen, houd je rekening met toegankelijkheid van de ruimte voor rolstoelgebruik en andere hulpmiddelen. Je houdt daar bij de inrichting direct rekening mee. Kinderen met een beperking Er zijn kinderen die het beste functioneren als er niet te veel prikkels zijn. Voor hen maak je een prikkelarme ruimte, daarin zijn de prikkels voor het kind of de jongere minimaal.

Alle aanwezige prikkels zijn zorgvuldig geselecteerd en gedoseerd. Kinderen met een allergie Er kunnen ook andere beperkingen in het spel zijn.

Sommige kinderen worden in hun mogelijkheden beperkt door een allergie. Dit is een overgevoeligheid van het lichaam voor bepaalde stoffen. Of ze lijden aan een vorm van astma. Dit is een longaandoening met aanvallen van benauwdheid en kortademigheid, veroorzaakt door vernauwing van de kleinere luchtwegen.

Let er daarom bij de inrichting van de ruimte op dat deze goed schoon te houden is. Als je schoonmaakt doe je dat op een manier waardoor er weinig stof opdwarrelt. Huisdieren zijn geen goed idee, alleen vissen zullen voor niemand problemen opleveren. Let er bij de keuze van planten op dat ze geen allergische reactie kunnen oproepen. Meer informatie hierover vind je op de website van het astmafonds.

Gras Naast een betegeld gedeelte is er gras, het liefst met een heuveltje. Kinderen kunnen er lekker op liggen, stoeien, madeliefjes plukken, in een opblaasbadje spelen en de hele kleintjes kunnen er op een kleed liggen. Paadjes en struiken Spannende paadjes in verschillende soorten bestrating of van boomsnippers, leiden naar de verschillende speelplekken. Zandbak en water De zandbak kun je een aparte vorm geven of in meerdere stukken verdelen. Dat kan leiden tot allerlei fantasiespelletjes. Water maakt het spel compleet. Dat kan gewoon uit kraan komen, maar ook uit een, op de kraan aangesloten, stelsel van buizen. Buiten spelen en sporten is goed voor de gezondheid en de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het weer is geen excuus om kinderen binnen te houden. Je kunt ze erop kleden. Buiten zijn kinderen ook intensief met elkaar bezig.

Zo worden ze sociaal vaardig. In een spannend ingerichte buitenruimte valt veel te ontdekken. Als er bomen, struiken en planten in staan komen ze in aanraking met de natuur. Ze leren spelenderwijs om respectvol met de natuur om te gaan. Alle reden dus om de buitenruimte serieus te nemen.

Bloemen en planten In de bloementuin bloeien alle soorten bloemen. Kinderen kunnen eraan ruiken, de vlinders en insecten bekijken die eropaf

(4)

komen en een mooi boeketje maken voor in een vaasje. In de moestuin zien de kinderen hoe radijsjes, aardbeien, worteltjes en kruiden groeien.

En tijdens de lunch proeven ze van de oogst. Zones Als het nat is Het is plezierig als kinderen in elk seizoen een zo groot mogelijk deel van de buitenruimte kunnen gebruiken. Dat kan als er bij elk weertype een prettige plek is om te spelen. De ondergrond is. Je kunt de buitenruimte indelen in zones met elk een eigen sfeer.

Dat nodigt uit tot verschillende spelvormen. Het is mogelijk om met weinig. Bij veel wind Ook met de wind moet je rekening houden. Spelen in de wind is avontuurlijk, maar het kan voor kleine kinderen ook wel eens te heftig waaien. Een goede drainage voorkomt dat kinderen in een natte periode alleen een modderpoel buiten aantreffen. Drainage zorgt ervoor dat het water gemakkelijk in de grond zakt en niet in een plas blijft staan.

Sterke en zwakke punten Om de sterke en zwakke punten van de buitenspeelruimte te ontdekken, kun je gedurende een jaar een dagboek bijhouden. Daarin noteer je wat voor weer het was, hoe lang je met de kinderen buiten was, op welke plekken ze welk spel speelden en hoe de stemming was. Welke invloed hadden regen, zon en wind op het buitenspelen? Had de inrichting van de buitenspeelruimte daar mee te maken?

Wat zou er moeten gebeuren om het aangenamer te maken? Bij een herinrichting van de buitenruimte heb je hier houvast aan.

Misschien kunnen kleine ingrepen de buitenruimte aantrekkelijker maken. Zo kun je bij fris weer genieten van de zon en bij warm weer

beschermen tegen de felle zon. Metalen voorwerpen worden gloeiend heet in de zon. Die kunnen daarom beter op een schaduwrijke plek staan.

Kinderen zullen er dan graag spelen en jij gaat gemakkelijker met de groep naar buiten. Als de kinderen niet graag naar buiten gaan, is de buitenruimte vast aan een opknapbeurt toe. Is er een omheining? Als kinderen steeds dingen doen die niet mogen of steeds ruzie maken op plekken die jij moeilijk in de gaten kunt houden, is de ruimte niet goed ingericht. Of ze gaan juist erg aan jou hangen, om zo even bij de andere kinderen weg te zijn. Dit helpt om kinderen van verschillende leeftijdsgroepen, en kinderen die met verschillend spel bezig zijn goed uit elkaar te houden. Zijn de klimplekken niet rond de plekken waar kinderen bouwen?

Als ze op een kluitje moeten spelen, zullen ze al gauw een aanvaring met elkaar krijgen. Word je nerveus als je ze bovenop het klimrek ziet staan?

Gebeuren er te veel ongelukken? Als je vaak te hulp moet schieten, is het voor de kinderen niet veilig om hun gang te gaan of ze spelen er helemaal niet op. Hiermee voorkom je dat kinderen onnodig op elkaar moeten wachten, en zich in de tussentijd gaan misdragen. Ook voorkom je dat jij steeds moet ingrijpen om bijvoorbeeld vechtende kinderen uit elkaar te halen. Als kinderen weinig in de zandbak spelen of steeds speelgoed bij anderen wegpakken, is het tijd om daar wat aan te doen. Als je afwisseling brengt in het spelmateriaal, zullen de kinderen zich niet snel vervelen.

Kom je ook bij het buiten spelen verschillende spelvormen tegen?

Het is dezelfde school waar Marlies vroeger op zat. Marlies herinnert zich nog de brede lege gangen en de gesloten leslokalen. Dat is nu wel anders. Overal zijn hoekjes en werkplekken gecreëerd: in de klaslokalen zelf, maar ook in de brede gangen en de hal. Kinderen werken daar in kleine groepjes of alleen. Op de meeste werkplekken staat minstens één computer. Een van de oude klaslokalen is omgebouwd tot multimediale ruimte. Veel groepjes werken zelfstandig. Ze schreeuwen niet en hollen niet door het gebouw. Leerkrachten lopen langs of geven instructie aan een klein groepje kinderen.

