NPO
Augustus 2021
Dat wat voor en achter ons ligt, stelt maar weinig voor vergeleken met wat in ons ligt. En wanneer we wat in ons ligt naar buiten brengen, gebeuren er
wonderen Henry David Thoreau
OBS De Weidevogel
Inleiding
Van alle scholen in het funderend onderwijs wordt verwacht dat zij een ‘schoolscan’ uitvoeren.
Met dit proces krijgen wij zicht op de vertraging, versnelling en ontstane problematiek bij onze leerlingen als gevolg van de corona crisis. In wezen gaat het erom dat scholen in hun reguliere kwaliteitszorg systematiek expliciet nadenken over de brede impact van corona op leerlingen, over de mogelijkheden en behoeften van de school en partners, en vooruitblikken op de
‘menukaart’ met effectieve interventies.
Dit plan is de onderlegger voor het uitwerken van werkelijk operationele doelen.
Doelen:
1. In beeld brengen van de brede impact van corona op leerlingen 2. In beeld brengen mogelijkheden en behoeften school en partners 3. Vooruitblik naar 'menukaart' en 'schoolprogramma'
4. Leerkrachten “professionaliseren en teambuilding”
Deel 1 - In beeld brengen van de brede impact van corona op leerlingen De analyse in onze school scan richt zich op twee domeinen:
▪ Cognitieve ontwikkeling: in beginsel gaat het hierbij om alle leergebieden en niet alleen taal en rekenen.
▪ Sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden: hierbij gaat het bijvoorbeeld om
impulsbeheersing, omgaan met emoties, samenwerken, concentratie, motivatie, werkhouding, plannen, sociale veiligheid en zelfvertrouwen.
Concretiseren van de ontwikkelingsdomeinen & beschikbare gegevens inventariseren Voor het analyseren van de cognitieve ontwikkeling gebruiken wij: Parnassys/Ultimview, analyses uit Snappet en hiaten en cruciale doelen gesignaleerd door de groepsleerkracht in overleg met de intern begeleider. We richten ons hierbij op rekenen, taal en spelling. We weten dat begrijpend lezen, gezien vanuit het landelijk onderzoek, een aandachtspunt is.
Voor het analyseren van de Sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden gebruiken wij:
Hart en Ziel van de GGD, daarnaast ook gesprekken met leerlingen en ouders, observaties door leerkrachten en overige experts in en om de school.
Alle leerkrachten hebben twee keer een corona rapport gemaakt samen met de leerlingen en ouders. Hier nemen wij opvallende opmerkingen of constateringen uit mee. Het gaat hier om de driehoek school-leerling-ouders. Op basis van gesprekken met leerlingen en/of hun ouders hebben wij een indruk gekregen van onder meer het gevoel van competentie op verschillende leer- en ontwikkelgebieden, het welbevinden van leerlingen en positieve/negatieve ervaringen tijdens de periode van afstandsonderwijs.
De school Analyse
Corona-scan gegevens resultaten
Algemeen:
In maart 2021 zijn de LVS toetsen van Cito afgenomen. Dit is gemiddeld 2 maanden later dan normaal. Een didactische leeftijd eindigend op 7 zou daarbij moeten passen. Voor groep 8 ligt dit anders. Hier zijn de toetsen volgens planning gemaakt i.v.m. het definitieve advies naar het voortgezet onderwijs. De meeste gegevens zijn compleet. Hier en daar is een kleine wijziging te verwachten omdat er enkele leerlingen afwezig/ziek zijn.
Onderbouw:
De leerkrachten hebben een rijke leeromgeving gecreëerd in de classroom. Hier zijn filmpjes en allerlei opdrachten te vinden. Deze zijn gekoppeld aan de themaś van Kleuterplein. Binnen dit document wordt hier verder geen aandacht aan besteed. Gegevens zijn minimaal voorhanden omdat de onderbouw gebruik maakt van een observatiemiddel en dit alleen inzetbaar is als de leerlingen geobserveerd kunnen worden.
DL - DLE
Hoewel we de andere schooljaren gekeken hebben naar de groei in vaardigheidsscore hebben we nu de overstap gemaakt naar de didactische leeftijd. Dit heeft te maken met de overgang van de school naar het leerlingvolgsysteem van De IEP.
Wijze van afname:
De meeste toetsen zijn volgens de genormeerde afspraak afgenomen. Bij de DMT is soms de verkeerde versie gebruikt. Individuele afwijkingen zijn in de groepsmap terug te vinden.
Toetsversie:
Sommige leerkrachten hebben de nieuwe DMT toets afgenomen. Deze toets geeft een andere vaardigheidsscore. Door gebruik te maken van de DL-DLE groei is dit te ondervangen.
Gevolgen Corona:
Het is moeilijk om in te schatten op welke wijze corona de afgelopen periode van invloed is
Doordat het toetsprotocol eind schooljaar 2019-2020 is aangepast moet er soms teruggekeken worden naar de middenperiode van het vorige schooljaar. Binnen deze scan kijken we in eerste instantie naar de groepsontwikkeling. Als tweede stap naar de gevolgen voor de individuele leerling.
Leerkrachten hebben naar beste weten het afstandsonderwijs verzorgd. Er zijn wel verschillen zichtbaar in welke mate de leerlingen hebben kunnen profiteren van dit onderwijs. In een korte tijd hebben leerkrachten allerlei vaardigheden moeten ontwikkelen waarin verschillen in tempo en vaardigheid waarneembaar zijn. De gevolgen voor het onderwijs zullen dus gedeeltelijk gebaseerd worden op aannames en daardoor ook voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden.
Individuele grote verschillen in groei:
We zien dat er leerlingen bijzonder goed geprofiteerd hebben van het thuisonderwijs. Helaas is ook de andere zijde zichtbaar. De mate van thuisondersteuning en oudervaardigheden zijn wisselend. Daarnaast is in een aantal gevallen de (prikkelarme) thuisomgeving bevorderend geweest.
Basisondersteuning:
De leerlingen die vanuit de basisondersteuning in aanmerking kwamen voor extra ondersteuning zijn deels tekort gekomen. Het samen fysiek kunnen oefenen met
rekenmaterialen, extra instructies op het gebied van technisch lezen of spelling zijn zo goed mogelijk ingevuld door de reguliere leerkracht. De ondersteuning via het programma Bouw! en Flits is in de loop van het afstandsonderwijs steeds beter gaan lopen.
De Weidevogel Norm:
Binnen de school hebben we eigen doelen gesteld. Deze norm ligt op een groepsgemiddelde van 70%. Binnen de huidige analyse is alleen gekeken naar de groei die de groepen hebben doorgemaakt en dus niet naar de norm. Bij de overstap naar de IEP zal de norm opnieuw worden vastgesteld door o.a. gebruik te gaan maken van de referentieniveaus.
Uitval leerkrachten:
Groep 7 is hard getroffen doordat beide leerkrachten ziek zijn geworden. Hoewel er teruggegrepen is op thuisonderwijs is deze groep onevenredig hard geraakt.
