KOM IK OM, DAN KOM IK OM GRATIS
Auteur: Esther Ahn Kim Aantal pagina's: 284 pagina's Verschijningsdatum: 2005-04-30
Uitgever: Barnabas EAN: 9789085200284
Taal: nl Link:
Download hier
Kom ik om, dan kom ik om
Log in. Bij het aanmelden gaat u akkoord met onze privacyverklaring en de algemene voorwaarden. Deel dit bericht:. Communist Alejandro Cao de Benós, de 'enige westerse vertegenwoordiger' van Noord-Korea, is wel wat gewend. Het Vaticaan vraagt rooms-katholieke bisschoppen hun verantwoordelijkheid voor de oecumene sterker op te pakken. De bisschop moet zich ook pastoraal bezorgd tonen voor niet-katholieke christenen in zijn bisdom. Nikolaas van Myra was een vriend van de armen, een strijder tegen onrecht. Een man met een groot hart, die ook rake klappen kon uitdelen als hij vond dat het nodig was. En een bisschop die seksueel misbruik bestreed. Hoe ga je om met de geloofsvragen die corona oproept? En waar is God in deze crisis? Met een boekje en webinars willen predikanten hierover het gesprek in de kerken op gang brengen. Aanleveren nieuws. Bertine Moenaff 28 juni Onthoud mij. Alejandro Cao de Benós gelooft heilig in Noord-Korea.
Van winkelmoeheid en cadeaustress zou de echte Sinterklaas mensen juist proberen te bevrijden. Tweede lockdown. Minister Grapperhaus blokkeert benoeming van rechter als voorzitter euthanasiecommissie. Klagen bij God over corona mag, leren de psalmen Hoe ga je om met de geloofsvragen die corona oproept? Aantal coronagevallen verder toegenomen. Grootschalige vaccinatiecampagne in Moskou begonnen. Concert- en evenementenzalen willen extra overheidssteun. Iran gaat drie terdoodveroordeelden opnieuw berechten. Rusland registreert recordaantal coronabesmettingen. Iemand die zó recent nog zó uitgesproken was, kan niet geloofwaardig de Euthanasiewet toetsen. Uw zoekopdracht kan naar ongeschikte uitdrukkingen leiden.
Uw zoekopdracht kan naar informele uitdrukkingen leiden. Dan kom ik morgen om 3 uur terug. Then I'll be round tomorrow at three o'clock sharp. Dan kom ik morgen wel langs. Then I'll be back tomorrow. Dan kom ik morgen wel even langs. Then I'll just drop by tomorrow. Dan kom ik morgen wel even kijken. Then I'll just check on you tomorrow. Dan kom ik morgen wel terug, als u hem betaald hebt. I'll come back when you've paid him. Dan kom ik morgen als ik mijn baret en toga heb, goed? So, I'll come over tomorrow after I grab my cap and gown, okay? Dan kom ik morgen langs om uw resultaten te bekijken I'll swing by your quarters tomorrow morning and look over the material you have while you finish doing whatever it is that you're doing.
Dan kom ik morgen even langs, en dan neem ik uw verklaring op. I will swing by tomorrow , - And I'll get your statement then. Tel het allemaal op, dan kom ik morgen betalen. Tally it all up and I'll pay tomorrow. Ik laat'm tekenen en dan kom ik morgen. I'll have him sign the papers today and book a flight for tomorrow. En dan kom ik morgen terug, en dan kruisen Then when I come back tomorrow , we can mark Wilt u die voor meer dan verkopen, dan kom ik morgen langs Can you sell those today at anything over ? I'll come in tomorrow morning to close the account.
Laat hem nu rusten, dan kom ik morgen weer kijken. Let him rest and I will look in on him tomorrow.
Vertaling van "dan kom ik" in Duits
Esther is ondanks het onvoorspelbare gedrag van de koning naar hem toe gegaan, weliswaar een duidelijk gebod overtredend, maar toch voortgedreven uit liefde voor haar eigen volk. Esther heeft zichzelf ervoor over mogen hebben en offerde zich als het ware op. Volgens de nieuwe wet van Hainan was zij ten dode opgeschreven. Zij had met haar daad om naar de ko ning te gaan in dat opzicht niets te verliezen; zou hij haar doden, welnu, dood moest zij volgens die vreselijke Haman toch.
