• No results found

Liever minister dan premier

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liever minister dan premier"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,50

76ste jaargang • nummer 36 • donderdag 17 september 2020 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Het kan in de laatste rechte lijn nog altijd verkeerd lopen, maar het ziet er wel naar uit dat de Vivaldi-coalitie vanaf begin ok- tober aan de slag gaat. Een heil- loze regering waarvan we in het beste geval kunnen verwachten dat ze het aantal miskleunen tot een minimum beperkt.

Over de mogelijke inhoud van het regeerakkoord was het de vorige week eerder stil.

Niet alleen omdat met Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert een van de preformateurs in de corona-lappenmand lag. Ook en vooral omdat de discussie over de toekomstige bewoner van de Wetstraat 16 nog niet

“getrancheerd” is. Volgens de laatste berichten gaat het nog tussen twee figuren en één joker.

PS-kopman Paul Magnette en Open Vld’er Alexander De Croo.

En zowaar wordt sp.a’er Johan Vande Lanotte als wisseloplos- sing vermeld. Tamelijk halluci- nant als men weet welke ravage er door hem in de paars-groene en paarse periode tussen 1999 en 2007 is aangericht.

Bouchez moet toch eens buigen

Dat Vande Lanotte over de ton- gen gaat, heeft te maken met het veto tegen elk van de twee top- favorieten. MR-voorzitter Geor- ges-Louis Bouchez ziet zijn grote rivaal niet graag in de Wetstraat.

Maar de liberale kopman heeft al de ene zege na de andere bin- nengehaald tijdens de ellenlan- ge onderhandelingen door zijn kuiperijen, achterklap en tacti- sche zetten. Dit kan niet blijven duren, Bouchez moet eens bui- gen. De Vlaamse partijen zien Magnette wel zitten, ook al wordt het de vierde Franstalige pre- mier op een rij. Ze hopen op die manier inhoudelijke trofeeën binnen te halen.

Vraag is natuurlijk of Paul Mag- nette de ploegleider kan zijn die elke regering nodig heeft. En hoe zal hij omgaan met de ba- zooka’s die een Bouchez wellicht

dagelijks vanuit het MR-hoofd- kwartier op de Wetstraat 16 af- schiet? We schreven het hier vo- rige week al: Vivaldi wordt geen mooie symfonie, maar een kib- belkabinet in het kwadraat.

Beschikt een Alexander De Croo dan wel over dat leider- schap om Vivaldi door woelige wateren te loodsen? Dat is nog de vraag. In zo’n scenario zit Paul Magnette vanuit het PS-hoofd- kwartier aan de Keizerslaan goede en slechte punten te ge- ven aan de regering. Het doet denken aan de vorige paarse en paars-groene experimen- ten met toenmalig PS-voorzitter Elio Di Rupo. Die verklaarde dat hij de regering met een vinger- knip kan laten vallen. Een her- haling van zo’n uitspraken zou dodelijk zijn voor de al zwaar geplaagde Open Vld. Alexander De Croo zelf zou ook moeten be- seffen dat het premierschap een zware economische prijs heeft:

rechts-liberale accenten in Vi- valdi zijn dan volledig uitgeslo- ten.

CD&V drijft de prijs op

Daarnaast is ook te horen dat CD&V weinig zin heeft om De Croo de Wetstraat 16 te gunnen.

Daarom denken de christende- mocraten eerder aan een Vande Lanotte of toch Paul Magnette.

Koen Geens zelf ziet het pre- mierschap wel zitten, maar zowel in eigen rangen als bij tegen- standers bestaat er wantrouwen.

Zijn achterkamermethodes wor- den niet geapprecieerd.

Bij de Vlaamse Vivaldi-par- tijen is te horen dat men liever gewoon minister wordt dan pre- mier. Een vakminister kan beter scoren bij de achterban en de publieke opinie. Niet onbelang- rijk voor de traditionele Vlaamse partijen, die in de peilingen rond de 11 procent schommelen. Een sterke minister kan bij de vol- gende verkiezingen misschien voor een of twee procentpunten extra zorgen.

Iedereen spiegelt zich aan

In de Wetstraat gaat het nog altijd in eerste instantie om de postjes. Opvallend genoeg is het enthousiasme bij Vlaamse politici om een Vivaldi-coalitie te leiden beperkt. De premier van dat bonte gezelschap zal vooral brandjes moeten blussen. Daarom gaan de meesten voor een vakdepartement.

Maggie De Block, die op Asiel en Migratie uitgroeide tot de populairste politica. Theo Fran- cken kon daar op hetzelfde de- partement ook van profiteren.

Bij de CD&V is te horen dat men op deze post aast om de nog be- perkte rechterflank aan zich te binden. Alleen is het de vraag hoe men op dat departement kan scoren als regeringspartijen Ecolo/Groen over de schouders meekijken.

Toch hopen de christendemo- craten veel belangrijke depar- tementen binnen te halen. De CD&V zit eigenlijk tegen haar zin in de Vivaldi-onderhande- lingen en drijft de prijs op. Naar verluidt claimen ze Financiën en Sociale Zaken. Dat zal het dan zijn, want eigenlijk is er voor elke partij maar plaats voor twee ministers. Tenzij men aan de re- gering een volledig garnizoen van staatssecretarissen koppelt.

Maar dat is in deze economische tijden, waar men weldra over besparingen zal moeten spre- ken, niet evident. Financiën en Sociale Zaken zijn in elk geval interessanter en meer zichtbaar dan bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken en Defensie. Zet men daar ministers die men liever kwijt dan rijk is?

Open Vld zou wat graag de minister van Werk leveren. We hebben het opgezocht: het moet van 1921 en een zekere Ernest Mahaim geleden zijn dat de li- beralen nog het ministerie van Werk hebben geleid. Gebeurt dit onder Vivaldi, dan hoopt de Open Vld hier een aantal don- kerblauwe accenten te leggen.

Alles wat met Milieu en Ener- gie te maken heeft, zal voor Eco- lo/Groen zijn. Benieuwd ook wie Binnenlandse Zaken krijgt. In tij- den dat de linkerzijde de politie onder druk zet, zou een groene of rode minister op Binnenland- se Zaken een pijnlijk signaal zijn voor de voorstanders van “law and order”.

De eindtermen waar zowat elke school in Vlaanderen aan onderworpen wordt, gelden niet voor hen. Men kan hier immers door een gemotiveerd verzoek van afwijken, waarna het departement onderwijs een beslissing neemt. “In het verleden werd zo’n afwijking systematisch toegestaan, maar ik stel me daar vragen bij”, stelt Vlaams Onderwijsminister Ben Weyts. “Per slot van rekening zijn dit scholen waar wij voor betalen. Het lijkt me dan ook

niet meer dan normaal dat we ook toekijken of deze wel een degelijk niveau behalen. Hoe is het trouwens met het peil van het Nederlands gesteld, ontzettend belangrijk in die regio? We gaan al die zaken eens grondig onder de loep laten nemen door een onafhan- kelijke commissie, voor we ui- terlijk eind dit jaar een beslis- sing nemen. Een automatische toekenning zonder veel vragen behoort wat mij betreft tot het verleden.”

Weyts: “Scholen in faciliteiten- gemeenten onder loep nemen”

Liever minister dan premier

Lees het volledige interview met prof. dr. David Engels op blz. 4-5

“Onze culturele neergang is onvermijdelijk”

Is de ‘neergang’ van de Europese cultuur een haast onvermijdelijk en inherent onderdeel van het historisch traject van onze beschaving? Histo- ricus prof. dr. David Engels (ULB en

Instytut Zachodni) gelooft van wel.

We spraken met hem over zijn boek

“Op weg naar het Imperium”, een Europese identiteit, de ondergang van het Avondland en de verschillen tussen Polen en West-Europa. “De echte zwakte van Europa is dat we ons afsnijden van het verle-

den waarop onze identiteit precies zou moeten berusten.”

Het is zo’n bedenkelijke institutionele constructie zoals dit

land er wel meer telt. In de zes faciliteitengemeenten rond

Brussel bevinden zich verschillende Franstalige scholen die

gefinancierd worden door Vlaanderen, maar die het leerpro-

gramma van het Franstalige onderwijs volgen.

(2)

Actueel 17 SEPTEMBER 2020

2

De toewijzing uit het elfde Euro- pees Ontwikkelingsfonds aan Kenia bedroeg 435 miljoen euro, wat over- eenkomt met ongeveer 0,6 procent van de belastingontvangsten van het land. Dat bedrag dekte slechts een fractie van de ontwikkelingsbe- hoeften van Kenia en was verspreid over tal van gebieden. In het natio- naal indicatief programma EU-Ke- nia voor de periode 2014-2020 werd volgens de Europese Rekenkamer niet toegelicht hoe en waarom de geselecteerde sectoren Kenia zou- den helpen om de armoede verder terug te dringen dan andere secto- ren.

Te weinig impact

De Rekenkamer onderzocht een steekproef van acties in Kenia die 53 procent van de uitgaven in het kader van het tiende Europees Ont- wikkelingsfonds bestreek (Speciaal verslag 14/2020: EU-ontwikkelings- hulp aan Kenia). De Rekenkamer:

“Wij onderzochten de resultaten van projecten die in het kader van het 10e EOF (2008-2013) zijn ge- financierd, omdat er ten tijde van onze controle (in 2020) nog geen resultaten beschikbaar waren voor projecten die in het kader van het 11e EOF waren gefinancierd.”

