• No results found

Sterkte/zwakte analyse. opleiding Bachelor Docent Beeldende Kunst en Vormgeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sterkte/zwakte analyse. opleiding Bachelor Docent Beeldende Kunst en Vormgeving"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sterkte/zwakte analyse opleiding

Bachelor Docent

Beeldende Kunst en Vormgeving

Eindstage 2018-2019-2020 Simone van Groenestijn

HKU DOD 2018-2019

Student nr. 3027793

(2)

Inhoudsopgave

Sterktes – Waar ben ik goed in?...3

Zwaktes – Wat zijn mijn minder sterke eigenschappen?...3

Sterkte/zwakte analyse aan de hand van de competentiepunten...4

01. Vakinhoudelijk en artistiek competent...4

02. Pedagogisch-didactisch competent...5

03. Interpersoonlijk competent...5

04. Omgevingsgerichtheid...6

05. Kritisch-reflectief competent...7

Kernkwadranten - sterke punten en ontwikkelpunten...9

Kernkwadrant 1... 10

Kernkwadrant 2...11

Kernkwadrant 3... 12

Bronnen... 13

Afbeelding 1: S W O T – Bron: The Research Company BV, 2013

(3)

Sterktes – Waar ben ik goed in?

De afgelopen maanden heb ik stage gelopen bij het Grafisch Lyceum in Utrecht op de locatie aan de Koningin Wilhelminalaan. Hier zitten de afdelingen webdesign en webdevelopment. Ik heb les gegeven aan twee eerstejaarsgroepen van de afdeling webdevelopment. Dit is een vrij technische opleiding. De afdeling webdesign is meer gericht op de vormgeving, de afdeling webdevelopment houdt zich vooral bezig met de functionaliteit, de “achterkant” van de website.

Het was voor mij een hele mooie kans en uitdaging om juist hier mijn eindstage te kunnen doen.

Een van mijn sterke kanten is dat ik een brede kennis heb van zowel de technische kant als ook van de ontwerpkant. Als het gaat over het maken van websites, dan ben ik goed thuis in de ontwerpkant, de “voorkant” van de website, de vormgeving, dat wat de gebruiker ziet, de directe interactie met de gebruiker en tegelijkertijd weet ik goed hoe de “achterkant” van een website in elkaar zit. Ik heb een behoorlijk grote kennis van de verschillende programmeertalen die aan de achterkant van een website gebruikt worden. Ik heb een goede kennis van hoe bijvoorbeeld de koppeling met een database werkt en hoe websites “responsive” gemaakt kunnen worden.

Ik ben sterk in vormgeving en beeldbewerking en ik ben goed in programmeren. Dat is een combinatie die niet veel voorkomt. Meestal heeft iemand een duidelijke voorkeur voor ofwel de meer technische kant, het programmeren, ofwel voor de meer creatieve kant, het ontwerpen, de vormgeving. Ook bij leerlingen kun je deze voorkeuren goed herkennen. Al op jonge leeftijd laten ze een duidelijke voorkeur zien voor ofwel de meer technische kant of juist meer het ontwerpen.

Sommige leerlingen vinden het heerlijk om helemaal de code in te duiken en net zo lang door te programmeren tot alles werkt. Andere leerlingen haken hier snel bij af, maar vinden het dan weer heerlijk om bijvoorbeeld animaties te maken of een figuurtje te ontwerpen dat enkel bestaat uit pixels, of om een voorwerp zo exact mogelijk na te maken in een 3D-programma. De leerlingen die zich graag verliezen in code zijn meestal minder geïnteresseerd in het maken van afbeeldingen, of in het nadenken over hoe de vormgeving van de website eruit zou kunnen zien.

Zelf ben ik een uitzondering op die regel. Ik ben zowel sterk in beeldbewerking en vormgeving als ook in het werken met code. Dat is een sterkte en zwakte tegelijk. Ik ben in alles goed, maar niet in een ding uitzonderlijk goed. Ik heb mij niet gespecialiseerd in één ding, maar heb mijzelf juist heel breed ontwikkeld. Dat kan een voordeel en een nadeel zijn. Er is niet één ding waar ik echt in uitblink. Het is de combinatie waar ik in uitblink, dat ik het allebei kan en daarmee een vertaalslag en een verbinding kan maken tussen de beide, verschillende disciplines.

Zwaktes – Wat zijn mijn minder sterke eigenschappen?