Nergens ziet Marlies een leerkracht die aan de hele klas lesgeeft. Er is veel bedrijvigheid. Toch ziet de ruimte er gestructureerd, verzorgd en ordelijk uit. Met de inrichting van een ruimte kun je een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Een veilige omgeving heeft te maken met emotionele veiligheid en met fysieke veiligheid. Emotionele veiligheid wil zeggen dat het kind zich durft te uiten als het boos, verdrietig, of blij is. Fysieke veiligheid wil zeggen dat het kind zich beschermd voelt tegen gevaren en zich vrij durft te bewegen. Emotionele veiligheid heeft te maken met geborgenheid, het gevoel dat iemand kan zijn wie hij is en beschermd wordt tegen negatief gedrag van anderen. Voor een baby betekent veiligheid vooral voorspelbaarheid en rust. Een baby is nog heel hard bezig om alle indrukken te verwerken. Van thuis naar de kinderopvang is een grote verandering.

Dat zorgt voor veel prikkels. Er is constant actie en rumoer. Een baby kan daardoor in verwarring raken en zich onveilig voelen. Zorg ervoor dat er niet meer in staat dan nodig is. Met zorg uitgekozen accessoires, denk aan kussentjes of schilderijtjes, geven een eigen sfeer aan de ruimte.

Hang niet te veel aan de muren. Vertrouwen Het eerste levensjaar is erg bepalend voor het vertrouwen dat een kind opbouwt, een fundamenteel vertrouwen in zichzelf en in de ander. Je noemt dat basisvertrouwen. Vanuit dit basisvertrouwen kan een kind zich verder ontwikkelen. Je kunt bijdragen aan het basisvertrouwen door te zorgen voor een warme en veilige sfeer in de ruimte. Hoe die sfeer moet zijn, hangt af van de leeftijd van de kinderen en het doel van de opvang. Een wandkleed met een simpele voorstelling zal niet snel vervelen, maar juist vertrouwen geven. Je kunt samen met de baby naar het wandkleed of een schilderij kijken en er een passend liedje bij zingen.

Een gemakkelijke stoel nodigt uit om de baby op de arm te nemen bij het voeden. Akoestiek Bij verbouw en nieuwbouw is de akoestiek een belangrijk aandachtspunt. Dat is alles wat met horen en geluiden te maken heeft. Een peuter kan meer indrukken verwerken dan een baby. Dat komt omdat peuters geleerd hebben de wereld om zich heen te ordenen. Ze zijn nog volop in ontwikkeling en moeten nog veel leren.

Daar zijn ze de hele dag mee bezig. Omdat ze van zichzelf al druk genoeg zijn, is het belangrijk dat de verblijfsruimte, naast voldoende prikkels, rust biedt. Een rustgevende tint voor de muren en de vloer draagt daaraan bij. De spelmaterialen zorgen al voor kleur genoeg. Niet alle

kinderdagverblijven zien er hetzelfde uit. Waar een kinderdagverblijf voor kiest, hangt samen met de pedagogische ideeën en de doelstelling. In een kinderdagverblijf waar kinderen zelfstandig hun activiteiten mogen kiezen, vind je open kasten waarin alles op kinderhoogte staat. Een

kindercentrum dat met verticale groepen werkt, en een huiselijke sfeer wil bieden, zal de groepsruimte inrichten als een huiskamer.

Een organisatie heeft een bepaalde kijk op kinderopvang. Dat noem je de visie. Die visie bepaalt bijvoorbeeld de grootte van de groepen, welke ontwikkeling gestimuleerd wordt bij de kinderen. Maar de visie bepaalt dus ook de inrichting van de ruimte. Rust Zorg altijd voor een hoek waar peuters tot rust kunnen komen. Een bank leent zich daar prima voor. Je kunt die hoek combineren met de boekenhoek. Vanuit de bank kan de peuter, lekker dicht tegen je aan, tot rust komen. Voor kinderen die nog niet gewend zijn of voor wie de drukte te heftig is, is de rustige hoek een veilige plek om de omgeving te verkennen. Oogcontact De ruimte is zo ingericht dat peuters overal oogcontact met je kunnen houden. Kinderen zoeken oogcontact op momenten dat ze zich onzeker of bedreigd voelen, of niet weten of wat ze aan het doen zijn wel mag. Regels en structuur geven veiligheid. Ze voorkomen chaos. Denk maar eens aan het verkeer op de weg. Als we geen verkeersregels hadden zouden we nooit met

(5)

zoveel mensen tegelijk gebruik kunnen maken van de weg.

De regels over een geordend gebruik van de ruimte, maken dat de ruimte voor een kind veilig en overzichtelijk is en dat kinderen er

ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Kinderen leren die regels voor een belangrijk deel spelenderwijs. Een regel kan bijvoorbeeld zijn dat voor de lunch alle spelmaterialen weer op de vaste plek gelegd worden. Een andere regel die vaak gehanteerd wordt is om met elkaar voor het eten een liedje te zingen. Daarna gaat de groep met elkaar eten. Inrichting De spelmaterialen staan op een vaste plek. Peuters weten waar ze alles kunnen vinden en kunnen het ook zelf weer terugleggen. Een open kast is handig, maar het oogt wel al snel onrustig. Gesloten kasten zijn rustiger om naar te kijken. Als je pictogrammen op de deuren en laden van de kasten plakt, zie je goed waar de verschillende materialen liggen.

Je kunt ook de keuzemogelijkheid beperken en het spelmateriaal regelmatig afwisselen. Dat kan op de muur zelf of op een prikbord. Een babystoeltje is handig voor de pedagogisch werkers. Maar ze zijn wel passief. Het is niet goed een baby te lang in de maxi cosi te zetten. Het zou hun ontwikkeling kunnen beperken. Ze willen zich kunnen verplaatsen. Dat doe je bijvoorbeeld door een apart hoekje met een kleed te maken waar de baby veilig kan omrollen. Sensomotoriek In een uitdagende ruimte valt veel te ontdekken. De baby focust zich op een voorwerp met zijn ogen en wil het pakken met zijn handjes. Deze combinatie van zien en bewegen noem je sensomotoriek.

Bij de sensomotorische ontwikkeling staat de afstemming tussen de zintuiglijke en motorische ontwikkeling centraal. De baby krijgt steeds meer grip op de dingen die gebeuren. Het is voor jou als pedagogisch werker erg belangrijk om te zien wát precies het kind uitdaagt. Let goed op de veiligheid. Met een kleed op de grond, een ruime box of een stevige lage ronde tafel, bied je volop mogelijkheden. Zo kan de baby zijn motoriek ontwikkelen. Denk vanuit het kind. Hoe komt de ruimte op ze over? Kun je door een andere indeling meer structuur geven aan de kinderen? Een te grote open ruimte nodigt bijvoorbeeld uit tot kriskras rondcrossen. Dat zorgt eerder voor ongelukken. Denk aan: papier en schaar, plakstift, kralen, kleurstiften enzovoort. Zo oefenen ze hun grove motoriek. Onder grove motoriek verstaan we het beheersen van de spieren voor de grotere bewegingen, bijvoorbeeld lopen en klimmen. In de groepsruimte kan dat maar beperkt.

