• No results found

TTertre Hoe briljant kan onze hobby zijn. Marcel Vercaigne wordt Superstar van het

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TTertre Hoe briljant kan onze hobby zijn. Marcel Vercaigne wordt Superstar van het"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

woensdag 10 maart 2021

nummer 10 omvat 20 blz.

€ 2,20

T

Tertre – Hoe briljant kan onze hobby zijn. Marcel Vercaigne wordt Superstar van het Jaar snelheid in 2020! Nu zie ik er vele de wenkbrauwen fronsen. ‘Marcel, nooit van gehoord!’ Pas op, dit is een reactie die perfect te begrijpen valt. Ook ik had geen idee wie Marcel was. Maar zoals het een goede reporter van ‘De Duif’ betaamt nemen we daar geen vrede mee.

Het betere researchwerk werd uit de kast gehaald (lees: de telefoon werd ter hand ge- nomen) en dat leerde ons dat Marcel behoort tot de categorie van langst spelende leden bij de KBDB. In 1956 kreeg Marcel zijn eer- ste lidkaart in de bus. Enig hoger wiskundig telwerk leidt ons naar 65 jaar lidmaatschap.

Een briljanten huwelijk met de KBDB en zijn duifjes, maar ook met zijn vrouwtje Yvonne.

Op de vraag wie er op de eerste plaats komt, Yvonne of de duiven, daar vinden we geen sluitend antwoord op. Maar vermits Marcel zijn eigenlijke duivencarrière nog elf jaar vroe- ger startte, hebben we wel een vermoeden.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog in 1945 is Marcel er op 10-jarige leeftijd mee begonnen bij papa Emile.

De duiven, mijn hobby!

Eigenlijk zijn we terecht gekomen in een echte duivenfamilie. Emile was al van voor de oor- log duivenliefhebber. De twee zonen Michel en Marcel hebben de dynastie verdergezet.

Maar hoe komt het dan dat we die met z’n allen niet kennen? Wel, de familie Vercaig-

ne kunnen we catalogeren onder de noemer

‘De duiven, mijn hobby!’ Wat bedoelen we daarmee? Wel, dat ras van duivenliefhebbers geniet elke dag van de duifjes. Zij genieten van de thuiskomsten bij de vluchten, maar evenzeer van het vliegen rond het hok en het verzorgen van de duiven. Op zich niets vreemds onder de zon, doen we dit niet al- lemaal? Dat wel, maar deze liefhebbers heb- ben wel een heel uitzonderlijke eigenschap.

Ze lopen hiermee niet te koop. Zij hebben de aandacht van de buitenwereld niet nodig om vol te genieten van hun geliefkoosde hobby.

Het commerciële aspect in onze sport laten zij met plezier links liggen.

Zijn die dan met veel, die hobby-dinges?

Wel, laat mij een geheim vertellen. Er zijn er veel meer dan je zou denken. Eigenlijk vormen zij het kloppend hart van onze duiven- sport! Maar dat betekent niet dat ze geen ambitie hebben om te winnen. Ook zij strijden elke week maar al te graag om de erepalm binnen te halen. Marcel is hierbij één van de vaandeldragers.

Lees verder blz. 10 en 11.

MARCEL VERCAIGNE

SUPERSTAR VAN HET JAAR SNELHEID GOUDEN DUIF 2020

Marcel en Yvonne, al 65 jaar melker en nu Superstar van het Jaar Snelheid. Een topprestatie!

Vosselaar – Voor de eerste keer bij iemand op reportage gaan, vind ik nog steeds aangenaam. Mensen vertellen je vaak in grote lijnen hun hele leven en het gaat niet constant over hun duiven. Een ganse na- middag babbelen met Werner Sas is geen opgave, maar een leuke bezigheid.

Werner Sas (1960) groeide op in Vosselaar, een randgemeente van Turnhout. Hij vertelt met passie over zijn geboortedorp en hoe er in zijn kindertijd iedereen duiven of vo- gels had. De Heidezangers, de club van de vinkeniers, namen iedere zondag van april

tot oktober de hele straat in om hun troetel- diertjes een uur lang zo vaak mogelijk hun liedje te laten zingen. De echte kampioenen onder hen zongen in die tijdspanne meer dan 400 keer hun “suskewiet”. In 2011 wer- den ze uit het straatbeeld verdreven en veel blijft er wellicht niet meer van over.

Als jonge gast van 15 sloot Werner zich aan bij maatschappij “ De Toekomst“ en in datzelfde jaar (1975) werd hij er kampioen met de jonge duiven.

Lees verder blz. 8 en 9.

Na een succesrijke duivenloopbaan in As, wilde Dirk Leekens wel een andere uitda- ging. Hij wilde eigenlijk vooral bewijzen dat zijn duiven op een andere locatie nog beter zouden scoren in groot verband. Zo kwam hij terecht bij zijn gedroomde duivenmaat Marc Bosmans. En in Beverlo bewijzen ze

als team waartoe de oude soort van As in staat is... Provinciale en nationale over- winningen, asduiven en olympiadeduiven vallen er als rijpe appelen uit de boom. Ui- teraard is daar wat nieuw bloed bij, maar de oude kern is er nog volop.

Lees verder blz. 12, 13 en 14.

SAS-VAN DER EYCKEN

1 e Prov. en 3e Nat. Asduif Snelheid Jonge 3 e Nat. Kampioen Snelheid Jonge

3 e Olympic Hope Jonge duiven

MARC BOSMANS & DIRK LEEKENS

Deel 1: Gaan voor goud!

Online vanaf 12 maart !

Volg de veiling op www.deduif.be

(2)

COLOFON

Abonnementen 3 maanden: €25 6 maanden: €47

1 jaar: €88

Voor Nederland 6 maanden: €47

1 jaar: €88

EU-landen: €112 Buiten de EU: €180

Nederlanders abonneren zich bij Sport- blad “De Duif”, Molenstraat 44, 5581 VK Waalre (NL).

Abonneren ook mogelijk via www.deduif.be

Bureel

Langestraat 95/3, 2240 Zandhoven tel. 03 216 46 15

fax. 03 216 96 90 e-mail: deduif@deduif.be PR: 000-0130130-53 H.R. Antwerpen: 244.024 BTW: BE 0430.900.625 IBAN: BE60 2200 2312 8270 BIC: GEBABEBB

Alg. directie en verantwoordelijk uitgever Jan Hermans, Waalre (NL)

e-mail: jan@deduif.be

Voor een

professionele aanpak !

Info en vliegplannen op www.aidi.be – info@aidi.be

Hierbij delen wij u het overlijden mee van de heer Alfons Van Assche, statutair lid van de vereniging “Doe Wel & Zie Niet Om”, Mazenzele. Alfons was altijd een trouw en gedreven liefhebber die de laatste twee seizoenen minder actief was ten gevolge van een mindere gezondheid. Hij is geboren op 29 juni 1939 te Wolvertem (Impde) en overleed in het ziekenhuis in Aalst op 2 maart 2021.

Wij betuigen onze oprechte en innige deelneming aan zijn geliefde echtgenote Jeanneke en de kinderen in de rouw en het verdriet die hun bij het overlijden van Alfons treft en wensen hun veel sterkte toe.

Namens het bestuur

Alfons Van Assche overleden

Ere wie ere toekomt, de inspiratie voor dit stukje kwam in mij geslopen tijdens het lezen van duivencolumnist Michel Beekman, de man van Maleisië. In zijn column schreef hij dat je dezer dagen op Facebook goed kan zien dat duivensport de sport is van de hoop.

Ik kan mij voorstellen dat Michel, opgesloten in zijn Maleisisch kot, veel tijd doorbrengt op het internet. Al langer wist ik dat hij geen uil is en dat hij een groot opmerkingsvermogen heeft.

De servers van Facebook draaien dezer dagen inderdaad overuren om alle filmpjes van duivenmelkers te kunnen verwerken.

Jonge duiven die hun eerste vleugelslagen in de wijde wereld plegen, jaarse en oude die zich aan het voorbereiden zijn op hun sport- seizoen, kinderen van melkers die meehelpen de lelijke jongen te verzorgen (ja sorry, ik vind jonge duiven oerlelijk). Ik ben ook zo iemand die bij een kraambezoek of babyborrel uit be- leefdheid zegt, oooh wat een schatje, maar eigenlijk denk ik dan, wat een klein monster, ik zou als ouder beledigd zijn moest iemand zeggen, hij lijkt als twee druppels water op jou.

Voor veel sporten is de winter een rotperiode.

Een uitgebreid onderzoek aan de Universiteit van Vladivostok heeft uitgewezen dat 97,4%

van alle ski-, schaats- en bobsleeongevallen gebeuren in de wintermaanden. Alleen gekke Scandinavische rallypiloten slagen erin om hun wagens op de baan te houden in dit soort winterse omstandigheden. “Super Swede”

Stig Blomqvist won de Rally van Zweden zevenmaal en meestal met een halve dag voorsprong op de rest die allemaal minstens eenmaal de wegenwacht moesten bellen en zich beklaagden dat er niet gestrooid was.

Voetballers houden ook niet van de winter- periode. Zeker voor de talrijke Afrikanen en Zuid-Amerikanen in onze competitie is dit de hel. Voor wie gewoon is om blootsvoets op het strand van Copacabana of op het Leo- pold II-plein in Kinshasa wat balletjes te trap- pen, voelt in de Lage Landen voetballen in de winter aan als spelen in een diepvriezer.

U kent ongetwijfeld de beelden van donkere spelers die twee paar lange onderbroeken, een wollen trui, drie paar thermische kousen, de legging van hun vrouw, een skipak, een berenmuts en een boerka dragen onder hun voetbaluitrusting. Voetbalvelden die sneeuw- vrij moeten gemaakt worden en dan nog on- bespeelbaar zijn, belachelijke oranje ballen, het lijkt wel of ze lopen als idioten achter een appelsien, keepers die blauw staan te wor- den in hun doel, supporters die na een busrit van uren reeds half dronken terug naar huis moeten omdat de wedstrijd werd afgelast en scheidsrechters die constant fluiten omdat het fluitje aan hun lippen is bevroren. Winter is kommer en kwel in voetballand.

