• No results found

Inspectierapport 't Sprookjesland (KDV) Kofschip EZ Lelystad Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport 't Sprookjesland (KDV) Kofschip EZ Lelystad Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

't Sprookjesland (KDV) Kofschip 5

8223EZ Lelystad

Registratienummer 556654821

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Lelystad

Datum inspectie: 27-09-2018

Type onderzoek : Nader onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 19-10-2018

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 5

Overzicht getoetste inspectie-items ... 10

Gegevens voorziening ... 11

Gegevens toezicht ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek.

Beschouwing

Algemene informatie

KDV 't Sprookjesland in Lelystad maakt onderdeel uit van een koepel met drie vestigingen: het KDV in Lelystad, een KDV in Amsterdam en een KDV in Almere.

Het KDV in Lelystad in gestart in 2003 aan het Kofschip. In 2011 is er een brand geweest, waarbij het gehele pand verloren is gegaan. In de jaren 2012 tot juni 2014 heeft het KDV in een tijdelijk noodgebouw gezeten. In juni 2014 is het KDV verhuisd naar een nieuw gebouwd pand aan hetzelfde adres als het voormalige pand.

Inspectiegeschiedenis

 november 2011 - incidenteel onderzoek na brand

 maart 2012 - jaarlijks onderzoek

 oktober 2012 - nader onderzoek

 januari 2013 - nader onderzoek

 juni 2013 - jaarlijks onderzoek

 september 2013 - nader onderzoek

 november 2013 - nader onderzoek

 maart 2014 - nader onderzoek

 juni 2014 - jaarlijks onderzoek na verhuizing nieuw pand

 oktober 2014 - nader onderzoek pedagogisch beleid, uitvoering veiligheid- en gezondheidsbeleid, vierogenprincipe en ouderinformatie

 07-07-2015 - jaarlijks onderzoek, constateringen: pedagogisch beleidsplan niet volledig, uitvoering gezondheidsbeleid

 04-11-2015 - nader onderzoek, tekortkomingen zijn hersteld

 05-09-2016 - jaarlijks onderzoek, tekortkomingen meldcode kindermishandeling, oudercommissie

 03-01-2017 - nader onderzoek, de tekortkomingen zijn niet hersteld

 15-02-2017 - nader onderzoek, de tekortkomingen zijn hersteld

 27-06-2017 - jaarlijks onderzoek, tekortkomingen op het gebied van verklaringen omtrent het gedrag (VOG's), risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, uitvoering in de praktijk van het gezondheidsbeleid en informatie aan ouders

 27-09-2017 - nader onderzoek, de tekortkomingen zijn hersteld

 12-06-2018 - gesprek met de Gemeente en toezichthouder GGD over de handhavings geschiedenis

 27-03-2018 - incidenteel onderzoek naar aanleiding van een klacht, advies handhaving op pedagogisch beleid en uitvoering hiervan, mentorschap en beleid veiligheid en gezondheid en uitvoering hiervan

 25-07-2018 - nader onderzoek. Advies: handhaving op pedagogisch beleidsplan.

 25-07-2018 - incidenteel onderzoek. Advies: handhaving op beroepskracht-kindratio, achterwachtregeling, beleid veiligheid en gezondheid wat betreft achterwachtregeling.

Huidig onderzoek

In opdracht van de Gemeente Lelystad werd dit nader onderzoek uitgevoerd op 25-09-2018.

Aanleiding was de rapporten van het nader onderzoek op 25-07-2018 en het incidenteel onderzoek op 25-07-2018 (zie hierboven).

Op 04-10-2018 heeft de leidinggevende belast met beleidszaken het pedagogisch beleidsplan en het beleid veiligheid en gezondheid toegestuurd. Het beleid veiligheid en gezondheid is voldoende aangepast aan de getoetste eisen. Het pedagogisch beleidsplan is onvoldoende aangepast aan de getoetste eisen.

Op 09-10-2018 werd een bezoek gebracht aan het KDV. Tijdens het inspectiebezoek voldeed de beroepskracht-kindratio en de afwijking hiervan.

Conclusie

(4)

 Het beleid veiligheid en gezondheid voldoet aan de getoetste eis.

 Tijdens het inspectiebezoek werd voldaan aan de beroepskracht-kindratio.

 Het pedagogisch beleidsplan voldoet niet aan de getoetste eis.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens het nader onderzoek op 25-07-2018 werd het volgende geconstateerd:

"Het mentorschap is beschreven. Er is echter geen informatie over periodieke gesprekken met ouders naar aanleiding van de reguliere observaties van de kinderen. Dit is alleen beschreven daar waar bijzonderheden in de ontwikkeling worden gesignaleerd. Ook wordt niet beschreven op welke wijze aan de ouders bekend wordt gemaakt wie de mentor van hun kind is.