Ik verlies mijzelf snel in de details. Ik let heel erg op de details, waardoor ik soms het hele plaatje uit het oog verlies. Ook kan ik soms zo opgaan in de details, dat ik er veel te veel tijd in stop dan nodig zou zijn. Iedere punt, komma, hoofdletter, lettergrootte, dubbele spatie, enz. zie ik en wil ik eruit halen voordat ik werk afrond en inlever. Ook bij het werk dat leerlingen inleveren zie ik iedere spelfout onmiddellijk, maar ook bijvoorbeeld verschillende groottes van lettertypes, verschillende spatiëringen, verschillende lettertypes zie ik meteen. Ik zeg er niet altijd wat van, hoewel ik leerlingen er wel probeer bewust van te maken dat er mensen zijn die die details wel waarnemen en dat het best belangrijk is om daar ook over na te denken, ook al vind je het zelf niet belangrijk.

Ik kan soms zo opgaan in de details dat ik ergens veel langer mee bezig ben dan nodig is. Voor mijzelf vind ik die verdieping altijd zeker waardevol, maar soms denk ik wel eens dat het misschien beter zou zijn om projecten wat vlotter af te ronden en wat minder op de details te letten. Het maken van een goede planning zou mij waarschijnlijk kunnen helpen om wat efficiënter aan projecten te werken en mijzelf wat minder te verliezen in de details.

(4)

Sterkte/zwakte analyse aan de hand van de competentiepunten

Competentie

1. Vakinhoudelijk en artistiek competent Competentie

02. Pedagogisch-didactisch competent Competentie

03. Interpersoonlijk competent Competentie

04. Omgevingsgerichtheid Competentie

05. Kritisch-reflectief competent

Competentie

01. Vakinhoudelijk en artistiek competent

Sterkte/kans

Ik ben goed op de hoogte wat er vakinhoudelijk speelt. Ik maak daar echter niet altijd even goed gebruik van tijdens de lessen. Ik wil leerlingen graag creatief uitdagen. Ik vind het leuk om te zien hoe zij zich ontwikkelen en met welke ideeën zij zelf komen. Ik ben vooral geïnteresseerd om leerlingen zelf creatief aan de slag te laten gaan en zelf hun eigen creatieve mogelijkheden te laten ontdekken. Ik wil hen graag begeleiden in dat proces.

Zwakte/bedreiging

Het gevaar daarbij is dat ik juist het kunstbeschouwen soms wat te veel achterwege laat. Juist door met leerlingen kunst te analyseren, kunnen zij hun eigen creativeit uitbreiden en krijgen zij meer mogelijkheden, kennis en tools tot hun beschikking om ook zelf nieuwe richtingen te onderzoeken en hun eigen creatieve oplossingen en ideeën uit te breiden.

Omdat ik er onbewust misschien tegenop zie om met leerlingen kunst te gaan beschouwen, sla ik die stap vaak over en zet hen meteen aan het werk. Een oplossing om dit probleem te

ondervangen zou kunnen zijn om niet meteen bij de introductie van een project kunst te

beschouwen, maar dat halverwege te doen. De leerlingen gaan dan eerst zelf aan het werk, zoals ze dat van mij gewend zijn. De tussentijdse bespreking van hun eigen werk kan ik dan koppelen aan het bespreken en analyseren van het werk van andere kunstenaars. Zij hebben dan zelf al wat kunnen experimenteren met de opdracht en kunnen vervolgens halverwege het traject hun ideeën uitbreiden door hun ideeën te koppelen aan voorbeelden van werk van andere kunstenaars. Het zou een interessante manier kunnen zijn om het zo aan te bieden.

Ik beschik over veel materiaal van kunstenaars dat ik in de lessen zou kunnen laten zien. Dat materiaal vormt voor mijzelf een belangrijke inspiratie. Ik denk dat het voor de leerlingen zeker ook een waardevolle inspiratie kan vormen. Ik zou daar in mijn lessen meer gebruik van moeten maken. Ik denk dat het een goede uitdaging voor mij is om de mogelijkheden te onderzoeken om dit vaker in de lessen aan bod te laten komen.

(5)

Competentie

02. Pedagogisch-didactisch competent

Sterkte/kans

Ik ben goed op de hoogte van de verschillende pedagogisch-didactische ontwikkelingen en rollen van de docent. Ik heb een uitgesproken visie over wat ik belangrijk vind. Ik stel graag de leerling centraal. Ik ben erg gericht op de leerling als individu. Ik wil het liefste iedere leerling een

persoonlijk leertraject geven.

