OMGEVINGSVERGUNNING
voor: de nieuwe generatie blaasmiddelen
activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Covestro B.V.
locatie: Korte Groningerweg 1a, Foxhol vth-nummer: Z2017-00006585
bevoegd gezag: Provincie Groningen archiefnummer: GR-VERG-2017-000051 verzenddatum: 16 juni 2017
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 2 van 11 Inhoudsopgave
1 Besluit ... 3
1.1 Aanvraag ... 3
1.2 Besluit ... 3
1.3 Inwerkingtreding ... 3
1.4 Bezwaar ... 3
1.5 Ondertekening ... 4
1.6 Verzending ... 4
2 Procedure ... 5
2.1 Publicatie aanvraag ... 5
2.2 Reguliere procedure en beslistermijn ... 5
2.3 Verlenging... 5
2.4 Volledigheid ... 5
2.5 Bevoegd gezag ... 5
2.6 Adviezen ... 5
2.7 Publicatie besluit ... 5
3 Inhoudelijke overwegingen milieuneutraal veranderen ... 6
3.1 Huidige vergunningsituatie ... 6
3.2 Toetsingskader ... 6
3.3 Andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu ... 7
3.4 M.e.r.-plicht ... 8
3.5 Andere inrichting ... 8
3.6 Conclusie ... 8
4 Voorschriften ... 9
5 Bijlage 1: opstelplaats in gebruik zijnde 2 cilinders gebouw 57, begane grond ... 10
6 Bijlage 2: indeling loods 12 ... 11
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 3 van 11 1 Besluit
1.1 Aanvraag
Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen heeft op 3 april 2017 een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen voor de opslag en gebruik bij Covestro B.V. van een nieuwe generatie blaasmiddelen. De aanvraag is ingediend door Covestro B.V., Korte Groningerweg 1a, 9607 PS Foxhol.
De aanvraag heeft betrekking op de locatie Avebe-Weg 5 te Foxhol, kadastraal bekend gemeente Hoogezand, sectie L, nummers 4111, 4176, 4233, 4467, 4506 en 4539 (ged).
De volgende activiteit is aangevraagd:
het opslaan en gebruiken van de nieuwe generatie blaasmiddelen (milieuneutraal veranderen van een inrichting).
Het project bestaat uit het realiseren in de bestaande opslag (PGS 15) van een plek voor de opslag van maximaal 20 cilinders (elk 900 liter) met de nieuwe generatie blaasmiddelen. In de bestaande fabriek worden de te gebruiken cilinders geplaatst (twee) en aangesloten met leidingen (deels bestaand). Op deze manier kunnen de nieuwe blaasmiddelen specifiek in de bestaande installaties worden gebruikt voor de productie van schuimen. De nieuwe blaasmiddelen komen in de plaats van de huidige, minder milieuvriendelijke, blaasmiddelen. De productiecapaciteit van schuimen verandert niet.
1.2 Besluit
Het college van Gedeputeerde Staten besluit:
1. gelet op artikel 2.1 Wabo, de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de bij de aanvraag behorende bescheiden
2. dat de vergunning wordt verleend voor de activiteit:
het milieuneutraal veranderen van een inrichting, artikel 2.1, lid 1 onder e in samenhang met artikel 3.10, lid 3 Wabo
3. dat er voorschriften aan de vergunning worden verbonden 4. dat de volgende stukken deel uitmaken van de vergunning:
aanvraagformulier OLO2898171
toelichting OLO aanvraag nr 2898171
reactie op kenmerkt ODG Z2017-00006586 5. dat de vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.
1.3 Inwerkingtreding
Deze vergunning treedt in werking op de dag na bekendmaking. Bekendmaking gebeurt door toezending (is verzenddatum).
1.4 Bezwaar
Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden bij Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen binnen zes weken na de dag van bekendmaking bezwaar maken door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift.
Als onverwijlde spoed dit vereist, kan ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland (Postbus 150, 9700AD Groningen).