Samenwerken - Samen leven:
In het afgelopen schooljaar heeft het onderlinge contact tussen leerlingen, ouders en team geleden onder de corona maatregelen. Het werken in bubbels voor de leerlingen, het weren van ouders binnen de schoolgrenzen, het contact tussen teamleden onderling en met de ouders is ten koste gegaan van de cohesie. Samen gedenken of het vieren van belangrijke momenten zijn helaas niet mogelijk geweest. Hoewel er digitaal veel is ondervangen vraagt dit het komende schooljaar extra aandacht.
De wereld als leeromgeving:
Binnen ons onderwijs proberen we de ‘buitenwereld’ te verbinden met de schoolwereld.
Hiervoor wordt, in samenwerking met de ouderraad, een aanbod gecreëerd waarbij deze werelden verbonden worden. Door alle maatregelen was het bezoek binnen de groepen (externe leerkrachten) en het maken van uitstapjes lange tijd minimaal.
Sociaal-emotionele ondersteuning:
Al meerdere jaren volgen we de leerlingen op dit gebied via Hart en Ziel. De groepen 5 t/m 8 vullen een vragenlijst in die inzicht geeft in het schoolwelbevinden, de ervaren veiligheid, de feitelijke veiligheid, vormen van pesten en de conflict schaal. Deze gegevens worden ook jaarlijks met de inspectie gedeeld en besproken binnen het team. Ondank alle onrust door het thuisonderwijs geven de meeste leerlingen aan dat het schoolwelbevinden een 4 scoort op een vijfpuntsschaal. Opvallend is dat groep 7 hier een minder positief beeld geeft t.o.v. de start van het schooljaar. Deze groep geeft ook een minder positief beeld als we kijken naar de SDQ die de leerlingen hebben ingevuld. Deze vragenlijst geeft 5 subschalen waarvan er drie belangrijk zijn om in deze scan te vermelden:
Scores groep 7 in % norm najaar
licht najaar
zwaar najaar
norm voorj
licht voorj
zwaar voorj Emotionele problemen 57,9 26,3 15,8 42,2 29,4 29,4
Gedragsproblemen 84,2 10,5 5,3 76,5 17,6 5,9
Groep 6 kwam in de najaarsmeting (september 2020) als aandachtsgroep naar voren bij het onderdeel; conflict schaal. Ruim 70% van de leerlingen gaven aan dit als verhoogd te ervaren binnen de groep. Nu, mei 2021, is dit gedaald naar 42%.
Breinhelden/executieve vaardigheden
Dit schooljaar is na een experimentele periode de aanpak Breinhelden ingevoerd. Elke groep heeft per schooljaar 20 lessen hieruit. Met name in de bovenbouw is dit onvoldoende gelukt.
Afstandsonderwijs, prioritering en onvoldoende begeleiding spelen hierbij een rol.
Rekenen/wiskunde
De citotoets is aan het einde van het vorige schooljaar bij alle groepen afgenomen. Dit is dus na de eerste periode van de lockdown.
Huidige groepsscore:
Gemiddeld scoren de groepen hoger dan de scores die passen bij het aantal maanden
onderwijs. Groep 7 zit onder deze score. Naast dit groepsgemiddelde is het van belang om ook naar de groepsgroei te kijken. Als deze vergeleken wordt met de behaalde groepsscore in juli 2020 zou er een groei van ongeveer 7 maanden waarneembaar moeten zijn. De groepen 3, 4, 5, 6 en 8 voldoen hieraan. Groep 7 is slechts 1 maand gegroeid.
Scores na de eerste lockdown
Terugkijkend naar de laatste scores van voor de eerste lockdown moet er een groei van minimaal 5 onderwijsmaanden behaald worden vergeleken met juli 2020 of met 12 maanden vergeleken met maart 2021. De huidige groepen 4, 6 en 8 hebben dit niet behaald. Mogelijk is
REKENEN/WIS. score jan 20 score juli 20 score mrt 21
Groep 3 nvt nvt dl 7 - dle 9
Groep 4 dl 05 - dle 8 dl 10 - dle 9 dl 17 - dle 21 (+12) Groep 5 dl 15 - dle 15 dl 20 - dle 22 dl 27 - dle 30 (+8) Groep 6 dl 25 - dle 28 dl 30 - dle 32 dl 37 - dle 38 (+6) Groep 7 dl 35 - dle 40 dl 40 - dle 45 dl 47 - dle 46 (+1) Groep 8 dl 45 - dle 53 dl 50 - dle 56 dl 55 - dle >60
Aanbod:
Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met Snappet. Deze digitale leeromgeving heeft naast de opgaven ook rekeninstructies die bekeken kunnen worden. Daarnaast kan er maatwerk geboden worden door te differentiëren op leerdoel. De leerkracht is op afstand in staat direct de vorderingen van de leerlingen te volgen. Hierbij zijn het aantal gemaakte opgaven zichtbaar en de gemaakte fouten. De leerlingen krijgen direct feedback op het gegeven antwoord. Groep 3 is veel meer instructie afhankelijk en er wordt gewerkt in schriften. Met de kennis van de eerste periode is goed gebruik gemaakt tijdens de tweede lockdown.
Extra uitdaging voor sterke rekenaars: helaas is dit beduidend minder aangeboden dan normaal.
Extra aanbod voor zwakke rekenaars: het extra aanbod door de rekenspecialist is vervallen.
Voor deze groep is het informeel handelen een belangrijk uitgangspunt. Binnen onze organisatie hebben we dit onvoldoende vorm kunnen geven.
Individuele vorderingen:
Zowel de gegevens van Snappet als die van Cito kunnen gebruikt worden voor deze analyse. We zien hier zowel een positieve, gemiddelde als negatieve groei.
Technisch Lezen:
Alleen de leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 die in de risicogebieden vielen zijn aan het einde van het schooljaar 2019-2020 getoetst. Dit om zicht te houden op de ontwikkeling volgens het protocol leesproblemen-dyslexie. Voor een schooloverzicht moet dus, deels, vergeleken worden met een jaar geleden. Technisch lezen, gemeten met de DMT, is voor De Weidevogel een
risicogebied. De ondersteuning binnen het afstandsonderwijs is vooral gericht geweest op de hele groep en minder op de extra individuele ondersteuning.
Huidige groepsscore:
Groep 3 heeft bovengemiddeld gescoord. In vergelijking met de eerste periode is het thuisgebruik van Veilig Leren Lezen beter benut. De groepen 4, 5 en 6 scoren onder het gemiddelde. Groep 4 heeft slechts 3 maanden groei kunnen laten zien. 80% van de leerlingen behalen een IV of een V score. Dit betekent dat zij, in vergelijking met ‘alle leerlingen’, in de onderste 25% scoren. Groep 5 heeft aan de start van het schooljaar de begintoets afgenomen.
Hier scoorde de groep gemiddeld 12 maanden. Nu bijna op het gemiddelde niveau. Groep 6 heeft helaas slechts 2 maanden groei doorgemaakt en zijn van een voorsprong teruggeworpen naar een achterstand. 60% van de leerlingen scoort in de onderste 25% van vergelijkend Nederland’. Groep 7 heeft gemiddeld een mooi resultaat behaald.