Hoewel deze projecten over het algemeen de verwachte output en uitkomsten opleverden, is de impact ervan op de algemene ontwikkeling

De Europese Unie geeft veel geld aan Afrika. Een van de ontvangers is Kenia. Dat land heeft de op een na grootste economie in de Oost-Afrikaanse regio na Ethiopië, goed voor 19 procent van de regionale output, en de op drie na grootste economie in Sub-Saharaans Afrika. Sinds 2014 beschouwt de Wereldbank Kenia als een ‘lager middenin- komensland’. De bevolking van Kenia is gestegen van 8 miljoen in 1960 tot ongeveer 47 miljoen in 2016. Volgens prognoses van de VN zal de bevolking van Kenia in 2050 ongeveer 85 miljoen bedragen.

van het land volgens de Rekenka- mer nog niet aangetoond. De steun voor infrastructuur is relevant, maar gezien de beschikbare financiering zijn de plannen niet realistisch.

Typisch voorbeeld

In het rapport van de Reken- kamer dat onlangs gepubliceerd werd, staat het klassieke probleem van de ontwikkelingssteun. Het grootste project in de infrastruc- tuursector van Kenia was de weg tussen Merille en Marsabit, waar- voor 24,8 procent van de overeen- gekomen steun (88 miljoen euro) werd ontvangen en die in mei 2017 werd voltooid. Met dit project werd een hogere duurzame en rechtvaar- dige economische groei beoogd.

Deze doelstelling werd niet alleen weerspiegeld in de indicatoren voor handel en bbp-groei, maar ook in de indicatoren die de Gini-coëf- ficiënt (een maatstaf voor ongelijk- heid), de armoede per hoofd van de bevolking, de arbeidsparticipatie, het comfort van passagiers en de verkeersveiligheid meten.

Wat de output betreft, werd in het kader van dit project 122 km grind- weg geasfalteerd. Dit komt overeen met amper 3 procent (!) van de 3.600 km internationale hoofdwe- gen in Kenia. In het kader hiervan werd ook 6 km aan stedelijke wegen in de stad Marsabit verbeterd.

Een uitkomst die is toe te schrij-

ven aan het verbeterde wegdek is dat de reistijd is verkort. Diverse be- langhebbenden beschreven hoe de 800 km lange reis van Moyale naar Nairobi vroeger drie dagen duur- de, met tussenstops in Marsabit en Isiolo, en hoe voertuigen dreigden vast te komen zitten in de modder.

Nu kan de reis in één dag worden afgelegd. De exploitatiekosten zijn gedaald. Zo zijn de huur van vracht- wagens en de bustarieven met een derde gedaald. Het gemiddelde dagelijkse verkeer is gestegen van amper 123 voertuigen in 2014 tot 543 voertuigen in januari 2020, wat weliswaar een aanzienlijke toename is, maar nog steeds zeer laag blijft.

Vraag is dus of de investering nuttig was.

Besluit

De EU blijft geld pompen in Afri- kaanse landen. De Rekenkamer stelde vast dat steun over tal van gebieden verspreid was en dat de Commissie niet had toegelicht hoe en waarom de gesteunde sectoren Kenia het meest zouden helpen bij het terugdringen van de armoede.

Hoewel de gecontroleerde projec- ten over het algemeen de verwach- te output en uitkomsten opleverden, werd de impact ervan op de alge- mene ontwikkeling van het land nog niet aangetoond. Op basis van onze werkzaamheden inzake Kenia beveelt de Rekenkamer aan om de aanpak van de toewijzing van steun aan ACS-landen (de landen in Afri- ka, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan met een speciale band met de Europese Unie) te herzien. Ze bevelen ook aan om prioriteit te ge- ven aan bepaalde sectoren in Kenia en er met name voor te zorgen dat de steun is gericht op de verwezen- lijking van resultaten. Of de Com- missie zal luisteren, is een ander verhaal. THIERRY DEBELS

Ontwikkelingshulp EU blijft aan zelfde kwalen lijden

Biergigant AB Inbev, tot nader order een multinational met Leuvens-Brusselse wortels en DNA, zit in zwaar weer.

Het model van kostenbesparingen en volumegroei botst op de grenzen. Topman Carlos Brito mag vertrekken, want de aandeelhouders willen meer waar voor hun geld.

115 euro per stuk. Dat was vier jaar geleden de waarde van het AB Inbev-aandeel. Beleggers en dus aandeelhouders waren vol lof over het management van de bierbrou- wer. AB Inbev, nog altijd een bedrijf met de maatschappelijke zetel op de Brusselse Grote Markt, boerde goed en de aandeelhouders pas- seerden graag langs de kassa. Er werden mooie dividenden uitbe- taald en wie zijn aandelen verkocht, kon genieten van een mooie meer- waarde. Maar dat was dus 2016. Vo- rige week klokte het aandeel af op minder dan 50 euro. Om een zo lage koers terug te vinden, moet je te- ruggaan naar 2012-2013. Wat is hier aan de hand? De rentabiliteit van het bedrijf is oké. Van 2018 tot 2019 steeg de winst van 5 miljard naar 10 miljard dollar. De solvabiliteitsratio ligt met 36 procent hoog. Is het dan corona die de beurskoers parten speelt? Er wordt tenslotte minder bier geconsumeerd. Dat verhaal klopt slechts ten dele, want in 2018- 2019 kreeg de koers ook al eens een negatieve impuls.

Biermarkt

De problemen bij AB Inbev zijn fundamenteler. Het bedrijfsmodel van de voorbije jaren staat onder druk. Een model dat uitgebouwd werd door topman Carlos Brito.

De Braziliaan kwam in 2006 aan de top van het bedrijf. De strategie

bestond in besparen, aan belang winnen door volume en tegelijk in- teressante overnames doen. Anheu- ser-Busch en SAB Miller waren suc- cesvolle acquisities. Zo verankerde AB Inbev zich als absolute nummer een op de biermarkt. Intern waren kostenbesparingen een obsessie.

Niet alleen na een overname, waar- bij het mes werd gezet in de prooi.

Ook intern was er een zuinigheids- cultuur. Geen wijn, maar bier of water voor de zakenlunches. Top- kaders die met het openbaar ver- voer moesten reizen. In vliegtuigen mochten de topmanagers niet meer in businessclass reizen. Het werd overal economy class, tussen de gewone ‘reizigers’. Wat betreft de biermarkt zelf was het devies grote volumes verkopen met de gewone pilsbieren en aanverwanten. Vooral in groeimarkten als (Zuid-)Amerika en China.

Met succes. In de VS wordt 30 procent van de winst en een kwart van de omzet gehaald. En Brito heeft daar de strategie op een voorzich- tige manier bijgestuurd. De prijs van het pilsbier werd stilaan opge- trokken. Tegelijk werd het imago van een aantal bieren opgetrokken:

Stella Artois, Budweiser en Corona werden premiummerken en kenden een sterke groei.

Volumegroei

Maar tegelijk groeiden de bier-

volumes in onvoldoende mate. En dat is de essentie van het busi- nessmodel van AB Inbev. De volu- megroei in Zuid-Amerika en China stokt. Niet door corona, wel omdat speciaalbieren steeds meer ge- geerd worden. Abdijbieren, speci- aalbieren, fruitbieren,... Zij zijn niet alleen in het welvarende West-Eu- ropa aan een opgang bezig. Ook in groeilanden waar een middenklas- se is ontstaan neemt de interesse voor speciaalbieren toe. Die zijn nu stilaan goed voor 30 procent markt- aandeel. En daar heeft AB Inbev niet echt een antwoord op. De bierreus leek stilaan op de dool.

Nieuwe baas gezocht

Vandaar dat men nu op zoek gaat naar een nieuwe CEO in opvolging van Carlos Brito. Die moet een ant- woord geven op de uitdagingen van de biergroep. Vraag is of de nieuwe topman kiest voor een volumestra- tegie, dan wel meer in de richting van de duurdere speciaalbieren gaat. Hier is nog een achterstand in te halen op de westerse markten.

In China staat de brouwer wel sterk met premiummerken. We geloven het hier amper, maar Hoegaarden is in China populair als speciaalbier.

De aandeelhouders zullen de lat hoog leggen voor de nieuwe CEO.

Niet alleen de rijke Belgische fami- lies van AB Inbev zoals de Spoel- bergh, de Mévius en Van Damme, maar ook de zeer rijke Braziliaanse eigenaars van aandelen. Zij willen blijven genieten van de dividenden.

De nieuwe topman zal een sterke ruggengraat moeten hebben.

ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN

KARL VAN CAMP HOOFDREDACTEUR

U kan al wandelend of fietsend de ‘miljonairsroutes’ afleggen; u pas- seert dan de fabrieken of werkplaatsen van rijke zakenmensen. Opval- lend, als we even gaan kijken op de webstek van de PVDA: u kan slechts in drie Vlaamse provincies zo’n tocht maken, nl. in Antwerpen, Limburg en Oost-Vlaanderen. In de Provincie Antwerpen kan u kiezen tussen 9 verschillende tochten, in Limburg vijf en in Oost-Vlaanderen slechts drie. Geen miljonairsroute in Vlaams-Brabant of West-Vlaanderen. En ook in Wallonië is de oogst mager: slechts één route in de provincie Na- men. Straf, want de PVDA annex PTB is een puur Belgische partij die niet graag de communautaire verschillen tussen Noord-België en Zuid-Bel- gië benadrukt. Vermoedelijk ongewild tonen ze het verschil tussen Wal- lonië en Vlaanderen.

Toch zouden we onze linkse broeders enkele suggesties willen doen.

