• No results found

Audiodienst 19 juli 2020 (via website Voorganger: ds. Carla Borgers. Welkom en introductie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Audiodienst 19 juli 2020 (via website Voorganger: ds. Carla Borgers. Welkom en introductie"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Audiodienst 19 juli 2020 (via website http://levendgelooftwente.nl/)

Voorganger: ds. Carla Borgers Welkom en introductie

Welkom luisteraars van ver; welkom zusters en broeders van de Doopsgezinde gemeenten in Twente, welkom ook degenen die niet luisteren maar de tekst meelezen op deze

zondagochtend. Het is goed elkaar op deze manier weer te treffen. Voor velen een rustpunt in de tijd, een moment van bezinning.

Aansteken van een lichtje

Muziek Mon âme se repose (Taizé)

Tekst: Mon âme se repos’en paix sur Dieu seul:

de lui vient mon salut.

Oui, sur Dieu seul mon âme se repose, se repos’en paix.

Engels: In God alone my soul can find rest and peace, in God my peace and joy.

Only in God my soul can find its rest, find its rest and peace.

Nederlands: Mijn ziel vindt rust en vrede bij God alleen, mijn heil komt van hem.

Ja, bij God alleen vindt mijn ziel rust en vrede.

Psalmgebed

Een gebed van David (psalm 86 in een hertaling van Huub Oosterhuis uit 150 psalmen vrij)

(2)

2 Inleiding

Op de één of andere manier lijken wij mensen altijd heel goed te weten wat goed en kwaad is, of liever wie de goeden en wie de kwaden zijn. We kunnen ze bij wijze van spreken met onze neus aanwijzen. In de gelijkenis van Jezus die we vanochtend horen lijkt dat ook het geval te zijn en zeker in de uitleg die Matteüs ook hier Jezus weer in de mond legt. We zullen zien of het allemaal zo simpel is als het lijkt.

Bijbellezing: Matteüs 13, 24-30 en 36-43 (NBV)

24Hij hield hun een andere gelijkenis voor: ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. 25Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer. 26Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid tevoorschijn. 27De knechten kwamen de heer des huizes vragen: “Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?” 28Hij antwoordde: “Dat is het werk van een vijand.” De knechten zeiden tegen hem: “Wilt u dat wij er het onkruid tussenuit wieden?” 29Hij antwoordde: “Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. 30Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: ‘Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.’”’

Bij deze lezing uit Matteüs had ik geen goede uitvoering van een passend lied, maar wél de associatie met de zaaier die rustig onder de Palestijnse zon over zijn akker loopt met de zaadbuidel omgebonden. En dan klinkt plotseling boven zijn hoofd de zang van een

opstijgende veldleeuwerik. Ik zag het tafereeltje zó voor me. De componist Ralph Vaughan Williams heeft die zang prachtig in vioolmuziek weten te vangen. We luisteren naar een door mij ingekorte versie van die muziek.

Muziek The Lark Ascending van Ralph Vaughan Williams Bijbellezing (vervolg) Matteüs 13, 36-43 (NBV)

Net als bij de gelijkenis van vorige week, die ook over een zaaier ging, geeft Matteüs ook bij deze gelijkenis een uitleg. Deze keer lees ik ook de uitleg.

(3)

3

36Daarop stuurde hij de mensen weg en ging naar huis. Zijn leerlingen kwamen bij hem en vroegen: ‘Wilt u ons de gelijkenis van het onkruid op de akker uitleggen?’

37Hij antwoordde hun: ‘Hij die het goede zaad zaait is de Mensenzoon, 38de akker is de wereld, het goede zaad dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid dat zijn de kinderen van het kwaad, 39de vijand die het zaait is de duivel, de oogst staat voor de voltooiing van deze wereld en de maaiers zijn de engelen. 40Zoals het onkruid bijeengebonden wordt en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: 41de Mensenzoon zal zijn engelen eropuit sturen, en ze zullen uit zijn koninkrijk allen die anderen ten val hebben gebracht en de wetten hebben verkracht bijeenbrengen 42en hen in de vuuroven werpen; daar zullen ze jammeren en knarsetanden. 43Dan zullen de rechtvaardigen in het koninkrijk van hun Vader stralen als de zon. Laat wie oren heeft goed luisteren!

Bij de bijbeltekst / korte overdenking

Het is toch heerlijk als je ‘het kwaad’ kunt aanwijzen, als je het een eigen plek kunt geven:

dáár zit het! Dát is ‘het kwaad’. Dat kwaad, daar kun je dan de politie op afsturen of een leger of – als dat kwaad een virus is – kun je het met chemicaliën te lijf gaan of

(verstandiger) er een vaccin tegen ontwikkelen. Het is altijd fijn te kunnen constateren dat

‘die ander’ of ‘dat andere’ het kwaad is. Dan hou je jezelf schoon.