Op het moment van schrijven missen nog wel twee minder sterke leerlingen.
Scores na de eerste lockdown:
Deze zijn voor de groepen 5 t/m 8 op groepsniveau niet terug te vinden omdat alleen de risicolezers getoetst zijn aan het einde van het schooljaar. De groepen 3 en 4 scoorden net onder het algemene gemiddelde.
Technisch lezen score jan 20 score juli 20 score mrt 21
Groep 3 nvt nvt dl 7 - dle 10
Groep 4 dl 05 - dle 05 dl 10 - 09 dl 17 - dle 12 (+3) Groep 5 dl 15 - dle 13 dl 20 - 19 dl 27 - dle 26 (+7) Groep 6 dl 25 - dle 32 dl 30 - nvt dl 37 - dle 34 (+2) Groep 7 dl 35 - dle 38 dl 40 - nvt dl 47 - dle 51 Groep 8 dl 45 - dle 50 dl 50 - nvt dl 55 - dle NVT
Aanbod:
Het aanbod van Estafette is in meerdere groepen onvoldoende benut. Dit zowel in de periode van het afstandsonderwijs als in de periode dat de leerlingen naar school zijn geweest.
Leesmeters maken vanuit leesplezier moet expliciete aandacht krijgen in de komende schooljaren. De schoolbibliotheek moet hier een belangrijke rol in gaan spelen.
Extra ondersteuning sterke lezers:
Geen opmerkingen.
Extra ondersteuning moeizame lezers:
Het programma Bouw! en in mindere mate Flits! zijn zoveel mogelijk doorgezet met begeleiding op afstand.
Spelling
Afgelopen jaar is na de middentoets afgesproken om extra aandacht te geven aan spelling.
Vanwege de lockdown is besloten om deze toets niet af te nemen aan het einde van het vorige schooljaar. Groep 8 is het laatste jaar gemiddeld niet gegroeid op het gebied van
werkwoordspelling. Van voorloper naar zorg. Dit onderdeel is te weinig aangeboden in de afgelopen periode.
Huidige groepsscore:
Hoewel groep 4 op dit moment nog een gemiddelde achterstand van 2 maanden heeft is er 7 maanden vooruitgang geboekt tijdens de tweede periode afstandsonderwijs. Groep 5 is mooi op het gemiddelde niveau gekomen. Groep 6 heeft in 10 maanden tijd slechts 2 maanden vooruitgang geboekt. Hoewel deze achterstand minimaal is geeft de groei een zorgelijk beeld.
Bij groep 7 zien we een mooie groei.
Scores na eerste lockdown:
De Cito Toets Spelling is niet aan het einde van het vorige schooljaar afgenomen waardoor de effecten van de extra inzet op dit vakgebied moeilijk te bepalen zijn.
Spelling score jan 20 score juli 20 score mrt 21
groep 3 nvt nvt dl 7 - dle 09
groep 4 dl 05 - dle 08 dl 10 - dle 08 dl 17 - dle 15 groep 5 dl 15 - dle 13 dl 20 - dl 27 - dle 28 groep 6 dl 25 - dle 34 dl 30 - dl 37 - dle 36 groep 7 dl 35 - dle 34 dl 40 - dl 47 - dle 50 groep 8 dl 45 - dle 50 dl 50 - dl 55 - dle >60
Aanbod:
Er is in sommige groepen te weinig gebruik gemaakt van het 5 woordendictee. Hier valt het wisbordje ook goed bij te gebruiken. De mogelijkheden van Snappet zijn wel benut.
Extra ondersteuning sterke spellers:
Hier is geen extra aanbod voor gecreëerd binnen de weektaak.
Extra ondersteuning zwakke spellers:
Het visualiseren van de spellingsregels is in de periode van het afstandsonderwijs vervallen. Ook zijn deze leerlingen minder vaak ondersteund tijdens de verlengde instructie of extra instructies.
Momenteel wordt onderzocht in welke mate Letterster als extra aanbod kan worden ingezet.
Individuele vorderingen:
Via Snappet zijn deze goed te volgen. Het toepassen in teksten, dictee helaas minder goed. Er zijn meerdere leerlingen die erg gegroeid zijn en leerlingen die te weinig hebben geprofiteerd van het aanbod.
Begrijpend lezen
Begrijpend lezen wordt vanaf groep 5 nog maar 1 keer per jaar afgenomen. Voor groep 7 is een uitzondering gemaakt omdat deze groep meerdere jaren achter elkaar niet het benodigde niveau haalt.
Huidige groepsscore
De groepen 4 en 5 zijn op groepsniveau 7 maanden gegroeid in 7 maanden. Groep 6 zou 12 maanden moeten groeien t.o.v. de vorige meting. Helaas zien we hier een groei van slechts 6 maanden. Voor groep 7 is er afgeweken van de afnameprocedure. Alle teksten zijn v.t.v.
voorgelezen waarna de leerlingen de opgaven hebben gemaakt. Hier heeft de groep ervaren dat het eerst lezen van de tekst een veel beter resultaat geeft. Aan het einde van het schooljaar nemen we extra de E7 begrijpend lezen af volgens de normale procedure. Groep 8 heeft
helemaal geen groei laten zien. Het niet lezen van de teksten en de grote slordigheid worden in het algemeen als mogelijke verklaring genoemd. De teksten worden door de leerlingen als te lang, te veel en niet interessant bestempeld.
Aanbod:
De lessen Nieuwsbegrip zijn aangeboden via de weektaak en behandeld in de bijeenkomsten via Meet. Daarnaast is gebruik gemaakt van Blits waar de teksten benut zijn om deze goed te analyseren.
Begrijpend lezen score jan 20 score juli 20 score mrt 21
groep 3 nvt nvt dl 7 - nvt
groep 4 dl 05 - dle dl 10 - dle 16 dl 17 - dle 23 (+7) groep 5 dl 15 - dle dl 20 - dle 25 dl 27 - dle 32 (+7) groep 6 dl 25 - dle 29 dl 30 - dl 37 - dle 35 (+6) groep 7 dl 35 - dle dl 40 - 38 dl 47 - dle 48 (+10) groep 8 dl 45 - dle 59 dl 50 - dl 55 - dle 59 (+0)
Extra ondersteuning sterke lezers:
Binnen Nieuwsbegrip is het mogelijk om binnen de weekteksten te differentiëren. Hier is weinig gebruik van gemaakt.
Extra ondersteuning zwakke lezers:
De school maakt gebruik van het programma Read en Write. Hiermee kunnen teksten
voorgelezen worden en kan er binnen de tekst gewerkt worden. Dit programma is helaas maar weinig ingezet. De leerlingen met ernstige leesproblemen/dyslexie hebben de teksten volgens protocol aangeboden gekregen.