Zwakte/bedreiging

Ik heb een hele eigen visie op onderwijs. Die visie komt niet altijd overeen met de visie van

anderen. Ik wil graag mijn ideeën over onderwijs en lesgeven in de praktijk brengen, maar ik merk dat dat nog wel eens botst met hoe collega's het zien. Ik wil leerlingen veel vrijheid geven, ik zou het liefste als een soort coach voor hen aanwezig zijn, veel meer dan als een traditionele

leerkracht die voor de klas staat en een les draait. Ik zou leerlingen graag veel meer ruimte willen geven om het onderwijs op hun eigen manier in te richten, een manier die voor iedere leerling anders is. Ik weet niet of dit realistisch of haalbaar is, maar ik zou het graag willen proberen en de leerlingen de kans willen geven om dit te proberen. Dit botst nog wel eens met hoe collega's hierover denken. Misschien moet ik soms mijn eigen ideeën wat meer loslaten en wat meer luisteren naar wat ervaren collega's zeggen over hoe je een les het beste kunt inrichten. Ik heb de neiging het advies van collega's niet altijd meteen op te willen volgen en het eerst op mijn eigen manier te willen proberen, maar misschien is de manier waarop anderen het doen helemaal zo slecht nog niet en kan ik daar best nog veel van leren. Het is een bedreiging voor mij dat ik soms de neiging heb te denken dat mijn manier van lesgeven de beste manier is. De traditionele manier van lesgeven, waarbij 26 leerlingen in een lokaal zitten en gezamenlijk een opdracht krijgen uitgelegd, is misschien helemaal niet zo erg als ik soms denk. Misschien moet ik mijzelf de traditionele methoden van lesgeven gewoon eerst eens eigen maken en dan daarna kijken hoe ik kan gaan variëren met andere manieren van meer flexibel onderwijs.

Competentie

03. Interpersoonlijk competent

Sterkte/kans

Ik wil er graag voor iedere leerling persoonlijk zijn. Ik zie een klas als een groep van individuen, die allemaal eigen talenten hebben en eigen voorkeuren voor wat goed bij hen zou passen. Ik wil graag tegemoetkomen aan al die verschillende persoonlijke leerstijlen. Ik wil graag voor iedere leerling de les zo inrichten dat het goed past bij die leerling. Ik verlies daarbij nog wel eens de groep als groep uit het oog. Ik wil graag iedere leerling persoonlijk helpen in zijn/haar ontwikkeling.

Soms is het echter ook goed om dit te doen vanuit de gedachte van een klas als groep, als

eenheid. Het is voor mij steeds weer een uitdaging om de klas als klas te zien en zo te benaderen.

Zwakte/bedreiging

Ik heb het gevoel dat ik nog steeds pas weinig ervaring heb met het leiden van een groep. Als ik les geef aan een klas met 26 leerlingen, zie ik 26 individuen voor mij. Ik vind het nog steeds lastig om de groep als groep les te geven. Ik heb dit aangegeven als een van mijn leerdoelen en ik denk dat dit nog steeds een van mijn belangrijkste leerpunten is. Hoe zorg ik voor een goede sfeer in de klas, waar iedere leerling zich veilig voelt en iedere leerling tot productiviteit komt? De afgelopen maanden tijdens de lessen bij het GLU was dit voor mij steeds weer een aandachtspunt.

Wat mij opviel bij de lessen was dat het 's ochtends vaak veel beter ging dan 's middags en dat ook het lokaal, de fysieke ruimte, grote invloed heeft op hoe de lessen verlopen. Dezelfde groep

(6)

leerlingen gedraagt zich anders afhankelijk van of het ochtend of middag is en in welk lokaal we zitten. Ik heb verschillende keren geëxperimenteerd met de opstelling van de tafels en ben

gedurende het schooljaar ook steeds strenger en consequenter geworden over waar de leerlingen in het lokaal zitten. Ik merk dat het enorm helpt om over een goede indeling van het lokaal na te denken en ervoor te zorgen dat deze opstelling klaar staat als de leerlingen binnen komen.

Bij mijn stage bij Ithaka-ISK en bij mijn stage op de basisschool gaf ik bij binnenkomst in het lokaal iedere leerling een hand. Dat werkte erg goed. Op het GLU is dit niet gebruikelijk. Ik ben op een gegeven moment wel begonnen om aan het einde van de les bij de deur te gaan staan en iedere leerling persoonlijk een fijn weekend te wensen. Dat is een klein detail, maar ik had het idee dat dat al een verbetering bracht in de sfeer.

Ik denk dat het belangrijk is dat ik voor mijzelf hele duidelijke grenzen formuleer van wat ik wel en niet accepteer en tolereer tijdens een les. Ik denk dat ik nu af en toe ook wel eens verrast werd door wat er tijdens een les allemaal kan gebeuren. Ik was er onbewust vanuit gegaan dat de leerlingen bij het GLU al bijna volwassen zijn en zich gedragen als leerlingen die zelf voor deze opleiding hebben gekozen en graag deze lessen willen volgen. Dat is misschien ook wel zo, maar tegelijkertijd is er een ook een groepsdynamiek en zijn ze ongemerkt toch ook voortdurend aan het uitproberen over welke grenzen ze kunnen. Het zijn voor een groot deel toch ook nog echt pubers die volop in ontwikkeling zijn en continue hun eigen grenzen en de grenzen van anderen aan het ontdekken zijn. Dat is iets waar ik mij de afgelopen maanden beter bewust van ben geworden. Het is een hele waardevolle ervaring geweest om in het MBO les te geven. Ik denk dat er een

belangrijke uitdaging voor mij ligt om hier nog meer in te groeien.