De gelijkenis van vanochtend is zo heel herkenbaar. De zaaier zaait ‘goed’ zaad, zoals in Genesis 3 God een ‘goede’ schepping aan de mens overdroeg om die

-binnen bepaalde grenzen- te bewaren en te bewerken.

In de gelijkenis kwam ‘de vijand’ ’s nachts onkruid zaaien tussen dat goede zaad. In

Genesis 3 was de slang ‘de vijand’ die de ‘toffe’ (Hebr. tov=goed) schepping flink verpestte, althans zo legt men dat verhaal vaak uit.

Terug naar de gelijkenis. De knechten van de heer vragen hem of ze het onkruid tussen het goede gewas uit zullen wieden. Dat is zoals we dat het liefst zien: de mensen die kwaad doen (wat de achtergrond ook is) zetten we graag apart. In vroeger tijden stonden er op marktpleinen schandpalen of schandblokken. Iemand die in de ogen van het gezag iets verkeerds had gedaan kwam op de schandpaal of in het blok. Dan konden de ‘goede’

mensen lekker wijzen: ‘kijk hem eens! z’n verdiende loon!’ Of degene die ‘voor paal’ stond werd bekogeld met rot fruit, eieren of wat dan ook. Nu bergen we mensen op in de

gevangenis of in een Tbs-kliniek. En onze moderne schandpaal is natuurlijk de ‘naming and shaming’ op sociale media. Natuurlijk moet een samenleving beschermd worden tegen misdadigers. Maar wat soms zo storend is, is dat we zo graag wijzen: ‘die is fout; die heeft niets goeds in de zin’, terwijl er meestal geen scherpe grens te trekken is tussen goed en kwaad.

Zitten goed en kwaad niet in ieder van ons? Hebben we niet allemaal de beide neigingen in ons? De neiging tot het goede én de neiging tot het kwade?

Rond de jaarlijkse herdenking van de val van Srebrenica op 11 juli 1995 komt ook altijd weer de vraag naar het kwaad naar boven. Vorige week was het 25 jaar geleden, maar de wonden zijn nog lang niet geheeld en de vraag: ‘wie waren in die oorlog de ‘good guys’ en wie de ‘bad guys’ hangt nog altijd boven de markt. Maar zo’n zwart-wit gestelde vraag is niet zwart-wit te beantwoorden. In zulke ingewikkelde conflicten raakt de nuance meestal vrij snel ondergesneeuwd door de roeptoeteraars, terwijl die nuance nu juist zo keihard nodig is.

Mijns inziens ontbreekt in de uitleg van de gelijkenis die nuance ook. De jonge gemeente rond Matteüs heeft die uitleg waarschijnlijk toegevoegd in een tijd waarin het erop aan kwam. Wie hoorde erbij en wie niet? Voor die gemeente was het duidelijk wie de kinderen van het koninkrijk waren en wie de kinderen van het kwaad. En ook het lot van de kinderen

(4)

4 van het kwaad was helder: ze zullen het hellevuur niet ontlopen. Makkelijk toch? Dan zijn wij die aan de goede kant staan ervan af. Kennelijk hadden ze die duidelijkheid nodig.

Probleem is alleen dat het allemaal zo simpel niet is. Het onkruid groeit overal, in alle hoeken en gaten, ook in de hoeken en gaten van onze eigen ziel. Het onkruid woekert in relaties; het brengt wantrouwen en angst teweeg tussen mensen; het wringt zich tussen broze vredesakkoorden; het maakt soms van gewone mensen moordmachines.

Maar het andere is óók waar: dat de goede zaden opkomen en in zulke grote getale dat ze het onkruid de baas blijven; dat het de kans niet krijgt om te gaan woekeren. Daar krijgen vrede en verzoening een kans; daar zie je glimpjes van Gods koninkrijk. Het is wat Huub Oosterhuis ooit noemde: ‘Zien, soms even’. Maar het ís er, het goede en het is zichtbaar in mensen van goede wil. Niemand is alleen maar kwaad of alleen maar goed. In ieder mens groeit het onkruid tussen de tarwe. Zolang we ons daarvan maar bewust zijn komt het wel goed, zal het tarwe de overhand houden en zullen we ook geduld hebben met en begrip hebben voor die mensen die het onkruid te veel de kans geven om op te schieten.

Uiteindelijk zal ook dáár de tarwe verder groeien en misschien zelfs het onkruid de baas worden. Laten we het in elk geval hopen.

We luisteren naar het lied Come down, O Love divine. Een lied over vuur. Geen hellevuur, maar het vuur van Gods liefde die ook ons in liefde laat ontvlammen. Eigenlijk is het een Pinksterlied.

Lied Come down, O Love divine / Heilige liefdeskracht (LB 673) Engels tekst: Frederick Littledale (naar

Bianco da Siena 1434), muziek: Ralph Vaughan Williams

Nederlandse vertaling: Andries Govaart

1 Come down, O Love divine!

seek out this soul of mine

and visit it with your own ardour glowing;

O Comforter, draw near, within my heart appear,

and kindle it, your holy flame bestowing.