Conclusie

Het pedagogisch beleidsplan voldoet op de getoetste punten niet geheel aan de eisen."

Pedagogisch beleid

Op 04-10-2018 heeft de leidinggevende, belast met beleidszaken, het bijgestelde pedagogisch beleidsplan toegestuurd.

In het beleidsplan staat de volgende informatie over de reguliere observaties (ook wanneer er geen sprake is van bijzonderheden in de ontwikkeling):

"Via de VVE methode Uk & Puk houden wij observatielijsten bij vanaf dat kinderen één jaar oud zijn, waarbij ontwikkelingen van kinderen worden bijgehouden. Wij kijken daarbij op de volgende vlakken hoe de ontwikkeling verloopt: motoriek, taal, sociaal/emotioneel, cognitief. Deze

vaardigheden zijn eerder aan bod gekomen in het pedagogische beleidsplan bij hoofdstuk 1.2."

Verder gaat het beleid in op de werkwijze bij bijzonderheden in de ontwikkeling.

Er is niet aangegeven op welke wijze de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind na de reguliere observaties periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind.

Conclusie

Het pedagogisch beleidsplan voldoet niet aan de eisen.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld:

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang)

Gebruikte bronnen:

 Pedagogisch beleidsplan ('t Sprookjesland Lelystad B.V., versie 3 oktober 2018.)

(6)

Personeel en groepen

Tijdens het incidenteel onderzoek op 25-07-2018 werd het volgende geconstateerd:

"Op 25-7 bracht de toezichthouder om 10 uur een onaangekondigd bezoek aan KDV 't

Sprookjesland voor het uitvoeren van een nader onderzoek (van dit onderzoek is een apart rapport verschenen). Tijdens dit bezoek merkte de toezichthouder op dat er 1 beroepskracht aanwezig was met 12 kinderen van 0-4 jaar. De beroepskracht vertelde dat die ochtend de tweede beroepskracht die was ingeroosterd niet was gekomen. Zij had in overleg met de leidinggevende geprobeerd een andere beroepskracht te laten komen. Een collega uit Almere heeft samen met haar op de groep gestaan tot 9.20 uur. Hierna was een stagiaire bereid deze dag als beroepskracht in te vallen. Deze kwam na korte tijd op de locatie aan.

Op 25-7 om 10 uur waren aanwezig:

1 kind van 0 jaar 2 kinderen van 2 jaar 9 kinderen van 3 jaar

Hiervoor zijn 2 beroepskrachten nodig.

Vanaf 10.05 uur was de stagiaire aanwezig en werd er voldaan aan de beroepskracht-kindratio: 12 kinderen met 2 'beroepskrachten'.

De beroepskracht gaf aan dat zij om 6.30 uur gestart was en vanaf ongeveer 9 uur teveel kinderen had voor 1 beroepskracht. De tweede beroepskracht verliet de locatie om 9.20 uur. De stagiaire was er om 10.05 uur. De beroepskracht-kindratio werd dus overschreden van 9.20 u tot 10.05 uur (3 kwartier).

In het (concept) pedagogisch beleidsplan heeft de houder de uren vastgelegd waarop op deze locatie kan worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio: tussen 12.30 en 14.30 uur en tussen 17.15 en 18.15 uur. De tijd dat er werd afgeweken is dus niet in overeenstemming met de vastgelegde tijden in het pedagogisch beleidsplan.

Gedurende de tijd dat de beroepskracht-kindratio werd overschreden, was er geen tweede volwassene aanwezig in het kindercentrum. In het pedagogisch beleidsplan van 't Sprookjesland lezen we:

"Op het moment dat de drie-uursregeling in werking is getreden en er slechts één PM-er in het pand is, zorgen we er altijd voor dat een tweede volwassene aanwezig is in het pand bv een stagiaire, de leidinggevende, houder of schoonmaakster."

Dit was tijdens de inspectie niet het geval. De leidinggevende gaf tijdens een telefonisch gesprek op 26-7 aan dat hij deze wettelijke eis niet kent.

Tijdens het tweede bezoek op 26-7 waren 2 groepen aanwezig:

Groep 1

2 kinderen van 2 jaar 6 kinderen van 3 jaar

Hiervoor is de inzet van 1 beroepskracht nodig; deze was aanwezig.

Groep 2

2 kinderen van 0 jaar 4 kinderen van 2 jaar 5 kinderen van 3 jaar

Hiervoor is de inzet van 2 beroepskrachten nodig; deze waren aanwezig (1 beroepskracht en 1 stagiaire). Voor de formatieve inzet van de stagiaire zie item 3.2.

Tijdens het tweede bezoek werd voldaan aan de beroepskracht-kindratio.

