• No results found

Inspectierapport Twinkerbel (GOB) Boterhek VH Zevenaar Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Twinkerbel (GOB) Boterhek VH Zevenaar Registratienummer"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Twinkerbel (GOB) Boterhek 2 6903VH Zevenaar

Registratienummer 591094046

Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Zevenaar

Datum inspectie: 28-06-2016

Type onderzoek : Onderzoek na registratie

Status: Concept

(2)

2 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 5

Pedagogisch beleid ... 5

Personeel ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Ouderrecht ... 9

Kwaliteit gastouderbureau ... 11

Inspectie-items ... 12

Gegevens voorziening ... 15

Gegevens toezicht ... 15

Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau ... 16

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek na registratie.

Dit onderzoek 28 juni 2016 bij Gastouderbureau Twinkerbel heeft plaats gevonden na registratie.

Tijdens dit onderzoek zijn alle voorwaarden die op dit gastouderbureau van toepassing zijn, beoordeeld. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met mevrouw Holtrop. Tevens heeft er documentenonderzoek plaatsgevonden.

Beschouwing

Mevrouw Holtrop en mevrouw Pothof zijn januari 2016 een gastouderbureau gestart,

Gastouderbureau Twinkerbel te Zevenaar. Gastouderbureau Twinkerbel heeft de intentie om zowel in de opvang bij gastouders als vraagouders thuis te bemiddelen.

Op 29 februari 2016 is de heer Nibbeling toegetreden als vennoot bij Gastouderbureau Twinkerbel en is mevrouw Pothof, gastouder bij GOB Twinkerbel, uitgetreden als vennoot. De heer Nibbeling is de partner van de gastouder, mevrouw Pothof.

Op 28 juni 2016 heeft een aangekondigd inspectieonderzoek plaatsgevonden. Het gastouderbureau bemiddelt momenteel 1 gastouder, voormalig vennoot van Twinkerbel, en 2 kinderen. Het betreft hier de kinderen van de houder. Een houder/ bemiddelingsmedewerker mag niet de eigen kinderen via het eigen gastouderbureau bemiddelen. In de Wet kinderopvang (art.1.56) staat benoemd dat een gastouderbureau verantwoordelijk is voor verantwoorde kinderopvang waaronder kwalitatieve bemiddeling en begeleiding.

Het is niet aannemelijk dat men objectief en kwalitatief kan bemiddelen en begeleiden wanneer het om de opvang van de eigen kinderen gaat.

Bovendien is de enige overeenkomst van het gastouderbureau met de vraagouder, de

overeenkomst met de houder zelf. Omdat men geen overeenkomst met zichzelf kan afsluiten, kan niet gesproken worden over een overeenkomst. Derhalve is de administratie, voortvloeiend uit een overeenkomst met de vraagouder, niet beoordeeld.

Inspectiegeschiedenis

Het onderzoek voor registratie heeft plaats gevonden in november 2015.

Conclusie

De conclusie van het inspectieonderzoek is dat niet aan de voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn wordt voldaan. De voorwaarden die tijdens dit onderzoek nog niet beoordeeld konden worden, zullen bij een eventueel volgend onderzoek meegenomen worden.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Aan de volgende voorwaarden wordt niet voldaan (de verwijzing naar de wet is in de toelichting opgenomen):

De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie

vastgelegd worden.

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie

vastgelegd worden.

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

De houder informeert vraagouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid.

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport inzake zijn gastouderbureau of inzake een bij dat gastouderbureau aangesloten voorziening voor

gastouderopvang, door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen.

(4)

4 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld.

De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in.

OF

Bij een gastouderbureau, waarbij maximaal 50 gastouders zijn aangesloten, is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder.

De houder van een gastouderbureau is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht.

De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder.

(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch beleid

Bij een onderzoek na registratie wordt beoordeeld op welke wijze het pedagogisch beleidsplan onder de aandacht van de gastouders wordt gebracht. Daarnaast wordt getoetst of de volgende vier competenties praktisch en observeerbaar omschreven staan:

• emotionele veiligheid

• persoonlijke competentie

• sociale competentie

• overdracht van normen en waarden

Pedagogisch beleidsplan

Gastouderbureau Tinkerbel maakt gebruik van het "pedagogisch beleidsplan gastouderbureau Tinkerbel" versie oktober 2015.

In het pedagogisch beleidsplan staat de pedagogische visie van het gastouderbureau beschreven en de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

Tevens wordt het aantal kinderen dat door de gastouder kan worden opgevangen beschreven, de leeftijden van die kinderen en de eisen die worden gesteld aan de voorzieningen waar opvang plaatsvindt.

Hiermee wordt aan de voorwaarden voldaan.

Pedagogische praktijk

Elke gastouder zal het pedagogisch beleidsplan van de houder ontvangen. De houder bespreekt het pedagogisch beleidsplan tijdens de intake. De houder is voornemens om tijdens de huisbezoeken en evaluaties het pedagogisch beleidsplan aan bod te laten komen en op termijn bijscholing te organiseren.

De uitvoering zal tijdens een volgend onderzoek beoordeeld worden.