Samenvatting
Op basis van de analyses hebben wij zicht op opvallende zaken in de ontwikkeling van onze leerlingen. Deze hebben betrekking op:
▪ een schoolbreed overzicht van de vak- en vormingsgebieden waar de ontwikkeling van leerlingen relatief gezien het meest vertraagd is;
▪ een overzicht van jaargroepen die afwijken van het schoolbrede beeld;
▪ per jaargroep een overzicht van onderdelen van vakken die positief of negatief opvallen;
▪ een overzicht van de leerlingen die positief of negatief opvallen.
Sociaal-emotioneel
Het lijkt erop dat het welbevinden op groepsniveau niet geleden heeft onder de schoolsluiting en het afstandsonderwijs. Groep 7 is hier een uitzondering op. Dit kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de ziekte van de leerkrachten en personele bezetting.
Groep 3 heeft zich op groepsniveau goed ontwikkeld. Mogelijk is het een voordeel geweest dat de toetsen later zijn afgenomen. Individueel zijn er een aantal leerlingen die geprofiteerd hebben van de fysieke aanbod (noodopvang) tijdens het afstandsonderwijs.
Bij groep 4 vallen de gebieden technisch lezen en spelling op. De leerkrachten hebben een plan opgesteld om hier de komende periode tot de zomervakantie aan te werken. Ook volgend jaar zal hier veel aandacht naar uit moeten gaan.
Groep 5 heeft zich goed ontwikkeld. Ondanks deze ontwikkeling blijft ook hier het lezen een belangrijk aandachtspunt.
Voor groep 6 is op bijna alle vakgebieden onvoldoende groei waar te nemen. Deze groep zal komend jaar ook nog een inhaalslag moeten maken.
Groep 7 heeft op de citotoets weinig tot geen groei laten zien op het vakgebied rekenen.
Mogelijk hebben de afname omstandigheden hier een rol in gespeeld. Daarnaast is de onrust binnen de groep belemmerend geweest voor de ontwikkeling van de leerlingen.
Bij groep 8 valt de snelheid, de concentratie en nauwkeurigheid op als aandachtspunt. Geen groei bij begrijpend lezen en onvoldoende training van de werkwoordspelling zijn de
aandachtspunten voor de resterende maanden.
Op schoolniveau aandacht voor het technisch lezen! Leesplezier zal hier als een belangrijk element moeten worden meegenomen.
Naast deze groepsontwikkeling zijn het met name de individuele leerlingen die extra aandacht vragen in de komende jaren. Hierbij moet de basisvoorziening uitgebreid worden. Deze
leerlingen zijn niet opeens door het thuisonderwijs naar voren gekomen maar waren al op de radar. De verlengde instructie, het extra aanbod heeft geleden onder de thuiswerk[periode.
Leerlingen die extra aanbod nodig hebben gehad zijn eveneens tekortgekomen. De extra mogelijkheden binnen de groep of van het Leerlab zijn vaak onvoldoende benut.
Deel 2 - In beeld brengen mogelijkheden en behoeften van de school en partners
Het tegengaan van de gevolgen van de corona crisis vraagt veel van scholen, in een fase waarin het op de scholen nog lang niet ‘bij het oude’ is. Afhankelijk van de gehanteerde kwaliteitszorg systematiek (en bovenschoolse ondersteuning) is de analyse en planvorming zelf al een extra belasting, nog los van de uitvoering die de komende jaren volgt. Naast het in beeld brengen van de ontwikkeling van de leerlingen hebben wij daarom in de analyse ook oog voor de
belastbaarheid van het team en zijn behoeften.
Zo hebben wij een duidelijk beeld waar de expertises van teamleden kan worden ingezet bij het uitvoeren van het NPO. Bij het formeren van het team van komend schooljaar is daar op
voorhand al rekening mee gehouden. De volgende expertise zijn op dit moment aanwezig en kunnen worden ingezet.
● rekenen specialist
● taalspecialist
● gedragsspecialist
● trainer voor rots en water
● hoog begaafdheid
● Executieve functies
Waar de expertise ontbreekt wordt gekeken naar scholing zodat nieuwe expertise duurzaam is en ook na het NPO structureel kan worden ingezet. Als dit niet aan de orde is wordt gekeken of we de expertise kunnen inkopen via een extern bureau of het expertise centrum van Innoord.
Voor externe expertise en ondersteuning wordt in eerste gekeken naar de expertises binnen Innoord, stafbureau en specifieke ondersteuning vanuit het expertisecentrum. Om dit te kunnen bekostigen is er een afdracht van 7% afgesproken met alle scholen.
Ouders
Ook afgelopen jaar is het contact met ouders beperkt tot een minimaal contact. Het contact dat er was werd digitaal onderhouden. De school heeft heel veel behoefte aan een hernieuwd contact met de ouders. In het kader van het educatief partnerschap is een goed contact met ouders van belang. Hierin zijn persoonlijke contactmomenten met leerkracht belangrijk alsmede ouderavonden waarin we ouders meenemen in ontwikkelingen van de school.
Tevens zijn ouders heel belangrijk bij de ondersteuning van diverse activiteiten en feesten binnen de school. Hierin speelt de ouderraad een belangrijke rol.
De volgende bijeenkomsten staan voor volgende jaar (weer) op de rol:
● Nieuwjaarsborrel
● Ouderpanel (4 x) op thema
● Contactmomenten met de leerkracht minimaal 2x per jaar
● Kerstborrel en zomerfeest
● Ouderavond (2x) waarin ouders worden meegenomen in de ontwikkelingen van de school
● Talentenweek (hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de talenten van ouders)
● Afname oudertevredenheidsonderzoek.
Externe specialisten in leermiddelen
Als het nodig is laten wij ons voorlichten door onze vaste leveranciers van wat er mogelijk is bij het aanschaffen of aanvullen van leermaterialen. Hierin zal per groep worden gekeken wat er aanwezig is en wat eventueel kan worden aangeschaft. Het is van belang dat er vooral gekeken wordt wat past bij onze huidige methodes. Tevens moet er goed gekeken worden wat er aanwezig is aan remediërend materiaal.
● letterster (aanvulling op Bouw en Flits)
● rekensoftware
● boeken tutorlezen
● spellen breinkracht
● up to date houden bibliotheek
Inzet vanuit Innoord:
Notitie verzoek bijdrage inzet NPO middelen bovenschools (inzet gemeenschappelijke afdracht ) Aanleiding
Vanuit het ministerie van OCW is in maart 2021 duidelijk geworden dat er middelen beschikbaar worden gesteld voor effectieve interventies om de opgelopen vertraging door o.a. Covid-19 te herstellen. De middelen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld betreft € 5,6 miljard voor PO/VO.
Om over deze middelen te kunnen beschikken wordt er van de scholen gevraagd om aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo is het verplicht een schoolscan aan te leveren en een plan van aanpak. De middelen worden alleen beschikbaar gesteld als de school in het plan van aanpak gebruik maakt van de mogelijkheden die in het keuzemenu door OCW worden voorgesteld. Met andere woorden de scholen zijn verplicht de menukaart te hanteren bij de gewenste interventies. Tevens is hierbij de afstemming met het bestuur voorwaardelijk.
De middelen die beschikbaar worden gesteld betreffen een basisbedrag voor alle leerlingen van 700,- euro per leerling voor het eerste schooljaar 2021-2022. Voor het daaropvolgende
schooljaar is het definitieve bedrag nog niet bekend.