Conclusie

 Er werd op 25-07-2018 afgeweken van de beroepskracht-kindratio van 9.20 tot 10.05 uur. Dit is niet in overeenstemming met de vastgelegde tijden in het pedagogisch beleidsplan.

(7)

 Tijdens het afwijken van de beroepskracht-kindratio op 25-07-2018 was er geen tweede volwassene aanwezig in het kindercentrum.

Verzachtende omstandigheden

Er was sprake van een calamiteit door niet komen opdagen van een ingeroosterde beroepskracht.

De aanwezige beroepskracht en leidinggevende hebben zich ingespannen om de situatie op te lossen, al is dit niet helemaal gelukt. Door inzetten van een invallende collega uit Almere en de stagiaire is de situatie het grootste deel van de ochtend beheersbaar geweest."

Aantal beroepskrachten

Op 9 oktober bracht de toezichthouder een bezoek aan KDV 't Sprookjesland. Op beide groepen werd gekeken naar de aanwezige kinderen en beroepskrachten.

Op de groep voorin het gebouw waren op 9 oktober aanwezig:

1 kind van 0 jaar 1 kind van 1 jaar

7 kinderen van 2 en 3 jaar

Voor dit aantal kinderen met deze leeftijdsopbouw zijn 2 beroepskrachten nodig. De aanwezige beroepskracht gaf aan dat er 2 beroepskrachten op de groep stonden die dag. Zijzelf en de collega die op dat moment met lunchpauze was. Het toegestuurde rooster bevestigt dit.

Op de groep groep achterin het gebouw waren aanwezig:

4 kinderen van 0 jaar 2 kinderen van 1 jaar 6 kinderen van 2 en 3 jaar

Voor dit aantal kinderen met deze leeftijdsopbouw zijn 2 beroepskrachten nodig. De beroepskracht gaf aan dat er 2 beroepskrachten op de groep stonden die dag. Zijzelf en de collega die op dat moment met lunchpauze was. Het personeelsrooster bevestigt dit.

Tijdens het bezoek werd op beide groepen afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Het was 12.45 u. In het pedagogisch beleidsplan is aangegeven dat er mag worden afgeweken van 12.30- 14.30 u en van 17.15-18.15 u. Het afwijken van de beroepskracht-kindratio gebeurde dus volgens het eigen pedagogisch beleid. Tijdens het afwijken was er geen beroepskracht alleen in het pand.

Bovenstaande beoordeling kwam tot stand na het inspectiebezoek en het toezenden van

personeelsroosters, kindplanning, aanwezigheidslijsten en bkr lijsten door de leidinggevende. Ook was er een mailwisseling tussen toezichthouder en leidinggevende. De toezichthouder merkt hierbij op dat de aanwezigheidslijsten onvoldoende toetsbaar worden bijgehouden, doordat aankomst- en vertrektijden van de kinderen niet worden genoteerd. Het afwijken van de beroepskracht-kindratio in de ochtend en middaguren kan dan ook niet worden getoetst. De leidinggevende geeft per mail aan dat dit genoteerd zal gaan worden.

Op een van de aanwezigheidslijsten stond een kind twee maal genoteerd, waardoor in eerste instantie een onduidelijk beeld ontstond van het aantal kinderen op die groep. De leidinggevende heeft hierop toelichting gegeven en heeft verklaard dat er maar 1 kind met die naam geplaatst is op het KDV. Dit werd bevestigd door de kindlijsten die zijn toegestuurd.

Conclusie

Er werd tijdens het inspectiebezoek voldaan aan de beroepskracht-kindratio.

Gebruikte bronnen:

 Interview (Aanwezige beroepskrachten.)

 Observaties (Tijdens het inspectiebezoek.)

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

 Plaatsingslijst met geboortedata.

(8)

 bkr overzicht.

(9)

Veiligheid en gezondheid

Tijdens het incidenteel onderzoek op 25-07-2018 werd het volgende geconstateerd:

"Het (concept) beleid veiligheid en gezondheid van 't Sprookjesland bevat de volgende informatie over de achterwachtregeling:

"Het kan voor komen dat een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Dit is bijvoorbeeld het geval tijdens het openen en/of sluiten, bij een lage kindbezetting of tijdens vakantieperiodes. Als een pedagogisch medewerker alleen aanwezig is op locatie wordt het bkr nooit overschreden. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker nooit met meer dan het wettelijk toegestane op te vangen kinderen per pedagogisch medewerker, alleen in het pand aanwezig is.