Gebruikte bronnen:

• Vragenlijst houder gastouderbureau

• Interview houder gastouderbureau

• Pedagogisch beleidsplan

(6)

6 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

Personeel

Bij een onderzoek na registratie wordt getoetst of de houder en/of medewerkers die bij het gastouderbureau werkzaam zijn een verklaring omtrent het gedrag hebben overlegd en of er voldoende uren worden besteed aan begeleiding en bemiddeling van gastouders.

Verklaring omtrent het gedrag

Beide houders zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag, afgegeven op 7 oktober 2015 en 14 maart 2016. Hiermee wordt aan de gestelde eisen voldaan.

Personeelsformatie per gastouder

Eén van de houders is werkzaam als bemiddelingsmedewerker. Er wordt op dit moment 1

gastouder begeleidt. Het betreft de gastouder die de kinderen van de houder opvangt. De houder heeft inzage gegeven in de begeleidings- en bemiddelingsactiviteiten. Hieruit blijkt dat de houder de intentie heeft op jaarbasis per aangesloten gastouder tenminste 16 uur te besteden aan begeleiding en bemiddeling.

De periode van bemiddeling is te kort om een duidelijk beeld te krijgen van de mate van begeleiding. Daarbij betreft het hier de gastouder die de kinderen van de houder/

bemiddelingsmedewerker opvangt. Een bemiddelingsmedewerker kan niet de eigen gastouder bemiddelen en begeleiden.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarde voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.

(art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:

• Vragenlijst houder gastouderbureau

• Interview houder gastouderbureau

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Ecxelbestand met begeleidings- en bemiddelingsactiviteiten

(7)

Veiligheid en gezondheid

Tijdens dit onderzoek is getoetst of het beleid rondom veiligheid en gezondheid en de meldcode kindermishandeling voldoende gewaarborgd is in de praktijk.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Gastouderbureau Twinkerbel bemiddelt 1 gastouder op 1 opvanglocatie. De risico-inventarisatie op dit opvangadres is uitgevoerd door het vorige gastouderbureau van de gastouder middels de methode van de Brancheorganisatie. Gastouderbureau Twinkerbel heeft geen zorg gedragen dat samen met de gastouder een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd op deze opvanglocatie.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarden voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-

inventarisatie vastgelegd worden.

(art 1.49 lid 3 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen

peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-

inventarisatie vastgelegd worden.

(art 1.49 lid 3 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen

peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

Tijdens de intake ontvangt de gastouder de meldcode kindermishandeling.Tijdens het aanname gesprek bespreekt de bemiddelingsmedewerker de meldcode met de gastouder. Tijdens de

evaluaties zal de meldcode opnieuw aan bos komen. De houder is voornemens om in de toekomst, wanneer er meer gastouders aangesloten zijn, een bijscholing over de meldcode

kindermishandeling te organiseren.

Hiermee wordt redelijkerwijs aan de voorwaarden voldaan

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld. Deze meldcode voor de kinderopvang is gebaseerd op meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de Branchevereniging Kinderopvang (juli 2013).

De sociale kaart is niet ingevuld.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarde voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

(8)

8 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:

• Vragenlijst houder gastouderbureau

• Interview houder gastouderbureau

• Risico-inventarisatie veiligheid

• Risico-inventarisatie gezondheid

• Actieplan veiligheid

• Actieplan gezondheid

• Meldcode kindermishandeling

(9)

Ouderrecht

Binnen dit domein worden de normen getoetst die in de Wet kinderopvang gelden voor de

informatieverstrekking aan vraagouders, het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie en het adviesrecht van de oudercommissie.

Informatie

Gastouderbureau Twinkerbel heeft verschillende overeenkomsten opgesteld.

• De overeenkomst tussen vraagouder en gastouderbureau Twinkerbel

• De overeenkomst tussen vraagouder en gastouder

• De overeenkomst tussen gastouder en gastouderbureau Twinkerbel

In deze overeenkomsten zijn de afspraken tussen het gastouderbureau, de gastouder en de vraagouders vastgelegd. In de overeenkomst tussen vraagouder en Gastouderbureau Twinkerbel zijn de financiële afspraken vastgelegd. In de overeenkomsten staat welk bedrag per uur per kind de gastouder ontvangt. Tevens staan de uitvoeringskosten van het gastouderbureau vermeld.

De uitvoeringskosten van het gastouderbureau bestaat uit een bedrag per uur per kind en een vast bedrag per maand per kind.

Hiermee wordt aan de voorwaarde voldaan.

Bij Gastouderbureau Twinkerbel is 1 vraagouder aangesloten. Deze vraagouder betreft de houder zelf. In deze situatie zou de houder zou zichzelf moeten informeren over het te voeren beleid.

Daarbij beschikt het gastouderbureau nog niet over eigen website om te informeren over het te voeren beleid en waarop het inspectierapport geplaatst kan worden.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarden voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder informeert vraagouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid.