Competentie

04. Omgevingsgerichtheid

Sterkte/kans

Ik houd goed bij wat er allemaal speelt op het gebied van nieuwe ontwikkelingen. Ik kijk graag naar televisieprogramma's zoals Tegenlicht, waarin regelmatig nieuwe ontwikkelingen en nieuwe perspectieven besproken worden en deze vaak ook kritisch bekeken worden. In deze uitzendingen komen mensen aan het woord die vaak goed op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen rondom een bepaald thema en daar zowel de voors als tegens van kunnen belichten. In deze uitzendingen komt vaak kritisch aan bod wat de aandachtspunten zijn van nieuwe ontwikkelingen, zonder dat deze nieuwe ontwikkelingen meteen worden afgekeurd. Integendeel, de meeste mensen die aan het woord komen zijn mensen die voorstander zijn van veranderingen, maar wel op een

verantwoorde en bewuste manier. Ik vind het interessant om over deze ideeën na te denken en ga graag met anderen het gesprek aan over deze thema's. Onbewust ga ik er dan van uit dat anderen net zo goed op de hoogte zijn over deze thema's, bijvoorbeeld het gebruik van Bitcoins, het

gebruik van gratis software, zoals Google Maps, thema's als cyber security, het digitaal opslaan van persoonlijke, medische en juridische gegevens, inzicht in gegevens, het gebruik van digitale middelen. En daarnaast ook het communiceren via digitale media en lesgeven via digitale media.

Om goed te begrijpen wat de mogelijkheden en daarmee ook de gevaren, de aandachtspunten van de verschillende platformen en software zijn, moet je veel kennis hebben van hoe deze programma's in elkaar zitten. Ik ga er soms onbewust vanuit dat anderen net zo goed op de hoogte zijn van de verschillende softwareprogramma's als ik, dat anderen ook goed bijhouden wat er speelt op het gebied van nieuwe ontwikkelingen. Dat is echter lang niet altijd het geval.

Ik moet er beter rekening mee houden dat niet iedereen dezelfde interesse heeft in nieuwe media en de nieuwe ontwikkelingen. Ik houd ervan om meteen relaties te leggen tussen nieuwe

technische ontwikkelingen en de sociale ontwikkelingen die daaruit voortkomen. Ik zie daarbij, over het algemeen, altijd vooral mogelijkheden en interessante positieve ontwikkelingen. Niet iedereen ziet echter de nieuwe ontwikkelingen altijd even positief. Ik neig er soms naar om mensen, die veranderingen als bedreiging zien, al snel te zien als “ouderwets”, mensen die niet meegaan met

(7)

hun tijd. Maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn. Sommige mensen hebben meer tijd nodig om te wennen aan nieuwe technische mogelijkheden. Niet bij iedereen komt het

enthousiasme voor nieuwe mogelijkheden even snel. Intussen weet ik dat uiteindelijk de ontwikkelingen gewoon door zullen zetten, al laat het soms even op zich wachten.

Zwakte/bedreiging

Ik neem vaak onbewust aan dat andere mensen op dezelfde manier denken als ik, dezelfde denkstappen maken, dezelfde relaties leggen tussen verschillende onderwerpen. Pas als je uitgebreider met iemand in gesprek gaat, kom je erachter dat de ander dingen soms heel anders ziet en ook hele andere dingen belangrijk vindt. Prioriteiten, wat iemand belangrijk vindt, in het leven, in een les, in het onderwijs, kunnen enorm verschillen. Ik verbaas me er bijvoorbeeld over dat er docenten zijn die in de vakantie echt vakantie houden, die dan niet met school of onderwijs bezig zijn. Voor mij loopt mijn werk altijd door, dag en nacht, maar dat is niet voor iedereen zo.

Op dezelfde manier ben ik ook van mening dat je altijd, dag en nacht, klaar moet staan voor je leerlingen. Niet alleen tijdens de les, maar op ieder moment dat ze je nodig hebben. Ik heb tijdens mijn verschillende stages intussen wel geleerd, dat je als docent ook duidelijke grenzen moet trekken. Je bent voor de leerlingen de docent. Dat is een rol die je aanneemt. Je moet niet méér willen zijn dan de docent. Je moet ervoor zorgen dat je binnen de korte tijd die je met hen

doorbrengt, zelfs als dat in een groep met 26 leerlingen is, je binnen die tijd de leerlingen weet te bereiken, weet te inspireren en hen iets mee kunt geven waar ze hun voordeel mee kunnen doen.