Een ruime en uitdagende speelruimte buiten is daarom onmisbaar. Met laarsjes en een regenjas aan kunnen ze daar ook bij slecht weer terecht.

Een speelhal of speellokaal binnen is prettig voor de echt slechte dagen. Net als in de leefruimte denk je bij de inrichting van een speellokaal in hoeken en loop- en. Autonomie is een basisbehoefte van kinderen. Autonomie betekent dat iemand zijn eigen beslissingen kan nemen. Kinderen ontdekken dat ze een eigen persoontje zijn met een eigen wil. De behoefte aan autonomie is belangrijk voor de inrichting van een ruimte.

Voorzieningen op kindhoogte Voorzieningen op kindhoogte geven kinderen de mogelijkheid om zelf te doen wat ze zelf kunnen. Zo zijn ze niet afhankelijk van de hulp van een volwassene. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen en autonomie en maakt hen al vroeg zelfstandig. Een brede vensterbank met een paar veilige treden is misschien een goede oplossing.

Dit komt meteen tegemoet aan de behoefte van peuters om te klauteren. In een peutergroep hebben peuters hun eigen aanrecht om hun handen te wassen, te spelen met water, en af te wassen. Speelgoed en materialen die kinderen zelf mogen pakken, zijn zo opgeborgen dat ze het zonder hulp kunnen, ook in de babygroep. De kapstok is op peuterhoogte, zodat kinderen zelf hun jasjes kunnen pakken. Ergonomische eisen voor

medewerkers Ergonomie is de wetenschap die de aanpassing van de werkomstandigheden aan de mens bestudeert.

Het gaat dan vaak om aanpassingen aan de werkplek. Ergonomische eisen waaraan de ruimte moet voldoen voor de medewerkers, kunnen wel eens botsen met de behoeften van de kinderen.

Traject Welzijn - Zorg voor de omgeving PW - niveau 3/4 - Werkboek

Dat betekent dat er onder andere gewerkt wordt met uitgaven die ingedeeld zijn in thema's die bestaan uit theorie en de daarbij behorende verwerkingsopdrachten, praktijksituaties en evaluatie middels de studiehulp. Daarnaast komen de beroepsvaardigheden en de houdingsaspecten van de beginnende beroepsbeoefenaar expliciet aan de orde. Deze elementen vormen immers een essentieel onderdeel van de beroepsuitoefening.

De combinatie van deze onderdelen maakt het leren vanuit verschillende invalshoeken mogelijk en kan zowel in een onderwijssituatie als in de beroepspraktijk plaatsvinden. Educatief speelgoed Keuzedelen Schoolspullen Toets- en Examentraining. Beschrijving Over Traject Welzijn De serie Traject Welzijn biedt lesmateriaal op mbo-niveau is en is bestemd voor de opleidingen Pedagogisch werk, Maatschappelijke Zorg en Sociaal werk. De leerstof is opgebouwd uit theorie, praktijksituaties en beroepsvaardigheden: De theorie bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie bij het betreffende werkproces en bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk. De verwerkingsopdrachten sluiten aan bij de leerstof in de theorie.

De praktijksituaties zijn realistische beschrijvingen van situaties uit de beroepspraktijk, inclusief opdrachten gekoppeld aan houdingsaspecten, vaardigheden en kenniselementen. De beroepsvaardigheden bevatten opdrachten voor het stapsgewijs aanleren van sociaal-agogische, communicatieve, verzorgende en creatieve vaardigheden.

Welke opties voor jouw bestelling beschikbaar zijn, zie je bij het afronden van de bestelling. We doen er alles aan om dit artikel op tijd te bezorgen. We bieden verschillende opties aan voor het bezorgen of ophalen van je bestelling. Traject Welzijn is een prachtige serie leermiddelen voor alle opleidingen in de MBO-sector Welzijn die zich richt op het leven en welzijn van mensen. Of het nu gaat over opvoeding,… lees meer. Ga naar zoeken Ga naar hoofdinhoud Door drukte bij de bezorgdiensten kan de bezorging van je pakketje langer duren. Serie: Traject Welzijn. Taal:

Nederlands. Schrijf een review. Auteur: J. Uitgever: ThiemeMeulenhoff bv. Samenvatting Als Pedagogisch Werker houd je je bezig met de opvoeding pedagogiek en opvang van kinderen en jongeren tot 23 jaar. Een goede inrichting van verblijfsruimten is belangrijk voor kinderen om er fijn te spelen en te leren.

Voordat je een ruimte gaat inrichten moet je onder andere bedenken wat de functie van de ruimte is, wie er gebruik van maken, welk budget er beschikbaar is. Zorg voor de omgeving PW gaat in op belangrijke aspecten bij de inrichting van ruimten, zoals de ruimte zelf, spel- en

ontwikkelingsmaterialen en een veilige, schone omgeving. De inhoud is geschikt voor mbo-studenten en mensen die zelfstandig meer willen leren

(6)

over hoe een ruimte optimaal ingericht kan worden. Zorg voor de omgeving PW maakt deel uit van de serie Traject Welzijn. Zorg voor de omgeving PW sluit volledig aan bij het werkproces 'Richt ruimten in ter voorbereiding op activiteiten' uit het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk.

Pedagogisch werkers werken in de kinderopvang, het onderwijs of in een combinatievorm van beide.

De student kan kiezen voor het profiel pedagogisch medewerker kinderopvang, gespecialiseerd medewerker kinderopvang of onderwijsassistent.

Over Traject Welzijn De serie Traject Welzijn biedt lesmateriaal op mbo-niveau is en is bestemd voor de opleidingen Pedagogisch werk, Maatschappelijke Zorg en Sociaal werk. Het materiaal sluit volledig aan bij de eisen van de nieuwe kwalificatiedossiers. Traject Welzijn is ontwikkeld op basis van leerstijlen en leerervaringen van mbo-studenten, waardoor zowel studenten met een meer theoretische, als studenten met een meer praktische inslag er gebruik van kunnen maken.

Er is rekening gehouden met de verschillende onderwijsstijlen, waardoor Traject Welzijn inzetbaar is binnen elk didactisch model. Traject Welzijn sluit aan bij actuele opvatting over flexibiliteit en zelfstandig leren. Dat betekent dat er onder andere gewerkt wordt met uitgaven die ingedeeld zijn in thema's die bestaan uit theorie en de daarbij behorende verwerkingsopdrachten, praktijksituaties en evaluatie middels de studiehulp. Daarnaast komen de beroepsvaardigheden en de houdingsaspecten van de beginnende beroepsbeoefenaar expliciet aan de orde. Deze elementen vormen immers een essentieel onderdeel van de beroepsuitoefening. De leerstof is opgebouwd uit theorie, praktijksituaties en beroepsvaardigheden: - De theorie bevat alle basiskennis en achtergrondinformatie bij het betreffende werkproces en bevat veel voorbeelden uit de beroepspraktijk.