Het wielervoorjaar op de weg is begonnen.

Vorige week kreeg ik bijna een orgasme bij het aanhoren van namen als de Berendries, de Paddestraat en de Haaghoek. Zaterdag raasden de wielerhelden, achter de rug van Mathieu, over het witte stof van de Strade Bianche en de komende weken krijgen de wielerliefhebbers weer schitterende beelden op hun netvlies geprojecteerd van koersen naar en onder de zon. De donkere maanden hieraan voorafgaand zijn echter de wielerhel.

Wielrenners moeten hun seizoen “maken” in de winter. De basis die ze dan leggen zorgt voor succes in de lente, de zomer of zelfs het najaar. Dat leggen van die basis bestaat echter uit het eten van twee beschuiten met droog kippenwit, drie bolletjes kaviaar met kerst en vijf borrelnootjes en eens goed rui- ken aan een Trappist met oudjaar. Urenlan- ge trainingsritten in weer waar je geen hond doorjaagt over oersaaie, kaarsrechte fiets- paden langsheen kanalen die van het ene troosteloze industrieterrein naar het andere lopen. Dit alles onder een grauwe lucht, alles wat ooit groen was ziet er nu grijs en dood uit en de wind staat altijd op de kop.

De “gelukkigen” kunnen op stage naar de zon. Dit wil zeggen wat gaan rondrijden er- gens in een woestijn in Spanje, logeren in ho- tels die zo slecht zijn dat het ontbijtbuffet ei- genlijk het dinerbuffet is dat gewoon is blijven staan. Of ze mogen wat gaan rondcrossen op het maanlandschap van een uitgedoofde vul- kaan op Tenerife. Het enige vertier ’s avonds bestaat dan uit bingo spelen met overwinte- rende Duitse bejaarden en zelf je koersuitrus- ting uitwassen onder de douche. Ik begrijp Wout en Mathieu heel goed, dan nog liever wat bijklussen en rondcrossen op bierfeesten en pensenkermissen waarvan in Vlaanderen iedereen gelooft dat het topsportwedstrijden zijn. Al zijn er zelfs veldrijders die niet houden van de koude. Dat zijn, net als preutse strip- pers of politici die niet kunnen liegen, mensen die een verkeerd beroep hebben gekozen.

Surfen in de winter, ze mogen het hebben!

Beachvolleybal bij -3°C, ik wil het nog wel eens zien. Er zal wel een reden zijn waarom er geen Iron Man van Siberië is. Wie bij -20°C kletsnat op een fiets kruipt haalt net de over- kant van de straat voor hij stokstijf en ijskoud dood neervalt. Op golfbanen is het ’s winters even rustig als in Belgische vaccinatiecentra.

Zelfs jeu-de-boulesspelers komen niet buiten in de winter, nochtans zit er in de meeste Franse wijnen tegenwoordig meer antivries dan druivensap. Nee, winter en sporten, het is geen geslaagde combinatie.

Laten we eerlijk zijn, de Olympische winter- spelen zijn gewoon bedacht door Nederland en de Scandinavische landen om zo hun aantal olympische medailles drastisch op te trekken. Toen bleek dat de Hollanders dan ook nog eens met alle schaatsmedailles aan de haal gingen zijn die sluwe Noren, Finnen, Denen en Zweden dan maar gewoon extra

Het seizoen van de hoop

sporten gaan bedenken. Hoe kom je er ook bij om langlaufen en karabijnschieten te com- bineren, en dan noem je dat ook nog eens biathlon? Wat wordt het volgende? Schans- pikken, dat is dan schansspringen gecom- bineerd met darts. Bobbintonbandathlon, 1 km bobslee, 2 sets badminton en ten slot- te driebanden tot 20 caramboles, gekleed in een skipak en hockeyschaatsen.

Duivensport daarentegen is een Vivaldisport, een sport van vier jaargetijden, elk seizoen kent zijn eigen charmes. De lente is de tijd van opleren en de eerste vluchten, direct menens voor de één, voorbereiding voor de ander. De zomer is het sportieve hoogtepunt, de maanden van de waarheid, dan gaat het om de knikkers. In het najaar worden de re- keningen gemaakt. Men vliegt dan nog wat België rond of men probeert wat taartjes te verdienen. De druk is van de ketel en de feestvoorbereidingen kunnen beginnen.

Koning Winter is echter veruit het gezelligste duivenseizoen. Melkers lopen beurzen plat op zoek naar nestmatjes of een geheim won- dermiddel maar vooral naar kameraadschap en gezelligheid. Bekers, kransen en bokalen worden uitgereikt. In plaats van duiven vlie- gen nu de hamburgers, chips en heel veel pintjes in het rond. De Gouden Duif is tradi- tioneel het hoogtepunt van de feestwinter,

En toch is dit feestgedruis niet wat de winter zo geweldig maakt voor duivenliefhebbers.

Ik moet daar niet flauw over doen, corona is een flinke spelbreker en weegt ondertussen op ons allemaal. Feesten en beurzen kun- nen niet doorgaan, sociale media staan vol coronaleed. Mensen die zeuren dat ze niet ingeënt willen worden en mensen die zagen omdat ze nog geen spuit hebben gehad.

Kinderen die klagen dat ze niet naar school mogen en verplicht binnen moeten blijven achter hun computer, wie had dat een jaar geleden ooit geloofd?

Psychologen, verplegers en rekkenvullers die bezwijken onder het werk. Horeca, pretpar- ken en prostituees die dreigen ten onder te gaan aan geen werk. Virologen die ons bang maken, advocaten die ons boos maken en politici die er maar niet uit geraken welke houding hen het meeste stemmen zal ople- veren. Sociale media kan men beter omdo- pen naar asociale media, wat een trieste bedoening! Gelukkig zijn er de vele duiven- melkers tussen mijn vrienden die Facebook overladen met filmpjes en posts waar een mens alleen maar vrolijk van kan worden.

Melkers die genieten van hun oogappels die vrolijk rondfladderen bij het eerste water- zonnetje van het jaar. Trots staren naar de veteranen, vol verwachting kijken naar de nieuwe aanwinsten. Opa’s die hun kleinkin- deren hun eerste stapjes leren zetten in de wereld van de colombofilie. Liefhebbers die bij collega’s duifjes gaan ophalen en zo na een winter met weinig sociaal contact nog eens kunnen bijkletsen over hun gezamenlij- ke passie. Pijnlijke tijden maken deze mooie momenten nog zoveel mooier, groot genot zit eigenlijk in kleine dingen.

In het hoofd van iedere duivenliefhebber speelt nu de hoop. Iedereen begint weer van nul, er zijn nog geen winnaars, maar vooral:

er zijn nog geen verliezers. Iedereen kan nog dromen van succes, voor iedereen bestaat nog de hoop dat dit zijn jaar wordt. Wat vorig jaar lukte moet dit jaar ook lukken, wat vorig jaar fout liep zal dit jaar niet waar zijn. Will Tura zong reeds, hoop doet leven. In de dui- vensport, door de Maleisische duivenfilosoof Mi Chel de sport van de hoop gedoopt, is het daarom nu het seizoen van de hoop.

Mike

Sportblad “De Duif”

Boeiend...

Veelzijdig...

Objectief...

Leerrijk...

Aanmeldingsformulier jaarabonnement Naam: ...

Straat: ...

Postcode:... Woonplaats: ...

Telefoon:... E-mail: ...

Voor de prijs van €88 (België/Nederland) bent u een jaar lang abonnee van Sportblad

“De Duif”. Voor de EU €112 – Rest van de wereld €180.

Stuur onderstaande bon naar : Sportblad “De Duif”, Langestraat 95/3, 2240 Zandhoven.

Ook een telefoontje naar 03 216 46 15 (buitenland 0032 32 16 46 15) of e-mail naar deduif@deduif.be volstaat !

www.deduif.be

(3)

Wat was ik ooit blij met die eerste bekers. En trots. Ze kregen een opvallende plaats, voor alle bezoek goed zichtbaar. ‘Bijna iedereen’

(beetje overdreven) had duiven in die tijd en wat ‘ik’ had gepresteerd mocht men weten, zo vond ik. Vooral de wandborden die wezen op overwinningen tegen duizenden duiven waren mijn grote trots. Maar het verging zoals velen. Met de eerste trofee ben je zo trots als een meisje van 13 op haar eerste bh tot er dat (bij the happy few) zo veel worden dat moeder de vrouw die niet meer in huis wil. Hier is alles verkast naar een duivenhok dat leeg staat.

ADVIES

Ik kom daar nog sporadisch. Wel zie ik dan dat bij heel vochtig weer, als de was niet wil drogen, piepkleine amper waarneembare druppeltjes water op die wandborden. Ook de stenen muur voelt wat vochtig aan, de houten wand normaal.

Op een ander hok bestond een van de wan- den uit een fineerplaat die ooit uit de keuken kwam. Het oogt mooi en glad, maar bij voch- tig weer druipt ook daar de condens af. Heb die plaat, ook al zaten er geen vliegduiven op dat hok, vervangen. Want is een droog hok niet een aller eerste vereiste voor gezonde duiven?

De binnenkant van de achterkant van mijn vlieghok bestaat uit Duroxblokken, men kent die wel. Je kunt er (wat overdreven) bijna een emmer water in kwijt, zo goed nemen ze vocht op. Bovendien voelen ze minder koud aan. Prima materiaal, probleem is wel dat je er geen spijkers in kunt slaan maar daar zijn oplossingen voor. Multiplex oogt ook mooi, maar deugt dus niet voor een duivenhok.

JONGEN

Over de inrichting van het jonge duivenhok valt veel te vertellen.

Ben je fondspeler en hecht je geen belang aan het presteren van de jongen dan zijn ka- pelletjes okay.

Op jonge duivenhokken waar je prestaties verlangt horen die echter niet thuis. Die ka- pelletjes mooi boven en naast elkaar oogt misschien fraai, maar niemand die met jongen hard speelt heeft die.

Ze nodigen niet uit tot paren en het is moei- lijk op een hok met voornamelijk kapelletjes tamme handzame duiven te krijgen. De ont- snappingsroute is te groot, of zeg maar te makkelijk, waardoor je bangere duiven krijgt.