Waarom eens niet fietsen voorbij het huis en atelier van onze vriend Luc Tuymans. Deze Antwepse artiest-kunstenaar geeft zoveel hij kan af op het Vlaams-nationalisme en walgt van N-VA en Vlaams Belang. Meer nog: de proletariër heeft ondertussen een vermogen opgebouwd van 29 miljoen euro. U leest het goed. Zijn even kleurrijke collega Wim Del- voye is nog zo’n begenadigd kunstenaar; u kent hem van zijn opgezette getatoeëerde varkens. Delvoye is ondertussen in Engeland gedomicili- eerd, want hij is de enge regelgeving in Vlaanderen beu. Delvoye heeft onderussen een vermogen opgebouwd van een vijf miljoen euro, on- dergebracht in verschillende vennootschapsvormen: Delvoye Wim nv, Wil Delvoye Holding, K104 vzw en nog eens een Stichting Wim Delvoye, opgericht naar Nederlands model.

Komen we tenslotte bij onze goede vriend Jan Fabre. Die heeft ook een vennootschap én een vzw (handig voor de 1 miljoen subsidies die hij jaarlijks ontvangt van de Vlaamse regering). In 2012 verklaarde de man nog dat hij in mekaar geslagen was door een groepje N-VA-ers. Net zoals collega Tuymans walgt hij van alles dat ook maar rechts en Vlaams ruikt. Hij profileert zich dan ook links… met een vermogen van zo’n 3,5 miljoen euro. Als we het staatsblad mogen geloven, woont Jan Fabre in een bescheiden huisje in Antwerpen, in de Rotterdamstraat, vlak bij het Sint-Jansplein. In realiteit brengt hij de meeste tijd door in Brakel, in zijn huisje aldaar, genaamd Kasteel van Wolfskerke, midden in de Vlaamse Ardennen. Enkele maanden geleden, in volle coronalockdown, toen u en ik geen niet-essentiële verplaatsingen mochten maken en thuis opgeslo- ten zaten, vloog Fabre per helikopter naar zijn kasteel in Brakel.

Doe de rijken de crisis betalen… Dat de PVDA maar eens eerst aan- klopt bij de eigen vriendjes…!

Onze linkse vrienden van de maoïstische PVDA organise- ren fietstochten langs de eigendommen en fabrieken van de rijken. Iemand moet de coronacrisis betalen, en dat moet dan maar door de multimiljonairs gebeuren.

Klopjacht op de rijken

ECONOMISCHE ZAKEN

AB Inbev stilaan op de dool

Redactie & beheer:

Uitgeverij ’t Pallieterke Cuperusstraat 41,

2018 Antwerpen Tel. : 03-232 14 17 Abonnementen/administratie: secretariaat@pallieterke.net Lezersbrieven: lezersbrieven@pallieterke.net Abonnementen binnenland

3 maanden: 39 euro 6 maanden: 78 euro 1 jaar: 156 euro Steunabo 1 jaar: 250,00 euro

Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres:

BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB

Lees nu ook digitaal op www.pallieterke.net Elke week op donderdag in uw krantenwinkel

Stichter 1945-1955: Bruno de Winter Hoofdredacteur 1955-2000: Jan Nuyts Hoofdredacteur 2000-2010: Leo Custers Hoofdredacteur 2010-heden: Karl Van Camp Verantw. uitgever: Wart Van Schel

Abonnement buitenland:

Tarieven afhankelijk van de bestemming. Alle inlichtingen op de kantoren.

(3)

Actueel

17 SEPTEMBER 2020 3

Ontmenselijkend

Mevrouw de Groot-Inquisitrice,

Vooraf wat feiten op een rijtje: Een Vlaamse lerares is boos. Erg boos. Op de sociale media schrijft zij (letterlijk): “Mijn fiets is gestolen heeft iemand deze gezien online of zien rijden, laat me weten aub het is mijn vervoer naar mijn werk elke dag! Regio klein parkske Aalst.” Wat later stuurt ze een nieuw bericht de wereld in:

“Update: fiets terecht: gepikt door nen Afri- kaan. Elektronische versnellingen afgesneden.

Lichten weg en een afrikanenlamp erop. Ook wattagemeter erafgehaald. Om de fiets niet te herkennen? Bedankt allemaal om dit te delen en aan de gouden tip!” Het bericht wordt op Twitter becommentarieerd door een dappere 25-jarige ‘onbekende’ die een schuilnaam ge- bruikt (ik ken hem) onder een foto van een kar- tonnen betogingsbord met daarop in modern BLM-Nederlands “No Justice No Peace”… Hij schrijft: “The fuck heb ik juist gelezen? En daar- van krijgen kinderen dan les?”

Vier minuten later reageert gij - Vlaams Parle- mentslid en Belgisch senator voor Groen - daar- op op Twitter instemmend met de vraag: “Wel- ke actie ondernemen jullie, @KathOndVla?” en prompt stuurt gij het bericht van de ‘onbekende’

mee door als staving voor uw verontwaardiging en maakt gij dezelfde kapitale fout als hij door alle gegevens van de betrokken lerares open en bloot mee door te sturen. Meedogenloos nagelt gij haar dus publiek aan de schandpaal om haar te treffen en te diaboliseren en te ontmenselij- ken, zonder enige reserve. Gewoonweg omdat ze de gevatte dief van haar fiets benoemde met het woord Afrikaan en ‘afrikanenlamp’ gebruik- te, mogelijk om aan te duiden dat er helemaal geen lamp meer te bespeuren was. De ‘dappe- re’ en gijzelf krijgen opmerkingen allerhande (van ‘rechtse trollen’ zegt hij) dat het versprei- den in deze zin van privégegevens niet oorbaar is, want dat is ‘doxing’. Op Wikipedia wordt dat als volgt omschreven: “Doxing is het vergaren en eventueel publiceren van (persoonlijke) ge- gevens van een individu, vaak met de bedoeling om het ‘slachtoffer’ voor schut te zetten. Doxing heeft een negatieve lading omdat het veelal een wraakoefening is door middel van schending van de privacy. Daarnaast kan het gaan om in- timidatie, chantage en te kijk zetten, maar ook om activisme zoals klokkenluiden.” Topadvo- caat Fernand Keuleneer zegt hier ‘tweetend’ op:

“Ik raad de lerares aan klacht met burgerlijke partijstelling neer te leggen.”

Jullie zijn beiden geschrokken van de reac- ties en de oorspronkelijke berichten worden snel weggehaald, beseffend dat jullie dik in de fout zijn gegaan. Maar het kwaad is natuur- lijk geschied en er zijn tal van screenshots van gemaakt (ik heb ze). Gij hebt nadien wel nog opnieuw de teksten geplaatst, maar de herken- bare gegevens zijn geschrapt… Gij zongt dus al een toontje lager.

Maar gij houdt via een kleine bocht toch vol aan uw grote gelijk: “Ik vind het ontoelaatbaar dat die mevrouw haar fiets gestolen is. Ik vind het even vreselijk ontoelaatbaar dat iemand die les geeft een krakkemikkige lamp als ‘afri- kanenlamp’ mag bestempelen. Een week nadat

@Humo uitvoerig beschreef wat racisme in het onderwijs doet met kinderen. En iets later nog:

“Ik kaartte dit intern al eerder aan bij @Ka- thOndVla. Ik vond het antwoord dat ik kreeg te- leurstellend. Dit moet dringend serieuzer aan- gepakt worden. Maar ik had de gegevens niet publiek verder moeten verspreiden. Vandaar:

BRIEFJE AAN ELISABETH MEULEMAN

Minister Benjamin Dalle was dezelfde me- ning toegedaan. “Dit kan iedereen overko- men”, stelde hij. Hij illustreerde daarmee nogmaals waarom de CD&V in niets verschilt van andere progressieve partijen die naar de gunst van de kiezer dingen. Dalle had ook kunnen wijzen op de oude (en christelijke) deugden van voorzichtigheid en matigheid, in casu wat het digitaal delen van je seksle- ven betreft, maar hij koos ervoor de BV’s tot slachtoffers uit te roepen van de ontsporing van sociale media.

Tim de catphisher

We leven nu eenmaal in een digitale we- reld, vindt Dalle, en het is normaal dat ons seksleven daar deel van uitmaakt. “Daar hoeven we niet om te blozen of beschaamd te zijn”, voegde hij eraan toe. De minister vergeet dat roddel en spot ook digitaal zijn geworden en wie daar niet het voorwerp wil van worden er goed aan doet de waarde van digitale discretie te ontdekken.

Het spijt mij, Benjamin, maar niet iedereen loopt dezelfde kans dit te overkomen. Nie- mand kan inderdaad zeker zijn dat er nooit stiekem beelden zullen genomen worden van zeer persoonlijke situaties. Niemand kan ook zeker zijn dat foto’s die niet voor het publiek bestemd zijn, nooit zullen gelekt worden.

Maar wie zich bewust pleziert voor een online camera, zet zichzelf in een wel heel aparte en kleine risicogroep, in het bijzonder als hij niet eens weet wie aan de andere kant staat van die camera. Het kan Dalle en Brinckman boos maken, maar toen ik hoorde dat de BV’s klacht indienden “tegen onbekenden”, heb ik toch ook even gelachen.

Een van degenen die ook geen kwaad zag in het gedrag van de BV’s in de bewuste WhatsAppgroep, maar vooral vond dat hun privacy werd geschonden door een persoon die aan “catphishing” doet (op het internet een valse persoonlijkheid aannemen), was Tim Verheyden van de VRT. Inderdaad, dezelf- de Tim Verheyden die onder een schuilnaam infiltreerde in niet-publieke praatgroepen van Schild & Vrienden en daarna privé-con- versaties uit die groepen uitsmeerde in een Pano-reportage.