Maar zij zou het wagen! Dit heeft zij niet zonder bidden en vasten gedaan. Dat moeten we ook bedenken. Zij ging dus met een gebed in haar hart de vertrekken binnen waar de koning verbleef. Haar oog en dat van haar oom en vele anderen was op de Heere gevestigd. Zo is zij ge gaan; maar omdat Ahasveros een onberekenbaar man was, die zijn onderdanen naar eigen willekeur behandelde, was er ook vrees in haar hart. En zo is zij tot de koning gegaan. En kreeg toen tot haar grote blijdschap de gouden scepter aangereikt! Hoe men de woorden van Esther bij de avondmaalsgang dan ook bedoelt, en daar ga ik zo nog even op in, het moet duidelijk zijn dat het ongepast is en ook ongegrond om te menen dat een zondaar die bevende tot de Heere komt, de dood zou kunnen vinden in plaats van het leven.
Alsof God maar in enig opzicht aan een dictator gelijk zou zijn! Bij Ahasveros moest je maar afwachten hoe zijn koninklijke pet stond! Maar van de Heere weten wij dat Hij juist in welgevallen neerziet op de arme en verslagene van geest en die voor Zijn Woord beeft, zie Jesaja 66 vers 2.
Hoewel ik niet maar een of ander dwaas wetje van zo'n tiran heb overtreden, maar tegen alle geboden van een goed en goeddoend God
gezondigd heb, heb ik nog nooit gehoord dat een zondaar, die tot Hem kwam om genade, is omgekomen. Zoiets bestaat gewoon niet, omdat God Zichzelf niet kan verloochenen en getrouw is aan Zijn Woord.
O ja, ik weet ook dat Psalm vers 2 waar is: Zo Gij in 't recht wilt treden, o HEERE, en gadeslaan, onze ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan! God heeft recht op mijn dood. Ahasveros had het recht niet om zijn vrouw Esther af te wijzen of, erger nog, te doden. Maar God is rechtvaardig, ook als Hij de zondaar straft. Maar het heerlijk Evangelie is dat Hij Die recht heeft op mijn dood, lust heeft in mijn leven! En iedere zondaar die Hem om genade smeekt wordt zonder enige twijfel de gouden scepter toegereikt. Want God handelt ook in het verlenen van genade op gronden van recht. Voor de verlossing van zondaren is immers betaald?
Is Christus niet tot zonde gemaakt, opdat zondaren vrijgesproken zouden worden? Ik denk dan ook niet, dat wij Es ther in haar gang naar de koning als een type van Christus kunnen zien. Esther moest maar afwachten hoe de koning zou reageren. Maar Christus wist hoe de Vader zou oordelen over de zonde. Es ther maakte een kans op overleven. Maar Christus moest noodzakelijkerwijze de dood in, omdat God de zonde straffen moet! Wei zie ik een hjn in Esthers zelfverloochening naar die van Christus. Al is dat ook maar ten dele. Esther ging na lang aarzelen en moest tot deze daad worden overgehaald door haar oom. Maar Christus verklaarde Zich gewillig bereid om de toorn van God te dragen en zo voor ellendigen het beloofde land te bereiden. Maar kan een avondmaal ganger niet zo in nood verkeren dat hij nog vreest om te komen als hij aangaat?
De vrees voor straf kan toch een grote werkelijkheid zijn? Als ik nu eens een huichelaar blijk te zijn, zal God dan niet op staande voet met me kunnen afrekenen als ik het waag om naar de tafel te gaan? Heeft God ook niet een Uza, 2 Sam. Die dingen zijn inderdaad gebeurd. Maar bij Uza, noch bij dat echtpaar was er sprake van vrees. Ze waren juist vrijpostig en brutaal. Daar rekent de Heere mee af. Maar ik heb nog nooit een vrezend en bevend mensenkind aan de Tafel des Heeren zien omkomen. Maar ik kan me toch vergissen? Ja, maar daar weet God toch van af
dan? Zo'n vrezende ziel komt nooit zonder gebed aan. Zijn verzuchtingen gaan naar Boven hoor! Als een waar gelovige vreest, en hoe begrijpehjk vind ik dat, krijgt hij toch van de Heere te horen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Zie Matth. En als de liefde Gods gesmaakt wordt is de vrees helemaal weg, want er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten, 1 Joh.