Ik heb tijdens mijn verschillende stages de afgelopen jaren geleerd dat je maar heel kort de tijd hebt met de leerlingen, maar dat je binnen die tijd veel kunt bereiken. Ook als je leerlingen als groep voor je hebt, kun je ze persoonlijk bereiken. Hoe ik dat precies moet doen vind ik nog altijd lastig, maar ik weet dat het kan en volgens mij is dat ook gewoon oefening, veel doen, veel

verschillende groepen lesgeven, waardoor je vanzelf steeds meer handvatten gaat ontwikkelen om met een groep te communiceren, grenzen te stellen en tegelijkertijd de leerlingen het gevoel te geven dat jij er speciaal voor hen staat. Het mooiste is als het mij lukt om leerlingen in de korte tijd, die met hen in de klas doorbreng, hen te inspireren om zichzelf verder te ontwikkelen.

Competentie

05. Kritisch-reflectief competent

Sterkte/kans

Ik ben erg kritisch op wat ik doe. Ik stel hoge eisen aan mijn werk.

Zwakte/bedreiging

Ik ben erg kritisch op wat ik doe. Ik stel hoge eisen aan mijn werk. Tegelijkertijd vind ik het lastig om kritiek van anderen zomaar aan te nemen. Ik vind het interessant om met mensen in discussie te gaan en verschillende standpunten te onderzoeken. Ik heb duidelijke standpunten over kunst en educatie en vind het interessant om daarover met anderen in gesprek te gaan. Helaas komt dat nog wel eens verkeerd over. Ik krijg soms terug van anderen dat het lijkt alsof ik hun adviezen niet wil aannemen. Niets is minder waar, ik wil begrijpen waar hun standpunten vandaan komen en ben geïnteresseerd in de theorie achter hun visie. Vaak echter krijg ik feedback terug in de trant van:

“Zo doe ik het al 20 jaar, zo doet iedereen het, het is gebleken dat dit werkt, dus zo is het goed”.

De wereld verandert en verandert op dit moment ontzettend snel, veel sneller dan wij kunnen bijhouden. Hoe wij vroeger zelf op school les hebben gekregen is niet meer te vergelijken met de mogelijkheden van vandaag de dag. Natuurlijk zijn er bepaalde kernwaarden en regels die niet veranderen. Een goede relatie met de leerling is net zo belangrijk als 20 jaar geleden, maar er zijn ook veel dingen die vandaag de dag anders zijn. Als een leerling aangeeft dat hij/zij het gevoel heeft in de klas zijn/haar tijd te verdoen en liever thuis een video kijkt met de uitleg van die les en

(8)

vervolgens thuis met de opdracht aan de slag gaat, omdat hij/zij aangeeft zich thuis beter te kunnen concentreren, dan begrijp ik dat helemaal. Ik heb daar alle begrip voor. Ik zou het zo'n leerling op zo'n moment ook zeker gunnen om thuis te kunnen werken, om eerder weg te kunnen uit de les. Tegelijkertijd heb ik opdracht gekregen vanuit de school dat er aanwezigheidsplicht is en dat alle leerlingen aanwezig moeten zijn zolang de les duurt volgens het rooster. Ze mogen zelfs het lokaal niet uit, ze moeten in het lokaal aanwezig dat op het rooster vermeld staat en gedurende die tijd in dat lokaal aan de opdracht werken.

Ik gaf de leerlingen in het begin veel vrijheid. Ik vond het prima als een leerling zelf, op eigen initiatief, de klas uit liep om even naar de wc te gaan. Daardoor werd het rommelig, maar ik dacht dat leerlingen van 17/18 jaar toch wel in staat zouden moeten zijn zelf in te zien wanneer het een goed moment is om even naar de wc te kunnen. Door een collega werd ik erop gewezen dat dat niet handig is, dat het niet de bedoeling is dat ze op eigen initiatief de klas uit lopen, omdat ze daar heel snel misbruik van gaan maken. En inderdaad ervoer ik al vrij snel de onrust die het

veroorzaakte. Leerlingen bleven in een groepje bij de wc hangen en zorgden voor overlast op de gang. En daar hadden de docenten in andere klassen weer last van.

Maar er waren ook leerlingen die er wel goed mee om konden gaan. Leerlingen die uit het lokaal verdwenen en 1,5 uur later weer terugkwamen en dan een prima opdracht inleverden. Die ergens op de gang een rustige plek hadden opgezocht en daar hadden zitten werken. Ik heb dat in periode twee toegelaten. Ik heb daar veel commentaar op gekregen. In periode drie zat ik met dezelfde leerlingen in andere lokalen. We konden een nieuwe start maken. Na twee weken sloeg het corona-virus toe en van de ene op de andere dag gingen we over op thuisonderwijs. En ineens werd mijn manier van lesgeven mij in de schoot geworpen. Nu hoefden de leerlingen niet meer 3,5 uur met elkaar en met mij in een lokaal te zitten en gedurende die tijd aan de opdracht te werken.

