• No results found

Inspectierapport Peuterspeelzaal Avonturijn (PSZ) De Melkfabriek CE HILVERSUM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Peuterspeelzaal Avonturijn (PSZ) De Melkfabriek CE HILVERSUM"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Team Toezicht Kinderopvang

Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum

T (035) 692 62 22 www.ggdgv.nl

Inspectierapport

Peuterspeelzaal Avonturijn (PSZ) De Melkfabriek 3

1221CE HILVERSUM

(2)

Inspectierapport

Peuterspeelzaal Avonturijn (PSZ) De Melkfabriek 3

1221CE HILVERSUM

(3)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 4

Observaties en bevindingen ... 5

Pedagogisch klimaat ... 5

Personeel en groepen ... 8

Inspectie-items ... 10

Gegevens voorziening ... 13

Gegevens toezicht ... 13

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 14

(4)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij peuterspeelzaal Avonturijn vond plaats op 25 februari 2016.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Algemeen

Peuterspeelzaal Avonturijn is onderdeel van BINK kinderopvang en sinds 2012 samen met een basisschool, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang gevestigd in een brede school.

De peuterspeelzaal is vier dagdelen per week geopend van 08.30 tot 11.45 uur en bestaat uit twee groepen (Girafjes en Tijgertjes) van maximaal 16 kinderen. Per groep zijn er twee vaste

beroepskrachten. Op enkele ochtenden zijn er vaste vrijwilligers en een stagiaire.

Er wordt gewerkt met de VVE methode Uk en Puk.

Inspectie geschiedenis

Bij het jaarlijks onderzoek van 2014 en 2015 zijn geen overtredingen geconstateerd.

Huidige inspectie

Op 25 februari 2016 heeft er een onaangekondigde observatie van de praktijk plaatsgevonden.

Tevens is gesproken met de aanwezige beroepskrachten.

Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(5)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein

‘pedagogisch klimaat’.

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:

 Emotionele veiligheid

 Persoonlijke competentie

 Sociale competentie

 Overdracht van normen en waarden

De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld.

Dit geldt ook voor de beoordeelde items betreffende de voorschoolse educatie.

Pedagogische praktijk

Op basis van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld.

De beroepskrachten stemmen hun handelen bewust af op uitgangspunten of werkinstructies die gaan over het werken aan de vier pedagogische basisdoelen.

Peuterspeelzaal Avonturijn beschikt over een vast en gedreven team van beroepskrachten.

Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten. Tijdens de observatie is gezien dat de beroepshouding van de

medewerkers van positieve invloed is op de emotionele veiligheid van kinderen.

De beroepskrachten communiceren veel met de kinderen. Zij verwoorden in vrijwel elke situatie hun gedrag. Benoemen alles wat zij zien, opmerken of afvragen. De beroepskrachten passen hierbij hun lichaamshouding aan, gaan door de knieën en praten op ooghoogte. De woordkeuze, zinsopbouw en toon, passen bij de leeftijdsgroep.

Er heerst een open, ontspannen en aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen in de groep en bij de beroepskrachten.

Het welbevinden van de kinderen is goed. Alle kinderen komen gemakkelijk tot spel en genieten zichtbaar van de dingen die gebeuren. Er worden torens gebouwd, geverfd, doktertje gespeeld en er worden boekjes voorgelezen.

Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Tijdens de observatie is waargenomen dat de beroepshouding van de medewerkers een positieve invloed heeft op de persoonlijke

competentie.

(6)

Kinderen hebben de mogelijkheid om leerervaringen op te doen dankzij de groep, het spelmateriaal, het activiteitenaanbod en de inrichting.

Platen, met aan het thema gerelateerde woorden, hangen aan de kast. De beroepskrachten geven actief, maar op een speelse manier inhoud aan het thema. De pop Puk speelt hierbij ook een zichtbare rol.

De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt en zijn gerelateerd aan het huidige thema; "Hatsjoe".

Wanneer nodig geven de beroepskracht de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties.

Hierbij is sprake van respect voor de autonomie van het kind doordat het zelf mag kiezen of meedenken. De verf activiteit wordt door een beroepskracht begeleid; "Niet teveel water

gebruiken, dan gaat je papier stuk." "Wil je nog een andere kleur, of alleen groen?" De kinderen zijn vrij in het bepalen welke kleuren zij gebruiken.

Wanneer op de andere groep een kind aan de beroepskracht komt vertellen dat hij zijn neus moet snuiten vraagt de beroepskracht; "Wat vraag je dan?" Het kind zegt; "Mag ik een doekje?" De beroepskracht complimenteert hem hiermee; "Heel goed, ik ga een doekje voor je pakken."

Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de

beroepskrachten en het functioneren van de groepen. Tijdens de observatie is geconstateerd dat de beroepskrachten zich voldoende bezig houden met het stimuleren van de sociale competentie.