Inleiding
De middelen worden middels de systematiek van de “werkdruk middelen” beschikbaar gesteld.
Concreet houdt dit in dat de directies samen met hun team en MR in overleg tot planvorming moeten komen. Er wordt, net zoals de “systematiek werkdruk middelen” instemming gevraagd van de MR van de school. De MR heeft instemming op de plannen en op de financiën
adviesrecht.
De input voor het opstellen van de schoolspecifieke, inhoudelijke verantwoording van de uitvoering van de plannen ligt op schoolniveau. Er wordt een financiële en inhoudelijke verantwoording van de uitvoering van alle plannen op bestuursniveau gevraagd. Deze verantwoording op bestuursniveau wordt door de NPO coördinator verzorgd. Als een school geen gebruik maakt van de diensten van de coördinator, is de school zelf verantwoordelijk voor de volledige financiële en inhoudelijke verantwoording (aan te leveren aan het bestuur). Daarbij hoort dan tevens het monitoren van de uitvoering, alsmede de jaarlijkse evaluatie van de
plannen. Daarnaast zullen er vragen beantwoord dienen te worden van het Expertisecentrum (EC) ten aanzien van de inhoudelijke ondersteuning van de plannen.
Voorstel
Uit de enquête vanuit de directeuren en medewerkers komt met name naar voren dat er behoefte is aan extra inzet personeel, administratieve ondersteuning (HR) en inzet vanuit het EC. Onder andere is hier het volgende voorstel uit voortgekomen.
Om de scholen (lees: directeuren) te ondersteunen op de gevraagde behoefte is een financiële bijdrage van de scholen benodigd. Voor zowel de inhoudelijke als organisatorische
ondersteuning is het voorstel dat scholen een bijdrage vanuit de NPO-middelen leveren van 7%
van het totaal (€ 200.000). Dit percentage is als volgt opgebouwd:
1. NPO coördinator (€ 50.000)
○ de financiële verantwoording voor zowel de scholen als EC,
○ op metaniveau analyses maken waardoor op bovenschools niveau inzicht komt in de verschillende interventies,
○ op metaniveau analyses maken waardoor inzicht komt in effectieve interventies,
○ op basis van analyse initiatief nemen tot het voorstellen van een (na)scholingsaanbod,
○ bijdrage aan wervingsactiviteiten t.b.v. nieuw personeel en ondersteuning bij personeelsadministratie,
○ afstemming van de gewenste interventies vanuit de menukaart OC&W,
○ vraagbaak voor directies m.b.t. alle vragen betreffende NPO,
○ mogelijkheden en aanbod onderzoeken van externe aanbieders en hierin de verbinding zijn voor scholen (bijvoorbeeld Weekendacademie,Kinderopvang, enz.).
2. EC (€ 150.000)
○ de extra inzet van personeel op het EC t.b.v. coaching/ observatie, begeleiding en consultatie,
○ het ontwikkelen van een aanbod vanuit het EC t.b.v. rekenen, taal, NT2 en sociaal-emotionele ontwikkeling, mogelijk scholing gerelateerd aan deze onderwerpen.
Conclusies bespreken en delen
De eerste stap in deze fase is het bespreken van de conclusies uit de schoolscan en het inventariseren van mogelijke interventies.
▪ Het schoolteam: de conclusies kunnen in dit gesprek worden gebruikt om te prioriteren waarmee de school aan de slag gaat. Relevant daarbij is een onderscheid tussen niveau van de hele school, klas of ontwikkelingsgebied en de leerling. Bij deze prioritering zijn de focus doelen van SLO een hulpmiddel met het oog op het bewaken van de doorgaande lijn.
▪ De medezeggenschapsraad (die uiteindelijk moet instemmen met het schoolprogramma) voor het bespreken van de algemene conclusie in keuzes van dit plan.
Na het goedkeuren van de inhoud door de MR wordt er een gedegen begroting gemaakt in overleg met Innoord. Hierin moet een duidelijke balans te zien zijn van inzet wat direct nodig is, en investeren in duurzame ontwikkelingen. Hierin zijn ook leermiddelen een onderdeel van.
Daarna kunnen alle specifieke plannen worden uitgewerkt in operationele doelen. De evaluatie vindt plaats op vaste momenten die zijn vastgesteld door Innoord. Deze worden eerst
besproken met het team en de MR.
Deel 3 -menukaart’ en 'schoolprogramma'
In deze stap beschrijven wij de conclusies over de ontwikkeling van onze leerlingen en de
mogelijkheden en belastbaarheid van het team en partners en kiezen wij passende interventies.
Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van de ‘menukaart’ van interventies op de website van het Nationaal Programma Onderwijs. In deze ‘menukaart’ wordt uiteengezet welke interventies onder welke voorwaarden aannemelijk of bewezen effectief kunnen zijn.
De interventies worden opgenomen in het jaarplan van de komende schooljaren.
Vanuit de schoolscan is duidelijk naar voren gekomen dat er behoefte is aan ondersteuning in groepen (hele klas of kleinere met een zelfde leervraag). Voor kinderen met individuele aanpak wordt een plan van aanpak gemaakt waarin nodig een arrangement kan worden aangevraagd bij het expertise centrum.
Een speerpunt wat op De Weidevogel al in de steigers staat is het uitgangspunt leren van en met elkaar.
Een ander speerpunt vanuit het duurzaam investeren is het scholen begeleiden van
leerkrachten op het gebied van didactiek en sociaal emotionele ontwikkeling. Door leerkrachten sterker te maken in dagelijks handelen voor de groep heeft dit direct effect op het welbevinden van leerlingen en tevens op hun leerresultaten.
Gekozen interventies: (bron Npo menukaart Ministerie van Onderwijs)
1. Instructie in kleine groepen
Instructie in kleine groepen houdt in dat één leerkracht/docent of iemand anders met
onderwijservaring lesgeeft aan groepjes van twee tot vijf leerlingen. Zo kan deze zich exclusief op een klein groepje leerlingen richten, meestal in een apart lokaal of een aparte ruimte.
Intensieve instructie in kleine groepen wordt vaak toegepast ter ondersteuning van minder goed presterende leerlingen of leerlingen die achterlopen, maar kan ook in algemenere zin worden ingezet om meer vooruitgang te boeken of om ingewikkelde onderwerpen of vaardigheden aan te leren. Het werken in kleine groepen is een dynamische geheel, hierin wordt per toets moment gekeken wat er nodig is en op welk gebied de extra ondersteuning in kleine groepen wordt georganiseerd.
● Instructie in kleine groepen lijkt vooral effectief te zijn als deze gericht is op de specifieke behoeften van de leerlingen.
● Van belang is dat de leerkrachten de onderwijsbehoeften goed beoordelen voordat een nieuwe interventie wordt ingezet.
● Eén-op-één-begeleiding en instructie in kleine groepen zijn beide effectieve interventies, maar omdat groepjes van twee of drie goedkoper zijn, kan het zinvol zijn die optie eerst in te zetten.