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 4 van 11 1.5 Ondertekening
Het college van burgemeester en wethouders van Provincie Groningen, namens deze,
De heer A.J. Klijn
Afdelingshoofd Primair Proces
1.6 Verzending
Verzonden op: 16 juni 2017
Een afschrift van dit besluit is verzonden aan:
AVEBE, Locatie Foxhol, Postbus 15, 9640 AA Veendam
(info@avebe.com)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, Postbus 75, 9600 AE Hoogezand
(gemeente@hoogezand-sappemeer.nl)
Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (IL&T), Postbus 16191, 2500 BD Den Haag (ILTDocumentManagement@ilent.nl)
Inspectie-SZW, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag (contact@inspectieszw.nl)
Veiligheidsregio Groningen, Postbus 66, 9700 AB Groningen (info@vrgroningen.nl)
Waterschap Hunze en Aa's, Postbus 195, 9640 AD Veendam (waterschap@hunzeenaas.nl).
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 5 van 11 2 Procedure
2.1 Publicatie aanvraag
Van de aanvraag is kennisgegeven door publicatie op de provinciale website.
2.2 Reguliere procedure en beslistermijn
De beslissing op de aanvraag is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.2 Wabo. Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag dient op de aanvraag te worden beslist.
2.3 Verlenging
Er is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn eenmaal met 6 weken te verlengen. Van de verlenging is mededeling gedaan op de website van Provincie Groningen. De reden voor deze verlenging is de vertraging van de interne beoordeling van onder meer de aanvullingen.
2.4 Volledigheid
De aanvraag is aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op volledigheid.
De aanvraag bevatte onvoldoende gegevens voor een goede beoordeling van de gevolgen van het project voor de fysieke leefomgeving. Op 18 april 2017 is de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen. De gevraagde gegevens zijn op 24 april 2017 reeds ontvangen. Na ontvangst van deze gegevens was de aanvraag volledig. De beslistermijn is opgeschort met de termijn die gebruikt is voor de aanvulling van de gegevens, namelijk met 1 week.
2.5 Bevoegd gezag
Gelet op de projectbeschrijving en op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage, zijn wij bevoegd om de omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren.
Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Verder moeten wij ervoor te zorgen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
2.6 Adviezen
In artikel 2.26 Wabo en artikelen 6.1 tot en met 6.4 Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op de projectomschrijving blijkt er geen reden tot brandgevaar, bodem- of waterverontreiniging of op ruimtelijke risico's en zijn er geen adviezen aangevraagd.
2.7 Publicatie besluit
Van dit besluit wordt mededeling gedaan door publicatie op provinciale website.
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 6 van 11 3 Inhoudelijke overwegingen milieuneutraal veranderen
De aanvraag heeft betrekking op het toepassen van de nieuwe generatie blaasmiddelen voor de productie van PUR-schuimen. Daartoe worden de cilinders met het nieuwe blaasmiddel opgeslagen. Het nieuwe blaasmiddel is niet brandbaar en niet giftig en wordt onder druk opgeslagen. Tevens wordt de technische installatie aangepast voor het gebruik ervan.
Het bestaande productieproces blijft verder onveranderd.
Als activiteit is in de aanvraag aangegeven het opslaan van roerende goederen. Wij hebben deze aanvraag als een aanvraag milieuneutraal veranderen verwerkt.
Covestro is voornemens om een nieuwe generatie blaasmiddel (hydrofluoro-olefins, verder HFO's) toe te passen in het productieproces voor de productie van polyurethaan basisgrondstoffen. Polyurethaan wordt gebruikt als isolatiemateriaal. Covestro produceert basisgrondstoffen zoals polyolen en mengsel van basisgrondstoffen en additieven (compounds).
In de compoundafdeling (de productie- en menginstallatie) worden diverse chemicaliën toegevoegd aan de polyolen in mengketels. Deze chemicaliën doen dienst als blaasmiddel, katalysator, waterbinder en/of vlamvertrager.
In de huidige situatie wordt als blaasmiddel CFK's en HFK's (ozonlaag afbrekende stoffen) toegepast.
Covestro wil vanwege het komende verbod van deze stoffen een nieuwe generatie blaasmiddel HFO's toepassen.
Covestro is een hogedrempelinrichting in het kader van het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO2015) vanwege de aanwezigheid van propyleenoxide. De toepassing van het nieuwe blaasmiddel (vanuit cilinders) heeft geen gevolgen voor de aanwijsgrond.