Duiven moeten aard hebben op hun hok.

Bange duiven krijgen moeilijk ‘aard’, duiven die geen ‘aard’ hebben krijgen geen vorm dus dien je er alles aan te doen tamme hanteer- bare duiven te krijgen.

Duiven, ook jongen, voelen zich beter op nestbakjes die wat dieper zijn. Zeker als die ook nog voor een deel zijn afgeschermd. Dat je ze daarin makkelijker kan pakken is mee genomen.

KLEIN

Verder is bekend dat je duiven moeilijk tam krijgt op grote hokken. Of je moet Gaston Van de Wouwer heten. Die van mij zijn al redelijk klein, twee bij tweeënhalf, maar nog heb ik er een rek in geplaatst van achter naar voor waar ik nog voor langs kan.

De ruimtes waarin de duiven zitten zijn aldus teruggebracht tot weinig meer dan een meter.

Wil ik een duif pakken dan kan die amper kan- ten uit en schaapmakke jongen is het resul- taat. En zulke tamme duiven, die je zo met een hand kan pakken, verhoogt het plezier in je hobby. Trouwens goede liefhebbers jagen sowieso niet achter hun duiven. Zeker de jonge duivenspecialisten niet.

KUNSTSTOF SCHROOTJES En kunststof schrootjes tegen de buiten kant?

Sommigen durven het niet goed aan, maar die mensen kan ik geruststellen. Ik heb ze ook, ze moeten hier een versleten, deels weg rottende houten voorkant camoufleren. Ze

voldoen uitstekend.

Natuurlijk mag je schrootjes niet ‘koud’ tegen de planken slaan. Eerst wat panlatten aan- brengen en daartegen de schrootjes.

OPPASSEN

Waar je ook voor op moet passen is veel glas in het dak.

Een aantal jaren geleden werd dat zo’n beetje mode maar niet voor lang.

Het bracht niet de gehoopte vorm, vooral niet in hokken met daken gericht op het zuiden in warme zomers. Het maakt de hokken ook te licht. Dat is slecht voor de ogen van mensen en duiven, vooral jonge duiven. Trouwens, zoeken onze duiven zelf ook niet spontaan donkere plekken op om te nestelen? Je kan een man als W de Br niet veel meer leren maar voor de tip die ik hem ooit gaf al dat glas uit het dak te halen is hij me nog dankbaar.

NOG EEN ‘TRUCJE’

We hadden het in het vorige nummer over trucjes. Sommigen hebben alles al gepro- beerd. Vaak waren de verwachtingen even gespannen als het elastiek in de lingerie van Sabine Hagendoorn, maar wat viel het meest- al tegen.

‘Meestal’ dus, want soms leidt het wel tot succes. Ikzelf had het geluk vier keer natio- naal Orleans jonge duiven te winnen (sector).

Maar was dat eigenlijk wel geluk?

De geslachten waren gescheiden, maar als duivinnen onderling paarden was het ook prima. Die hadden hun nest veelal op de bodem (vanwege niet poetsen of stro) en on- geveer een week voor zo’n ‘National’ haalde ik de voerbakken van het hok.

In plaats daarvan zette ik potjes vlak tegen die schotels met broedende jongen. Je kan je voorstellen wat gebeurde als gevoerd werd.

De broedende duif sloeg met de vleugels, de ogen spuwden vuur en... soms werkte het.

Het belang van het hok voor succesvol spel met jongen beseffen ook specialisten als Henri van Doorn en P. Theunis. Ook meen ik dat duiven, zowel jongen als oude, minder snel verloren gaan op hokken waar ze dus aard hebben.

Ad Schaerlaeckens

Hokken

Dus zorg je best dat je hok bestaat uit vocht absorberende materialen.

Weet je dat de Janssens hun hokken niet eens durfden kalken, bang als ze waren dat het hout minder vocht zou absorberen?

VOOR EN TEGEN

Hokken van steen zijn bruikbaar maar niet ideaal vanwege, opnieuw; te vochtig. Dat kan je opvangen met een dubbele houten binnen- muur. Geen hardhout.

Ook wat betreft het dak kan je sommige ma- terialen beter mijden.

Bij een vlieghok hier bestaat het achterste deel uit cementen pannen. Dat is weer goed te merken bij vochtig weer. Dan blijven die lang nat en soms druipt de condens er weer af. Zodus; de materialen van een goed dui- venhok zijn vocht absorberend. Ooit was ik in Vlaanderen op een zolder van een boeren- schuur waar een duivenhok gemaakt was met balen stro. Van boven gaas, zodat je zo op de blote pannen keek. Je kan niet geloven hoe aangenaam het er was en nog minder hoe enorm goed er op gevlogen werd. ‘Op dit hok hoef je ze maar half zo goed te hebben dan de concurrentie’, ging het door me heen.

Is er verschil tussen hout en hout, dat geldt ook voor steen.

Kampioenen kiezen voor Habru!

Transportweg 6, 7007 CN Doetinchem - NL E info@habruduivensport.nl

T +31 (0)314 712446

Volg Habru Duivensport ook op facebook!

Gerard Koopman

Brussel – In de landbouwcommissie van het Europees Parlement kwam afgelopen week de bevestiging dat de duivensector een uit- zondering krijgt in de nieuwe Animal Health Law. Hilde Vautmans, die de laatste maan- den verschillende keren met de duivensector samen zat en bij de Commissie aandrong op het schrappen van de bepaling, is verheugd met dit goede nieuws.

Europees Parlementslid en lid van de land- bouwcommissie Hilde Vautmans (Open Vld, Renew Europe): “De duivensector kan opge- lucht ademhalen. In haar oorspronkelijk voor- stel voor de nieuwe Animal Health Law wou de Commissie een nieuwe regel invoeren waarbij sportduiven voortaan 21 dagen in quarantaine moeten voor vertrek. Dat is onwerkbaar en zou het einde van de duivensport betekenen.

Ik heb de voorbije maanden op verschillende manieren bij de Commissie aangedrongen op een uitzondering voor sportduiven: zo schreef ik 2 brieven aan bevoegd Commissaris Ky- riakides, stelde ik een schriftelijke vraag, en drong ik via het secretariaat van de landbouw- commissie aan op een uitzondering én debat.

Vandaag kwam eindelijk de bevestiging dat die er effectief komt. De bepaling (Artikel 59 uit Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688) die een residentieperiode van 21 dagen voor sportduiven oplegt, wordt geschrapt. Dit wil

zeggen dat er dus geen verblijfsperiode nodig is en sportduiven vrij kunnen bewegen. Daar- naast wordt ook het dierengezondheidscer- tificaat voor sportduiven geschrapt, wat wil zeggen dat de sector zo’n certificaten niet zal moeten voorleggen. Sportduiven zullen op dezelfde manier als nu kunnen worden begeleid, met een zelfverklarend document van hun eigenaar of begeleider.”

www.hildevautmans.eu

De amendementen die deze wijzigingen voor sportduiven voorzien, moeten eerst nog wor- den goedgekeurd door de lidstaten tijdens een vergadering van de deskundige groep.

Die vergadering vindt plaats op 9 maart.

Duivensportsector gered

Uitzondering voor sportduiven in Animal Health Law

Het heeft twee jaar tijd gekost...

bezoeken aan diverse musea...

vele opzoekingen van waardevolle filmfragmenten en foto's... om deze GOUDEN DVD (115 min) in professi- onele HD te realiseren !

Wij zijn er in geslaagd om voor het merendeel van de TOPMELKERS (33) en de TOPDUIVEN (15), die duivengeschiedenis schreven, LEVENDE BEELDEN op de kop te tikken! Verder ook nog het "ont- staan en evolutie van de Reisduif",

"ontstaan en evolutie van de duivensport"... en "de duif tijdens de Twee Wereldoorlogen".

De bekende stem van JOHAN ROG- GEN, de journalist die vele jaren de

"Berichten voor duivenliefhebbers"

op de radio verzorgde, brengt u het hele verhaal op onderhoudende en aangename wijze. Dit meesterwerk over duivenmelkers in het verre en nabije verleden is een productie van ASBM-studio's. Een DVD die geen enkele duivenmelker mag missen...

en uiteraard een ideaal geschenk voor de eindejaarsfeesten !

Topmelkers:

* Gebr. Janssen

* Jan Grondelaers

* Albert Van Miert

* Frans Stoces

* Adriaan Wouters

* Karel Schellens

* G. & M. Vanhee

* Gebr. Cattrysse

* André Vanbruaene

* Pol Bostijn

* Flor Vervoort

* Roger Florizoone

* N. & F. Norman

* Jules Ryckaert

* Maurice Delbar

* Somers & Zoon

* Noel De Scheemaecker

* Gust Ducheyne

* Huyskens - Van Riel

* Van Rhijn – Kloeck

* J. & E. Tournier

* Gust Hofkens

* Georges Busschaert

* G. & V. Fabry

* Raymond Cobut

* Jos Klak

* Piet de Weerd

* Marijn van Geel

* Adrianus v.d. Wegen

* Staf Dusarduyn

* Gerrit Schulte

* Marcel Braakhuis

* Heinz Seegmüller Topduiven:

"De Opgeblazene"

"Dokus"

"Paula 5000"

"De 019"

"De Dolle"

"Oud Doffertje"

"De 613"

"Den Draaier"

"Oude Klare"

"Kannibaal"

"Motta"

" L'Espoir"

"Fieneke 5000"

"Kleine Didi"

"Invincible Spirit"

Wij brengen u :

de beste melkers en duiven uit het verleden!

unieke terugblik op het verleden !

€ 18 18 ,, 50 50

excl. vzk.

excl. vzk.

Nu te bestellen in onze webwinkel op www.dededuif.be !

Deze dvd kan ook besteld worden door het overmaken van €20,72 op rekening BE60 2200 2312 8270 van Uitgeverij De Duif, Zandhoven. Voor Nederland : Maak € 21,42 over op rekening NL33RABO 0113 5267 09 t.n.v. Uitgeverij De Duif.

Vermeld steeds duidelijk uw adres en de naam van de dvd.