2 There let it freely burn till earthly passions turn

to dust and ashes in its heat consuming;

and let your glorious light shine ever on my sight,

and make my pathway clear, by your illuming.

3 Let holy charity my outward vesture be,

and lowliness become my inner clothing;

true lowliness of heart

which takes the humbler part,

and for its own shortcomings weeps with loathing.

4 And so the yearning strong with which the soul will long

shall far surpass the power of human telling;

for none can guess its grace till we become the place

in which the Holy Spirit makes his dwelling.

1 Heilige liefdeskracht, bezoek mijn ziel die smacht,

daal neer, daal in, uw vonk doet mij ontbranden.

Kom Trooster, hartsvriendin, liefde die wondt en wint,

in U verlies ik mij, stil mijn verlangen.

2 Oplaaiend vuur, verteer wat krom is of verkeerd,

de lage driften, hoge dunk, ze branden.

Ga met uw licht ons voor, U trekt een lichtend spoor,

omgeef ons met uw gloed, wees onze mantel.

3 Liefde voor al wat leeft wordt ons een kostbaar kleed

waarmee wij ons armoedig pogen sieren.

Verdwenen is de trots, wij kennen ons tekort.

Kom ons te hulp, laat mildheid zegevieren.

4 Dood ben ik zonder U, mijn ziel verlangt naar U,

een hartstocht die geen mens ooit kan verklaren.

Met liefde vormt U mij tot teken van uw heil.

Bewoon ons, Geest van God, geef ons uw adem.

(5)

5 Gebeden:

Vurige God,

wie of wat je ook bent, jouw adem hebben we nodig om mens te zijn, mens te worden naar jouw beeld en gelijkenis.

Soms komen we adem tekort als het er in de wereld om ons heen zo hard toegaat dat we wanhopen en ons alleen voelen

in die grote, ingewikkelde wereld.

Kom ons dan met jouw adem te hulp, vuur ons aan met jouw hartstocht voor vrede en gerechtigheid, overspoel ons met jouw liefde liefde die we met gulle handen mogen doorgeven.

Beadem ons met jouw aandacht voor wie lijden aan het leven zelf,

aan ziekten, zowel lichamelijk als psychisch.

Schenk ons jouw mededogen

met wie niet mee kan komen in onze samenleving, met mensen die niet tot wasdom konden komen, maar werden verstikt door opvoeding,

mishandeling of misbruik.

Schenk ons jouw geduld

met de tekortkomingen van anderen, maar ook met die van onszelf.

We zijn met onze gedachten en gebeden bij de vele conflicthaarden:

in de kleine wereld waarin we ons leven leiden

én in de grote wereld waar grote en kleinere conflicten de levens van zo heel veel mensen beïnvloeden.

Voor heel de aarde bidden we:

dat we leren met behoedzaamheid en met eerbied met haar om te gaan

en met alles wat leeft en ademt op jouw adem, God.

Stilte…

Mogen onze gedachten en gebeden liefde toevoegen aan deze wereld, en licht en warmte. Amen.

Afsluiting

Aan het eind gekomen van dit digitale of papieren samenzijn gaan we hopelijk gesterkt de nieuwe week in. Ga in vrede, leef met aandacht voor wie op je pad komt en heb het goed met jezelf en met anderen.

We luisteren zo naar een gezongen zegenbede, onder meer te vinden in de bundel Zangen van Zoeken en Zien, lied nr. 256, hier uitgevoerd door de Kathedrale Laurentius en

Elisabeth cantorij Rotterdam o.l.v. M. Schaap, orgel: R. van Baekel.

(6)

6 Gezongen zegenbede: De Levende zegene en behoede u (ZZZ 256)

Tekst (naar Numeri 6, 24-26):

Solo:

De Levende zegene en behoede u.

De Levende doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.

De Levende verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.

Koor/allen:

Zegen ons en behoed ons,

doe lichten over ons uw aangezicht en wees ons genadig.

Zegen ons en behoed ons,

doe lichten over ons uw aangezicht en geef ons vrede.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat ze anders (als ze de standaardtaal / de algemene (Duitse) taal niet beheersen) minder kansen in de maatschappij hebben. Vraag Antwoord

− De nakomelingen/jonge steuren worden (na vier tot vijf jaar) ergens anders / in de Rijn en Elbe uitgezet. Indien bij het derde element

(Nee), ze hoefde slechts één maand te wachten (na het voltooien van haar

(Omdat Manau boos was over het feit dat) ze vaak een etiket krijgen opgeplakt dat niet overeenstemt met de werkelijkheid / journalisten over hun muziek een oordeel vellen zonder

[r]

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend... − Ze hebben tijd nodig (om

Schrijf je waarnemingen erwten of appelpitten als zaden en plant ze in de aarde.. - De aarde in de 1e pot giet

For Europe & South Africa: Small Stone Media BV,