Als je het nu wagen mag met het Woord en je hebt hoge gedachten van God, maar tegelijk ook zulke slechte gedachten omtrent jezelf, en je gebruikt dan Esthers woorden, omdat je het wagen wil op Gods genade, dan kan ik begrijpen dat je deze woorden wel gebruikt. Maar wie denkt dat een naar God vluchtend mens wel eens afgewezen en hard afgestraft kan worden, heeft geen hoge gedachten van de Heere en Zijn
beloftewoord. Die moet zich schamen en bekeren en smeken om geloof.
Want zonder geloof is het onmogelijk de Heere te behagen! Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact. Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.
Bewaar het pand 12 Pagina's. Op weg naar de koningZo ging Esther dan op weg naar koning Ahasveros.
Op de derde dag van het vasten en bidden. Onvoorwaardelijk had zij zich overgegeven. Onvoorwaardelyke overgaveEsther mocht zich onvoorwaardelijk overgeven. Zij kreeg zichzelf er voor over om ongenood naar de koning te gaan, ook al zou dat wellicht h Haman zal in een neerslachtige stemming naar de m Niet ten koste van het rechtKoning Ahasveros heeft naar Esther geluisterd, toen zij met de nood van het doodvonnis over de Joden, uitgesproken in de wet, die op aan Uitgebreid zoeken Terug naar eenvoudig zoeken. Uitgebreid zoeken.
Zoekwoorden settings[field]: Bevat de termen Bevat een van de termen Zonder de termen. Datum is voor Datum is na Bronnen Abraham Kuyper Collection. Alle Volken. Ambtelijk Contact. Amsterdamsch Zondagsblad. Bewaar het pand. Haar man zag haar al een maand niet staan. Hem nu zelf benaderen zou waarschijnlijk haar dood betekenen. Wat kon zij nu doen voor haar volk? Mordechaï opende haar ogen, door pijnlijk scherp en eerlijk te zijn:. En wie weet of jij niet juist voor een tijd als deze tot deze koninklijke waardigheid gekomen bent. Hoe zwaar het kwaad ook aanwezig is in deze wereld, hoe nietig wij ons ook voelen… God gaat door met zijn plan. Zie je hoe het kwaad zich als een kankergezwel voortbeweegt in de maatschappij, op school of op je werk?
Laat je niet imponeren. God weet wat Hij doet. In het kwetsbare en schijnbaar onmogelijke is Hij al lang aan het werk. Wil je meer lezen over Esther, Mordechaï en Haman? Lees bijvoorbeeld deze inspirerende preek van Dick Wursten voorganger bij onze Belgische buren. Er zijn uitleggers die ervan uitgaan dat Haman geen nakomeling van Agag kan zijn, doordat de Amelekieten als volk uitgeroeid zouden zijn. Hoe dan ook:
de boodschap dat het kwaad aast op Gods goede plan, maar dat God de touwtjes in handen heeft, gaat bij beide verklaringen op. In deze praktische guide leer jij hoe je zelf de Bijbel kunt lezen, begrijpen én leven. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Wij bieden jou Bijbels onderwijs om te groeien in je relatie met God, jezelf en de mensen om je heen door middel van dagelijkse overdenkingen, de Zij Lacht Bijbel, boeken en events. Join the community! Inge Kooiman Fotografie Feline Styling. Heb jij een goed idee of wil je samenwerken? Dat was alles!
Christa Noteboom. Gods plan wordt werkelijkheid.
History comes alive Als je dit boek een laagje dieper leest, kom je iets bijzonders tegen. Gods plan schittert door het onmogelijke heen Nee. Aan de slag Pak een stapel oude tijdschriften en kranten. Denk bijvoorbeeld aan de imponerende invloed van het kwaad en het onopvallende werk van God aan zijn plan. Hoe wordt de invloed van het kwaad en het werk van God zichtbaar in jouw directe omgeving?
Wat is jouw positie in het geheel? Plak daar een foto van jezelf. Wacht jij liever gelovig af wat God gaat doen, of wil je je vanuit je geloof laten inzetten op de plek waar je God mag dienen?