Ineens waren ze vrij om zelf hun tijd in te delen. De opdrachten stonden beschreven op de ELO, de electronische leeromgeving. De leerlingen hadden deadlines wanneer ze iets moesten inleveren en konden zelf bepalen wanneer ze met die opdrachten aan de slag gingen.

Ik mocht me er van mijn collega's niet mee bemoeien. Ik moest maar even afwachten, ze zouden eerst met de technische vakken aan de slag gaan. De vakken die ik gaf zouden later weer aan bod komen. Ik zei niets, hield me op de achtergrond, werkte hard aan mijn lessen voor het

basisonderwijs en zag hoe het mis ging. En nu, in periode vier is er weer gewoon een rooster ingevoerd en zitten de leerlingen weer gewoon online met elkaar in de klas. Er is

aanwezigheidsplicht op afstand, de presentie wordt bijgehouden en de leerkracht geeft min of meer klassikaal les. De leerkracht spreekt de leerlingen gedurende 45 minuten online toe, deelt zijn scherm en laat zien wat de bedoeling is. De leerlingen kijken mee en doen de stappen na, die de leerkracht op het scherm laat zien. Na 45 minuten begint de volgende les.

Ik heb het als hele bijzondere kans ervaren om met iedereen, het hele land, aan de slag te gaan met afstandsonderwijs. Ik zie veel kansen voor deze vorm van onderwijs. Ik zou heel graag het afstandonderwijs in combinatie met het “traditionele” onderwijs willen zien. Ik hoop echt, dat als de scholen weer open gaan, het afstandsonderwijs een onderdeel gaat worden van het “gewone”

onderwijs, dat de mogelijkheden van afstandsonderwijs, van thuisonderwijs, geïntegreerd gaan worden in het onderwijs. Natuurlijk is het ontzettend belangrijk om geregeld met elkaar contact te hebben in de echte, fysieke ruimte, maar wat mij betreft hoeven leerlingen echt niet iedere dag van 's ochtends tot 's middags fysiek in een klaslokaal aanwezig te zijn. Ik denk dat er veel leerlingen zijn voor wie een combinatie van thuis en op school leskrijgen een meerwaarde zou kunnen zijn.

Het is voor leerlingen een uitdaging, ze moeten veel meer zelf gaan plannen en zelf de discipline opbrengen om thuis aan de slag te gaan, maar dat zijn vaardigheden waar ze in hun toekomst en in hun ontwikkeling heel veel aan zullen hebben. Ik zie het als kans en uitdaging, niet alleen voor mijzelf, maar voor het hele onderwijs, om te onderzoeken hoe we de mogelijkheden, zoals we die de afgelopen periode van thuisonderwijs hebben ervaren, structureel in het onderwijs kunnen gaan integreren. Ik hoop dat ik daarin niet de enige ben.

(9)

Kernkwadranten - sterke punten en ontwikkelpunten

Daniel Ofman heeft het kernkwadrant ontwikkeld. Dit kwadrant bestaat uit vier delen. Linksboven staat een kernkwaliteit van iemand. Dit is een aangeboren kwaliteit van iemand. Je zou dit ook kunnen zien als een sterk punt van iemand.

Uit de kernkwaliteit vloeit de valkuil voort. Dit gebeurt wanneer iemand te veel van het goede wil, als de kernkwaliteit, het sterke punt richting het extreme gaat en daardoor juist een valkuil wordt.

Het tegenovergestelde van de kernkwaliteit is vaak iets waar iemand niet zo goed in is. Dit zou je kunnen zien als een zwak punt of ontwikkelpunt. Ofman omschrijft dit als uitdaging. De uitdaging waaraan je moet werken om jezelf te ontwikkelen is bij veel mensen het tegenovergestelde van je sterke punt, je kernkwaliteit.

Ook is er nog de “allergie”. Die vloeit ook voort uit de kernkwaliteit. Iets wat jouw sterke punt is, is vaak ook iets wat jij waardeert in mensen, wat jij belangrijk vindt. Iemand die juist veel van het tegenovergestelde laat zien, wekt vaak een irritatie op.

Door deze kwaliteiten in een kwadrant te zetten ontstaat er een mooi beeld van je sterke en zwakke punten. Een kernkwadrant geeft veel inzicht in wat jij belangrijk vindt en welke punten er zijn om jezelf te ontwikkelen. Het is interessant om andere mensen in je omgeving te vragen naar sterke punten en ontwikkelpunten van jezelf en om dan vervolgens samen met hen een

kernkwadrant over jezelf in te vullen.

Ofman omschrijft het ook wel als de zon- en de schaduwkant van een kwaliteit. De schaduwkant is de valkuil. Dit is niet het tegenovergestelde van de kernkwaliteit, maar een doorgeschoten

kernkwaliteit, te veel van het goede.