(4)

Van Horenbeeck-Stegen

1 e Kampioen Grote halve fond jongen Vlaams-Brabant

1 e Prov. Asduif Allround Jongen Vlaams-Brabant

Schaffen – Schaffen is een deelgemeente van Diest en ligt in de “tip” van Brabant. Het is vooral bekend als opleidingscentrum voor parachutisten.

“Bij het letten van de duiven hebben we in het weekend steeds iets te zien in de lucht. Er is een vliegclub in Schaffen waardoor we vlieg- tuigjes, zweefvliegtuigen en parachutes zien.

Er viel zelfs al eens een parachutist in de wei naast het duivenhok. In de week oefenen de para’s in Schaffen hun sprongen en er hangt vaak een zeppelin in de lucht, ook het “varken van Schaffen” genoemd”, aldus Christophe Van Horenbeeck.

Christophe (37) en zijn vrouw Carmen (38) zijn 10 jaar geleden naar Schaffen verhuisd en spelen sindsdien onder naam van Van Ho- renbeeck-Stegen. In 2020 waren ze bijzonder succesvol en werden 1e Kampioen Grote Halve Fond jonge duiven en hadden ze ook de 1e Provinciale Asduif Allround jonge duiven in hun rangen.

Christophe is ambtenaar bij de Vlaamse over- heid, meer specifiek ICT projectleider bij het agentschap Zorg en Gezondheid.

“Ik heb 2 kindjes van 6 en 8 jaar en daarmee hebben we onze handen al goed vol. Mijn part- ner en ik werken voltijds en in normale om- standigheden beiden in Brussel. We pendelen vanuit Diest. Ik ben blij dat mijn vrouw zich, als we ’s avonds thuiskomen, bezig houdt met de kindjes, zodat ik de duiven kan verzorgen.

Mijn vrouw neemt meestal het “lappen” voor haar rekening.

Corona zorgde ervoor dat ik bijna volledig van thuis uit kon werken, maar dat betekende niet dat ik meer tijd had voor de duiven. Zoals ik al vermeldde, ben ik werkzaam bij het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid en er is dus een enorme crisis op ons afgekomen, wat zorgde voor heel lange werkdagen en week- endwerk. Het agentschap is verantwoordelijk geweest voor het aankopen van persoonlijk beschermingsmateriaal, opzetten van test- platform (testkits, labo’s, logistiek), opstar- ten van contact tracing, de corona alert app,

clusteropvolging, ouderenzorg waaronder de begeleiding van woonzorgcentra, richtlijnen, draaiboeken, ziekenhuizen, eerstelijnszorg en vaccinatieprogramma. Er kwam iets op ons af waar niemand op voorbereid was.

Verder was het ook niet eenvoudig in de perio- de dat de scholen gesloten waren en de kinde- ren permanent thuis waren. De oudste moest taken maken voor school, de jongste zit nog in de kleuterklas en mocht nog spelen, terwijl mama en papa moesten werken...

Meestal probeerde ik de duiven snel onder de middag te verzorgen, maar tijd voor veel extra of goed opleren van de duiven was er niet in het voorjaar. Gelukkig maakte het niet veel uit omdat er toch geen vluchten waren en de duiven zijn toch net op tijd in conditie geraakt.

De duivinnen waar ik mee speel wou ik rustig houden, maar dit had als effect dat ze allemaal met elkaar paarden. Andere jaren heb ik daar zo goed als geen last van.

Aangezien ik in het voorjaar weinig tijd aan de duiven kon spenderen, kwamen de jonge dui- ven volgens mij later in conditie (het duurde lang vooraleer ze goed begonnen te trainen), wat gezien de late seizoenstart vorig jaar geen probleem vormde.

Ik speel de wedstrijden van kleine snelheid tot grote halve fond. De duiven worden ingekorfd in het lokaal “De Vrije Duif” Schaffen voor de wedstrijden van kleine snelheid, grote snelheid en kleine halve fond. Voor de grote halve fond ga ik naar het lokaal “Duivenbond Diest en Omstreken”. In beide lokalen kom ik graag en is er een leuke sfeer”.

Duiven van papa

“Papa speelt zelf nog met de duiven. Opa en een nonkel speelden ook met de duiven. Het waren goede vitessespelers in het Mechelse.

Papa speelde enkel met de jonge duiven in de beginjaren en mikte op de nationale vluchten met de jongen. Gezien hij voor het werk vaak voor een hele week weg moest, heb ik toen de verzorging van de duiven op mij genomen vanaf een leeftijd van ongeveer 12 jaar. In het

weekend speelde papa dan met de duiven en die vlogen toen goed hun prijzen. Een paar jaar later zijn we gestart met een hokje weduwnaars die ik onder mijn hoede nam en die ook heel wat vroege prijzen hebben gevlogen. Vanaf de studententijd heb ik de verzorging niet meer kunnen doen bij papa. Hij was ondertussen op prepensioen. Na de studententijd ben ik nog even blijven plakken in Leuven en nadien ben ik verhuisd naar Diest, waar ik snel een hokje heb gezet en gestart ben met een eigen ploeg van een 40-tal jongen, die papa voor me gekweekt had. Tot vandaag kweekt papa nog steeds ieder jaar een 40-tal jongen (de eerste 40 ringt hij voor mij) waar ik ondertussen een 30-tal eigen gekweekte duiven aan toevoeg.

Vijf jaar geleden heb ik een hokje bijgezet en sindsdien speel ik ook met duivinnen op we- duwschap waar ik een vroege kweek mee doe.

Papa heeft al een heel palmares bij elkaar ge- speeld. Hij heeft al een heel aantal provinciale en zonale overwinningen en 2 nationale over- winningen op zijn actief. In 2019 werd hij nog nationaal kampioen KBDB Grote Halve Fond Jongen.

Het feit dat ik mijn prijzen kan spelen heb ik vooral te danken aan de goede duiven die ik van papa al gekregen heb. Ik besef maar al te goed dat starten en op niveau spelen zonder deze hulp heel moeilijk zou zijn.

Ik speel 10 jaar op eigen naam en voorlopig gaat het elk jaar beter en beter. In het begin heb ik wat moeten zoeken naar het spel dat me goed ligt en hoe ik het kon combineren met werk en gezin, maar dat verloopt nu goed. Ik heb ook mijn hokken beetje bij beetje beter ingericht. In het begin had mijn hok bv. nog maar een deur in plastic folie en was het ook nog maar net gemetst. Dat heeft dus allemaal wat zijn tijd nodig gehad.

De basis is het spel met de jonge duiven. Ik heb hiervoor een hok met 2 compartimenten waardoor ik duivers en duivinnen kan scheiden en dus op de schuifdeur kan spelen. Ik speel maar met 1 ronde (eerste ronde) jongen.

Nadat ik een aantal jaren gesetteld was in Schaffen heb ik een hokje bijgezet, waardoor ik ook gestart ben met oude en jaarse. Door- dat ik het seizoen ervoor meer goede jonge duivinnen had dan duivers, ben ik gestart met de duivinnen, wat ik mij nog niet beklaagd heb. Het spel op de GHF is geëvolueerd met heel wat vluchten op de kalender en nu kan ik zo goed als elk weekend meedoen. Dit hok heeft ook 2 compartimenten, maar ik speel maar op 1 deel met de duivinnen. Op het an- dere compartiment zitten de duivers, waar ik dus niet mee speel. Tijdens het seizoen is het bijgevolg heel eenvoudig om ze bij elkaar te laten”.

Christophe en zijn vrouw Carmen zijn het gedreven duo achter de tandem Van Horenbeeck- Stegen.

V : B14-2173321 5e Lorris 1185 d.

6e Sourdun 135 d.

10e Soissons 182 d.

27e Gueret 592 d.

G.V. : B12-2037027 Superkweker

Uit B11-203 (zoon “Vaderlander” Vandessel) x B11-029 (uit 07-658 Van Avondt x “Dochter Superkoppel”)

G.M. : B09-2034015 Superkweekster

Uit B04-001 “Kleinzoon Superkoppel” (2e asduif jong Ave Regina met 1e Prov. Chateauroux 329 d. / 15e Nat. 14.082 d.) x B05-084

{

M : B16-2125891 Gebr. Timmermans-Poels 12e Bourges 1353 d.

34e Sens 1586 d.

15e Soissons 685 d.

G.V. : B15-2299827

Uit B13-480 (Casimir Reynders)

x B14-069 (M. Wellens, 1e Soissons 771 d.) G.M. : B15-2099809

Nestzus “808”, 2e Hageland Race en 41e Nat.

Chateauroux

Uit B12-266 (Jozef Gijbels, Schaffen) x B12-983 (De Bruijn/Mangelschots x W. Lambeets).

{

V : B18-2013028 4e Soissons 228 d.

66e Argenton 2489 d.

70e Soissons 1093 d.

Broer “Rosa”, medewinnaar 1e Nat. Kampioen GHF jonge KBDB 2019

G.V : B10-2073583 Ras Van Eyken x Stichelbaut

Uit Stichelbaut x B08-632 (R. Van Eycken) G.M. : B16-2125289

Uit B15-817 (Gebr. Timmermans-Poels) x B08-908 (Marcel Verstraeten)

{

M : B18-2086462 2e Etampes 106 d.

10e Montlucon 328 d.

14e Fay-aux-Loges 303 d.

149e Nat. Chateauroux 3618 d.

G.V. : B17-2047760 “Kamiel”

1e Asduif Brabantse Unie GHF jonge G.M. : B16-2053029

2e Momignies 387 d., 15e Soissons 1679 d., 26e Vierzon 968 d., 8e Montlucon 205 d.

Uit B10-537 (Van Avondt H. & D., kleinzoon “Zeus”, 1e Nat. La Souterraine) x B14-301 (dochter

“Grijze”).

{

B17-2047760 “KAMIEL”

1e Asduif Brabantse Unie GHF jonge 1e Asduif Diest en Omstreken GHF jonge

3e Prov. Asduif allround jong KBDB Vlaams-Brabant 6e Chevrainvilliers 1934 d.

16e Melun 1405 d.

43e Nat. Argenton 21.912 d.

66e BU Vierzon 2734 d.

211e BU Blois 3672 d.

483e Nat. Bourges 38.456 d.

Grootvader 20-862 “Daan”.