Ds. J.S. van der Net - Esther 5
Nu komt ze voor de dag en belijdt haar geloof in de Heere, haar God. Je vraagt naar een diepere, geestelijke laag? Hier heb je er een. Misschien kies jij ook wel te vaak voor aanpassing aan de wereld. Maar er moet een moment komen dat dit niet meer gaat en je voor de Heere en Zijn dienst uitkomt. Net als Esther. En de Heere zegent het!
Ze krijgt de gouden scepter toegereikt Esther Ze wordt in genade door de koning aangenomen. Ook daarin zien velen een diepere laag, net als in de hartenkreet van Esther: Wanneer ik dan omkom, zo kom ik om Esther 4: 6b. De gang van Esther naar de koning betekent dan de gang van Gods kerk naar de Koning der koningen, de Heere Jezus. Ook ikzelf gebruik die gedachte wel. Maar doen we dat niet te makkelijk? Het is niet de eerste bedoeling van de geschiedenis van Esther. We mogen niet zomaar vergeestelijken. Laat eerst de Bijbeltekst voor zich spreken. Anders verduisteren we de bedoeling van de Heilige Schrift met een Bijbelgedeelte.
Ook hier zou het mis kunnen gaan. Niemand zou de grillige en ontoegankelijke Ahasveros toch willen vergelijken met de trouwe en genadige Heere? Toch begrijp ik de bedoeling ervan wel. Een zondaar kan zich zo zondig en onrein ervaren, dat hij zich afvraagt of hij welkom is bij God.
En wat een wonder, als hij onverdiend de gouden scepter van Gods genade krijgt toegereikt! Vergelijkenderwijs kan deze lijn zeker wel getrokken worden. Maar dan alleen op dit punt, zonder de hele geschiedenis te willen vergeestelijken. Een vergelijking maken is iets anders dan een geestelijke laag er overhéén leggen.
Een diepere geestelijke laag in Esther? Zeer zeker, maar niet zo diep dat we verdwalen in allerlei diepzinnige gedachten die geen recht doen aan Gods Woord. De Heilige Geest wil eenvoudig het Wóórd toepassen aan je hart. Probeer de tekst eerst letterlijk te begrijpen. Wat staat hier feitelijk? Kijk dan naar de betekenis in de situatie van die tijd. Daar was het haar om te doen: hoe ziet de koning mij? Wat is het voor Esther meegevallen! Haar gebeden zijn verhoord. En toch, het hart van de koning was in de hand van God. Hij neigt immers de harten van koningen als waterbeken! Daarom was de koning Esther goedgunstig gezind. Gemeente, we moeten bepaalde zaken wel goed onderscheiden.
Er lopen wel parallellen, maar we kunnen natuurlijk niet zeggen: Ahasveros is God. Want dat is bijna godslasterlijk om dat zo te stellen; God is niet
een god van willekeur zoals koning Ahasveros. Ach, ik weet wel, veel mensen zien de Heere vaak wel zo. Maar dat is nu het grote verschil dat aan de dag treedt als wij God vergelijken met Ahasveros.
Want als een zondaar tot de Heere komt, als een doemwaardige zondaar zich zo mag uitleveren, dan kán het niet tegenvallen, want ten dode opgeschreven zijn we al. Maar dan valt het voor een doemwaardige zondaar altijd mee om in de handen van de Heere te vallen. Dat kan ik u verzekeren! Want dan is er bij de Heere ontferming, dan is er bij de Heere genade. Dan is daar die gouden scepter; laat ik het zo zeggen: dan is daar Christus! Dan is daar de Middelaar, dan is daar de Zaligmaker, dan is daar de zoen- en kruisverdienste van de Heere Jezus Christus. Dan zijn er die tranen en gebeden van de Heere Jezus voor Zijn kinderen. Gemeente, hoor wat de koning vraagt: Wat is u, koningin Esther, of wat is uw verzoek?
Het zal u gegeven worden, ook tot de helft des koninkrijks. De koning voelde wel aan dat er iets heel belangrijks aan de hand moest zijn waarom Esther zo onverwacht en ongeroepen tot hem kwam. Ahasveros voelde heus wel aan dat Esther haar leven niet zomaar in de waagschaal stelde.