Bij de gemiddelde mens blijkt het tegenovergestelde van de kernkwaliteit vaak meteen de uitdaging te zijn. En de gemiddelde mens blijkt allergisch te zijn voor te veel van zijn/haar uitdaging, vooral als hij/zij deze in iemand anders tegenkomt.

Het kernwadrant in het onderwijs

Volgens Ofman spreekt de eenvoud en de diepgang van het kernkwadrant veel mensen aan. Hij ziet ernaar uit dat het kernkwadrant onderdeel zal gaan uitmaken van het onderwijspakket op middelbare scholen. Dat is waar het kernkwadrant volgens Ofman thuishoort: aan het begin van de lijn, bij de jongeren die voor de keuze staan hoe zij hun leven willen inrichten. Ofman omschrijft dat het kernkwadrant voor mensen vaak een eyeopener is, mensen gaan inzien hoe hun

kernkwaliteiten en hun valkuilen, allergieën en uitdagingen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bovendien lijkt er een zekere logica in te zitten, wat mensen helpt om de interacties met anderen effectiever te laten verlopen. Ofman geeft aan dat hij graag zou zien dat juist jongeren gebruik gaan maken van het kernkwadrant. Dat mensen hier niet pas als vijftig-plusser mee aan de slag gaan, maar handvatten krijgen om essentiële vragen al veel vroeger te stellen. (Ofman, 2017)

(10)

Kernkwadrant 1 ingevuld door mijzelf

Kernkwaliteit

Ook als er geen of weinig geld is voor een project, ben ik altijd

bereid het project te doen (kunstproject, workshop met kinderen, lesgeven in een klas).

teveel van het goede >>

Valkuil Voor niks werken, geen geld hebben.

het negatief tegenovergestelde

daarvan is:

het positief tegenovergestelde

daarvan is:

Allergie

Mensen die werken voor het geld. Mensen die genieten van hun geld.

<< teveel van het goede

Uitdaging

Een eerlijke vergoeding vragen voor mijn werk die mij in

staat stelt ook in de toekomst mijn werk te doen.

Sterke punten:

Ik ben altijd bereid werk voor niets te doen. Ik vind het belangrijk dat kinderen zich kunnen ontwikkelen en geef daarom mijn cursussen ook als er geen geld voor is.

Voorbeelden/situaties:

Ik betaal alle kosten voor het geven van mijn cursussen zelf, ik krijg geen subsidie of geld van de gemeente. Het cursusgeld dat de ouders betalen is alles bij elkaar net genoeg om de

maandelijkse vaste lasten van de ruimte en de apparatuur te kunnen betalen. Onder de streep houd ik er maandelijks nauwelijks iets aan over. Ik geef vier dagen in de week les, leer heel veel kinderen belangrijke vaardigheden voor hun toekomst en houd er maandelijks zelf nog geen 200 euro aan over.

Ontwikkelpunten:

Zorgen dat ik financieel kan rondkomen van wat ik doe. Durven vragen wat het waard is. Als mensen het niet kunnen betalen samen naar een mogelijkheid zoeken om toch uit de kosten te kunnen komen. Niet op voorhand er vanuit gaan dat het te duur is voor mensen. Ook op scholen niet altijd de lessen gratis geven!

(11)

Kernkwadrant 2

ingevuld samen met mijn zoon (18)

Kernkwaliteit

Perfectionist. Ik zie ieder detail en wil net zo lang doorgaan tot ieder detail klopt. Als ik een tekst schrijf denk ik na over iedere komma en

iedere zin.

Ik verdiep me in ieder detail.

teveel van het goede >>

Valkuil

De hele nacht doorwerken, tot ieder detail klopt. Veel te veel tijd

in iets steken, waardoor het niet op tijd af is, of ik geen tijd meer over heb voor andere dingen die

ook belangrijk zijn.

Ik verlies hoofdzaken uit het oog door de vele details.

het negatief tegenovergestelde

daarvan is:

het positief tegenovergestelde

daarvan is:

Allergie

Mensen die alles heel precies plannen en zich vervolgens ook

heel precies aan die planning houden. Mensen die iets meteen versturen of inleveren zonder het

eerst nog twee keer door te lezen. Mensen die snel tevreden zijn, die het al snel goed vinden.

<< teveel van het goede

Uitdaging

Van te voren een goede planning maken, een inschatting maken

van hoeveel tijd er nodig is en mijzelf daar ook aan houden.

Proberen om dingen binnen de tijd af te krijgen, ook als het dan niet perfect is. Proberen het doel

duidelijk voor ogen te houden.

Sterke punten:

Je wil al je werk afmaken.

Voorbeelden/situaties:

De hele nacht doorwerken om iets af te krijgen.