B20-2065862 “DAAN”

1e Prov. Asduif Allround jong KBDB Vlaams-Brabant 1e Soissons 399 d.

5e Momignies 332 d.

18e Sermaises 1518 d.

18e Blois 2931 d.

31e Soissons 857 d.

58e Sermaises 2956 d.

(5)

Basis van de kolonie

“De duiven komen allemaal van Leo Van Ho- renbeeck. Ik weet dat ik van hem steeds van de beste heb gekregen. In Schaffen werden er duiven bijgehaald van lokaal goed spelen- de melkers. Steeds moeten deze ook op alle vluchten mee en worden ze dus goed getest als jonge duiven.

Ik was in de eerste plaats succesvol met de duiven van papa waar ik nog steeds ieder jaar 40 jongen van krijg. Verder was ik nog succesvol met duiven van de familie Timmer- mans-Poels in Schaffen waar ik een duivin van heb die ondertussen van 2016 is en heel wat kopprijzen heeft gevlogen. Vanaf dit jaar is deze duivin op rust gesteld en mag ze hier blijven zitten om ook mijn eerste stappen te zetten naar een eigen kweekhokje. Ook verle- den seizoen werden er bij deze familie enkele jongen gehaald, die ook op het hok van de jongen werden gezet en waarvan er ééntje een eerste provinciaal gevlogen heeft.

Ook bij Gust Vandenbroeck werd er verleden jaar een goed duivinnetje bekomen dat als jonge duif 8 keer per tiental gevlogen heeft.

In de pedigree van duiven die bij papa en bij mij goed vliegen zit vaak de naam van “Kaat”.

“Kaat” vloog in 2017 de 1e Nationaal op Ar- genton van 13621 duiven.”

Weduwschap met duivinnen

“Het aantal duivinnen is stelselmatig gegroeid.

Toen ik 5 jaar geleden gestart ben was dat nog maar met enkele duivinnen. Ik selecteer streng op de resultaten die ze als jonge duif gevlogen hebben en zet dus geen duiven op het hok van de oude als ze niet goed gepresteerd hebben.

Dus liever kwaliteit dan kwantiteit.

Vorig seizoen ben ik met 16 duivinnen gestart maar heb redelijk wat last gehad van de roof- vogels in de eerste weken toen de duivinnen trainden. Van de 16 zijn er 5 gepakt door de roofvogel. Gelukkig zijn er een paar van hun verwondingen hersteld en ben ik met 13 aan het seizoen kunnen starten. Ze komen eind november samen om ook een ronde vroege jongen te kweken die ik dan samenvoeg met die van papa. Rond begin/midden april in normale omstandigheden komen ze opnieuw enkele dagen samen met hun duivers en lap ik ze een aantal keren. Normaal trainen de dui- vinnen 1 keer per dag ’s avonds na het werk. In de zomer als het warm gaat worden en als ik thuis ben, laat ik ze ’s morgens vliegen.

Bij de inkorving komen doffers en duivinnen meestal samen. Zeker in het begin omdat de jaarlingen het weduwschap nog moeten leren.

Normaal worden ze elke week op de grote halve fond gespeeld, tenzij ze er al enkel zware vluchten hebben op zitten. Dan kan het zijn dat ik ze eens een weekend een snelheidsvlucht laat vliegen, maar ik laat ze nooit thuis uitge- zonderd bij extreme weersomstandigheden.

Na aankomst van een wedstrijd in het begin van het seizoen blijven doffers en duivinnen een 2-tal uren samen. Op het einde van het seizoen blijven ze bij elkaar tot ’s avonds of zelfs tot de voormiddag van de volgende dag.

Op mijn hok heb ik geen speciale zaken om het onderling paren te voorkomen en ik had daar tot vorig seizoen ook zo goed als geen last van. De duivinnen worden een aantal weken in het voorjaar na de kweek verduisterd en als de vluchten starten krijgen ze hun duivers te zien en moeten ze elke week aan de bak. Maar dit was verleden jaar anders, doordat de start van

het seizoen langer op zich heeft laten wachten, begonnen ze wel allemaal onderling te paren.

Daar ik verleden jaar geen tijd had, heb ik dat ook maar zo gelaten, maar ik heb er heel het seizoen last van gehad. Toen we eindelijk mochten starten hadden een paar duivinnen geen oog meer voor hun duiver maar die kon ik dan motiveren met hun duivin. Het komen- de seizoen kennen we hopelijk een normale seizoenstart”.

Automatisch verduisteren

“Vorig jaar ben ik met 65 jongen gestart en van de 40 duiven die papa bracht waren de jongste 21 dagen. De jongen worden verduis- terd met automatische rolgordijnen. Aangezien ik ’s avond pas ten vroegste om 17u30 thuis ben van het werk en ik ze dan nog moet ver- zorgen (trainen, hok kuisen, voederen), kan het gemakkelijk 19u à 19u30 zijn vooraleer de gordijnen naar beneden kunnen. Aangezien ik

’s morgens voor 7u vertrek zouden de duiven te weinig verduisterd worden. Nu gaan de gor- dijnen toe als ze klaar zijn met eten en drinken en gaan ze automatisch terug open om 9u als ik al een tijd in Brussel aan het werk ben.

Ook voor de volière heb ik een automatisch luikje voorzien dat ook om 9u opent, omdat ik daar dus met hetzelfde probleem zat. Reeds openen voor 7u of heel de dag niet in de voli- ère. Dus dat is met het automatisch luikje ook opgelost.

Zo snel als mogelijk begin ik de jongen op te leren. Ik heb al ondervonden éénmaal ze een aantal keer gedragen zijn er minder verliezen zijn van het hok. De eerste keer worden ze gelost op enkele kilometers van het hok en dan in een paar keer (nog een 5-tal keer) tot 30 km. Daarna zijn ze klaar voor de grote mand.

Het kan gebeuren dat de jongen tussendoor nog “gelapt” (15 km) worden tijdens de eerste weken dat er gespeeld wordt, zeker als die vluchten niet vlot verlopen. De jongen trainen in principe ’s avonds.

Op het gevoel wordt de schuifdeur ingevoerd.

Niet te snel want er moeten eerst wel wat kop- peltjes gevormd zijn, maar ook niet te laat. In- dien mogelijk komen de jongen bij de inkorving twee uur samen. Soms neem ik een halve dag verlof om ze te kunnen verzorgen voor de in- korving aangezien die soms al heel vroeg is.

Kartonnen dozen en wegkruipbakjes komen niet op de hokken, de jongen moeten zichzelf motiveren. De jongen worden op alle afstan- den gespeeld met een voorkeur voor de grote halve fond”.

Asduif “Daan”

B20/2065862 “Daan” is de 1e Provinciale Asduif KBDB “Allround” Jongen Vlaams-Bra- bant. Het is een doffer uit de middelmaat. Hij ligt evenwichtig in de hand en is goed ge- spierd. Hij heeft een stevige rug en heeft een perfecte vleugel. Het is vooral een tamme duif en hij loopt vlot binnen bij aankomst van een wedstrijd. Hij werd als jonge duif gespeeld op de schuifdeur.

Hij werd provinciale asduif met 5e Momignies 332 d, 1e Soissons 399 d, 18e Sermaises 1518 d, 58e Sermaises 2956 d, 18e Blois 2931 d, 31e Soissons 857 d. Hij won verder nog 171e Sermaises 3076 d, 1187e nat. Bourges 28.551 d, 1713e nat. Chateauroux 207.89 d.

Vader is broer van “Rosa” medewinnaar 1e Nat. Kampioen KBDB GHF Jonge ’19 bij Leo Van Horenbeeck. Moeder werd gespeeld

bij mij. Grootvader (langs moeders kant) is

“Kamiel” 1e Asduif Brabantse Unie Jongen in 2017.

Tweemaal voederen vanaf kleine hafo

“Tot en met grote snelheid wordt er niet anders gevoederd dan de periode ervoor toen ze aan het trainen waren. Dit wil zeggen 1 keer per dag een licht verteerbare en eiwitarme men- geling ttz Beyers “Vandenabeele” mengeling.

Van zodra ze kleine halve fond vliegen, wordt er overgegaan naar 2 keer voederen per dag.

Bij thuiskomst en de dag nadien wordt het 50% Vandenabeele + 50% goede kweekmen- geling. Er gaan nog eiwitten over het voeder die snel opgenomen worden door het lichaam en zorgen voor een snelle recuperatie. Vanaf maandag is het opnieuw lichte mengeling en de laatste 3 voederbeurten voor de inkorving wordt er Beyers “Brilliant” toegevoegd, een vetrijke sportmengeling met veel klein zaad.

Hoe zwaarder de vlucht hoe groter de portie.

Zo eenvoudig wordt het gehouden.

Lookolie en biergist gaan hier bijna dagelijks over het voeder. Ik heb de lookolie in een dis- penser gedaan wat het eenvoudig maakt om het toe te voegen aan het voer. In het drink- water wordt er dagelijks afgewisseld tussen

“Avidress Plus” en thee zoals “Naturaline”.

Ook “Sedochol” wordt hier regelmatig in het drinkwater gedaan.

Bij thuiskomst zijn er in het eerste drinken elektrolyten samen met probiotica van de dierenarts. Als de drinkpotten leeg zijn, krij- gen ze “Herbosol” (vitaminen + elektrolyten).

Er gaan 2 dagen eiwitten over het voeder.

Zondagavond laat ik ze al eens los om hun spieren los te laten vliegen. Vanaf maandag zijn ze volledig gerecupereerd en trainen ze opnieuw goed.”

Medicijnkastje

zoveel mogelijk op slot

“Een keer voor de kweek, een keer in het voor- jaar en dan tijdens het seizoen als ik twijfel aan de duiven ga ik op controle bij de dieren- arts. Als de duiven 2 nachten in de korf heb- ben gezeten, krijgen ze de dag na thuiskomst gele druppels over het voeder. Verder wordt er enkel behandeld als de dierenarts het aan- geeft, maar dat gebeurt nog maar heel zelden.