(art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport inzake zijn gastouderbureau of inzake een bij dat gastouderbureau aangesloten voorziening voor gastouderopvang, door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het

inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

(art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie

De houder heeft geen oudercommissie ingesteld. Momenteel wordt 1 vraagouder door bemiddeld.

Deze vraagouder is de houder zelf. Hierdoor is alternatieve ouderraadpleging ook niet aan de orde.

De houder heeft geen reglement oudercommissie opgesteld.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarden voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

(10)

10 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld.

(art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in.

(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

Bij een gastouderbureau, waarbij maximaal 50 gastouders zijn aangesloten, is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen

én

de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

(art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten en geschillen 2016

De houder heeft geen regeling getroffen voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens een ouder of kind; - de

overeenkomst tussen de houder en de ouder.

Twinkerbel is niet aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht.

Hiermee wordt niet aan de voorwaarden voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over:

- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens een ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder.

(art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder van een gastouderbureau is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:

a) geschillen tussen houder en ouder over:

- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;

b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht.

(art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gebruikte bronnen:

• Vragenlijst houder gastouderbureau

• Interview houder gastouderbureau

(11)

Kwaliteit gastouderbureau

Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van het gastouderbureau, de wijze waarop zij de gastouders begeleidt en de kwaliteit van de opvang bewaakt. Ook gelden er normen voor een adequate en inzichtelijke administratie.

Administratie gastouderbureau

De administratie bevat één overeenkomst met de vraagouder. Echter betreft deze vraagouder de houder. Omdat de houder geen overeenkomst met zichzelf kan aangaan bevat de administratie van het gastouderbureau bevat geen schriftelijke overeenkomst per vraagouder.

Hiermee wordt niet aan de gestelde eisen voldaan.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder.

(art 1.51b lid 1 en 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(12)

12 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

Inspectie-items

Pedagogisch beleid

Pedagogisch beleidsplan

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het aantal kinderen dat door de gastouder wordt opgevangen en de leeftijden van die kinderen.

(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de voorzieningen waar opvang plaatsvindt.

(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Pedagogische praktijk

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren.

(art 1.56 lid 1 en 1.56b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeel

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder het gastouderbureau exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.56 lid 3 en 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Personeelsformatie per gastouder

De houder van het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.

(art 1.56 lid 7 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie

vastgelegd worden.

(art 1.49 lid 3 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(13)

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie

vastgelegd worden.

(art 1.49 lid 3 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a lid 1 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 8 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel.

(art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders.

(art 1.51a lid 4 en 1.56 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Ouderrecht

Informatie

De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat.

(art 1.56 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid.

(art 1.54a lid 1 en 1.56 lid 6 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 6 en 11 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 12a lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover.

(art 1.56 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11b lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport inzake zijn gastouderbureau of inzake een bij dat gastouderbureau aangesloten voorziening voor

gastouderopvang, door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen.

Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

(art 1.54a lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Oudercommissie

De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld.

(art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(14)

14 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in.

(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

Bij een gastouderbureau, waarbij maximaal 50 gastouders zijn aangesloten, is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen

én

de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

(art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Klachten en geschillen 2016

De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over:

- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens een ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder.

(art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder van een gastouderbureau is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van:

a) geschillen tussen houder en ouder over:

- een gedraging van de houder of een bij de houder werkzame persoon jegens ouder of kind;

- de overeenkomst tussen de houder en de ouder;

b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht.

(art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Kwaliteit gastouderbureau

Administratie gastouderbureau

De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder.

(art 1.51b lid 1 en 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub c Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(15)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Twinkerbel

Website : http://www.twinkerbel.nl

Aantal kindplaatsen :

Gegevens houder

Naam houder : Twinkerbel

Adres houder : Boterhek 2

Postcode en plaats : 6903VH Zevenaar

KvK nummer : 62971700

Aansluiting geschillencommissie : Nee

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden

Adres : Postbus 5364

Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM

Telefoonnummer : 0800-8446000

Onderzoek uitgevoerd door : Josephine Lindner Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zevenaar

Adres : Postbus 10

Postcode en plaats : 6900AA ZEVENAAR

Planning

Datum inspectie : 28-06-2016

Opstellen concept inspectierapport : 26-07-2016 Vaststelling inspectierapport :

Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: Openbaar maken inspectierapport :

(16)

16 van 16 Concept inspectierapport gastouderbureau onderzoek na registratie 28-06-2016

Twinkerbel te Zevenaar

Bijlage: Zienswijze houder gastouderbureau

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 Conform art 5 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen dient het pedagogisch beleidsplan gereed te

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang

(art 1.56 lid 1 en 6 onder a Wet kinderopvang; art 11 lid 3 aanhef en lid 2 onder a Regeling Wet kinderopvang) De administratie van het gastouderbureau bevat afschriften van

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang

GOB Elite hanteert een pedagogisch beleidsplan, waarin het binnen de organisatie geldende beleid staat. Het beleid versie 3.1 oktober 2013 staat op de website van het GOB.

(art 1.56 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 2, 3 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 sub a Regeling

(art 1.56 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 7 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 3 en 2 sub c Regeling Wet kinderopvang