Om haar te overtuigen van zijn goedwillendheid vraagt hij haar: Wat is u, koningin Esther? Wat is u, koningin Esther? Nee, de koning wijst haar er niet op dat zij ongeroepen voor hem verschenen is. Hij zegt tegen haar: Wat is u, koningin Esther? Hoort u? Hij noemt haar koningin, want hij had haar zelf verkozen tot koningin. Als we ook van hieruit geestelijke lijnen willen trekken, dan laat de Heere nog veel heerlijker zien Wie Hij is voor een schuldig volk, dat zichzelf moet aanklagen voor Zijn aangezicht.
God de Vader, Die zondaren verkiest, Hij kent hen. God de Zoon, Die zondaren verlost, Hij kent hen. God de Heilige Geest, Die zondaren vernieuwt, Hij kent hen. Hij schonk Zijn Zoon in het verbond des vredes. Wat is uw verzoek, koningin Esther? Nog veel heerlijker is de Heere.
Want, gemeente, straks, aan het einde van de dienst zullen we Psalm 81 vers 12 zingen. Meisjes, jongens, dat psalmversje kennen jullie allemaal wel uit je hoofd; het is meestal het eerste psalmversje dat je leert. Als je het straks zingt, moet je goed nadenken bij wat je zingt. Esther mag de koning vragen wat zij wil, zelfs de helft van zijn koninkrijk. Laat die woorden eens op u inwerken. De koning biedt haar de helft van zijn koninkrijk aan!
Ik denk dat er nu wel een lampje bij u gaat branden. Het zijn woorden die we ergens anders in de Bijbel ook horen. De helft van het koninkrijk Uit wiens mond horen wij die woorden ook? Weten jullie het, meisjes en jongens? Ja, diezelfde woorden hebben een keer geklonken uit de mond van Herodes, gericht tot zijn dochter Herodias. Ze mocht wat van hem vragen, al was het de helft van het koninkrijk. O, die Herodes en die Ahasveros zijn erg vrijgevig. U begrijpt wel dat we nu weer een geestelijke lijn gaan trekken. Want kijk, wat is de mens? Wat is de wereld? Wat is de vorst der duisternis? Meisjes en jongens, ze kunnen je veel aanbieden. En er wordt jullie ook veel aangeboden, nietwaar? Veel plezier, veel zonde, veel genot.
Zul je daaraan denken? De wereld, de vorst der duisternis en de mensen kunnen je veel presenteren, maar niet alles. Denk maar aan Ezau: hij had veel, maar Jakob had alles. Daar komt het op aan. Nee, niet een half koninkrijk, zegt de Heere, maar een heel koninkrijk! Ziet u, dat is nu het aanbod van de Heere. Vrees niet, gij klein kuddeken; want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven Luk. Nee, niet een half koninkrijk, het gehele Koninkrijk!
Dit mag ik u prediken: de Heere heeft veel meer te geven! Oneindig veel meer! De apostel zegt het ook: Hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Alles, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe 1 Kor. De Heere Jezus heeft het ook in de zaligsprekingen gezegd: Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijn die treuren. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zó handelt de Heere! Wat een schrille tegenstelling! Maar, meisjes en jongens, de Heere vraagt ook iets. Toen je wat kleiner was, en je wilde iets wat je echt nodig had aan je vader of moeder vragen, en je vader of moeder had het verschrikkelijk druk, wat deed je dan? Dan trok je aan de rok van je moeder of aan de broek van je vader. Nu is er een volk dat de Heere aanhoudend nodig heeft, dat Hem aankleeft. Zeg het Mij maar, wat is uw verzoek? De helft van Zijn Koninkrijk? Zouden jullie daaraan genoeg hebben? Gemeente, zeg het eens eerlijk, zou u aan de helft van Zijn Koninkrijk genoeg hebben? Want wees maar eerlijk, we gaan toch van de stelling uit: Een half ei is beter dan een lege dop? We willen hier op aarde ook graag aan onze trekken komen, al weten we uit het Woord van God dat alles waarover mensen zich druk maken, in feite een lege dop is.
Jongeren en ouderen, je moet er goed aan denken dat het straks sterven wordt en je dan alles moet achterlaten. Als je dan niets méér hebt dan wat aards geluk en vermaak, dan is het eeuwig mis. Dan wacht een eeuwige rampzaligheid, dan was alles een lege dop. Zo dwaas is nu de mens.