Onze “scrupuleuze” pers

Karel Verhoeven pochte in De Standaard dat de kranten de grens van het privéleven

“scrupuleus” respecteren, in tegenstelling tot de sociale media. Hij is er fier op dat heel Vlaanderen al gehoord had van de seksfilm- pjes, maar dat de serieuze media daar toch maar niets over schreven. Van die grens was nochtans weinig te merken toen Knack de re- latie tussen Liesbeth Homans en socialist Tom Meeuws aan het licht bracht, met het wel zeer doorzichtige excuus dat “de heftigheid van de kiesstrijd tussen sp.a en N-VA zonder die info niet te begrijpen is”.

De grens van Verhoeven bleek ook niet te bestaan toen er foto’s werden genomen van een seksfeestje waarop Frank Gheeraerts, toen nog Open Vld-schepen in Langemark- Poelkapelle, aanwezig was. Bij verschillende kranten, waaronder ook de De Standaard van Karel Verhoeven, staan die foto’s trouwens nog steeds online.

Het zijn niet enkel de traditionele media die bepaalde grenzen respecteren. ’t Pallie- terke wist ook al lang van de relatie van Kris Van Dijck met een prostituée, voor dat werd uitgebracht door P-magazine. Op de redactie van SCEPTR, de bevriende digitale nieuws-

website, had men de beelden van de onanistische BV’s

ook al binnengekregen, maar werd er ook beslist

die niet te brengen.

Meer spot dan wellust

Er bestaat nu een wet

die het on-

line delen van dergelijke beelden strafbaar maakt. Dat is zonder meer een goede zaak.

Veel jonge mensen hebben al een zware prijs betaald voor een ogenblik van onvoorzichtig- heid, soms zelf resulterend in zelfmoord. De 15-jarige Glenn De Cooman is een van de jongeren die uit het leven stapte nadat een naaktfoto van hem maar bleef opduiken.

In het geval van de BV’s zijn de beelden bij duizenden terechtgekomen. Wat nu? Ie- dereen oppakken en tot vijf jaar gevange- nisstraf veroordelen? De reden waarom deze beelden zoveel gedeeld werden, heeft weinig te maken met “collectieve wellust”, zoals de daar ver boven verheven Karel Verhoeven stelt. Veel Vlamingen vinden het absoluut niet normaal dat je jezelf online staat te bevredi- gen. Het delen van de filmpjes was zeker fout, maar het motief was niet “wellust”, maar spot met de dwaasheid van ijdele BV’s.

Mensen zijn op dat punt niet dom. Ze be- grijpen heel goed dat er een groot verschil bestaat tussen dit en de vergissingen van pubers. Een overgrote meerderheid zou zelfs geen moment overwegen om beelden van kwetsbare jonge mensen te delen.

Laat me verduidelijken dat ook ik besef dat de betrokkenen nu door de hel gaan - leg het maar uit aan je vrouw en kinderen - en dat die straf niet in verhouding staat tot hun domme gedrag. Maar dat medeleven voor die BV’s mag er niet toe leiden dat we voorbijgaan aan een belangrijke les: de beste manier om te voorkomen dat er gênante beelden worden gedeeld, is ze niet te laten maken en ze al ze- ker niet de digitale wereld in te sturen. Het is absoluut niet zo dat de slaapkamer deel moet uitmaken van de digitale wereld, zoals Dalle denkt. Als zijn christendemocratische par- tij nog enige identiteit had, zou dat ook zijn boodschap geweest zijn.

Pour vivre heureux

De herrie rond de BV’s bracht terecht het thema van sexting weer op de agenda, maar de centrale boodschap bij de media lijkt daar te zijn: “Doe het. Maar doe het juist.” Een sek- suologe gebruikte ook precies die woorden tegen Het Laatste Nieuws. Haar eerste regel aan jongeren om het “juist” te doen: de beel- den alleen sturen naar iemand die je kan ver- trouwen. De domheid van dat advies tart de verbeelding: Hoe zou een puber kunnen we- ten wie betrouwbaar is, niet alleen betrouw- baar op dat ogenblik, maar zijn of haar hele leven?

Minister Dalle geeft op zijn eigen blog ook lessen aan ouders over hoe ze moeten om- gaan met de sexting van hun kinderen. “Zeg niet dat het niet mag”, gebiedt de christen- democraat. Verder maant hij toch tot enige voorzichtigheid: “Onderneem actie als het fout loopt.” Als de naaktfoto’s van je 15-jarige dochter viraal gaan, kan je toch maar beter even uit je zetel komen, is de aanbeveling van onze minister bevoegd voor Jeugd.

Er is maar één raad die voor jongeren zin- vol en praktisch uitvoerbaar is: doe het niet.

Ik hoop dat er in deze samenleving meer mensen naar voor komen die de moed heb- ben dat te zeggen. Als het fout loopt - en er zijn heel veel manieren waarop het kan fout lopen - kunnen de gevolgen enorm zijn. Niet alleen voor het naïeve fotomodel trouwens, maar ook voor de even naïeve jongeren die de beelden daarna delen.

Het is niet gewoon moeilijk om je tegen de gevaren van sexting in te dekken, het is onmogelijk. Dat is wat kinderen moet aange- leerd worden, liefst kaderend in een algeme- ne cursus rond “digitale discretie”, want het zijn heus niet alleen naaktfoto’s die in deze digitale tijden een bedreiging zijn voor het geestelijke welzijn van je kind.

Privacy is een van de meest bedreigde goederen van deze tijd: leer de jeugd er de waarde van te appreciëren. Leer ze methodes om de aantasting ervan te bestrijden. “Pour vivre heureux, vivons cachés”, weten de Fran- sen.

De waarde van digitale discretie

“Duizenden Vlamingen moesten zich schamen” was de titel van het editoriaal van Bart Brinckman in De Standaard. De pastoors van de 21ste eeuw preken niet meer vanop de kansel, maar vanuit hun pers- bubbel. De zondaars zijn niet BV’s die zichzelf bevredigen voor het oog van de camera, maar het volkje dat zich op sociale media vrolijk maakt over zoveel dwaasheid.

JURGEN CEDER - COLUMNIST

dit taalgebruik moet weg uit ons onderwijs, en dringend.” Alsof één boze reactie inherent is aan het taalgebruik in het Vlaamse onderwijs…

Komaan, zeg!

Hoe dan ook, spijt komt te laat. Gij zijt te ver gegaan in uw beheptheid om de politiek cor- recte tirannie op te leggen aan al wie woorden gebruikt die het linkse heir niet aanstaan. Be- seft gij wel - en als politica zoudt ge dat toch mogen weten - dat gij met dergelijke berich- ten het leven van mensen kunt verwoesten? Of is dat precies de bedoeling? Het zijn gewoon mensen die boos zijn omdat de multiculturele samenleving hen geen verrijking brengt, maar hen wel schendt in hun integriteit en hun eigen- dom. En die dan furieus worden en de zaken al eens rauw en schamper met de naam noemen.

Is dat een misdaad? Ik denk het niet. Iemand die afkomstig is van Europa, is een Europeaan. Wat is er dan mis met iemand wiens ‘roots’ in Afrika liggen een Afrikaan te noemen? Vertel mij dat eens. En ja, een ‘afrikanenlamp’… wat het ook mag zijn. Gij hebt u gedragen als een Groot-In- quisitrice en daardoor hebt gij uw ware gelaat getoond. Gij hebt u gedragen als de heraut van de linkerzijde die zich gedraagt als morele ge- dachtepolitie die pedant en niemand ontziend haar oekazen wil opleggen. Tal van veiligheids- diensten uit oude en hedendaagse dictaturen hebben goede navolgers gekregen…

Wat mij - tot slot - nog het meest verbaast, is dat uw eerste reactie niet ging ter onder- steuning van het slachtoffer, maar wel van de Afrikaan - de dader - die een diefstal pleegde.

Meer nog: gij klaagde haar aan bij haar werk- gever alsof zij de misdaad had gepleegd, in de hoop dat ze gesanctioneerd zou worden. Kom eens terug met de linkse groene voetjes op de grond, Elisabeth, en denk eens wat langer na alvorens gij in een verontwaardigde kramp schiet.

Ik hoop echt dat er nooit een Afrikaan úw fiets steelt en er een krakkemikkige - uw woord -

‘afrikanenlamp’ op achterlaat… Of is zo’n daad in uw ogen gewoon ‘ontwikkelingshulp’?

LUIKERSTEENWEG 244 F 3500 HASSELT 011 223 253 EN 011 273 272 MAESKOFFIENV@SKYNET.BE

WWW.MAESKOFFIE.BE

MAES KOFFIE, DAAR KRIJG JE NOOIT

GENOEG VAN!

LUIKERSTEENWEG 244 F

GENOEG VAN!

LUIKERSTEENWEG 244 F ANKERSTRAAT 7 3500 HASSELT 011 223 253

(4)

Op de praatstoel 17 SEPTEMBER 2020

4

De schemering van

een nieuw Europees imperium

David Engels is geen heraut met een blijde boodschap. Meer nog: van zijn analyse over hoe de achteruitgang van Europa en het Westen zich op een haast fatalis- tische manier voltrekt, wordt een mens zelfs vrij somber. Hijzelf ook trouwens. Maar er is de academi- cus die observeert, analyseert en concludeert, en daarnaast ook de burger, vader en echtgenoot die de onderzochte processen op een vrij confronterende manier ondergaat.