De verwerkingsopdrachten sluiten aan bij de leerstof in de theorie. De combinatie van deze onderdelen maakt het leren vanuit verschillende invalshoeken mogelijk en kan zowel in een onderwijssituatie als in de beroepspraktijk plaatsvinden. Toon meer Toon minder. Lees de eerste pagina's.

[Traject Welzijn Theorieboek Zorg voor de omgeving PW + student 1 jaar licentie

Lees de eerste pagina's. Betrokkenen Auteur J. Jacobs-Laagland Redacteur M. Gloudemans Co-redacteur M. Gloudemans Uitgever ThiemeMeulenhoff bv. Overige kenmerken Gewicht g Verpakking breedte mm Verpakking hoogte 9 mm Verpakking lengte mm. Toon meer Toon minder. Reviews Schrijf een review. Aantal reviews: 2. Noon 19 september Ik raad dit product aan. Overzichtelijk Praktisch toepasbaar Heldere boodschap. Te theoretisch. Vond je dit een nuttige review? Mallee Rotterdam 25 oktober Ik raad dit product aan. Overzichtelijk Praktisch toepasbaar Heldere boodschap Volledig. Kies je editie. Kies je bindwijze. Uiterlijk 9 december in huis Levertijd We doen er alles aan om dit artikel op tijd te bezorgen.

Verkoop door Rodico B. In winkelwagen Op verlanglijstje. Bestellen en betalen via bol. Andere verkopers Anderen bekeken ook. Schokland Bekijk de hele lijst. Alle bindwijzen en edities 3. Houd je ogen en oren open. Dan weet je wat er leeft bij de kinderen, waar ze enthousiast over zijn of waar ze een hekel aan hebben. Je kunt ook in gesprekken met de hele groep of in kleine groepjes naar wensen vragen.

Wat je ook kunt doen is een enquête houden of een ideeënbus plaatsen. Kinderen hun wensen laten tekenen is ook nog een mogelijkheid. Maak wel duidelijk hoe je de wensen en ideeën gaat gebruiken. Dat voorkomt teleurstelling achteraf. Niet iedere wens kan in vervulling gaan. Een ruimte ziet er overzichtelijk uit als de materialen opgeborgen zijn in afgesloten kasten. Voor de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang kun je daarvoor het beste kasten met schuifdeurtjes kiezen. Dan kunnen de kinderen gemakkelijk zelf hun spullen pakken. Op een peuterspeelzaal is het belangrijk dat er voldoende kasten op peuterhoogte zijn. Kasten voor kinderen op de buitenschoolse opvang mogen hoger zijn. Let er ook op dat je materialen die je vaak nodig hebt niet op de onderste plank zet. Het is natuurlijk ook niet handig als je telkens een krukje moet pakken wanneer je iets nodig hebt.

Kast als afscheidingswand Kasten zet je niet alleen tegen de muur. Een kast is prima te gebruiken als afscheidingswand om hoeken te creëren. De achterkant van de kast is daarom ook belangrijk. Die moet er niet alleen. Je kunt er bijvoorbeeld een schoolbord of prikbord op hangen. Een kast die los in de ruimte staat en die je als afscheiding gebruikt, moet natuurlijk wel stabiel staan. Als een kind er iets uitpakt mag er geen gevaar bestaan dat de kast omvalt.

Tip Ga voor jezelf na welke handeling je regelmatig uitvoert en welke materialen je vaak nodig hebt. Kijk dan hoe je die materialen een goede plaats kunt geven. Inrichten van een werkplek De juiste werkhoogte Let op de juiste werkhoogte. In een keuken moet je bijvoorbeeld met je hand de bodem van de spoelbak kunnen aanraken zonder voorover te buigen. Een oven of magnetron kunnen het best op een hoogte van tot centimeter staan. Hete spullen haal je er dan horizontaal uit, je hoeft een hete schaal of bakplaat niet op te tillen of te laten zakken. De hoogte van tot cm is hoog genoeg om te voorkomen dat kleine kinderen er gemakkelijk bij kunnen komen. Bij de inrichting van een werkplek let je erop dat je gemakkelijk en veilig kunt werken. Of het nu om een keukenblok gaat, een commode, een bureau, een handvaardigheidshoek of speelhoek, de richtlijnen hiervoor lijken op elkaar.

Zorgt ervoor dat je niet meer hoeft te lopen dan nodig is en niet onnodig ver hoeft te reiken. Zorg voor een logische indeling van de werkplek. Bij een commode zorg je dat alle benodigdheden binnen handbereik liggen, zonder dat je hoeft te bukken. Je hebt dan altijd één arm om het kind vast te houden. Een in hoogte verstelbaar werkvlak is ideaal, omdat mensen met een verschillende lichaamslengte gebruikmaken van dezelfde

werkplek. In aanschaf is het duurder, maar de werkgever bespaart er wel ziektekosten mee. Een in hoogte verstelbare stoel of kruk zorgt ook voor een goede werkhouding. In de kinderopvang mogen leidsters niet werken aan lage tafels of op lage stoeltjes. Er zijn verschillende oplossingen voor gevonden om kinderen veilig aan een hoge tafel te laten zitten. Kleuren hebben een grote invloed op de sfeer die een ruimte uitstraalt. Kleuren geven een bepaald karakter aan een ruimte.

Door slim kleurgebruik kun je een ruimte groter of kleiner laten lijken. Met kleuren kun je een warme, rustige of juist een actieve sfeer scheppen.

In een lichte ruimte op het zuiden kun je voor de muren en het plafond kiezen voor koele tinten, bijvoorbeeld lichtblauw of lichtgrijs. Je kunt ook experimenteren met wat gewaagdere kleuren. Maar beperk je dan bij voorkeur tot één wand. Een donkere ruimte op het noorden lijkt warmer en lichter als muren en plafond zachtgeel of roomwit zijn.

(7)

De muren en het plafond beslaan een groot oppervlak in de ruimte. De kleur ervan is dus erg bepalend voor de sfeer. Je kunt het beste kiezen voor lichte tinten voor op de muren en het plafond. De ruimte lijkt daardoor groter. Donkere kleuren maken een ruimte al snel somber en komen op je af. Bovendien passen lichte, neutrale tinten gemakkelijker bij de rest van de inrichting.

Licht wil niet zeggen dat de muren en het plafond helemaal wit moeten zijn. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor zachtgeel of roomwit. Je kunt optische trucs uithalen door de muur net een tikkeltje donkerder of lichter te maken dan het plafond. Als je een ruimte met hoge plafonds lager wilt laten lijken, verf je een strook van ongeveer 30 cm aan de bovenkant van de muur mee in de kleur van het plafond. Omgekeerd lijkt een ruimte hoger als het plafond een lichtere tint heeft.

Je kunt dit effect versterken door de kleur van de. De kleur en het materiaal van de vloerbedekking hebben effect op de sfeer. Met een lichte natuurtint loop je het minste risico. Die past overal bij. Je voorkomt ermee dat de vloer te bepalend wordt voor de sfeer die een ruimte uitstraalt.