● Training en begeleiding van leerkrachten/docenten kunnen de effectiviteit van instructie in kleine groepen vergroten. Deze mensen dienen over goede pedagogische
vaardigheden te beschikken.
● Het is mogelijk dat de groepen groepsdoorbroken worden samengesteld. De groepen zijn samengesteld met leerlingen op vergelijkbaar niveau. Hier valt vooral te denken aan kinderen die nog niet op niveau zijn met lezen.
2 . Leren van en met medeleerlingen (tutoring)
Er bestaan diverse interventies die gericht zijn op het leren van medeleerlingen. Daarbij werken de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes en geven ze elkaar gerichte begeleiding,
bijvoorbeeld:
● Leeftijdsoverschrijdende instructie, waarbij een oudere leerling wordt gekoppeld aan één of meer jongere leerlingen en de rol van instructeur op zich neemt;
● Leren met hulp van medeleerlingen, een gestructureerde interventie die bestaat uit twee- of drie wekelijkse sessies van 25 tot 35 minuten voor rekenen en lezen;
● wederzijds leren, waarbij leerlingen elkaar afwisselen als instructeur en geïnstrueerde.
● Binnen de school is er ruime ervaring met het tutorlezen. Kinderen vanuit de bovenbouw lezen met kinderen uit de lagere groepen.
Deze interventies hebben met elkaar gemeen dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor bepaalde aspecten van het lesgeven en voor het evalueren van hun succes.
Evaluatie door medeleerlingen houdt in dat de leerling die als instructeur optreedt feedback geeft aan zijn medeleerling. Die kan bijvoorbeeld gericht zijn op verbetering van het leerproces of op het rechtzetten van dingen die de leerling niet goed heeft begrepen.
3. Interventies gericht op welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen Kinderen en jongeren gaan naar school om te leren en zichzelf te ontwikkelen. Dit lukt het beste als ze goed in hun vel zitten en zich veilig voelen op school. Scholen hebben hier invloed op door het pedagogisch klimaat op de school bewust vorm te geven. Welbevinden is bevorderend voor het leren. Maar ook andersom: het krijgen van goed onderwijs is bevorderend voor het welbevinden van kinderen en jongeren; de relatie tussen welbevinden en leerresultaten is dynamisch én wederkerig.
Wat voor typen interventies zijn er?
Er is een grote verscheidenheid in typen interventies die zich richten op het vergroten van het welbevinden van kinderen en jongeren. De meest voorkomende typen interventies in de schoolcontext zijn interventies die zich richten op:
Sociaal-emotionele vaardigheden
Sociale probleemoplossende technieken (sociale vaardigheden) Veerkracht (leerlingen en leerkrachten)
Mindfulness / meditatie Conflicthantering
Inzet van peer mediators Tegengaan van pesten
Woedebeheersing Programma
Stressmanagement en coping-vaardigheden Vaardigheden om ‘nee’ te zeggen
Training van leerkrachten in klassenmanagement en eigen competenties Oudertraining in opvoedvaardigheden
Cognitieve gedragstherapie (voor specifieke groepen)
Vaak wordt ingezet op een combinatie van bovenstaande typen interventies. Zoals aangegeven is het van belang dat interventies aansluiten bij een analyse (wat is nodig?) en ingezet worden binnen een brede of integrale aanpak gericht op welbevinden.
Na het afnemen van de vragenlijsten van leerkrachten en leerlingen wordt gekeken wat er per groep nodig is. Het bovenstaande is een indicatie, de ene groep kan hier iets mee en voor een andere groep is een geheel ander traject nodig. Hierin kunnen we gebruik maken van het
expertise centrum, die als het nodig is mee kan denken en op maat met een aanpak kan komen.
4. Cultuureducatie
Cultuureducatie wordt omschreven als meedoen aan kunstzinnige en creatieve activiteiten zoals dans, drama, muziek, schilderen of beeldhouwen. Deze interventie kan als onderdeel van het lesprogramma plaatsvinden of als buitenschoolse activiteit. Cultuureducatie kan wekelijks of maandelijks worden georganiseerd of in de vorm van een intensiever programma, zoals via zomerscholen of meerdaagse cursussen met verblijf. Hoewel de activiteiten op zichzelf ook educatieve waarde hebben, gaat het in deze menukaart om het effect van cultuureducatie op de schoolprestaties.
Vanuit onze visie van talentontwikkeling maken wij keuzes.
Klik hier voor visiedocument OBS De Weidevogel talentontwikkeling
Hierbij wordt in goed overleg gekeken wat de ouderraad kan bijdrage aan uitstapjes of activiteiten binnen de school.
Groepsdoorbroken activiteiten vergroten hierin de saamhorigheid binnen de school. De Talentenweek zal dit schoolbreed uitdragen.
“Een talent maakt je blij en geeft je kracht. Zowel voor leerlingen als leerkrachten zijn talenten belangrijk om sterk in het leven te kunnen staan. Je hoeft niet ergens
het beste in te zijn, zolang je maar het beste in jezelf naar voren laat komen. Een talent maakt je trots en laat jou en anderen zien wat je kunt. Je moet je zelf
Waar moeten wij rekening mee houden?
Denk aan het volgende voor je deze interventie toepast in je leeromgeving:
Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat de onderzochte interventies zeer
uiteenlopende effecten hebben. Hoe verhoudt de door ons gekozen kunstinterventie zich tot wat je wilt verbeteren en hoe weet je of de interventie succesvol zal zijn?
- Betere leerprestaties blijken haalbaarder te zijn bij jonge leerlingen.
- Dat zingen en het bespelen van een muziekinstrument een positief effect heeft op de leerprestaties is vooral veelbelovend.
- Op kunst geïnspireerde oplossingen kunnen een manier zijn om oudere leerlingen weer bij het leren te betrekken, maar dat leidt niet altijd tot betere prestaties.
5. Metacognitie en zelfregulerend leren
Metacognitie en zelfregulerend leren zijn erop gericht leerlingen zelf concreter te laten nadenken over hun leerproces. Vaak krijgen ze speciale programma’s aangereikt om te leren hoe ze hun leerproces kunnen plannen, monitoren en evalueren. De interventies zijn doorgaans zo ingericht dat leerlingen zelf hun strategie kunnen bepalen en leren wat de beste aanpak is voor een bepaalde leertaak.
Zelfregulerend leren kan in drie hoofdcategorieën worden onderverdeeld:
- cognitie (het mentale proces van weten, begrijpen en leren);
- metacognitie (vaak omschreven als ‘leren leren’);
- motivatie (de bereidheid om onze (meta)cognitieve vaardigheden in te zetten).
Waar moeten wij rekening mee houden?
Welke expliciete taal en tips kunnen wij de leerlingen geven om hen te helpen bij het plannen, monitoren en evalueren van specifieke taken en van bepaalde aspecten van hun leerproces?
Binnen de Weidevogel zijn wij in het schooljaar 20/21 gestart met een schoolbrede aanpak om de executieve vaardigheden te versterken. Daarnaast wordt er in verschillende groepen
geëxperimenteerd met de growth mindset. Op dit moment wordt het team geschoold op het gebied van formatief evalueren.