Enkele jaren geleden publiceer- de hij “Le Déclin, la crise de l’Union européenne et la chute de la Répu- blique romaine”, een boek dat hem een zekere bekendheid bezorgde als publieke intellectueel. Enkele jaren eerder werd hij aangesteld als hoofd van de leerstoel Romein-

Toen Francis Fukuyama zijn optimistische “End of His- tory” publiceerde, was David Engels amper de lagere school ontgroeid. Vrij snel werd de rooskleurige voorspel- ling door de feiten ingehaald. Steeds meer lijken ze trou- wens de nuchter-pessimistische kijk van Engels te schra- gen. “In alle grote beschavingen zit naast een groei en piek een ondergang ingebakken”, stelt hij. Een gesprek over Spengler, cyclisch denken en hoe we gedoemd zijn een verdere afbrokkeling van de westerse beschaving te moeten ondergaan.

se Geschiedenis aan de Franstalige Universiteit van Brussel (ULB). Een jaar later zou het werk in het Duits verschijnen en een tijdje geleden kwam ook - eindelijk - een Neder- landstalige vertaling op de markt:

“Op weg naar het Imperium. De crisis van de EU en de ondergang van de Romeinse republiek - histo- rische parallellen”, uitgeven bij De Blauwe Tijger. We maakten er on- middellijk een eerste aanknopings- punt voor ons gesprek van.

Romeinse Rijk

“Le Déclin” leverde u enige intel- lectuele bekendheid op. Vanwaar het idee om net de parallellen te onderzoeken tussen de toestand van de EU en het wegkwijnende Romeinse Rijk?

Sinds mijn prille jeugd heb ik het gevoel gehad in, zoals men dat in het Duits zegt, “Spätzeit” te leven. In een ver gevorderde fase van een periode zeg maar. Het einde van een tijdperk, om het wat zwaarwichtiger te stellen, de epi- loog van een beschaving. Dit was een aanvoelen dat ik pas ten volle heb kunnen plaatsen na lectuur van Oswald Spengle”s “Untergang des Abendlandes”. (Inmiddels is David Engels ook voorzitter van het Os- wald Spengler genootschap, MVD).

Ik maakte kennis met zijn cyclisch denken, met de opkomst en later ook ondergang van de grotere cul- turen doorheen de geschiedenis.

En dan begin je onmiddellijk ver- banden te zoeken tussen verschil- lende periodes. Maar de echte en directe aanzet voor het schrijven van het boek kwam er na een lezing die ik hield voor de ‘Fédération ro- yale des professeurs de grec et de latin”. Er was me gevraagd enkele antieke teksten te verzamelen om die vervolgens vanuit een modern perspectief te analyseren. Uit die oefening is dan het boek voortge- komen.

Wat opvalt bij het lezen van uw

boek, is het frequent voorkomen van de term ‘collectieve identi- teit’. Wat begrijpt u precies onder deze term?

We zien in het Europa van van- daag, net zoals in de late Romeinse Republiek, de nauwe verwevenheid tussen een gedeelde identiteit en de aanwezigheid - of het ontbreken - van solidariteit. Het is belangrijk dat zo’n identiteit aanwezig is om de gevraagde solidariteit te schragen.

Het belang hiervan zie je binnen nationale staten, net zoals binnen de Europese ruimte. Symptomatisch

David Engels

David Engels (°1979 in Verviers) komt uit de Duitstalige gemeen- schap van dit land. Hij studeerde geschiedenis, filosofie en econo- mie aan de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule (RWTH) in Aken. In 2005 behaalde hij zijn doctoraatstitel met een proefschrift over de waarzeggerij in het Romeinse Rijk. Hij werd assistent aan de RWTH om in 2008 de leerstoel Romeinse Geschiedenis aan de ULB aangeboden te krijgen. Sinds 2018 is hij vrijgesteld van zijn taken aan deze universiteit en is hij onderzoeksprofessor aan het Instytut Zachodni in Poznan (Posen). Binnen deze instelling focust hij zich op de ideeëngeschiedenis van het Avondland, de Europese identiteit en de relatie tussen Polen en West-Europa.

Prof. Dr. David Engels (ULB en Instytut Zachodni)

“Onze culturele neergang is onvermijdelijk”

Lezers met een klassieke opleiding of interesse zullen zich de voornaamste gebeurtenissen uit de eerste eeuw voor Christus voor de geest kunnen halen: de strijd tus- sen Marius en Sulla, de opgang van Caesar en het begin van het keizerrijk onder Augustus. Achter de juridische retorica van Cicero of de bucolische poëzie van Vergili- us schuilde een samenleving in verandering.

voor een realiteit waar dit scheef zit, zijn afscheidingsbewegingen en -partijen, maar evenzeer euro-kri- tische stemmen. De kern van het probleem van de EU is dat men er niet in geslaagd is een duizendjari- ge identiteit te incarneren. Europa steunt op pijlers - Rome, Athene, maar evenzeer de joods-christelij- ke traditie -, maar de EU draagt dat niet uit. Het miskennen van onze historische identiteit effent het pad voor de situatie waarin we vandaag terecht gekomen zijn met relative- ring, individualisme, het bepleiten van het multiculturalisme,… Koppel daar het fenomeen van de mas- sa-immigratie en de demografische achteruitgang van de autochtone bevolking aan en je krijgt de reali- teit van vandaag. Eigenlijk moeten we ons eerder de vraag stellen of Europa meer wil zijn dan een eco- nomische ruimte en echt een ver- bonden beschavingsgemeenschap wil zijn. Een collectieve identiteit is meer dan de som van de delen. Er is diepgang voor nodig, historisch bewustzijn, en dat ontbreekt volle- dig vandaag.

Hoe tekenend was de discussie destijds rond de Europese Grond- wet en het erin opnemen van die verwijzing naar onze historische roots?

Het schouwspel dat we toen heb- ben gezien was niet onschuldig.

Eerder dan het Europa van vandaag als de vrucht van verschillende his- torische etappen te beschouwen, beperkt men zich tot een aantal principes als ‘vrijheid’, ‘tolerantie’.

Daar zit de echte zwakte van Euro- pa: we snijden ons af van het verle- den waarop onze identiteit precies zou moeten berusten. Dat debat was symptomatisch voor het pro- bleem dat ik net schetste.

Beeldenstorm

Waar plaatst u tegenover deze achtergrond de heisa die een tijd- je geleden ontstond tegen stand- beelden van mensen die sommi- gen volgens bepaalde eigentijdse normen onaanvaardbaar vinden?

We plukken de vruchten van een jarenlang gevolgde linkse cultuurpolitiek. Als men jaren, de- cennia inmiddels al, de algemeen David Engels legt de maatschap-

pelijke patronen van het laat-re- publikeinse Rome op die van onze samenleving en ziet opmerkelijke parallellen: dalende demografie, falende politieke instituties, focus op geld en hedonisme in plaats van op gezin en traditie, massa-im- migratie. De schrijver weerlegt het politiek-correct riedeltje dat de klassiek-Romeinse godsdienst dient geprezen omdat hij zich liet verrijken door allerhande exoti- sche godsdiensten. Door een te formalistische invulling bleek hij niet meer dan een cultuur-histo- rische herinnering. Terwijl religie geen privézaak is, maar de essen- tie uitdrukt van het denken, voelen en hopen van een gemeenschap.

Haal die pijler weg onder je sa- menleving en het dak begint af te brokkelen.

De gelijkenis met het West-Euro- pees christendom is treffend. Ook het positieve beeld van het multi-

culturele Rome gomt Engels met historische precisie weg. Het oor- spronkelijk op etnie gebaseerde burgerschap werd stelselmatig uit- gebreid tot niet-Romeinen. Promi- nenten als Juvenalis, Cicero en Livi- us waarschuwden voor het verlies aan identiteit. Geen wonder dat ze geen gehoor vonden bij senatoren die zich hip voelden door Grieks in plaats van Latijn te spreken.

Europese integratie en leiderschap

De diagnose van de zieke Euro- pese samenleving is gemeenzaam bekend. Maar welk alternatief biedt de schrijver aan een samen- leving waarvan historische prece- denten op termijn de ondergang voorspellen? Op bestuurlijk vlak mag het antwoord enigszins ver- rassen: Europese integratie. De schrijver heeft het niet voor “regi- onalistische bekrompenheid” en

“nationalistisch egoïsme”. Maar

het oikofobe en weinig transparan- te EU-model voldoet evenmin. In een multipolaire wereld moet Euro- pa zijn voet militair en economisch naast die van andere grootmachten kunnen zetten. Europa is immers geopolitiek te kwetsbaar om zijn lot in andermans handen te leggen.

Oude grootmachten zoals Frankrijk zijn nog een schim van hun verle- den, maar gezamenlijk is Europa militair nog niet verloren, op voor- waarde dat men zijn werking op el- kaar afstemt.

Om de welvaart en orde te her- stellen, gelooft Engels dat op ter- mijn een “imperiaal compromis”

zal volgen tussen politiek en bur- ger. Geen democratie, maar een soort van caesarisme met een ver- zoeningsfiguur als Augustus die de traditie herstelt in een nieuwe staatsvorm. Zou dat iemand als Poetin kunnen zijn? De schrijver wijst alvast op peilingen die om sterk leiderschap vragen, zelfs als dit ten koste gaat van politieke vrij- heden. Naast het bezwaar van de democratische traditie van Euro- pa, is de nog belangrijkere vraag welke politieke leider in West-Eu- ropa de burger nog bereid is om zonder democratische controle de sleutels van de absolute macht in

handen te geven? Het is immers de politieke generatie van de voorbije halve eeuw die ons continent naar de afgrond heeft geleid: Juncker, Barroso, Van Rompuy, Merkel,…

We kunnen nog een tijdje in het duister zoeken naar een geschikte kandidaat.