Tapijt heeft een warmere uitstraling dan linoleum of tegels. Maar is minder makkelijk schoon te houden dan een gladde vloer.

Als je er toch een gladde vloer komt in de ruimte waar jij werkt, dan kun je met de kleur toch een bepaalde sfeer creëren. Linoleum is

bijvoorbeeld in heel veel kleuren leverbaar. Met gordijnen geef je sfeer aan een ruimte door de kleur en materiaalkeuze. Laat je bij de keuze van het materiaal op de eerste plaats leiden door de functie. Let bij de keuze ook op de mate waarin gordijnen stof vasthouden. Jaloezieën Nogal wat kinderen en jongeren blijken allergisch voor stof te zijn. Vaak wordt om die reden gekozen voor verticale of horizontale jaloezieën of voor rolgordijnen. Jaloezieën hebben een wat koelere uitstraling, maar het voordeel is dat je het licht dat ze doorlaten kunt regelen. Daarnaast zijn jaloezieën praktisch in het gebruik omdat ze glad zijn, je kunt ze dus goed schoonhouden.

Bovendien kun je kiezen uit verschillende kleuren, zodat je er toch de sfeer mee kunt beïnvloeden. Goede verlichting is belangrijk. Met een juiste verlichting kun je een ruimte levendiger maken en ruimer. Je hebt de basisverlichting in de ruimte, maar je kunt ook voor sfeerverlichting zorgen door bijvoorbeeld een extra lamp in de hoek van de ruimte te plaatsen. Directe verlichting geeft direct licht op een object, bijvoorbeeld een werkblad of een kunstvoorwerp. Verlichting die weerkaatst via het plafond of de muur, is indirect. Dit soort verlichting is niet fel en daardoor geschikt als sfeerverlichting. Ook de kleur en de sterkte van het licht spelen een rol. Je kunt lampen kiezen in verschillende tinten.

Met een dimmer kun je de hoeveelheid licht afstemmen op de sfeer die je wilt oproepen: sterker licht als er gewerkt wordt en gedimd licht als er ontspannen met elkaar gekletst wordt. Met de aankleding van de muren kun je een heel eigen sfeer scheppen. In een klaslokaal of een kantoor is een deel van wat aan de muren hangt functioneel. Denk aan een digibord, een verfbord, een planbord of kalender. Hoewel je de eigen smaak niet helemaal kunt uitschakelen, kan die op je werk niet de boventoon voeren. Passen ze bij hun leeftijd en sociaal-culturele achtergrond? Hangen ze op de juiste hoogte? Let erop dat de muren niet te vol hangen. Dat kan de omgeving erg onrustig maken.

Juist in de eenvoud komen de dingen het meest tot hun recht. Denk erover na hoe je wanddecoraties het best kunt bevestigen. Als je posters op de muren hangt met punaises of plakband, beschadig je de muur of ontstaan er lelijke plekken. Informeer of hier voorschriften voor bestaan en sla niet zomaar een spijker in de muur. Probeer je ook met de keuze voor accessoires, zoals kussentjes op de bank of planten, te verplaatsen in de belevingswereld van de doelgroep. Een lichtplan Maak een lichtplan en teken op de plattegrond waar je welke soort licht wilt hebben. Houd daarbij rekening met contactpunten, zodat je niet te veel last hebt van lange snoeren.

Vraag eventueel advies in een goede verlichtingszaak. In de kinderopvang en in het onderwijs werk je met mensen die verschillen in culturele achtergrond. Bij de inrichting houd je daar rekening mee. Iedereen moet zich er thuis kunnen voelen. In een kinderdagverblijf spelen kinderen niet alleen, ze slapen er ook.

De slaapkamers zijn meestal klein. Er is precies genoeg ruimte voor de bedjes. Om te voorkomen dat kinderen wakker worden van elkaar, is het plezierig als er meerdere kamers zijn voor een groep. Kies voor rustige kleuren en gedempt licht. Als er genoeg ruimte is, dan is het erg handig om er een gemakkelijke schommel stoel te plaatsen. Je kunt die gebruiken om een baby rustig te. Een veilige plek om te slapen Voor bedden is er keuze uit vele soorten, maten en vormen. Er zijn stapelbedden, maar ook bedden waar kinderen zelf in en uit kunnen klimmen. De bedden zijn vanzelfsprekend veilig voor de kinderen, maar ook veilig voor de rug van de pedagogisch medewerkers. Het beddengoed voldoet aan de veiligheidseisen en is gemakkelijk te verschonen. Een apart kleurtje, een kleurige afbeelding, een eigen kinderdagverblijfknuffel, of een tekening boven het bed zorgen ervoor dat het kind zijn eigen bed herkent.

Elk bed heeft zo iets eigens. Voor kinderen en jongeren met een ernstig verstandelijke beperking kun je een snoezelruimte inrichten. In een snoezelruimte wordt het gebruik van de zintuigen gestimuleerd. Het is een rustige, sfeervolle ruimte, waarin je zintuiglijke prikkels selectief aanbiedt.

Rekening houden met rolstoelgebruikers In een omgeving voor kinderen met beperkingen, houd je rekening met toegankelijkheid van de ruimte voor rolstoelgebruik en andere hulpmiddelen. Je houdt daar bij de inrichting direct rekening mee.

Kinderen met een beperking Er zijn kinderen die het beste functioneren als er niet te veel prikkels zijn. Voor hen maak je een prikkelarme ruimte, daarin zijn de prikkels voor het kind of de jongere minimaal. Alle aanwezige prikkels zijn zorgvuldig geselecteerd en gedoseerd. Kinderen met een allergie Er kunnen ook andere beperkingen in het spel zijn. Sommige kinderen worden in hun mogelijkheden beperkt door een allergie. Dit is een overgevoeligheid van het lichaam voor bepaalde stoffen. Of ze lijden aan een vorm van astma. Dit is een longaandoening met aanvallen van benauwdheid en kortademigheid, veroorzaakt door vernauwing van de kleinere luchtwegen. Let er daarom bij de inrichting van de ruimte op dat deze goed schoon te houden is. Als je schoonmaakt doe je dat op een manier waardoor er weinig stof opdwarrelt.

Huisdieren zijn geen goed idee, alleen vissen zullen voor niemand problemen opleveren. Let er bij de keuze van planten op dat ze geen allergische reactie kunnen oproepen. Meer informatie hierover vind je op de website van het astmafonds. Gras Naast een betegeld gedeelte is er gras, het liefst met een heuveltje. Kinderen kunnen er lekker op liggen, stoeien, madeliefjes plukken, in een opblaasbadje spelen en de hele kleintjes kunnen er op een kleed liggen.

(8)

Paadjes en struiken Spannende paadjes in verschillende soorten bestrating of van boomsnippers, leiden naar de verschillende speelplekken.