Indien er slechts één pedagogisch medewerker wordt ingezet, dient er te allen tijde een achterwacht beschikbaar te zijn. Deze persoon moet bij calamiteiten binnen 15 minuten bij de kinderopvang kunnen zijn. Deze persoon is tijdens de opvangtijden waarbij een pedagogisch medewerker alleen staat, altijd telefonisch bereikbaar. Een uitzondering hierop is tijdens de drie-uurs-regeling, waarbij er wettelijk afgeweken mag worden van de BRK."

Volgens het beleid is een medewerker nooit alleen wanneer de beroepskracht-kindratio wordt overschreden. In praktijk is dit wel gebeurd, zij het door een calamiteit (zie hiervoor item 3.3.

De laatste zin in bovenstaand citaat lijkt te impliceren dat bij het afwijken van de bkr wel een beroepskracht alleen kan zijn. Er wordt echter niet omschreven wat dan de genomen maatregelen zijn. Ook zou dit in tegenspraak zijn met de eerste vet gedrukte zin.

Conclusie

De beschrijving van de achterwachtregeling is niet compleet en niet duidelijk."

Veiligheids- en gezondheidsbeleid

Op 04-10-2018 heeft de leidinggevende belast met beleidszaken het bijgestelde beleidsplan veiligheid en gezondheid toegestuurd.

Hierin wordt de achterwachtregeling beschreven:

"Het kan voor komen dat een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Dit is bijvoorbeeld het geval tijdens het openen en/of sluiten, bij een lage kindbezetting of tijdens vakantieperiodes. Als een pedagogisch medewerker alleen aanwezig is op locatie wordt de bkr nooit overschreden. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker, nooit met meer dan het wettelijk toegestane op te vangen kinderen per pedagogisch medewerker, alleen in het pand aanwezig is.

Indien er slechts één pedagogisch medewerker wordt ingezet, dient er te allen tijde een achterwacht beschikbaar te zijn. Deze persoon moet bij calamiteiten binnen 15 minuten bij de kinderopvang kunnen zijn. Deze persoon is tijdens de opvangtijden waarbij een pedagogisch medewerker alleen staat, altijd telefonisch bereikbaar."

Deze beschrijving is voldoende concreet en de tegenstrijdigheden zijn eruit gehaald.

Conclusie

Het beleid veiligheid en gezondheid voldoet aan de getoetste eis.

Gebruikte bronnen:

 Beleid veiligheid- en gezondheid (KDV 't Sprookjesland Lelystad, ontvangen oktober 2018 (geen versiedatum).)

(10)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang)

Personeel en groepen

Aantal beroepskrachten

De verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een stamgroep (beroepskracht-kindratio) wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1a, onderdeel a bij het besluit en de daarbij behorende rekenregels.

Gebruik kan worden gemaakt van de rekentool op de website www.1ratio.nl

Indien bij dagopvang per dag ten minste tien aaneengesloten uren opvang wordt geboden, kunnen in afwijking van het vereist aantal minimaal in te zetten beroepskrachten, voor ten hoogste drie uren per dag minder beroepskrachten worden ingezet. Dit met inachtneming van de in het pedagogisch beleidsplan vastgestelde tijden waarop minder beroepskrachten kunnen worden ingezet dan minimaal vereist op grond van de beroepskracht-kindratio alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken.

Gedurende de uren dat minder beroepskrachten worden ingezet wordt ten minste de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. De afwijkende inzet kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 onder a en 7 lid 1, 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Indien op grond van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht op het kindercentrum wordt ingezet, is ter ondersteuning van deze beroepskracht ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 7 lid 6 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Veiligheid en gezondheid

Veiligheids- en gezondheidsbeleid

Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de wijze waarop de achterwacht is geregeld indien er met inachtneming van de beroepskracht- kindratio of bij het afwijken van de inzet van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op grond van de beroepskracht-kindratio, slechts een beroepskracht op het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder f, 7 lid 5 en 6 Besluit kwaliteit

kinderopvang)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : 't Sprookjesland

Website : http://www.hetsprookjesland.nl

Aantal kindplaatsen : 98

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : 't Sprookjesland Lelystad B.V.

Adres houder : Kofschip 5

Postcode en plaats : 8223EZ Lelystad

Website : www.hetsprookjesland.nl

KvK nummer : 32133290

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : A Lems Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Lelystad

Adres : Postbus 91

Postcode en plaats : 8200AB LELYSTAD

Planning

Datum inspectie : 27-09-2018

Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 19-10-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-10-2018 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 19-10-2018

Openbaar maken inspectierapport :

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders

Het pedagogisch beleidsplan bevat een beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders

 27-06-2017 - jaarlijks onderzoek, tekortkomingen op het gebied van verklaringen omtrent het gedrag (VOG's), risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, uitvoering in de

- de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend

 Het pedagogisch beleidsplan bevat een concrete beschrijving van de wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en daarbij naar een doorlopende