Met een klassiek-historische link naar het heden, de overtuiging dat Europa - en dus niet de natie- staten - ons moet wapenen in een multipolaire 21ste eeuw en met de

‘onvermijdelijke’ evolutie naar een sterker leiderschap heeft het boek verscheidene ingrediënten om de lezer te prikkelen in zijn zoektocht naar analyse en synthese van giste- ren, vandaag en morgen.

PIETER VANDERMOERE David Engels, “Op weg naar het imperium - De crisis van de EU en de ondergang van de Romeinse re- publiek, historische parallellen”, Uitgeverij De Blauwe Tijger, 380 bladzijden, ISBN 9789492161666

(5)

Dossier

17 SEPTEMBER 2020 5

vormende taak van het onderwijs ondergraaft, dan betaal je daar op termijn een prijs voor. Cash. Het ondermijnen van ons onderwijs is bovendien gekoppeld aan een politiek correcte filter, een “Mei- nungskorridor”. De resultante is dat men zonder afdoende feiten- kennis op een wel erg eenzijdige manier tegen de eigen geschiede- nis gaat aankijken. Een beschaving met een zelfbewuste identiteit zou niet toelaten dat op zo’n manier met het eigen verleden gesold wordt.

Sommigen zien in deze toestand iets dat men als ‘cultureel Dar- winisme’ kan bestempelen. Kan u zich hierin vinden?

Mijn benadering is helemaal anders dan het Darwinisme. Het is niet een andere beschaving die plots de onze verovert of verdringt, het probleem en de verklaring van wat nu gebeurt moet niet extern gezocht worden. De gevolgde cy- clus zit precies in onze cultuur in-

het beleid. Waarom zou je je iets van de Europese identiteit aantrek- ken als je die zelf niet in je draagt?

Dát is de kern van het probleem.

U draagt uw later boek op aan uw zonen. Al de voorgaande vast- stellingen moeten u toch somber stemmen, zeker als vader?

Absoluut. Als historicus vind ik het boeiend deze dingen te ob- serveren en parallellen te zoeken met vergelijkbare toestanden in het verleden. Maar als vader raakt de idee me dat mijn kinderen op- groeien in een beschaving die op haar einde loopt. Het was voor mij alvast een belangrijke reden om naar Polen te komen. Op die ma- nier kan ik ervoor zorgen dat ze opgroeien in een samenleving die Europees is, stukken meer toch dan tot wat het Westen verworden is.

Europese omgeving

Hoe hebt u die verhuis beleefd.

Ander land, andere taal,…?

“We plukken

de vruchten van een jarenlang gevolgde linkse cultuurpolitiek”

Prof. Dr. David Engels (ULB en Instytut Zachodni)

“Onze culturele neergang is onvermijdelijk”

gegeven moment wonen. Het is een historisch gegroeid gegeven.

Belangrijk is ook de aanwezigheid van een “Leitkultur”, een dominan- te cultuur waar nieuwkomers zich naar moeten schikken; de norm.

Een bijzondere rol in het sme- den van die herwonnen identiteit is voor de Europese instellingen weggelegd. Ik ben ervan over- tuigd dat meer nog dan vandaag op bepaalde domeinen een inten- sievere samenwerking tot stand moet worden gebracht. Voorbeel- den hiervan: buitenlandse politiek, bescherming van de grenzen, cri- minaliteitsbestrijding, onderzoek en ontwikkeling, toegang tot strate- gische grondstoffen, en dergelijke.

Is het niet paradoxaal dat zij voor wie onze Europese traditie nog wel van belang is, vaak ook scherpe critici van het EU-ge- beuren zijn?

De instellingen zoals we die van- daag kennen, zijn in mijn ogen een secundair probleem. Weet u, er zijn in de geschiedenis vele voorbeel- den terug te vinden van aristocra- tische of oligarchische structuren die de eigen historische identiteit in zich droegen en ook bij de be- volking een grote legitimiteit ge- noten. Waarom zouden we dit niet verkiezen boven democratieën die zelfdestructief zijn voor onze sa- menleving? Wanneer men kritiek heeft op de EU-elite, en die moet er zijn, moet die niet zozeer gericht zijn op de instellingen, dan wel op het feit dat die lui onvoldoende het identitaire Europese zelfbewustzijn in zich dragen.

Laten we nog even terugkeren naar onze plaats in de cyclus.

Zou men kunnen stellen dat de regressie vandaag sneller loopt dan destijds in het Rome van toen het geval was?

De snelheid waarmee de dingen evolueren blijft me verbazen. In mijn analyse had ik het over een periode van burgerlijke onzeker- heid die misschien wel twintig jaar in beslag kon nemen. Hier was de parallel de burgeroorlogen die Rome hebben geteisterd. Die fase zou gevolgd worden door de in- stallatie van een autoritair regime dat een soort van orde zou her- stellen. Daar gaan we nu naartoe.

Elk land kent zijn eigen gegeven situatie, maar je merkt overal die groeiende tegenstellingen, vaak onderhuids. In een land als Frank- rijk valt dat probleemloos op, min- der in Duitsland, maar onderschat de situatie daar niet: er suddert iets in de Duitse samenleving. De polarisatie tekent zich scherper af, er is onbehagen bij een steeds groter deel van de bevolking. De indruk van stabiliteit bedriegt. Wie had trouwens in 1989 de val van de Muur en de implosie van het Oost- blok durven voorspellen?

Ondanks dat ze in het Oosten afgeven op onze ouderentehui- zen waar we onze ouders in weg zouden stoppen - in plaats van ze tot hun dood in huis te nemen en voor ze te zorgen. Ondanks dat ze misprijzend beweren dat we onze kinderen op hun achttiende het huis uit schoppen - in plaats van ze zelfs tot na hun huwelijk in huis te houden. Solidariteit is de basis van de westerse beschaving.

Hypocrisie

Onze solidariteit is gebouwd op ons belastingstelsel. Iedereen betaalt belasting, op het konings- huis na wordt daar geen uitzon- dering op gemaakt. De een heeft misschien een betere fiscalist waardoor er meer aftrek moge- lijk is, maar het kennen van de directie Belastingen zorgt er niet voor dat je geen belasting hoeft te betalen. In het Oosten vinden ze ons gek dat we zoveel belasting afdragen. Belasting die - naast bij- drages aan de bodemloze EU-pot - ervoor zorgen dat er onderwijs, politie, justitie, sociale woning- bouw, huursubsidie, studiefinan- ciering, uitkeringen, pensioenen en weet ik wat nog meer bestaan.

Voor iedereen die het nodig heeft.

Het is deze solidariteit die maakt dat vluchtelingen én gelukszoe- kers op bootjes stappen richting Europa. Waarbij Europa te ruim is:

onze voorzieningen zijn beter dan die in Griekenland, Italië, Honga- rije en welke Europese uithoek ook. Neerkijken op onze individu- alistische samenleving, profiteren van onze beschaving - hypocrisie heeft een gezicht.

En ondanks dat hypocrisie een gezicht heeft, worden wij in het Westen veroordeeld als harte- loos als er in een vluchtelingen- kamp in Griekenland een brand uitbreekt en er gemarchandeerd wordt over het al dan niet opne- men van vluchtelingen. Van kin- deren en volwassenen die niets hadden en inmiddels helemaal niets meer hebben. Er wordt een beroep gedaan op onze mense- lijkheid, op onze welvaart en onze beschaving; we kúnnen dit niet accepteren. Het gaat om kinde- ren. Hoezo kunnen we er niet nog een paar duizend mensen opne- men?!

Islamitische samen- levingen zijn anders

Af en toe klinkt de opmer- king dat Saoedi-Arabië eens iets moet doen. Dat de rijke golfsta- ten mensen moeten opnemen.

Dat het Westen al zo veel gedaan heeft. Dat die mensen ook eens de andere kant uit kunnen vluch- ten. De waarheid is dat ze dat wel kunnen, maar het niet doen. Het Oosten heeft dan wel welvaart en vermogen, beschaving is in isla- mitische culturen ver te zoeken.

Islamitische samenlevingen zijn anders. Kan die open deur nog opener? Ja, dat kan. In isla- mitische samenlevingen is de lotsbestemming een feit: je wordt geboren aan de onderkant van de samenleving en alleen door een wonder (en onderwijs, maar dat kost geld want wordt niet moge-

lijk gemaakt door belastinggeld) kun je je omgeving ontgroeien.

Er is geen solidariteit. De rijken hebben het recht om rijk te zijn en delen dat met mensen die zij zelf hebben uitgekozen - of niet.

Belasting betalen om in een col- lectieve sociale zekerheid voor anderen te voorzien, bestaat niet.

Het is een redenering die nooit op zal gaan ook. Iemand moet arm zijn, de wereld is nou een- maal niet eerlijk en solidariteit gaat tot aan de voordeur. Vluch- telingen interesseren ze niet. Dat ze doodgaan interesseert ze niet.

Dat er kinderen tussen zitten in- teresseert ze ook niet. Dat wij zo stom zijn om wél emoties bij vluchtelingen te hebben, is ons probleem. Vluchtelingen hebben in regimes die onderdrukken altijd al bestaan. Dat wij dat een probleem vinden, is hilarisch - vinden ze. Los het dan maar op, vinden ze. Maar wij gaan verder met ons leven.

Ondertussen is ergens in onze beschaving een geweten geslo- pen dat wij solidair moeten zijn met vreemden. Met mensen die we niet kennen, die onze taal niet spreken, onze cultuur niet kennen en niets van onze beschaving af- weten. Onze solidariteit en ons geweten zegt dat we onze wel- vaart, onze belastingcenten en onze voorzieningen dienen te de- len, óók met mensen met wie we niets delen.