Zandbak en water De zandbak kun je een aparte vorm geven of in meerdere stukken verdelen. Dat kan leiden tot allerlei fantasiespelletjes. Water maakt het spel compleet. Dat kan gewoon uit kraan komen, maar ook uit een, op de kraan aangesloten, stelsel van buizen. Buiten spelen en sporten is goed voor de gezondheid en de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het weer is geen excuus om kinderen binnen te houden. Je kunt ze erop kleden. Buiten zijn kinderen ook intensief met elkaar bezig. Zo worden ze sociaal vaardig. In een spannend ingerichte buitenruimte valt veel te ontdekken. Als er bomen, struiken en planten in staan komen ze in aanraking met de natuur. Ze leren spelenderwijs om respectvol met de natuur om te gaan. Alle reden dus om de buitenruimte serieus te nemen.

Bloemen en planten In de bloementuin bloeien alle soorten bloemen. Kinderen kunnen eraan ruiken, de vlinders en insecten bekijken die eropaf komen en een mooi boeketje maken voor in een vaasje. In de moestuin zien de kinderen hoe radijsjes, aardbeien, worteltjes en kruiden groeien.

En tijdens de lunch proeven ze van de oogst. Zones Als het nat is Het is plezierig als kinderen in elk seizoen een zo groot mogelijk deel van de buitenruimte kunnen gebruiken.

Dat kan als er bij elk weertype een prettige plek is om te spelen. De ondergrond is. Je kunt de buitenruimte indelen in zones met elk een eigen sfeer. Dat nodigt uit tot verschillende spelvormen. Het is mogelijk om met weinig. Bij veel wind Ook met de wind moet je rekening houden. Spelen in de wind is avontuurlijk, maar het kan voor kleine kinderen ook wel eens te heftig waaien. Een goede drainage voorkomt dat kinderen in een natte periode alleen een modderpoel buiten aantreffen.

Drainage zorgt ervoor dat het water gemakkelijk in de grond zakt en niet in een plas blijft staan. Sterke en zwakke punten Om de sterke en zwakke punten van de buitenspeelruimte te ontdekken, kun je gedurende een jaar een dagboek bijhouden. Daarin noteer je wat voor weer het was, hoe lang je met de kinderen buiten was, op welke plekken ze welk spel speelden en hoe de stemming was. Welke invloed hadden regen, zon en wind op het buitenspelen? Had de inrichting van de buitenspeelruimte daar mee te maken? Wat zou er moeten gebeuren om het aangenamer te maken? Bij een herinrichting van de buitenruimte heb je hier houvast aan. Misschien kunnen kleine ingrepen de buitenruimte aantrekkelijker maken.

Zo kun je bij fris weer genieten van de zon en bij warm weer beschermen tegen de felle zon. Metalen voorwerpen worden gloeiend heet in de zon.

Die kunnen daarom beter op een schaduwrijke plek staan. Kinderen zullen er dan graag spelen en jij gaat gemakkelijker met de groep naar buiten.

Als de kinderen niet graag naar buiten gaan, is de buitenruimte vast aan een opknapbeurt toe. Is er een omheining? Als kinderen steeds dingen doen die niet mogen of steeds ruzie maken op plekken die jij moeilijk in de gaten kunt houden, is de ruimte niet goed ingericht. Of ze gaan juist erg aan jou hangen, om zo even bij de andere kinderen weg te zijn. Dit helpt om kinderen van verschillende leeftijdsgroepen, en kinderen die met verschillend spel bezig zijn goed uit elkaar te houden. Zijn de klimplekken niet rond de plekken waar kinderen bouwen? Als ze op een kluitje moeten spelen, zullen ze al gauw een aanvaring met elkaar krijgen. Word je nerveus als je ze bovenop het klimrek ziet staan? Gebeuren er te veel ongelukken? Als je vaak te hulp moet schieten, is het voor de kinderen niet veilig om hun gang te gaan of ze spelen er helemaal niet op. Hiermee voorkom je dat kinderen onnodig op elkaar moeten wachten, en zich in de tussentijd gaan misdragen.

Ook voorkom je dat jij steeds moet ingrijpen om bijvoorbeeld vechtende kinderen uit elkaar te halen. Als kinderen weinig in de zandbak spelen of steeds speelgoed bij anderen wegpakken, is het tijd om daar wat aan te doen. Als je afwisseling brengt in het spelmateriaal, zullen de kinderen zich niet snel vervelen. Kom je ook bij het buiten spelen verschillende spelvormen tegen? Het is dezelfde school waar Marlies vroeger op zat. Marlies herinnert zich nog de brede lege gangen en de gesloten leslokalen. Dat is nu wel anders. Overal zijn hoekjes en werkplekken gecreëerd: in de klaslokalen zelf, maar ook in de brede gangen en de hal. Kinderen werken daar in kleine groepjes of alleen. Op de meeste werkplekken staat minstens één computer. Een van de oude klaslokalen is omgebouwd tot multimediale ruimte. Veel groepjes werken zelfstandig. Ze schreeuwen niet en hollen niet door het gebouw.

Leerkrachten lopen langs of geven instructie aan een klein groepje kinderen. Nergens ziet Marlies een leerkracht die aan de hele klas lesgeeft. Er is veel bedrijvigheid. Toch ziet de ruimte er gestructureerd, verzorgd en ordelijk uit. Met de inrichting van een ruimte kun je een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Een veilige omgeving heeft te maken met emotionele veiligheid en met fysieke veiligheid. Emotionele veiligheid wil zeggen dat het kind zich durft te uiten als het boos, verdrietig, of blij is.

Fysieke veiligheid wil zeggen dat het kind zich beschermd voelt tegen gevaren en zich vrij durft te bewegen. Emotionele veiligheid heeft te maken met geborgenheid, het gevoel dat iemand kan zijn wie hij is en beschermd wordt tegen negatief gedrag van anderen. Voor een baby betekent veiligheid vooral voorspelbaarheid en rust. Een baby is nog heel hard bezig om alle indrukken te verwerken. Van thuis naar de kinderopvang is een grote verandering. Dat zorgt voor veel prikkels. Er is constant actie en rumoer.

Een baby kan daardoor in verwarring raken en zich onveilig voelen. Zorg ervoor dat er niet meer in staat dan nodig is. Met zorg uitgekozen accessoires, denk aan kussentjes of schilderijtjes, geven een eigen sfeer aan de ruimte. Hang niet te veel aan de muren. Vertrouwen Het eerste levensjaar is erg bepalend voor het vertrouwen dat een kind opbouwt, een fundamenteel vertrouwen in zichzelf en in de ander. Je noemt dat basisvertrouwen. Vanuit dit basisvertrouwen kan een kind zich verder ontwikkelen. Je kunt bijdragen aan het basisvertrouwen door te zorgen voor een warme en veilige sfeer in de ruimte. Hoe die sfeer moet zijn, hangt af van de leeftijd van de kinderen en het doel van de opvang. Een

wandkleed met een simpele voorstelling zal niet snel vervelen, maar juist vertrouwen geven. Je kunt samen met de baby naar het wandkleed of een schilderij kijken en er een passend liedje bij zingen.