Enkel op aangeven van de dierenarts wordt er met een product van de dierenarts behandeld tegen luchtweginfecties. Maar als de duiven goed afkomen, ga ik er van uit dat ze niets mankeren en moet er ook niet vaak naar de dierenarts gegaan worden. Het medicijnkastje blijft zoveel mogelijk gesloten. Voor het inkor- ven en als ze thuiskomen krijgen de duiven oogdruppels van de dierenarts. Maar ik doe het vooral voor mijn gemoedsrust dat ik er alles voor gedaan heb, maar ik twijfel of het er echt wel veel toe doet.

Meestal krijgen de duiven in milde vorm adeno en is het dus enkele dagen regime en binnen- blijven. Vaak krijgen ze het ook pas nadat ze de eerste keer in de grote mand zijn mee ge- weest (stress). Dus daarom geef ik mijn jon- gen ook meestal snel mee met de grote mand omdat ik weet dat als ze nog geen adeno gehad hebben, het risico groot is dat ze het

nog gaan krijgen. Ik kan ze dan nog een paar weken thuis houden en kan dan toch nog met de grote hoop mee starten.

Tegen paratyfus wordt er niets ondernomen.

Ik ben wel heel alert wanneer de duiven ont- stoken ogen hebben (one eye cold). Ik druppel ze dan een keertje meer, maar diegene die er last van hebben, blijven een weekendje thuis.

De rest gaat mee.

Tegenwoordig, op aanraden van de dierenarts, gebeurt het inenten tegen paramyxo in 2 keer bij de jongen, een keer op 6 weken en een keer op 10 weken”.

Standaard duivenhok

“Er wordt op 3 compartimenten, 2 voor jonge + 1 voor weduwduivinnen, gespeeld en dit is in totaal 8 m. De hokken hebben allemaal plankenvloer.

Het hok van de jongen is een standaard dui- venhok met een verluchting van 30 cm op 90 cm in ieder compartiment. Het hok waar de oude duivinnen op gespeeld worden is een zelf gemetst hok. De binnenmuren zijn van Ytong. Er is geen verluchtingstrook, maar wel een hoog dak.

Bij de jongen is er een ruime volière achter het hok waar ze steeds vrij kunnen zitten. Op bepaalde momenten van de dag zitten ze alle- maal in de volière, andere momenten zitten ze allemaal binnen. Dagelijks worden alle hokken 1 keer gekuist en 1 keer per jaar worden ze ontsmet. De drinkpotten worden regelmatig schoongeveegd met een borsteltje”.

Minikweekhok bijgezet

“Eind november worden alle duiven samen gezet op hetzelfde moment als bij papa.

Vanaf verleden jaar houd ik zelf wat kwekers bij omdat ze als duivin te oud zijn om nog mee te vliegen. Maar aangezien ik er elk jaar mee gekweekt heb, weet ik wel dat ze al goede jongen voortgebracht hebben, dus deze ga ik bijhouden. Daarom heb ik dit jaar daar een klein hokje bijgezet dat ik in de winter gebruik als kweekhok en na de kweek ombouw tot een volière. Als ik nog duiven bijhaal dan is het om er mee te spelen”.

Prijzen per 10-tal

“De resultaten zijn het belangrijkste om te selecteren. Ik houd al de resultaten mooi bij en selecteer op aantal prijzen per 10-tal. Hoe meer hoe beter en hoe meer op GHF des te beter. Als er dan nog kopprijzen bijzitten is dat ook nog een “plusje” bij. Maar 1 of 2 kopprij- zen en daarnaast niets, is niet voldoende voor mij. Ik wil duiven die regelmatig goede prijzen kunnen vliegen.

Als het qua model een twijfelgeval is, maar als de resultaten prima zijn, dan houd ik de duif zeker over. Als de prestaties op het randje waren en het model valt dan ook nog tegen, dan vliegt ze er uit.

Wat voor mij belangrijk is bij een duif, is de pluimage. Als deze glad is dan neem ik ze graag in mijn hand. Ook het keelgat mag niet te groot zijn en de staartbeentjes moeten goed gesloten zijn. De afstamming is voor mij min- der belangrijk. Goede duiven zijn goede duiven en die zitten er overal”.

Hugo

In de verkoopbeschrijving van de Golden Ten zijn een paar kleine foutjes geslopen:

- Vader koop 15 en koop 155: ringnummer eindigt op 030 i.p.v. 330.

- Koop 24 is geen duivin maar een doffer.

- Koop 40 is niet van 2020 maar van 2019 (B19-4023984).

- Koop 44 is geen duivin maar een doffer.

- Koop 146 is geen duivin maar een doffer.

- Koop 148 is geen duivin maar een doffer.

De veiling start 12 maart om 12 uur op:

www.deduif.be

Rectificaties Golden Ten

20201e, 1e, 3e en 4e (4 eerste) Provinciaal Blois Jonge 3120 duiven 1e kampioenschap GHF Jonge KBDB Vlaams-Brabant 1e Allround Asduif Jonge KBDB Vlaams-Brabant

1e kampioenschap GHF Jonge Samenspel Hafo Vlaams-Brabant 1e kampioenschap GHF Jonge Duivenbond Diest en Omstreken 2e kampioenschap GHF Jonge Brabantse Unie

3e kampioenschap KHF Jonge KBDB Vlaams-Brabant 20192e kampioenschap KHF Jonge KBDB Vlaams-Brabant 3e asduif GHF Jonge KBDB Vlaams-Brabant

3e kampioenschap GHF oude Diest 3e kampioenschap GHF jaarse Diest 2e kampioenschap GHF jonge Diest 20181e provinciaal Blois Oude 1482 duiven 1e asduif KHF jonge Diest

20171e asduif GHF Jonge Brabantse Unie

1e kampioenschap GHF Jonge KBDB PE Vlaams-Brabant 1e Asduif GHF Jonge Diest

1e kampioenschap GHF Jonge Diest

Belangrijkste prijzen

22.8 Bourges (478 km) Brabantse Unie

4404 jonge : 70-92-116-142-188-202-262-265-266-292-301-349-361-491-515... (27/47) 15.8 Chateauroux II (528 km) Brabantse Unie

985 jaarse : 10-29-52-64-87-180 (6/7) 15.8 Soissons (225 km) Lokaal Schaffen 163 jonge : 1 (1/1)

08.8 Momignies (126 km) Lokaal Schaffen 137 jonge : 1-2-4-5-6-7-8-9-10-11... (30/52) 01.8 Soissons (225 km) Samenspel Schaffen-Diest

857 jonge : 5-6-8-9-12-27-28-29-30-31-39-41-44-48-49-51-53-72-88-89-91-118... (35/51) 01.8 Gueret (589 km) Nationaal

12.888 jaarse : 15-141-162-443-2110 (5/7) 25.7 Blois (469 km) Brabantse Unie

3120 jonge : 1-1-3-4-10-11-18-30-35-48-49-50-51-75-84-138-138-166-173-200... (36/46) 18.7 Sermaises (367 km) De Vrije Duif Schaffen

154 jonge : 1-2-5-8-10-11-12-13-15-16-17-18-19-21-24-25-27-31-34-35-40-41-42-45-46 (25/48) 18.7 Sermaises (367 km) Sector 3

3956 jonge : 4-16-30-58-76-78-80-81-99-100-103-105-107-123-139-143-160-218... (32/48) 11.7 Sermaises (367 km) De Vrije Duif Schaffen

175 jonge : 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-17-18-19-22-23-24-25-25-27... (36/50) 11.7 Sermaises (367 km) Hafo Vlaams Brabant

1154 jonge : 5-7-17-22-23-24-26-27-34-36-45-47-53-60-61-63-64-65-67-82-83-85... (37/50) 11.7 Sermaises (367 km) Nieuw Hafo Verbond

3076 jonge : 5-9-25-38-40-41-47-48-65-68-82-84-93-106-107-116-123-127-133-165... (37/50) 11.7 Argenton (557 km) Nationaal

16.762 oude : 406-623-3268 (3/4)

26.085 jaarse : 205-277-372-573-1156-1695-2993 (7/7) 04.7 Sermaises (367 km) Nieuw Hafo Verbond

1518 jonge : 5-18-22-30-36-51-57-59-62-67-68-86-89-90-90-90-94-112-120-145... (38/51) 04.7 Sermaises (367 km) Lokaal Schaffen

145 jonge : 1-4-5-7-8-11-13-14-15-17-18-22-23-24-25-26-27-28-29-30-31-32-36-37... (27/51) 20.6 Sermaises (367 km) De Vrije Duif Schaffen

195 oude : 1-2-3-8-24-34-39-40-50-56 (10/11) 20.6 Momignies (126 km) De Vrije Duif Schaffen

332 jonge : 1-2-3-4-5-6-10-28-29-30-31-50-51-52-55-55-71-72-72-74-100-101-103... (26/59)

Overzicht mooie prestaties 2020

(6)

07-03-2021

Stof in het duivenhok

Stof in het duivenhok. Heel af en toe schrijf ik er weleens over.

Al sinds 1985 ga ik niet naar de hokken zon- der een gedegen stofmasker over mijn neus en mond te dragen. Zag je in het verleden in Aziatische landen dat sommige mensen een masker voor hun gezicht dragen, tegenwoor- dig heeft Covid-19 ervoor gezorgd dat ook bij ons niemand meer vreemd opkijkt wanneer ze worden gebruikt.

De maskers die door de meesten gedragen worden, moet je eigenlijk zien als een spat- scherm. Bij praten, hoesten en niezen komt er een wolk aan heel kleine druppeltjes in de lucht rondom ons. Je kunt zoiets goed zien bij vrieskou. Als iemand normaal ademt, zie je zijn adem condenseren. Nu is het effect van zo’n mondmasker dat de meeste drup- peltjes tegengehouden worden als een soort spatscherm.

Houders van dieren kunnen last gaan krijgen van het stof dat deze dieren verspreiden. Dat komt niet alleen bij vogels voor, zoals onze duiven, maar ook bij honden, katten, varkens, runderen, maar ook bij het werken met wol, katoen en nog veel meer zaken.

We hebben het dan over allergenen, stoffen, die ervoor zorgen dat wij er (over)gevoelig voor kunnen worden. En nu hoef je er niet alleen overgevoelig voor te zijn, ook de hoe- veelheid stof, denk aan de mijnwerkers, bak- kers etc. kan ervoor zorgen dat het longweef- sel zijn elasticiteit gaat verliezen, waardoor zuurstof slechter opgenomen en het koolzuur minder uitgeademd kan worden.