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie door interactie tussen groepsgenootjes aan te moedigen en de kinderen te helpen contact met elkaar te maken.

Wanneer een kind aan een beroepskracht vraagt of het ook aan de puzzel mee mag doen

stimuleert de beroepskracht dit aan het kind te vragen dat met de puzzel bezig is. "Vraag maar aan R. of je ook mee mag doen."

Bij de beoordeling van de overdracht van normen en waarden is met name het gedrag van de groepsleiding en de kinderen geobserveerd. De beroepshouding van de medewerkers draagt bij aan de overdracht van normen en waarden.

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.

De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Zij geven aan welk gedrag bij welke situatie hoort in termen van 'wat er wèl mag'.

Een kind dat iets van de andere kant van de tafel wil pakken door op de tafel te klimmen wordt door de beroepskracht aangesproken: "Ik wil dat je op de stoel komt zitten, kom ik zal je even van de tafel afhelpen."

Negatief of onrustig gedrag wordt op een positieve manier omgedraaid door het kind af te leiden.

"Ik lust wel een bakje macaroni, zullen we samen eens gaan kijken?"

Afspraken en regels worden uitgelegd en herhaald wanneer nodig. "Ik wil niet dat je de knuffel hier legt, dan kan ik het boekje niet voorlezen."

Voor kinderen waarbij er zorg is om afwijkend gedrag (bijvoorbeeld; in taal, contact met anderen of gedrag) wordt extra zorg geboden aan de hand van bijvoorbeeld; de inzet van een extra medewerker.

(7)

Voorschoolse educatie

Peuterspeelzaal Avonturijn maakt gebruik van het VVE programma Uk en Puk.

Vier dagdelen per week is er een VVE aanbod.

Er worden activiteiten aangeboden die gericht zijn op het stimuleren van de

ontwikkelingsdomeinen; taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Er zijn twee gediplomeerde beroepskrachten aanwezig, die tevens in het bezit zijn van een VVE- certificaat Uk en Puk of Puk en Ko.

De houder heeft een jaarlijks opleidingsplan opgesteld waarin tot uiting komt hoe de beroepskrachten worden bijgeschoold op het gebied van VVE.

Met het volgen van onder andere intervisie-bijeenkomsten, workshops, coachingsbezoeken en trainingen wordt de kennis en de vaardigheden van de beroepskrachten, met betrekking tot voorschoolse educatie, onderhouden.

In 2016 bestaat het trainingsaanbod onder andere uit een training 'Oog voor interactie'.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten)

 Observaties (Onaangekondigd op 25 februari 2016)

 Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleid PSZ jan 2016)

 Pedagogisch werkplan (Pedagogisch werkplan PSZ HSUM VVE jan 2016)

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie (PSZ Jaarplan Trainingen 2016)

(8)

Personeel en groepen

Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein

‘personeel en groepen’.

Voor de beoordeling van de items binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma’s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten.

De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van observatie.

Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.

Verklaring omtrent het gedrag

Van alle aanwezige beroepskrachten is een verklaring omtrent het gedrag gezien die is afgegeven na 1 maart 2013.

Van de medewerker, die vanuit een extern project aanwezig was, is een geldige verklaring omtrent het gedrag door de leidinggevende nagestuurd.

Op het moment van inspectie zijn er geen nieuwe medewerkers, stagiaires of uitzendkrachten aanwezig.

Passende beroepskwalificatie

Alle aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang bij peuterspeelzaal Avonturijn vindt plaats in twee groepen.

De kinderen worden opgevangen in een vaste groep met vaste beroepskrachten.

De groepen bestaan uit maximaal 16 kinderen.

Naam groep Leeftijd kinderen Maximaal aantal kinderen Tijgertjes 2-4 jaar 16

Girafjes 2-4 jaar 16

(9)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd:

Naam

groep Leeftijd

kinderen Aantal aanwezige kinderen

Aantal

beroepskrachten nodig

Aantal

beroepskrachten aanwezig

Opmerkingen

Tijgertjes 2-4 jaar 13 2 2

Girafjes 2-4 jaar 11 2 2 + medewerker

vanuit extern project

Conclusie uit de waargenomen praktijk is dat er aan de minimale eisen betreffende de beroepskracht-kindratio wordt voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten)

 Observaties (Onaangekondigd op 25 februari 2016)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

(10)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(12)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(13)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Peuterspeelzaal Avonturijn

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Bink Hilversum

Adres houder : Postbus 1064

Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM

Website : www.binkkinderopvang.nl

KvK nummer : 55449808

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek

Adres : Postbus 251

Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM

Telefoonnummer : 035-6926377

Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Hilversum

Adres : Postbus 9900

Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM

Planning

Datum inspectie : 25-02-2016

Opstellen concept inspectierapport : 17-03-2016

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 21-03-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-03-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 21-03-2016 Openbaar maken inspectierapport : 28-03-2016

(14)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a