Ontwikkelpunten:

Verbeterpunt: een goede planning maken. Van te voren een inschatting maken hoeveel tijd je ergens voor nodig hebt en er dan bijvoorbeeld iedere dag, op een vast moment, tijd voor inplannen.

(12)

Kernkwadrant 3

ingevuld samen met een ouder van twee leerlingen in mijn cursus

Kernkwaliteit

Geduldig, afwachtend.

Ik krijg vaak van mensen in mijn omgeving te horen dat ik heel geduldig ben, afwachtend, heel

rustig. Ik accepteer veel van leerlingen. Ik vind het leuk als een eigen inbreng hebben in de les en ga graag in op hun ideeën.

teveel van het goede >>

Valkuil Leerlingen in de les te veel ruimte geven.

Veel toelaten in de les, geduldig afwachten tot het stil wordt, iets wat lang niet altijd vanzelf gaat.

Te veel ingaan op wat leerlingen spontaan in de klas roepen.

het negatief tegenovergestelde

daarvan is:

het positief tegenovergestelde

daarvan is:

Allergie

Lessen waarbij de leerlingen stil moeten zijn en alleen iets mogen

zeggen als ze van de leerkracht de beurt hebben gekregen.

Strenge leraren die meteen consequenties opleggen als leerlingen zich niet gedragen.

<< teveel van het goede

Uitdaging

De regels strenger hanteren, de les laten verlopen volgens mijn

van te voren bedachte plan.

Daarbij wel nog steeds ruimte laten voor de eigen inbreng van de leerlingen.

Sterke punten:

Geduldig, afwachtend, niet impulsief.

Voorbeelden/situaties:

Je neemt tijd om uit te leggen. Je laat anderen uitpraten.

Ontwikkelpunten:

Meer initiatief nemen. Meer jezelf tonen, jezelf meer op de voorgrond stellen.

Voorbeelden/situaties:

Kinderen sneller afkappen, jij bent de leider, jij bepaalt wanneer iemand aan de beurt is.

(13)

Bronnen

Ofman, D. (2017). Bezieling en kwaliteit in organisaties – De klassieker voor mensen en organisaties die creëren met het kernkwadrant. Utrecht/Antwerpen: Kosmos Uitgevers Online: https://books.google.nl/books?

hl=en&lr=&id=NA4xDwAAQBAJ&oi=fnd&pg=PT4&dq=daniel+ofman&ots=UUA-

QroSyW&sig=WKgYi16SWzbTAGPKSoEDGC4LwJY&redir_esc=y#v=onepage&q=daniel

%20ofman&f=false

Ofman, D. Spelregels Kernkwadrantenspel (Free Download):

https://www.dropbox.com/sh/z3rbetnawdf4ume/AABeayaferHsbKpvhVfcn_OWa?

dl=0&preview=Spelregels+Kernkwadrantenspel.pdf

Gerrickens, P. & Verstege, M. (2002) Inspiratiespel Uitgeverij Gerrickens Gerrickens, P. & Verstege, M. (2003) Gevoelswereldspel Uitgeverij Gerrickens Gerrickens, P. & Verstege, M. (2012) Kwaliteitenspel PLUS Uitgeverij Gerrickens

Afbeeldingen

S W O T – Bron: The Research Company BV, 2013 Kernkwadrant – Bron: www.corequality.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘hoe je een opdracht kunt formuleren in duidelijke taal,’ maar ook op de manier waarop deze leerlingen structuur nodig hebben, ‘ze moeten de dingen structureel, in stappen

jaren negentig zichzelf bestuurd in een de facto afgescheiden gebied in het bergachtige noorden van de staat Irak; de Koerden kunnen daarom be- schouwd worden als een eigen

Kies welke van de drie opties ongeveer hetzelfde betekent als het andere woord.. Collectie verbetering /verandering/ verzameling

Toelichting: Een van mijn belangrijkere onderzoeken dit jaar ging over de overgang van het mbo naar het hbo en de moeilijkheden waar leerlingen vaak tegenaan lopen. Dit onderzoek

Ten slotte, een citaat uit het artikel “de essentie van lezen in een formule” van Anneke Smits en Erna Van Koeven: “Intrinsieke leesmotivatie heeft een positieve invloed op het

armoedebestrijding, Departement Onderwijs en Vorming) in Auditorium Romain Deconinck Werkwinkel 5: 't School is van iedereen‘ (lokaal Jacob van Artevelde - 21ste verdieping). met

De cijfers over het aandeel geboorten in kansarme gezinnen zijn voortschrijdende gemiddelden over drie

Een aantal bewoners heeft gevraagd of de bomen (soort: Valse Christusdoorn) vervangen kunnen worden, omdat ze voor overlast zorgen.. Nu is overlast in algemene zin niet perse een