Emotionele chantage

Laat ik helder zijn: mijn solida- riteit reikt tot aan de grens van Nederland. Ondanks dat ik best voor zo’n zielig kindje zou willen zorgen, maar ja, dat is nooit aan de orde, hé? Maar mijn solidari- teit is niet aan de orde. Onze ge- meenschappelijke solidariteit is de reden waarom mensen onze kant uit vluchten in plaats van naar de andere kant. En dus krij- gen wij de emotionele chantage voorgeschoteld van krakkemikki- ge bootjes, aangespoelde kinde- ren, huilende ouders en eenzame weesjes. In onze samenleving be- staat dit niet. In onze beschaving hoort dit niet. In het Westen zijn we solidair. In het Westen lijden vooral vrouwen aan het redders- syndroom. Het gevolg: iedereen is welkom. Wijzen op onze gren- zen, wijzen op onze capaciteiten, wijzen op onze tekorten, wij- zen op ons absorptievermogen, wordt gecriminaliseerd.

We zijn onmenselijk als we vluchtelingen in de steek te laten, zeker nu, zeker na die brand op Moria. En ondanks dat niemand de situatie in kamp Moria ont- kent, iedereen blij is daar niet te zijn en elk menselijk hart breekt bij het zien in wat voor erbarme- lijke omstandigheden mensen daar vertoeven, kan het toch niet zo zijn dat Europa de hele wereld opvangt? De wereld is groter dan onze beschaving reikt. Wordt het niet eens tijd om beschaving naar de wereld te brengen? Wordt het niet eens tijd om de welvaart die in het Oosten met liters en liters uit de grond spuit, om te zetten in solidariteit?

“Tijd om beschaving naar de wereld te

brengen”

Solidariteit is een teken van beschaving. Ik zou willen zeg- gen welvaart, maar beschaving dekt de lading beter. Onze individualistische samenleving ten spijt, wordt de westerse beschaving gedefinieerd door solidariteit. Het is deze soli- dariteit die maakt dat vluchtelingen naar het Westen komen.

EBRU UMAR NEDERLANDS-TURKSE COLUMNISTE

gebakken. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat alle grote bescha- vingen een vergelijkbaar traject volgen, ook al kunnen de omstan- digheden soms sterk verschillen.

Er is het ontstaan, de groei, de bloei, de maturiteit, maar daarna ook de achteruitgang, de sclerose en mogelijk zelfs het verdwijnen.

Jammer genoeg zijn we in de laat- ste fase aanbeland in Europa, en zeker in westelijk Europa. Het aan- tal mensen dat zich bewust is van en trots is op ons Europees-zijn, onze gewoontes en tradities, neemt systematisch af. Ook, en vooral dat is onrustwekkend, bij de politieke elites die ons besturen. Als net in deze kringen dit bewustzijn he- lemaal zoek geraakt is, heb je als beschaving een serieus probleem.

Het kan toch niet ontkend wor- den dat de immigratie een fac- tor is die onze Europese cultuur zwaar onder druk plaatst?

Klopt, alleen is deze inwijking van ongeveer overal, maar vooral uit de Afrikaanse en islamitische wereld, een gevolg van het pro- bleem, niet de oorzaak. Dat men toelaat dat de demografische ver- schuiving die we vandaag onder- gaan plaatsvindt, is de verantwoor- delijkheid van zij die instaan voor

Ik moet bekennen dat toen ik naar hier kwam, ik niet over een grondige kennis van Midden- en Oost-Europa beschikte. Tot dan was mijn leven eerder op de At- lantische wereld afgestemd, in het bijzonder Frankrijk en Groot-Brit- tannië. Het was dan ook een aan- gename verrassing te kunnen vast- stellen dat een zin voor tradities en levensgevoel bestaat die ik enkel in mijn kindertijd ervaren heb. On- danks de taalbarrière oogt Polen Europeser dan België. Er is de aan- wezigheid van de katholieke tradi- tie die de samenleving kenmerkt (“prägt”), de hoffelijkheid van de mensen, maar ook de lage graad van criminaliteit, iets wat vandaag ondenkbaar is in Brussel, Luik of mijn eigen thuisstad Verviers.

Stel dat we als Europeanen de cyclus waarin we ons bevinden toch willen doorbreken voor, zeg maar, een imperiale toekomst.

Wat zijn hiervoor de voorwaar- den?

Het belangrijkste is dat we te- rug de herinnering aanwakkeren aan onze zowel Grieks-Romeinse als joods-christelijke identiteit.

Europa is meer dan de optelsom van de individuele ervaringen van mensen die hier toevallig op een

(6)

Vijftig jaar ‘negen van Laken’

Precies een halve eeuw geleden ontaardde een ‘plakincident’ tussen de VU en het FDF in een gigantische politieke rel. Een zekere Jacques Georgin (FDF-kamp) overleed, waarna de vermeende daders, de zo- genaamde negen van Laken (VU-kamp), voor de rechtbank kwamen te staan. De intensiteit en vooral de manier waarmee DéFI vandaag de hele kwestie oprakelt, is veelzeggend. Tijd voor een ander geluid.

Ach, martelaren… Ze zijn essentieel voor zovele bewegingen en partijen. Figuren die zich op een voorbeeldige manier voor een hoger doel inzetten, maar onfortuinlijk aan hun einde komen, bij voorkeur in volle actie. In een mum van tijd worden ze omge- vormd tot iconen die een vooraanstaande plaats krijgen in het collectief geheugen van de bewuste organisatie. Dat zowel de persoon als diens daden wat sterker voor- gesteld moeten worden, om niet te zeggen dat de werkelijkheid soms helemaal ver- draaid moet worden, is dan maar zo. “Bad for a greater good.” Het is bij DéFI (jammer toch dat ze de naam FDF niet behouden hebben…) niet anders.

“Partijpolitiek straatgeweld”

Op elf september, lang voor die ande- re martelaren een kamikazevlucht op de New Yorkse “twin towers” uitvoerden, was het precies een halve eeuw geleden dat Jacques Georgin lid werd van de marte- laarsgilde. “Tombé pour la liberté”, zoals vermeld staat op het monument dat te zij- ner eer in Schaarbeek geplaatst is (niet toevallig was de burgemeester in die pe- riode een zekere Roger Nols). “Het enige

dodelijke slachtoffer van partijpolitiek straatgeweld tussen burgers onderling, en het enige dodelijke slachtoffer van com- munautaire ruzies”, schreef Walter Pauli in Knack. Strikt genomen misschien wel correct, maar daarmee is ook alles gezegd over zijn tekst. De feitelijke fouten in het stuk, net als de manier waarop hij de kinde- ren van Georgin hun gang laat gaan, doen vermoeden dat een aantal zaken van de hele kwestie, en vooral de Brusselse ach- tergrond, niet helemaal tot zijn Leuvense thuisbasis doorgedrongen zijn.

Knokploeg met tafelpoten

De officiële net als de ware feiten zijn eigenlijk afdoende gekend. Een schermut- seling tussen een FDF- en VU-plakploeg zorgde ervoor dat de hartpatiënt Georgin wat later in een café bezweek. Uit een la- ter deskundigenrapport zou blijken dat de man zijn dagen door die kwaal sowieso tot enkele maanden beperkt waren, maar aan- gezien zoiets niet past bij een martelaar, werd dan maar het verhaal verzonnen van een belegering door een knokploeg met tafelpoten (alsof de VMO zich geen degelij- ker materiaal kon veroorloven). Tot op van-

daag, zo bleek uit een filmpje dat DéFI over de kwestie op sociale media plaatsten. Nu ja, martelaren bezwijken onder vijandelijk zwaard of kogel, niet door problemen aan tikker of prostaat.

Trouwens, straatgeweld leidde ook tot een heuse straat, zij het niet in Laken zoals Pauli schrijft, maar ook in Schaarbeek. Het is trouwens een laan, met op nummer twee de hoofdzetel van zender RTL. Enkele jaren na het voorval kon men in dit blad lezen:

“Binnen vijftig jaar zal men in Schaarbeek zeggen, in ‘t Arabisch en in ‘t Frans: ‘De Georginlaan is het bewijs dat dorpspoliti- ci anno 1973 hun eigen vrienden mochten verraden en misbruiken om er een blij- vend teken van tweespalt van te maken.’”

De hele profetie is uitgekomen. En nee, Walter, Piet De Pauw, de latere oprichter van TAK, was geen ‘dader’, maar trad op als... advocaat.

RVW

Precies twaalf jaar geleden verscheen in dit blad een interview met Roeland Van Walleghem, een van de zogenaamde ‘ne- gen van Laken’, later parlementslid voor het VB en thans een gewaardeerd culinair columnist in Meervoud, het gekende “Links Vlaams-Nationaal weekblad” . Grondig legt hij in dit gesprek uit hoe de vork werkelijk aan de steel zat, net zoals hij illustreert wel- ke grote menselijke impact die kwestie en alle juridische gevolgen (rechtszaak, maanden voorarrest,…) op de respectieve-

Binnenland 17 SEPTEMBER 2020

6

lijke gezinnen heeft gehad. We plaatsten de tekst van weleer op onze webstek.

1984

Terug naar het DéFI van 2020. Met de nodige luister wordt hij herdacht. Horst Wess…, excuseer, Jacques Georgin dus, beeldt men af als een humanist en “niet radicaal” (sic). Hij was een “vurige aan- hanger van de democratie en de vrije me- ningsuiting”. Het ging hem als leraar over zijn “liefde voor de Franse taal”, enzovoort, enzoverder. Anti-Vlaams? Nee toch, het FDF beschermt tegen “la mainmise flaman- de sur Bruxelles”. Precies zoals de Berlijn- se muur, de “antifaschistischer Schutzwall”.