Maar ik denk nu aan de Heere Jezus; Hij ging ook voor zondaren staan. Ziet u Bartimeüs staan? Hij had geroepen: Gij Zone Davids, ontferm U mijner! Dan vraagt de Heere Jezus: Wat wilt u dat Ik u doen zal? Bartimeüs zegt dan: Heere, dat ik ziende mag worden Luk. Gemeente, ik bedoel er dit mee: gaat het u om Hem, of gaat het u alleen om de gaven? Want Gods oprechte kinderen gaan het leren dat ze God kwijt zijn; omdat ze Hem kwijt zijn, daarom zijn ze alles kwijt. Zij krijgen God zo nodig, en gaan Hem zoeken. Is het nood geworden om Hem te leren kennen? Is het u om Hem te doen, tot Hem bekeerd te worden? Want dat wordt dan het verzoek, dat wordt dan de bede.
Of gaat het u alleen om de gaven? Het moet u gaan om Hém. In dit leven moet het dan al gaan om Hem. Zó wordt die vraag aan Esther gesteld;
het is daarmee een vraag die ik ook aan u mag stellen. Het antwoord van Esther is opmerkelijk. We willen ons volk behouden. Wat dan wel? Wel, ze vraagt aan de koning of hij bij haar op de maaltijd wil komen. Mét Haman. Als de koning samen met Haman bij haar zal aanzitten, zal ze haar verzoek doen.
Maar als de maaltijd plaatsvindt, dan vraagt ze weer om een dag uitstel om haar verzoek te doen. Over dit uitstel van koningin Esther is al heel veel gegist. Deinsde ze dan toch terug? Heeft ze tijd willen winnen? Heeft ze Ahasveros door die maaltijden in een goede stemming willen brengen?
Heeft ze met wat slimmigheid de koning voor zich willen inwinnen? Gemeente, ik weet het niet. Ik denk dat we moeten zeggen dat het door Gods voorzienigheid zo geleid is dat Esther nog wachtte met haar verzoek. Ook hieraan ligt Gods vinger ten grondslag. God had die nacht tussen die twee maaltijden nog nodig, een slapeloze nacht om Ahasveros te bewerken.
Denkt u maar aan Paulus. De Heilige Geest belette hem op een zeker ogenblik het Woord verder te preken in Azië. De Heilige Geest heeft als het ware Esther belet om op die eerste dag met het verzoek tot de koning te komen. Ze kon het niet doen, het was Gods tijd niet. Gemeente, ook hierin ligt voor ons een les. We zeggen vaak dat we in de eindtijd leven. Want de kerk wordt ook nu bedreigd door allerlei Hamans. Hoevelen staan er niet onder de macht van antichristelijke machten? Machten die het op de ondergang van de kerk voorzien hebben? Is de afval om ons heen, en ook in ons midden, niet groot? En de zedeloosheid, en de normvervaging, en de godsverduistering? Waarom laat U dat allemaal toe?
Gemeente, omdat het Zijn tijd nog niet is! Het is net als met een ladder, waarop je steeds hoger kunt klimmen.
Zo is het ook met die ladder van zonden. Die ladder van de zonde zal tot op de hoogste sport beklommen moeten worden, en dan zal de vijand ten onder gaan. De ongerechtigheid is nog niet volkomen. De Heere stelt het oordeel uit. Tot zover vraag en aanbod. Ten slotte nog: rijk en arm.
Maar we zingen eerst nog Psalm 73 vers Wie, ver van U, de weelde zoekt,. Vergaat eerlang, en wordt vervloekt;. Gij roeit hen uit die afhoereren.
En U de trotse nek toekeren;. Nabij te wezen bij mijn God;. Gemeente, aan het einde van Esther 5 wordt onze aandacht nog een keer gericht op Haman. Hoe krijgen we Haman nu te zien aan het einde van het vijfde hoofdstuk? Wel, als iemand die vreugde schept in het leven: Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij 1 Kor. Dat laatste — want morgen sterven wij — vergat hij maar voor het gemak. Maar al vergat hij dat want morgen sterven wij , hij zou wél de volgende dag sterven.