Dus niet alleen de overgevoeligheid voor

bepaalde stoffen, maar ook de hoeveelheid stof kan leiden tot longschade en op den duur invaliditeit.

In de duivensport komen beide situaties ruim- schoots voor. Kijk maar eens bij een laag- staande zon in het hok, ook al heb je het net grondig schoongemaakt, er lijkt sprake van een dichte stofwolk.

Uit literatuurstudie is gebleken, dat in princi- pe 1/3e van de melkers een overgevoeligheid voor duivenstof KAN ontwikkelen, al kan het soms wel 30 jaar duren voordat het manifest wordt. Komt daarbij nog de schade die al het stof, zonder overgevoeligheid, aan de longen kan geven, dan zal duidelijk worden dat we er niet aan voorbij kunnen gaan om dit gevoelige onderwerp van tijd tot tijd onder de aandacht van de liefhebbers te brengen. Vooral omdat is gebleken dat veel liefhebbers dit onderwerp vermijden, uit angst met de werkelijkheid ge- confronteerd te worden en ook uit angst om hun geliefde hobby op te moeten geven. Maar als het hen toch treft en een bezoek aan de longarts ze met de neus op de feiten drukt, is Leiden in last.

Vandaar dat ik regelmatig voor de liefheb- bers over dit, voor onze sport belangrijke, probleem zal schrijven.

Of je nu allergisch bent voor de duiven, we spreken dan van een duivenmelkerslong, of bang bent longschade op te lopen door lang- durig blootstellen aan (duiven)stof, belangrijk is dat men weet dat er middelen zijn om het stof uit je longen te houden.

Dat gaat helaas niet met de maskers die we nu dragen om de overdracht van het corona- virus in te dammen. De stofpartikels en aller- genen vereisen een ander soort masker.

De mate waarin een stoffilter partikels door- laat, wordt weer gegeven door de aanduiding P1, P2 of P3. Voor de duivenmelkers heeft het P3-filter de juiste dikte om het fijne duiven- stof tegen te houden. Deze filters passen op halfgelaatsmaskers, die heel nauw aansluiten op je gezicht en vaak van zacht kunststof ver- vaardigd zijn.

Sommige liefhebbers, die extra gevoelig zijn, gebruiken ook nog eens een extra ammonium- gasfilter erbij, dat samen met het stoffilter ge- bruikt kan worden. Normaalgesproken is een halfgelaatsmasker met een P3-filter ruim vol-

doende om de melkers tegen de schadelijke gevolgen van het duivenstof te beschermen.

Voor de kostprijs hoef je het niet te laten, ze kosten een paar tientjes. Als je googelt op adembescherming duivenmelkers zal je zien, dat 3M en Moldex prima maskers aanbieden, die 100% geschikt zijn.

En nu iedereen er onderhand aan gewend is dat mensen een masker dragen is het mooi de tijd voor alle liefhebbers om minstens één masker in bezit te hebben. En te dragen, zeker bij het schoonmaken van het duivenhok.

Ben je echter allergisch voor de duiven, wat helemaal geen schande is, dan ben je ver- plicht om altijd en overal waar duiven zijn, gebruik te maken van een halfgelaatsmas- ker. Dus niet alleen op je hok, maar ook in de auto en in de club, tijdens het inkorven: altijd je masker dragen. Het vervoer van de duiven naar de club kun je beter in een aanhanger doen. Ook is het verstandig om vóór je naar het hok gaat een andere broek, stofjas en pet te dragen. Dat omkleden dient dan in de schuur en niet in huis te gebeuren. En denk maar aan wat mijn professor op de universi- teit ons op het hart drukte :

Een beetje? Een beetje? Je bent zwanger of niet en nooit een beetje.

En hij liet dat ook nog eens gepaard gaan met een krachtterm, die ik hier niet zal herhalen.

Op eigen hok rommelt het een beetje door.

De vliegduiven en jongen zitten nu allemaal verduisterd, waarbij er in het jonge duiven- hok altijd vier ventilatoren aanstaan. Dag en nacht, zonder dimmer, blazen ze de lucht uit het jonge duivenhok naar buiten. Hier gaat dat via een flexibele slang via een dak door- voer. Maar een ventilator in de wand volstaat natuurlijk ook.

Bij de oude duiven staan ze niet aan, omdat daar de bezetting 25 duiven bedraagt in een hok van 3 bij 3 meter is. Bij de jongen is de bezetting 4 tot 5 maal dichter, en omdat het jonge duivenhok 6 bij 3 meter is, heb ik 4 ven- tilatoren van 25 Watt aan het draaien om de lucht niet bedompt te laten worden.

De jongen worden hier in de ochtend uitge- laten, omdat ik de ervaring en daardoor de overtuiging heb, dat de jongen zich dan beter ontwikkelen qua training en oriëntatie. Na het middaguur worden ze binnengeroepen, nadat

ze de hele ochtend open hok hebben gekre- gen. Ze mogen daarna, tot de verduistering, volop eten uit de zelfvullers.

Met open hok bedoel ik ramen en spoetnik wagenwijd open, zodat bij een verrassings- aanval van de rover heel snel naar binnen kunnen vliegen. En dat kunnen ze heel snel.

Vanuit elke hoek en stand weten ze de ope- ningen te vinden om maar aan de aanvaller te kunnen ontsnappen.

Diezelfde rover zorgt er ook voor, dat mijn jongen nooit weken op de daken rondslente- ren voordat ze beginnen te vliegen. De rover fungeert dan als een trainer.

In de middag laat ik de duivinnen, die op twee hokken thuishoren, de eerste weken apart los. Duivinnen kunnen zich als domme blond- jes gedragen en zullen de eerst zes weken vaak in het verkeerde hok binnenlopen. De doffers daarentegen lijken veel sneller hun juiste hok te kennen. Maar als de duivinnen het na een week of zes kennen, dan lijken het wel automaten geworden, dan lijkt alles vanzelf te gaan.

Volgens mij is dat ook de oorzaak dat sommi- ge liefhebbers bij hun eerste poging om met duivinnen te spelen het bijltje erbij neergooi- en, wanhopig geworden door het “domme”

gedrag van de duivinnen.

Dus het is gewoon een kwestie van volhou- den en dan zal het duivinnenspel ook hen bekoren.

WdB

W illems Wel en Wee

Al 36 jaar een masker bij de duiven. Als ik het kan opbrengen, kan een ander dat ook!

François Tobback

2 e Belgische Asduif oude Olympic Hope 2020

Hofstade – François Tobback voorstellen hoeft al lang niet meer. Sedert 2003 weet het hok Tobback zich steeds te klasseren in de nationale en provinciale klassemen- ten, met als uitschieters in 2010 1e Natio- naal Kampioen KBDB Kleine Halve Fond, Gouden Duif-winnaar en Superstar Halve Fond De Duif, in 2011 1e Nationaal Zone Midden Bourges Jaarse, in 2013 Algemeen Kampioen Provincie Vlaams Brabant met 2 provinciale overwinningen, La Souterraine jaarse en Salbris oude duiven en in 2016 de 3e Olympiadeduif Cat H (meer dan 300 km).

Sinds de uitgebreide reportage in De Duif van 10 februari 2013 nr. 6 is er wel wat veranderd bij “Den Tobback”. Lichamelijke ongemakken van de melker leidde tot enke- le minder sterke seizoenen. Iedereen kent de oneliner “de melker uit form, de duiven idem dito”. Menig melker zou met de behaal- de resultaten nog wel tot de betere hokken behoren, maar François zijn lat ligt steeds veel hoger dan bij de doorsnee melker. In het coronajaar 2020 was er een kentering ten goede in de prestaties. Een kort maar heftig seizoen met als kers op de taart het behalen van een klassering in het klassement Olym- pic Hope 2020. Zoals in 2016 was het in de categorie H (meer dan 300 km. uitslagen 2020). Ditmaal was het de 2063363-16 die zich op plaats 2 klasseerde.

Deze duif werd in 2020 acht keer ingekorfd voor Sermaises (342,732 km) en hij klasseer- de zich evenveel keer per tiental : 1/2148 - 9/1495 - 7/1277 - 22/246 - 20/814 - 64/1792 - 36/523 - 51/635. Ook deze keer heeft de familie Van Laere uit Kruishoutem een seri- euze inbreng met het 022-15 als moeder van de 363-16. In de stamboom van deze duivin treffen we als verre voorouder de Olympia- deduif (003-01) van Gust Jansen. De inbreng van Stijn Van Laere kwam er dankzij de ruil

Tobback - Van Laere, waar beiden een we- derzijdse tevredenheid en nauwe vriend- schap aan overhouden.

Door de mindere conditie van de melker in de voorbije jaren is er wel het één en het ander veranderd op de hokken in Hofstade. Het totale hokbestand werd teruggeschroefd van 52 naar 40 weduwnaars, 26 i.p.v. 33 kweek- koppels en geen speelduivinnen meer. Van de kwekers worden er 2 ronden gekweekt en deze worden in de eerste helft van januari gelijktijdig met de weduwnaars gekoppeld.

Daar waar vroeger voor de start van het sei- zoen de weduwnaars nog een 4-tal dagen werden bijeengezet en er na het seizoen nog werd gekoppeld en “rot gebroed” behoort

B16-2063363 “Olympic Hope”

2e Belgische Asduif oude Olympic Hope 2020 6e Nat. Asduif Kleine Halve Fond oude KBDB 2020 1e Sermaises 2148 d.

7e Sermaises 1277 d.

9e Sermaises 1495 d.

20e Sermaises 814 d.

22e Sermaises 246 d.

36e Sermaises 523 d.

51e Sermaises 635 d.

64e Sermaises 1792 d.

8 prijzen op 8 vluchten in 2020

V : B11-2136794 “De Nieuwe As”

13e Nat. Asduif KHF 2013 19x per tiental

G.V. : B05-2244164 “Den 164”

Engels/Pauwels/Hufkens Uit B99-106 x B99-141 G.M. : B02-2123361 “Zus 362”

Uit B99-648 “Den Tobback” (Dirk Lyphout-Engels) x B00-947 “Pauwelske” (Grondelaers/Hufkens via Felix Pauwels)

{

M : B15-4263022 “Halfzuster Adriaan”

Halfzus “Adriaan”, 8e Nat. Asduif kleine hafo 2010 Halfzus “Bassie”, 5x 1e.