Een gemakkelijke stoel nodigt uit om de baby op de arm te nemen bij het voeden. Akoestiek Bij verbouw en nieuwbouw is de akoestiek een belangrijk aandachtspunt. Dat is alles wat met horen en geluiden te maken heeft. Een peuter kan meer indrukken verwerken dan een baby. Dat komt omdat peuters geleerd hebben de wereld om zich heen te ordenen.

Ze zijn nog volop in ontwikkeling en moeten nog veel leren. Daar zijn ze de hele dag mee bezig. Omdat ze van zichzelf al druk genoeg zijn, is het belangrijk dat de verblijfsruimte, naast voldoende prikkels, rust biedt. Een rustgevende tint voor de muren en de vloer draagt daaraan bij. De spelmaterialen zorgen al voor kleur genoeg. Niet alle kinderdagverblijven zien er hetzelfde uit. Waar een kinderdagverblijf voor kiest, hangt samen

(9)

met de pedagogische ideeën en de doelstelling. In een kinderdagverblijf waar kinderen zelfstandig hun activiteiten mogen kiezen, vind je open kasten waarin alles op kinderhoogte staat.

Een kindercentrum dat met verticale groepen werkt, en een huiselijke sfeer wil bieden, zal de groepsruimte inrichten als een huiskamer. Een organisatie heeft een bepaalde kijk op kinderopvang. Dat noem je de visie. Die visie bepaalt bijvoorbeeld de grootte van de groepen, welke ontwikkeling gestimuleerd wordt bij de kinderen. Maar de visie bepaalt dus ook de inrichting van de ruimte. Rust Zorg altijd voor een hoek waar peuters tot rust kunnen komen.

Een bank leent zich daar prima voor. Je kunt die hoek combineren met de boekenhoek. Vanuit de bank kan de peuter, lekker dicht tegen je aan, tot rust komen. Voor kinderen die nog niet gewend zijn of voor wie de drukte te heftig is, is de rustige hoek een veilige plek om de omgeving te verkennen. Oogcontact De ruimte is zo ingericht dat peuters overal oogcontact met je kunnen houden. Kinderen zoeken oogcontact op momenten dat ze zich onzeker of bedreigd voelen, of niet weten of wat ze aan het doen zijn wel mag. Regels en structuur geven veiligheid. Ze voorkomen chaos. Denk maar eens aan het verkeer op de weg. Als we geen verkeersregels hadden zouden we nooit met zoveel mensen tegelijk gebruik kunnen maken van de weg.

De regels over een geordend gebruik van de ruimte, maken dat de ruimte voor een kind veilig en overzichtelijk is en dat kinderen er

ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Kinderen leren die regels voor een belangrijk deel spelenderwijs. Een regel kan bijvoorbeeld zijn dat voor de lunch alle spelmaterialen weer op de vaste plek gelegd worden. Een andere regel die vaak gehanteerd wordt is om met elkaar voor het eten een liedje te zingen. Daarna gaat de groep met elkaar eten. Inrichting De spelmaterialen staan op een vaste plek. Peuters weten waar ze alles kunnen vinden en kunnen het ook zelf weer terugleggen.

Een open kast is handig, maar het oogt wel al snel onrustig. Gesloten kasten zijn rustiger om naar te kijken. Als je pictogrammen op de deuren en laden van de kasten plakt, zie je goed waar de verschillende materialen liggen. Je kunt ook de keuzemogelijkheid beperken en het spelmateriaal regelmatig afwisselen. Dat kan op de muur zelf of op een prikbord. Een babystoeltje is handig voor de pedagogisch werkers.

Maar ze zijn wel passief. Het is niet goed een baby te lang in de maxi cosi te zetten. Het zou hun ontwikkeling kunnen beperken. Ze willen zich kunnen verplaatsen. Dat doe je bijvoorbeeld door een apart hoekje met een kleed te maken waar de baby veilig kan omrollen. Sensomotoriek In een uitdagende ruimte valt veel te ontdekken. De baby focust zich op een voorwerp met zijn ogen en wil het pakken met zijn handjes. Deze combinatie van zien en bewegen noem je sensomotoriek.

Bij de sensomotorische ontwikkeling staat de afstemming tussen de zintuiglijke en motorische ontwikkeling centraal. De baby krijgt steeds meer grip op de dingen die gebeuren. Het is voor jou als pedagogisch werker erg belangrijk om te zien wát precies het kind uitdaagt. Let goed op de veiligheid. Met een kleed op de grond, een ruime box of een stevige lage ronde tafel, bied je volop mogelijkheden. Zo kan de baby zijn motoriek ontwikkelen. Denk vanuit het kind. Hoe komt de ruimte op ze over? Kun je door een andere indeling meer structuur geven aan de kinderen?

Een te grote open ruimte nodigt bijvoorbeeld uit tot kriskras rondcrossen. Dat zorgt eerder voor ongelukken. Denk aan: papier en schaar, plakstift, kralen, kleurstiften enzovoort. Zo oefenen ze hun grove motoriek. Onder grove motoriek verstaan we het beheersen van de spieren voor de grotere bewegingen, bijvoorbeeld lopen en klimmen.

In de groepsruimte kan dat maar beperkt. Een ruime en uitdagende speelruimte buiten is daarom onmisbaar. Met laarsjes en een regenjas aan kunnen ze daar ook bij slecht weer terecht. Een speelhal of speellokaal binnen is prettig voor de echt slechte dagen. Net als in de leefruimte denk je bij de inrichting van een speellokaal in hoeken en loop- en. Autonomie is een basisbehoefte van kinderen. Autonomie betekent dat iemand zijn eigen beslissingen kan nemen. Kinderen ontdekken dat ze een eigen persoontje zijn met een eigen wil. De behoefte aan autonomie is belangrijk voor de inrichting van een ruimte. Voorzieningen op kindhoogte Voorzieningen op kindhoogte geven kinderen de mogelijkheid om zelf te doen wat ze zelf kunnen. Zo zijn ze niet afhankelijk van de hulp van een volwassene.

Dat is goed voor hun zelfvertrouwen en autonomie en maakt hen al vroeg zelfstandig. Een brede vensterbank met een paar veilige treden is misschien een goede oplossing. Dit komt meteen tegemoet aan de behoefte van peuters om te klauteren. In een peutergroep hebben peuters hun eigen aanrecht om hun handen te wassen, te spelen met water, en af te wassen. Speelgoed en materialen die kinderen zelf mogen pakken, zijn zo opgeborgen dat ze het zonder hulp kunnen, ook in de babygroep. De kapstok is op peuterhoogte, zodat kinderen zelf hun jasjes kunnen pakken.

Ergonomische eisen voor medewerkers Ergonomie is de wetenschap die de aanpassing van de werkomstandigheden aan de mens bestudeert.