Tevens gaan wij op de Weidevogel starten met formatief toetsen d.m.v. het toetsen met de
“Iep”. Hierin is het uitgangspunt; wat kunnen de leerlingen al en wat moeten zij nog leren. Dit wordt weergeven op een persoonlijke talentenkaart van de leerlingen.
Aandachtspunt is dat wij het komende jaar ons verder ontwikkelen om leerlingen verder uit te dagen voor specifieke leertaken zodat zij hun zelfregulatie en metacognitie kunnen ontwikkelen.
Dit kunnen wij realiseren door in de klas gesprekken over metacognitie te stimuleren,
gerelateerd aan het doel en de inhoud van de les. Binnen de ingeslagen weg van het formatief
Conclusie
Na deze uitvoerige analyse en keuzes vanuit de menukaart gaan wij dit omzetten in een jaarplan. Het plan zal als onderlegger dienen zodat er keuzes worden gemaakt in het aanbod.
Het plan van aanpak kan worden gemaakt na goedkeuring van de MR over de gemaakte keuzes van de school.
Hierin moeten alle keuzes passen binnen de financiële ruimte die er is vanuit het NPO. Zoals eerder beschreven moeten we keuzes maken tussen snelle interventies en het inzetten van duurzame ontwikkelingen. Als speerpunt gaan wij gebruik maken van eigen kennis en deze zonodig verbreden. Samen met het team, leerlingen en ouders worden er keuzes gemaakt die nodig zijn en passen binnen de huidige ontwikkelingen van De Weidevogel.
Nog even een korte opsomming van de speerpunten die wij hebben gekozen vanuit de menukaart en vanuit de behoefte zoals beschreven staat in de school scan.
● Instructie in kleine groepen
● Leren van en met medeleerlingen (tutoring)
● Interventies gericht op welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen
● Cultuureducatie
● Metacognitie en zelfregulerend leren
Naast al deze mogelijke interventies blijft er natuurlijk altijd de mogelijkheid om individuele arrangement aan te vragen bij het expertise centrum. Dit zal niet anders zijn dan wat wij nu al doen. Dit zal altijd in overleg gaan met ouders en school.
4. Leerkrachten “professionaliseren en teambuilding”
Naast de ondersteuning op leerling- en groepsniveau heeft de Corona Crisis ook veel gedaan met het team. Er is heel veel individueel gewerkt en er is op afstand gecommuniceerd met elkaar. Ondanks de beperkingen heeft het schoolteam laten zien dat zij in staat zijn geweest om de vernieuwingen binnen ons onderwijs te laten doorgaan. Toch is er behoefte om met elkaar de volgende stap te maken, dit is ook heel belangrijk omdat we na de zomer starten met twee nieuwe leerkrachten. Team building is erg belangrijk in deze fase. Er voor elkaar zijn en van- en met elkaar leren. Dit draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de school. Daarnaast worden leerkrachten meegenomen in de behoefte van de school, door scholing en verder
professionaliseren. Dit is duurzaam en hierin kan de school ook na het NPO van profiteren. De volgende onderdelen moeten dit versterken.
● Tweedaagse bij het start van het schooljaar
● Structurele collegiale consultatie (met vaste leervragen)
● Scholing op de gebieden waar de kennis niet of te weinig aanwezig is
● Coaching
● Structurele inzet van kennis vanuit het team.
Plan van aanpak NPO De Weidevogel
Instructie in kleine groepen
Omschrijving Tactische doelen Strategisch doel
augustus februari juli
Samenstellen van instructie groepen gebaseerd op de laatste toets gegevens.
In beeld brengen welke kinderen in aanmerking voor extra
ondersteuning.
Uitgangspunt toetsuitslagen juni 2021.
Evaluatie van de samengestelde groepen en eventueel aanpassen. Waar nodig is worden kinderen extra getoetst.
Alle kinderen zijn getoetst en er wordt een aangepaste analyse gemaakt voor
ondersteuning voor het volgende schooljaar.
Alle kinderen zijn op het niveau dat past bij hun persoonlijke ontwikkeling en verwachting.
Coördinatie en ondersteuning taal en rekenen
Analyse op groepsniveau rekenen en taal.
Ondersteuning bij het opstellen van de plannen.
Ondersteuning bieden aan de leerkrachten.
Waar mogelijk ondersteuning bij de uitvoering.
Evaluatie van ondersteuning en inzet.
Aanpassingen op basis van nieuwe resultaten en leerkracht behoeften.
Evaluatie van ondersteuning en inzet.
Aanpassingen op basis van nieuwe resultaten en leerkracht behoeften.
De taal en rekencoördinator profileren zich in hun nieuwe rol t.a.v. de inhoudelijke, vakgebonden, invulling.
De coördinatoren werken en vertalen de visie binnen de nieuwe structuur.
Ib en directie voeren 3 x groepsbespreking en
klassenbezoeken.
Vanaf augustus is de eerste ronde van
klassenbezoeken en besprekingen.
Tweede ronde van
klassenbezoeken en besprekingen.
Evaluatie van opbrengsten en inzet van extra ondersteuning met directie en ib.
Iedere groep krijgt vanuit de directie en ib ondersteuning dmv
groepsbespreking en en
Uitvoering vanuit het NPO.
0,6 FTE ambulante tijd, verdeeld over het specialisme taal, rekenen en formatief evalueren. Inzet vanuit het expertise centrum bij extra ondersteuning en maken van persoonlijke leerlijnen voor kinderen met een specifieke ondersteuning.
Leren van en met medeleerlingen (tutoring)
Omschrijving Tactische doelen Strategisch doel
augustus februari juli
Leerlingen ondersteunen elkaar binnen de groep
In kaart brengen van groepen waarin tutoring aan de orde is. DIt is een vaste onderdeel van het leerproces binnen de groep. Leren met elkaar en van elkaar.
Evaluatie en daardoor eventuele aanpassingen in de samenstelling en inhoud.
Teambreed wordt besproken of deze inzet heeft geleid tot het gewenste resultaat.
Planning maken voor volgend schooljaar. en succeservaringen delen en verder uitwerken.
Wederzijds leren , waarbij leerlingen elkaar kunnen afwisselen als instructeur en geïnstrueerde.
Leerlingen ondersteunen elkaar
groepsdoor- broken.
In kaart brengen van groepen waarbij groeps- doorbroken tutoring aan de orde is. In kaart brengen van mogelijke tutoren en deze
inhoudelijk voorbereiden op hun taak.
Evaluatie en daardoor eventuele aanpassingen in samenstelling en inhoud.
Evaluatie en planning voor het nieuwe
schooljaar.
Wederzijds leren:
leerlingen die verder zijn in hun leerontwikkeling ondersteunen leerlingen in een andere groep.
Uitvoering vanuit NPO
0,2 FTE ondersteuning op de uitvoering en ondersteuning, Aanschaf van ondersteunend materiaal. 5000 euro voor aanschaf schoolboeken technisch lezen en opbergmogelijkheden.