Het doet wat denken over wat men over Antoinette Spaak zei, zopas nog naar de eeuwige jachtvelden vertrokken (hopelijk komt ze er niet te veel Vlamingen tegen).

Noem het gerust de paradox van het FDF/DéFI. Een linkse maatschappelijke oriëntering, progressief, vrouwenrechten, migrantenrechten (de huidige voorzitter François De Smet - moet toch vervelend zijn met zo’n naam - komt uit de antiracisti- sche beweging), maar tegelijkertijd wordt een bepaald spookbeeld van een vijandig nationalistisch Vlaanderen opgehangen.

Het werkt als een rode lap op een stier, pre- cies zoals de meute opgehitst wordt tegen de figuur van Bernstein in Orwells 1984.

Nee, er is duidelijk nood aan wat studie- werk over de psychologische drive van die

mensen. KNIN.

BRUSSEL

Sinds 1 januari 2019 is het in Vlaan- deren verboden om dieren onverdoofd te slachten. Deze verplichting geldt ook voor rituele slachtingen in religieuze kringen, wat uiteraard tot enig ongenoe- gen leidde bij de joodse en moslimge- meenschappen. Verschillende joodse en moslimverenigingen lieten het er niet bij en trokken daarop naar het Grondwette- lijk Hof, dat de vraag voorlegde aan het Europees Hof van Justitie. Volgens de ad- vocaat-generaal primeert het grondwet- telijk recht op godsdienstvrijheid boven het dierenwelzijn. Onverdoofd slachten is niet te verzoenen met dierenwelzijn, maar als het over een religieuze overtui- ging gaat, kan er worden van afgeweken.

Ben Weyts is niet van plan om het daar- bij te laten. Hij wijst erop dat er verschil- lende moslimlanden zijn waar er intussen verdoofd wordt geslacht. “Een geloofs- overtuiging verleent nooit een ‘license to kill’.” Onderwijsminister en onversneden dierenvriend Ben Weyts heeft natuur- lijk gelijk als hij stelt dat het verbod op het onverdoofd slachten goedgekeurd is door een brede meerderheid in het Vlaams parlement. “De democratie heeft gesproken. We leven in een democrati- sche rechtsstaat. Het is niet toevallig dat democratisch eerst staat.” De minister van Dierenwelzijn maakt zich sterk dat hij er alles aan zal doen om dit verbod te handhaven. “We geven ons niet gewon- nen.”

Ben Weyts botste op een storm van kri- tiek, ook binnen zijn eigen partij. Kamer- lid Michael Freilich stelt dat Weyts’ stel- ling ingaat tegen het partijstandpunt over de vrijheid van godsdienst. Antwerps N-VA-gemeenteraadslid André Gantman vraagt de minister van Dierenwelzijn om zijn woorden publiekelijk terug te trek- ken. Gantman en Freilich behoren tot de Joodse gemeenschap in Antwerpen.

Kritiek uit eigen rangen

Weyts’ reactie op de uitspraak van het Europees Hof is heel fors en erg emotio- neel. André Gantman heeft gelijk als hij stelt dat het onverdoofd slachten van een

Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) is het fundamen- teel oneens met het advies van een advocaat-generaal bij het Europees Hof van Justitie, die oordeelt dat het Vlaams verbod op onverdoofd slach- ten in strijd is met het Europees recht. Weyts: “Godsdienstvrijheid ver- leent nooit een ‘license to kill’.” De emotionele reactie van Ben Weyts verraadt zenuwachtigheid binnen zijn partij en de Vlaamse regering. De communicatieblunders stapelen zich op. De N-VA zit in het defensief.

Onverdoofd slachten zorgt opnieuw voor tweespalt

schaap moeilijk kan gelijkgesteld worden met een ‘license to kill’ van bijvoorbeeld IS. Bovendien verklaart Gantman dat het enkel gaat om een advies en dat de hele zaak nu terugkomt naar het Grondwet- telijk Hof. “Nadat het Europees Hof zich uitgesproken heeft over de vraag zelf.”

Spant de minister de kar voor het paard?

Volgens het Antwerps gemeenteraads- lid is de minister van Dierenwelzijn niet rechtlijnig. In verband met de dood van Jozef Chovanec werd ter verdediging van Jan Jambon het argument aangevoerd dat een minister zich moet onthouden van commentaar met betrekking tot het be- sluitvormingsproces van de rechterlijke macht. Volgens Gantman is dit ook van toepassing voor het Europees Hof. André Gantman verklaarde bij onze collega’s van SCEPTR: “Zolang een onafhankelijke rechterlijke macht deel uitmaakt van het democratisch bestel, heeft die een rol te spelen.”

Waarom reageert Weyts dan zo fel?

Wil hij de aandacht afleiden van de ont- luikende crisis binnen de Vlaamse re- gering? Jan Jambon moest de afgelopen weken spitsroeden lopen, ook binnen de eigen partij. Nu dreigt de Vlaamse rege- ring verscheurd te worden door de Vi- valdi-avonturen van de Open Vld en de CD&V. De Vlaamse regering loopt gevaar vleugellam te worden en als het Vival- di-schip te water wordt gelaten, dreigt er binnen de Vlaamse regering een heuse najaarsstorm. De ambitie om Vlaanderen krachtig op de bestuurlijke kaart te zetten en zo de federale regering onder druk te zetten, lijkt rampzalig te mislukken.

Zwalpen tussen beleid en oppositie

Bart De Wever reageerde vorige week in de Zevende Dag al even emotioneel.

De oude Vlaamse retoriek van ‘kaaksla- gen’, ‘woordbreuk’ en ‘dolken in de rug’

werd van onder het stof gehaald. De par- tij lijkt de regie kwijt, wat zich in heel slordige communicatie vertaalt. De N-VA zwalpt tussen beleids- en oppositiepartij, tussen systeem- en anti-systeempartij.

De N-VA zit in de verdediging en krijgt een koekje van eigen deeg. Het zwalpen tussen de ambities op Vlaams én federaal niveau zorgt voor politieke kromspraak.

Binnen de partij zwelt de kritiek aan.

In “De Afspraak op vrijdag” ventileerde Theo Francken een cryptische bood- schap toen hij zei dat hij zich de afgelo- pen veertien maanden erg terughoudend had opgesteld om zijn voorzitter alle kan- sen te geven om een regering met de PS uit de brand te slepen. Er volgde een pijnlijke stilte bij het panel en een on- wennig, veelbetekenend lachje bij Theo Francken. Wat wou Francken duidelijk maken? Wil hij soms zeggen dat zijn par- tij de communicatieve teugels moet aan- trekken? Verkiezingen wil hij niet uit de weg gaan.

Redt Theo Francken de meubelen?

In La Libre Belgique liet hij niets aan de verbeelding over: “Ce n’est pas normal sur le plan démocratique que je ne sois pas ministre.” Als minister op federaal niveau wel te verstaan, manoeuvreerde Francken handig, maar zijn uitspraak kan

ook als een signaal binnen eigen partij worden gezien. Francken was trouwens de enige N-VA’er die met een duidelijk Vlaams en conservatief profiel de verkie- zingen won in zijn regio. Bart De Wever kan de N-VA-pionnen binnen de Vlaam- se regering herschikken. De komst van Francken als bijvoorbeeld minister van Onderwijs zou niet alleen de Vlaamse regering, maar ook de N-VA weer in het midden van de belangstelling plaatsen.

De ‘domme’ uitlating van Weyts over het primaat van de democratie boven de rechtstaat zal de partij trouwens lang achtervolgen. De oude demonen zullen andermaal worden bovengehaald. Bo- vendien begeeft hij zich op heel glad ijs. In de magistrale roman “Soumission”

van Michel Houellebecq komt de Mos- limbroederschap in Frankrijk aan de macht. Democratisch legitiem, maar de rechtstaat wordt vervangen door de sha- ria. Een gedachtenconstructie? In Turkije staat de rechtstaat onder druk. Democra- tie komt daar inderdaad voor, maar ten koste van de rechtstaat. Is dit de juiste volgorde?

JULIEN BORREMANS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij dus waarvan de Vlaamse reflex niet ter discussie staat, – kiezers waarvan met zeker- heid vaststaat dat zij zich in hun kiesgedrag laten leiden door vlaamsgezindheid, – zul-

In tegenstelling tot andere herdenkingen van de honderd jaar geleden geboren en twin- tig jaar geleden gestorven Cyriel Coupé, alias Anton van Wilderode, wou het Bormshuis met

Er waren immers toch iets te veel benoemingscarrousels tijdens de jongste re- geerperiode waaraan ook N-VA zonder protest deelnam… Had haar partij zich daar in 2014 ook niet

Maar als de PS er een punt van maakt de “Zweedse coalitie” niet te willen “depanneren”, en dus als symbool eist dat minstens één van de Vlaamse partijen door de andere

Barbara Pas (fractievoorzitter VB) was niet onder de indruk, liet zich niet uit haar lood slaan en zei aan al degenen die jarenlang voor miljarden tekorten in de begroting

Zo’n fe- derale regering is slecht voor het land, maar kan niet anders dan een cadeau zijn voor Vlaams Belang en N-VA.. Zij kunnen de verhoopte op- positie voeren tegen een regering

De laudatio werd uitgespro- ken door burgemeester Bart De Wever zelf en ook hij vond dat jullie deze prijs meer dan verdiend hebben “voor het bezingen van het vrije woord,

Om- dat heel wat mensen in zijn land onder de armoedegrens leven en zich geen ordentelijk onderwijs voor hun kroost kunnen veroorloven, gaat de nieuwe rij- ke een deel van