3.1 Huidige vergunningsituatie
Eerder zijn de volgende omgevingsvergunningen verleend:
op 3 april 2007 is een revisievergunning verleend
op 5 januari 2011 is een veranderingsvergunning (nummer 2007-5437/14,MV) ingevolge de Wabo verleend voor het achterwege laten van een rook- en warmteafvoerinstallatie op loods 12.
Daarnaast zijn de volgende meldingen op grond van het artikel 8.19 Wet milieubeheer ingediend:
op 26 april 2007: bouw loods
op 21 april 2009: aanpassen opslaghoeveelheden in opslagloods en eco-containers
op 25 juni 2012, verplaatsen losplaats voor opslagtank V-850
Ingevolge artikel 1.2, eerste lid, Invoeringswet Wabo, worden deze meldingen, mits van kracht en onherroepelijk, gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit.
Daarnaast zijn de volgende omgevingsvergunningen voor een milieuneutrale wijziging verleend:
op 13 mei 2014: plaatsen opslagkooi voor propaanflessen
op 21 april 2015: wijziging gevaarlijke stoffen in loods 12.
3.2 Toetsingskader
In artikel 2.14 lid 5 Wabo wordt bepaald dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, Wabo.
Dit betekent dat de gevraagde vergunning kan worden verleend als de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of van de werkwijze binnen de inrichting:
niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) is toegestaan
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 7 van 11
niet mer-plichtig is
niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend.
Hieronder volgt de toetsing of aan deze voorwaarden is voldaan.
3.3 Andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu
De veranderingen hebben geen andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan waarvoor de vigerende omgevingsvergunning geldt (er wordt binnen de vergunde milieuruimte gebleven).
Afvalstoffen
Door de activiteiten van de aanvraag komen er geen nieuwe afvalstoffen bij en verandert de hoeveelheid of soort afvalstoffen niet.
Afvalwater
Door de activiteiten van de aanvraag komen er geen nieuwe afvalwaterstromen bij en verandert de hoeveelheid of soort afvalwater niet.
BBT
Het nieuwe blaasmiddel heeft minder effecten op met name de aantasting van de ozonlaag (ODP) en daarnaast een vermindering van het aardopwarmingpotentieel (GWP) tot gevolg. Dit past in het eerder beoordeelde kader van BBT.
Bodem
Door de activiteiten van de aanvraag zijn er geen veranderingen in de bedreiging van de bodem. Het vigerende bodemrisicodocument voldoet.
Energie
Door de activiteiten van de aanvraag blijft het energieverbruik onveranderd.
Geluid
Door de activiteiten van de aanvraag komen er geen nieuwe geluidbronnen bij en verandert de totale geluidbelasting van de inrichting naar de omgeving niet.
Lucht
De activiteiten die nu zijn aangevraagd vallen voor de luchtaspecten onder de directe werking van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Hierin zijn voor het nieuw toe te passen blaasmiddel geen specifieke gegevens opgenomen. De algemene regels (artikel 2.5) ten aanzien van de emissies zijn van toepassing.
De algemene regels voldoen voor de aangevraagde wijzigingen. Wij zien daarom geen reden tot het opnemen van maatwerkvoorschriften.
Opmerking: het nieuwe blaasmiddel wordt toegepast, omdat deze milieuvriendelijker is dan de nu toegepaste blaasmiddelen.
Externe veiligheid
Covestro is voornemens om een nieuw blaasmiddel toe te passen in het bestaande productieproces. In de overgangsperiode zal het blaasmiddel vanuit een cilinder worden gedoseerd in de bestaande mengtanks.
Deze overgangsperiode duurt totdat de bestaande blaasmiddelen zijn uitgefaseerd. Het blaasmiddel wordt dan vanuit de mengtank (V-850), die nu ook wordt gebruikt voor de opslag van blaasmiddel, aan het proces toegevoegd.
Covestro heeft aangevraagd om tijdens de overgangsperiode het blaasmiddel als werkvoorraad op te slaan in het productiegebouw 57 (uitsluitend op de begane grond, maximaal twee cilinders). Hiervoor worden
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 8 van 11 twee locaties voorzien. De overige cilinders zullen worden opgeslagen in de bestaande PGS 15 opslag- voorziening in loods 12 (maximaal 20 cilinders).