Zus van 14-021, 15-016 en 15-032, alle een eerste prijs.

G.V. : B12-6326777 “Tripple 7”

Leo Heremans

Uit B10-081 “Kleine Blauwe” (12e Nat. Asduif snelheid 2011) x B07-510 “Zuster Nieuwe Rossi”

G.M. : B09-4059259 “Zuster Fanny”

1e Blois 238 d., 1e Orleans 468 d., 1e Orleans 437 d.

Uit B04-538 “Generaal” (Imbrechts, broer

“Rivendel” Freddy Vandenheede) x B07-117

“Laura” (2x 1e, ras Vandenheede).

{

(7)

The choice of Champions

www.versele-laga.com www.versele-laga.com

PROMOTIE Meer voer, zelfde prijs

SPORT

+ GRATIS 20 2 kg kg

Promotie geldig tot einde stock

dit nu tot de verleden tijd. Het totaalplaatje moest overzichtelijker en aangenamer wor- den en daar is men vrij aardig in gelukt, met als gevolg dat men in 2021 hieromtrent het geweer niet van schouder zal veranderen.

Wat de voorbereiding en verzorging betreft zijn Diane en François “gewoontedieren” en blijft alles bij het oude. Het systeem heeft zijn degelijkheid al jaren bewezen en “never change a winning team” is het motto.

Ook pleziert het hen dat ze regelmatig po- sitieve informatie krijgen van liefhebbers die lukken met hun soort, alsook dat ze in re- portages regelmatig hun naam terugvinden in stambomen van provinciale winnaars en nationale winnaars. Zo is bij Benny Steve- ninck’s provinciale overwinnares Argenton 2017 het 937-14 de vader een rechtstreekse Tobback. Bij Mario Spileers, Ronse heeft de nationale winnaar Aurillac 2020 “De Wout”

via de grootmoeder het Tobback-bloed in de aderen.

Een nationale overwinning ontbreekt in Hofstade nog op het palmares, maar als hobbyist met een eenvoudige methode be- hoorlijke resultaten behalen, resultaten waar een beroeps van droomt, dat doet meer dan deugd.

Puur toeval en de toekomst De vader van de Olympic Hope is de “Nieuwe As” 794-11. Deze duif werd in 2013 13e Na- tionale Asduif KHF en vloog 20 pr per 10-tal waarvan 4 eerste en 18 keer in de 10 eerste.

Deze duif met in de stamboom Engels-Huf- kens, Lyphout en Felix Pauwels-bloed heeft op de dodenlijst gestaan omdat na diens fantastische prijzenlijst er nog geen enkel

“serieus jong” uit gekweekt was.

De koppeling in 2016 van de 794-11 met het 022-15, een duivin gekweekt door en geruild met Stijn Van Laere, blijkt nu een reuzezet.

Maar zoals bij veel succesvolle duiven “puur toeval” beweert François. De provinciaal ge- klasseerde asduif KHF 864-20 is een zoon van de Olympic Hope en zulks stemt de familie Tobback optimistisch voor de toe- komst, want als er op het hok weduwnaars, een zoon en kleinzoon van de beste vliegers, hun voorvaderen de loef afsteken, dan ben je altijd op de goeie weg. En kweekcapaciteiten kan men alleen maar sneller te weten komen als men jongen kweekt uit zowel de oude als uit de jaarse weduwnaars. Verdere nieuwe inbreng kwam er sinds 2016 via wijlen Nor- bert De Vuyst uit Lokeren (zware fond), via een duiver van Gaston Van de Wouwer en heel recentelijk duiven van Eddy Janssens uit Zandhoven.

Diane

Haar inbreng in het succes van de Tob- back-kolonie is nog steeds even groot. De stambomen kent ze allemaal uit het hoofd en de koppelingslijsten worden door haar beke- ken en bij vraagtekens met rode bic omcir- kelt. Achter de goeie melker staat een sterke vrouw, zeker weten. De verzorging ligt dus grotendeels in de handen van Diane. De thee en het gebrouwen lookwater zijn nog steeds aan de orde. Het supplementje lijnzaad is nog zo een zekerheid en een trichopil wordt enkel opgestoken indien een weduwnaar tijdens zijn opsluitingsregime veel drinkt.

Het voederschema is steeds hetzelfde als de voorbije decennia. En waar de vrouw de scepter zwaait wordt er grondig gekuist, drinkpotten uitgeschrobt en in de winter alles duchtig ontsmet en gestreeld met de vlam.

De jonge duiven van de eerste ronde worden verduisterd maar niet fanatiek. Het opleren van de jonge duiven gebeurt drastisch, na 3 keer zelf lossen (5-10 en 20 km) zitten ze in Quiévrain, dan 2 Noyons en dan KHF. In 2020 werd er 1 zondag niet deelgenomen aan wedstrijden en dit was het vluchtweek- end met de extreme hitte. Te is trop en trop is teveel, was de redenering in Hofstade.

Voornaamste uitslagen 2020 14.6 Sermaises 814 d : 2, 20, 22, 24, 33, 38,

39, 53, 66, 76, enz. (28/38)

20.6 Sermaises 635 d : 8, 9, 14, 15, 23, 24, 33, 39, 51, enz. (20/26)

20.6 Salbris prov. 3805 oude : 142, 259, 446, 549 (4/5)

20.6 Salbris prov. 3209 jaarse : 59, 110, 217, 317 (4/5)

27.6 Bourges lok 249 oude : 5, 9, 12, 13, 16 (8/15), nat. 23.195 d : 166, 355, 610, 724, 943, 1708, 2190 (9/15)

27.6 Bourges lok. 313 jaarse : 10, 13, 21, 25 (9/13), prov 4404 jaarse : 173, 202, 324, 413 (6/13)

28.6 Noyon 7913 jonge : 11, 156, 194, 200, 203, 399, 448, 710, 781 (36/52)

04.7 Sermaises 2148 d : 1, 66, 101, 339, 368 (5/6)

04.7 Noyon 5790 jonge : 30, 38, 62, 84, 99, 245, 263, 320, 415, 422, 432, 480 (34/89) 11.7 Sermaises 2250 oude : 14, 22, 37, 40,

51, 113 (6/6)

11.7 Sermaises 1435 jaarse : 27, 65 (2/2) 11.7 Noyon 368 jonge : 14, 14, 20, 20, 32,

33 (15/44)

11.7 Argenton Zone B1 8121 jaarse : 343, 349, 785, 1046 (4/5)

18.7 Issoudun lok 89 d : 2, 4, 7, 9 (7/11), zone 3192 d : 94, 211, 365, 453, 500, 752 (6/11)

18.7 Issoudun lok.179 jaarse : 10, 14, 22, 40 (4/7)

25.7 La Souterraine lok. 53 d : 1, 3, 6, 13, 18 (5/7), nat. 9469 d : 20, 336, 727, 1332, 1847 (5/7) 25.7 Sermaises 1495 d : 7, 9, 82, 136, 249 (5/5)

01.8 Sermaises lok. 78 oude : 1, 5, 13, 24 (4/7), Pajot 1277 d : 7, 29, 90, 217, 414 (5/7)

01.8 Sermaises 1976 jonge : 9, 61, 63, 81, 100, 118, 164, 173, 176 (32/77)

01.8 Gueret lok. 93 jaarse : 1, 3, 13, 22 (4/5), zone 4198 d : 38, 179, 748 (3/5)

01.8 Souillac nw 248 jaarse : 20, 29 (2/3), prov.

907 d : 87, 114 (2/3)

15.8 Chateauroux lok. 93 jaarse : 1, 5, 23, 26 (4/9), prov. 1237 d : 15, 74, 378, 398 (4/9) 22.8 Sermaises Pajot 501 oude : 5, 7, 14, 26,

35 (9/9)

22.8 Sermaises Pajot 290 jaarse : 5, 7, 21 (3/4) 22.8 Bourges lok. 209 jonge : 13, 29 (2/4), nat.

28.551 d : 2298, 4657 (2/4) Provinciale en nationale klassementen 2020

2e Olympic Hope oude (meer dan 300 km) 8e Nationale kampioen KHF jonge 6e Nationale Asduif KHF 2063363-16 19e Nationale Kampioen KHF oude & jaarse 4 provinciale vermeldingen

5e KHF oude & jaarse - 4e KHF jonge - 6e Asduif KHF oude en 7e Asduif KHF jonge

R&W

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

singsschema. Wat de huurgarantie betreft, deze kan, bij het in eigendom hebben van een pand uiteraard vervallen, tenzij men hierbij het oog heeft op

De onderzochte groep is kwetsbaarder dan studenten zonder ASS. Met de specifieke kenmerken van de groep wordt rekening gehouden in het houden van interviews. De onderzoeker

Vooral als het leren van de ambtenaren/de ambtelijke organisatie centraal staat dan is het belangrijk de initiatiefnemers te vragen of ze bereid zijn om hun ervaring ten dienste

Homo-, lesbische en bi-jongeren worden vaak omringd door heteroseksuele mensen in wie zij zich niet of weinig kunnen herkennen en waarbij zij het gevoel hebben ‘anders’ te

De stukjes papier worden geschud, en bij elke deelnemer wordt een stuk papier, dat hij van te voren niet kan zien, achter op de rug bevestigd. In tweetallen, vragen de spelers nu

Hopelijk worden er in ronde 4 veel meer Lemons aangeboden dan in ronde 2 of 3 Mocht u het spel in 1 les willen spelen dan kan ronde 3 eenvoudig worden weggelaten. Het is ook

Door te luisteren naar de argumen- ten van je zoon zou het kunnen dat hij niet de bedoeling heeft om tot de vroege uurtjes weg te blijven maar dat dit voor hem een

Dat sociale media het recht- streekse sociaal contact onder jongeren doen afnemen, blijkt overigens niet te kloppen.. „On- derzoek wijst erop dat online ge- sprekken