Het gaat dan vaak om aanpassingen aan de werkplek. Ergonomische eisen waaraan de ruimte moet voldoen voor de medewerkers, kunnen wel eens botsen met de behoeften van de kinderen. Meehelpen met de tafel dekken en afruimen is voor peuters lastig als de kinderen en medewerkers samen aan een hoge tafel eten. Voor de rug van pedagogisch medewerkers is het niet goed als ze steeds moeten bukken, of op een te lage stoel zitten. Bij de keuze van meubels let je daarom op beide aspecten. Een aankleedtafel is bijvoorbeeld instelbaar op de hoogte van de pedagogisch werker, maar een peuter kan er wel zelf via een trapje op klimmen. Een eigen plek Het is belangrijk dat kinderen een eigen plek hebben om spulletjes op te bergen, vooral als ze veel tijd doorbrengen in de opvang. Afhankelijk van de mogelijkheden en de aard van de opvang kinderdagverblijf of peuterspeelzaal kan dat een kastje zijn, een laatje of een mandje.

Dat kan bijvoorbeeld een nis zijn in de. Beleef de ruimte eens door de ogen van een kind. Kan het zelfstandig naar buiten kijken of naar de spelende peuters in de centrale hal? Zijn de ramen in de peutergroep zo hoog dat ze niet zonder hulp naar buiten kunnen. Met een gordijntje of doeken kunnen kinderen zelf kiezen hoeveel persoonlijke vrijheid of privacy ze op dat moment willen. Signalen oppikken Kinderen zullen het goed doen in een ruimte die emotioneel veilig en stimulerend is, en waar aandacht is voor de eigenheid van elk kind. Dat zie je aan hun uitstraling. Ze zijn gezond, emotioneel vrij, betrokken en actief. Als je goed naar kinderen kijkt, kun je hun signalen oppikken. Dat noem je signaleren. Als je op een juiste manier reageert op de signalen, versterk je de autonomie en zelfstandigheid van kinderen. Soms geven kinderen een signaal dat ze zich niet prettig voelen in de ruimte, bijvoorbeeld omdat ze een bepaald spel niet kunnen spelen.

(10)

Jij kunt naar ze luisteren en kijken of je de ruimte zo kunt veranderen dat de kinderen zich er wel prettig voelen. Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen als er verschillende plekken zijn waar wat valt te beleven. Speeltoestellen voorzien in de bewegingsbehoefte, maar kinderen kunnen er ook fantaseren en hun fantasiespel spelen. Een klimen glijbaanhuisje is voor veel kinderen een geliefde plek. Een zandbak, een schommel en een wipkip horen meestal ook tot de vaste elementen. Fietsjes, karren, klossen, doeken, touwen, ballen, scheppen en emmertjes zijn voor het peuterspel onmisbaar. Maar ook met bezems en tuingereedschap in kinderformaat hebben peuters veel plezier. Zorg ervoor dat al het losse materiaal voor buiten netjes en veilig opgeborgen is.

Figuur 2. Een uitdagende buitenruimte De ruimten in de basisschool zijn ingericht, zodat kinderen er kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen.

Belangrijk is dat kinderen zich er zich veilig voelen en op hun gemak. Als onderwijsassistent richt je de ruimte in en ruimt die op. Je leert kinderen ook om zelf voor hun omgeving te zorgen. Toch is er vaak niet veel geld beschikbaar voor de inrichting van de buitenruimte. Het resultaat is een kaal betegeld plein met een zandbak voor de kleintjes, en als je geluk hebt een klimrek en een schommel.

Kleuters hebben behoefte aan beweging. Die bewegingsbehoefte hebben ze ook in de klas. De ruimte in de kleuterklas moet zo ingericht zijn dat ze zich kunnen bewegen. Want kleuters ontwikkelen hun sociale, motorische en emotionele vaardigheden al spelend en bewegend. Kleuters weten wat gevaar is, ze weten wat wel en niet mag, maar soms gaan ze te veel op in hun spel om het te zien. De ruimte is daarom zo ingericht dat je kleuters in de gaten kunt houden. Jij zorgt immers voor hun fysieke veiligheid. Ook moeten kleuters je gemakkelijk kunnen vinden als ze je hulp of steun nodig hebben, want jouw nabijheid geeft de kleuters steun en vertrouwen. Even oogcontact kan al genoeg zijn. Dan moet de ruimte dus zo ingericht zijn dat jullie elkaar gemakkelijk kunnen zien. Lage kastjes zijn als begrenzing van een speelhoek dus meer geschikt dan hoge kasten.

Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben behoefte aan een uitdagende verblijfsruimte. Maar wat bedoelen we precies met uitdagend? Een paar voorbeelden: kinderen die vrij bij de materialen kunnen, om ze te pakken en weer op te ruimen, spelen vrijer dan kinderen die niets zelf mogen pakken. Kinderen die alles moeten vragen of moeten wachten tot de juf of meester het materiaal uitdeelt spelen minder vrij. Een verblijfsruimte is ook uitdagend als er iets te kiezen valt.

https://files8.webydo.com/9582951/UploadedFiles/107E9E8D-E8D3-E0E3-CEFA-7134C1C4675D.pdf

https://cdn.starwebserver.se/shops/aaronhermanssoniv/files/the-marketing-plan-handbook-develop-big-picture-marketing-plans-for-pennies-on- the-doll.pdf

https://files8.webydo.com/9583773/UploadedFiles/A11F142E-9E6E-A9CA-A0C4-F31373F25B48.pdf https://files8.webydo.com/9583652/UploadedFiles/87B2047F-948B-9A7C-74ED-4D5B80B9135C.pdf https://files8.webydo.com/9582695/UploadedFiles/0EB95CEA-DEAA-C61E-1A4D-2158F3523BF7.pdf https://files8.webydo.com/9582983/UploadedFiles/4A343C09-4699-EAB9-7D7C-610AD8A60DB8.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

steuningsbehoefte, maar voor alle leerlingen in het goed dat de verschillende partijen intensiever kunnen samen- werken, dat er ruimte komt voor andere professionals in de school en

Meer aandacht voor vorming Versterk horizon- taal toezicht Verminderen bureaucratie Behoud lumpsum Meer ontwikkeltijd voor leraren Investeer in schoolleider Verstevig

Vooral als uw kind misselijk is, weinig eetlust heeft of veel onderzoeken moet ondergaan kan genoeg eten moeilijk zijn.. Het is daarom belangrijk om verdeeld over de dag

Deze nog niet uitgekomen knoppen worden door Japanners gebruikt voor een middel tegen kanker, waarvan sinds 2015 het effect wetenschappelijk zou zijn aangetoond.. Auteur: Santi

Als de school de hulp die uw kind nodig heeft niet kan geven, dan wordt er gekeken welke instantie deze hulp wel kan bieden.. Ook kan een kind door de leerkracht en de

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar wat basisscholen moeten doen om de kennis van melk bij kinderen van groep 3 t/m 8 te vergroten.. Onderzoek voor deze scriptie is

Deze term miskent echter het feit dat het voor sommige kinderen onmogelijk is en voor andere kinderen onmogelijk wordt gemaakt om op een school waar hij/ zij goed kan

Gezamenlijke besluitvorming Van mensen met dementie wordt vaak gedacht dat zij niet of nauwelijks in staat zijn deel te nemen aan besluitvormingsprocessen?.