Gemeente, hoevelen zijn er niet die met hetzelfde devies leven: laat ons eten en drinken, schep vreugde in het leven. Want morgen sterven wij , dat vergeten we dan maar voor het gemak. Misschien leeft u ook wel zo, want we kunnen met hetzelfde devies leven, al hebben we dan een sausje godsdienst om ons heen. Dan volgt de maaltijd. Ahasveros, Haman en Esther. Na afloop gaan ze alle drie naar huis. Hoe zou het met Esther gegaan zijn? Meisjes en jongens, zou Esther naar huis gegaan zijn, naar de binnenkamer, en gebeden hebben of de Heere verder uitkomst zou willen geven? En Ahasveros? Hoe zou het hem vergaan zijn? Ook hij is zijns weegs gegaan; we lezen er verder niets over.
Misschien is de koning wel nieuwsgierig geweest, misschien heeft hij wel bij zichzelf gedacht: wat zou er toch achter zitten, dat Esther ongevraagd bij me is gekomen? En die maaltijd… ze heeft niet gevraagd wat ze nou eigenlijk wil. Maar daarover lezen we ook niets. En Haman? Ja, over Haman lezen we wel iets. Als hij van die maaltijd thuiskomt is hij heel erg blij en goedsmoeds. Is dat niet opmerkelijk? Maar, meisjes en jongens, jullie weten het al, Haman gaat eigenlijk als een os naar de slachtbank, want we weten dat de Heere zijn Rechter is, en Esther zijn aanklaagster.
Maar nu is hij nog blij, nu is hij nog goedsmoeds. We kunnen daaruit leren dat het einde zo onverwacht kan komen. Het einde voor Haman is onverwacht gekomen. Maar Haman is blij met schijngeluk. Alleen met de koning en de koningin gegeten! Alles lachte hem als het ware toe. En morgen zou het weer een heerlijke dag zijn: zou hij immers niet weer eten bij de koningin met de koning?
Arme Haman. Hij is blij met het schijngeluk. Gemeente, u lijkt toch zeker niet op Haman? En jullie, meisjes en jongens? Jullie lijken toch zeker ook niet op Haman? Ook zo blij? Ook zo goedsmoeds? Ach, misschien hebt u wel een paar leuke meevallers gehad deze week in uw zaak of uw gezin; misschien hebt u wel een extraatje gekregen; misschien is het één van uw kinderen wel goed gegaan. Maar, jong en oud, er is ook een andere blijdschap. De blijdschap van Gods kinderen. Ik hoop dat we daarop jaloers worden, op de blijdschap van Gods kinderen. Want wat is dat voor blijdschap? Wanneer ik voor U kniel… omdat ze arm en leeg aan Zijn voeten mochten terechtkomen. Wat blijdschap smaakt mijn ziel…
omdat er geen rijker leven is dan als een arme zondaar door God begenadigd te worden.
Want de Heere geeft blijdschap, een blijdschap die veel groter en veel heerlijker is dan de schijnblijdschap van de wereld. Weet u wanneer? Als we mogen ervaren dat de Heere zo goed is, goed voor een arme zondaar die nergens meer recht op heeft. Als er iets van het evangelie openvalt dat de Heere in Christus, in de Heere Jezus, nog naar een zondaar wil omzien! Gemeente, dat is een vreugde waarover je niet uit kunt, die je niet klein kunt krijgen. Dat wonder van Gods genade, en dat voor een arme zondaar. Dan komt er blijdschap. Gemeente, zou u het kunnen zeggen? Of jij, meisje of jongen? Al mijn blijdschap in U, Die genade en goedheid wil schenken in de Heere Jezus. Al mijn blijdschap! Ziet u het verschil? O, wat is Haman blij.
Hij groeit en hij groeit! We zouden tegenwoordig zeggen dat hij zingend en fluitend het paleis uitgaat. Maar dan opeens: au! Het lijkt wel of hij gestoken wordt. Het lijkt wel of er een scheut van pijn door hem heen gaat. Wat is er aan de hand? Hij ziet ineens Mórdechai zitten, zijn aartsvijand. Het liefst was hij hem aangevlogen, maar ja, dat doet een hooggeplaatst persoon niet. Je haalt jezelf dan wel erg naar beneden, dan bevuil je je handen nog. Want, meisjes en jongens, die Mórdechai buigt nog steeds niet voor Haman. Je zou zeggen dat die Mórdechai, nu overal die plakkaten aan de muren hangen, wel een toontje lager zal zingen. Sterven moeten ze, allemaal.
The Young House-Keeper