Interventies gericht op welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen
Omschrijving Tactische doelen Strategisch doel
augustus februari juli
Gouden weken Zilveren weken
Alle groepen starten de 1e vier weken met het zich eigen maken van de groeps- regels en routines waardoor een veilig klimaat geschapen wordt.
Herhaling direct na de
kerstvakantie om de inhoud te versterken. Dit noemen we de zilveren weken.
Teambreed wordt geëvalueerd over de inhoud van deze aanpak en de regels die daar bij horen.
Binnen alle groepen wordt er een veilig en leerklimaat gecreëerd.
Observatie Hart en Ziel
Oktober:
leerkrachten en leerlingen vullen de vragenlijsten in. Deze lijsten worden door een expert van de GGD met het team besproken.
Waar nodig zullen er interventies gepland worden.
Herhaling. Zie oktober
Evaluatie en overdracht naar de volgende groep. Er wordt bekeken in welke mate het IEP leerling- volgsysteem de rol van Hart en Ziel kan over- nemen zodat we alles onder hetzelfde systeem kunnen onder -brengen.
De school heeft goed in beeld welke leerlingen extra
ondersteuning nodig hebben op sociaal
emotioneel gebied, dit geldt ook voor problematieken die de hele groep aangaat.
Aanbod ‘Leer te durven’ groepen 7 en 8
Leerlingen worden geselec- teerd en ouders worden
Afsluiting en evaluatie met leerlingen en ouders.
Rol
gedragsspecialist wordt binnen de school
geïmplemen- teerd.
De gedrags- specialist inventa- riseert de extra interventies voor alle groepen en bespreekt haar plannen met de directie.
De
gedragsspecialist overlegt met directie en ib de lopende trajecten en mogelijke nieuwe trajecten.
Interventies worden geëvalueerd.
De
gedragsspecialist is een vast onderdeel van de professionali- sering van De Weidevogel.
Schoolbrede activiteiten
In de jaarplanning worden
activiteiten opgenomen die de onderlinge saamhorigheid versterken.
Hierbij speelt de ouderraad een belangrijke rol om samen met het team dit verder vorm te geven.
Uitvoering en eventuele aanpassingen.
Afsluiting en evaluatie met team. Ouderraad- plannen voor het komende jaar plannen.
De school organiseert activiteiten die bijdrage aan een veilig klimaat waarin de gehele school bij
betrokken is.
Uitvoering vanuit NPO
Inzet expertise centrum bij ondersteuning en uitvoering. Inkoop externe voor uitvoering waar nodig is. Ambulante inzet van gedrag specialist (0,1 FTE) Cultuureducatie
Omschrijving Tactische doelen Strategisch doel
augustus februari juli
Er wordt een inventarisatie gemaakt welk
Het team geeft aan wat er aan extra inhoud
Lopende
projecten worden geëvalueerd en
Afsluiting en evaluatie voor volgend
Er is een aanvullend aanbod voor
Uitvoering vanuit NPO
Binnen de mogelijkheden wordt bekeken of de wensen bekostigd kunnen worden vanuit het NPO. Er is een maximum bedrag beschikbaar van 15.000 euro.
Ouderbetrokkenheid
Omschrijving Tactische doelen Strategisch doel
augustus februari Juli
Ouderpanel Inventarisatie welke
onderwerpen wenselijk zijn.
November eerste ouderpanel.
Tweede ouderpanel (derde panel in april).
Evaluatie van de onderwerpen en agenda
samenstellen voor volgend schooljaar.
Ouderpanel weer vast onderdeel van de
communicatie met ouders over inhoudelijke thema's binnen de school.
Extra
ouderactiviteiten
Overleg met ouderraad en mr over bepalen activiteiten.
Er zijn dit schooljaar extra activiteiten die de verbinding weer zichtbaar moeten maken.
Eerste ouderavond
Plannen grote ouderavond in gymzaal, markt opstelling. Na de herfstvakantie.
Evalueren ouderavond en bekijken wat er nodig is de tweede helft van het schooljaar.
Er weer ruimte om ouders te informeren in de school.
Uitvoering vanuit NPO
Na inventarisatie wordt bekeken wat er nodig is om extra activiteiten te kunnen bekostigen.
Bijlage ambulante inzet:
Inzet ambulante tijd rekenen
Op donderdag en om de week op vrijdag ben ik ambulant. Ik ben sinds een aantal jaar rekenspecialist. Ik heb hiervoor de opleiding van Innoord gevolgd. Ieder jaar hebben de
rekenspecialisten een aantal bijeenkomsten op het expertisecentrum en volgen we een cursus.
Dit schooljaar gaat het over de meerbegaafde rekenaar.
Kindniveau
Naar aanleiding van de Cito rekentoetsen en de resultaten van Snappet heb ik de
rekenresultaten in kaart gebracht. Ik heb ook gekeken naar de individuele groei van kinderen. Ik heb mijn bevindingen besproken met Bob. Ik heb de kinderen ingedeeld in groepjes van twee en drie. Met sommige leerlingen werk ik individueel. Ik werk 30 tot 45 minuten per week per groepje. Ik werk vooral aan het getalbegrip, het optellen en aftrekken en het begrijpen van een opgave (Wat wordt er van mij gevraagd?). Ik gebruik hier veel rekenmateriaal bij. We zijn vooral handelend bezig. De kinderen moeten een beeld krijgen bij de getallen om ze te kunnen
begrijpen. Van deze sessies maak ik per kind een verslag in Parnassys. Zo nodig doe ik een rekenonderzoek.
Leerkrachtniveau
Met de leerkracht bespreek ik kinderen. Dat kunnen de kinderen zijn waarmee ik werk maar ook anderen waarover ze vragen hebben. Ik help bij het maken van een handelingsplan en geef tips.
Schoolniveau
Ik kom dit schooljaar bij iedere leerkracht op klassenbezoek. Ik gebruik hierbij een kijkwijzer.
Mijn focus ligt vooral op de instructie. Hoe wordt de instructie gegeven? Wat voor materiaal
Ambulante tijd Taal en lezen
Invulling volgt later.
Ambulante tijd onderbouw
Plan begeleiding kleutergroepen 2021-2022 Ambulante begeleiding door:
Anita op maandag en dinsdag.
Monique op donderdag.
Naar aanleiding van de observaties die genoteerd zijn door de kleuterleerkrachten in het observatiesysteem Kijk, worden groepjes kinderen samengesteld. De samenstelling van de groepjes kan per keer/periode veranderen Deze kinderen krijgen dan ondersteuning aangeboden op het gebied van:
● Fijne motoriek
● Beginnende geletterdheid
● Beginnende gecijferdheid
● Mondelinge taalvaardigheid
● Visuele en auditieve waarneming
● Ruimtelijke oriëntatie
We maken gebruik van de methode Kleuterplein en het ontwikkelings- en constructiemateriaal.
Anita en Monique noteren hun observaties in Kijk. Voeren overleg met kleuterleerkrachten.
Houden bij wat zij de kinderen aanbieden. (Logboek.) Evalueren iedere 4 weken en stellen zo nodig bij.