De aangevraagde cilinders vallen niet onder de definitie van gasflessen/gaspatronen, zoals bedoeld in PGS 15 (uitgave 2016). Het betreft drukvaten met een inhoud van 900 liter. Het in de drukvaten aanwezige blaasmiddel (gas) is niet brandbaar en niet giftig. Gelet hierop zijn wij van mening dat deze drukvaten in de bestaande opslagvoorziening (waarin de opslag van brandbare vloeistoffen ADR 3 en brandbare vaste stoffen ADR 4.1 niet is toegestaan) mogen worden opgeslagen gedurende de overgangsperiode. Hierbij stellen wij als voorwaarde dat deze cilinders in één apart vak moeten worden opgeslagen en dat geen gezamenlijke opslag met andere gevaarlijke stoffen mag plaatsvinden.
In de vigerende omgevingsvergunning van Covestro zijn in de voorschriften 9.2.1 en 9.2.2 registratie- verplichtingen opgenomen voor de in de bestaande loods 12 opgeslagen gevaarlijke stoffen. Eén van de registratieverlichtingen is het vastleggen van de samenstelling en gewichtspercentage (de bronterm) van de in loods 12 opgeslagen stoffen. De opslag van het nieuwe blaasmiddel is van invloed op de huidige samenstelling (bronterm) vanwege de aanwezigheid van chloor- en fluoratomen. In de genoemde voor- schriften verplichten wij Covestro om na inwerkintreding van deze vergunning opnieuw de bronterm te bepalen en wordt geregistreerd.
Conclusie
Er zijn geen andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevings- vergunning is toegestaan door de opslag en het toepassen van het nieuwe blaasmiddel.
Om risico's door de opslag en het gebruik van het nieuwe blaasmiddel te voorkomen zijn voorschriften bij dit besluit gevoegd.
3.4 M.e.r.-plicht
De voorgenomen verandering is niet opgenomen in bijlage C of bijlage D van het Besluit milieueffect- rapportage 1999. In de Provinciale Omgevingsverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. De activiteit is derhalve niet m.e.r.-plichtig of m.e.r.- beoordelingsplichtig.
3.5 Andere inrichting
Het betreft een inrichting voor de productie van schuimen met blaasmiddelen. Door de voorgenomen veranderingen zal dit niet veranderen.
3.6 Conclusie
Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de gevraagde omgevingsvergunning te weigeren. Er is aanleiding nadere voorschriften op te nemen.
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 9 van 11 4 Voorschriften
1. De opslag (voorraad) van blaasmiddel in drukvaten dient plaats te vinden in een separaat vak in de bestaande loods 12.
2. In de opslagvoorziening (loods 12) mag de opslag van drukvaten plaatsvinden in een apart vak waarbij in de overige vakken in het betreffende opslaggedeelte uitsluitend de opslag van niet brandbare stoffen is toegestaan (zie ter toelichting bijlage 2 van dit besluit, waarin met geel is aangegeven wat met een opslaggedeelte is bedoeld).
3. De opslag van gassen in drukvaten mag uitsluitend geschieden in UN-gekeurde verpakking.
4. Binnen 3 maanden na het in werking treden van deze omgevingsvergunning dient vergunninghouder een beproevingsbewijs van de roll-drums (drukvaten) te overleggen, waarmee wordt aangetoond dat deze verpakking voldoet aan de gestelde eisen van het ADR.
5. De maximale opslagcapaciteit in de bestaande loods 12 bedraagt 565 ton, waarbij de volgende op grond van het ADR ingedeelde categorieën stoffen in emballage en drukvaten aanwezig mogen zijn:
klasse 2.2, maximaal 20 drukvaten à 900 liter
klasse 6.1
klasse 8
klasse 9.
6. De plaats van opstelling van maximaal 2 drukvaten die in gebruik zijn in het productiegebouw 57 (de werkvoorraad) bevinden zich uitsluitend op de begane grond en op de plaats zoals aangegeven op de in bijlage 1 bij dit besluit gevoegde tekening.
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 10 van 11 5 Bijlage 1: opstelplaats in gebruik zijnde 2 cilinders gebouw 57, begane grond
Covestro milieuneutraal 15 juni 2017 pagina 11 van 11 6 Bijlage 2: indeling loods 12
