• No results found

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NL

(2)

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 24.2.2011 COM(2011) 85 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Gevolg gegeven aan Besluit 2010/320/EU van de Raad gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van

Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen

SEC(2011) 240 definitief

(3)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Gevolg gegeven aan Besluit 2010/320/EU van de Raad gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van

Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen

1. INLEIDING

In deze mededeling worden de maatregelen beoordeeld die Griekenland tussen november 2010 en medio februari 2011 heeft genomen om zich naar Besluit 2010/320/EU van de Raad1 te voegen. De tot en met de maand november ondernomen actie is beoordeeld in de mededeling van 9 december 20102. De voorliggende mededeling levert samen met een in overleg met de Europese Centrale Bank (ECB) opgesteld begeleidend verslag van de diensten van de Commissie3 ook een bijdrage aan de evaluatie van de inachtneming van het memorandum voor het economische en financiële beleid (MEFP) en het memorandum van overeenstemming (MoU)4 in de context van de leningsovereenkomst tussen Griekenland en de overige lidstaten van het eurogebied.

Onderstaande beoordeling is gebaseerd op het verslag dat Griekenland bij de Raad en de Commissie heeft ingediend5, alsook op het controlebezoek dat ambtenaren van de Europese Commissie samen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de ECB aan het land hebben gebracht in de context van het economische aanpassingsprogramma dat wordt gefinancierd met behulp van bilaterale leningen van de lidstaten van het eurogebied en een stand-by-overeenkomst van het IMF. In het op 12 februari 2011 door Griekenland ingediende verslag wordt niet alleen ingegaan op de begrotingsmaatregelen die erop gericht zijn de tekortquote van de overheid in 2011 terug te dringen, maar ook op de uitgebreide structurele hervormingen die de Griekse regering thans aan het voorbereiden en doorvoeren is.

2. BESLUIT VAN DE RAAD VAN 10 MEI 2010

Op 10 mei 2010 heeft de Raad op grond van artikel 126, lid 9, en artikel 136 VWEU zijn goedkeuring gehecht aan Besluit 2010/320/EU gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2014 te verhelpen.

1 PB L 145 van 11.6.2010, blz. 6-11.

2 COM(2010) 739 definitief.

3 "The Economic Adjustment Programme for Greece – Third Review", European Economy–Occasional Paper N° 77 (februari 2011). Zie genoemd document voor een diepgaandere beoordeling van de ontwikkelingen op macro-economisch, financieel en budgettair gebied en op het gebied van de structurele hervormingen.

4 "Memorandum of Economic and Financial Policies" en "Memorandum of Understanding of Specific Economic Policy Conditionality" van 3 mei, geactualiseerd op 22 november 2010.

5 The Economic Adjustment Programme for Greece – Report submitted in accordance with Council Decision – February 2011. Het verslag is op 12 februari 2011 door de Griekse regering ingediend. Het

(4)

Krachtens dit Raadsbesluit moet Griekenland een reeks concrete maatregelen treffen om het overheidstekort tot onder de volgende maxima terug te dringen:

• 18 508 miljoen EUR (8,1% van het bbp, op basis van de recentelijk beschikbaar gekomen officiële bbp-gegevens) in 2010;

• 17 065 miljoen EUR (7,6% van het bbp) in 2011;

• 14 916 miljoen EUR (6,5% van het bbp) in 2012;

• 11 399 miljoen EUR (4,8% van het bbp) in 2013; en

• 6 385 miljoen EUR (2,6% van het bbp) in 20146.

Het besluit is vervolgens gewijzigd op 7 september 2010 (Besluit 2010/486/EU)7 en op 20 december 2010 (Besluit 2011/57/EU)8. De bovenvermelde maxima voor het overheidstekort zijn evenwel onveranderd gehandhaafd.

3. BEGROTINGSUITVOERING

Het voor 2010 vastgestelde streefcijfer voor het ESR-overheidstekort is niet gehaald. Het tekortplafond voor 2010 was in het Raadsbesluit op 18 miljard EUR (8% van het bbp) vastgesteld, maar het tekort zou op 22 miljard EUR (9,6% van het bbp) zijn uitgekomen, al is de nauwkeurigheid van deze raming nog steeds met enige onzekerheid omgeven. De onzekerheidsmarge houdt vooral verband met de prestatie van de staatsbedrijven en van de niet op de begroting opgevoerde fondsen die bij de overheid, de sociale zekerheid en de lokale overheid zijn ingedeeld. Daarvoor zijn immers nog geen harde gegevens voor perioden korter dan een jaar voorhanden. Ook heerst er onzekerheid over de verschillen tussen de kasbetalingen en de onderliggende uitgaven. De eerste volledige reeks jaarlijkse ESR- gegevens zal niet voor eind maart 2011 beschikbaar zijn en pas in april door Eurostat worden gepubliceerd en gevalideerd.

Het plafond voor de primaire overheidsuitgaven (op kasbasis) voor het einde van het jaar (zoals vastgelegd in het MEFP en het MoU) is in acht genomen. De feitelijke primaire overheidsuitgaven bedroegen immers 61,1 miljard EUR, terwijl het plafond op 67 miljard EUR was vastgesteld. Het criterium is ruimschoots gehaald omdat minder is uitgegeven dan gepland, vooral als gevolg van effectieve bezuinigingen, maar ook doordat betalingen zijn uitgesteld of met vertraging zijn uitgevoerd; de informatie over de nog te betalen uitgaven laat nog steeds te wensen over. Volgens de beschikbare informatie is er voor

6 De vermelde percentages van het bbp hebben een indicatief karakter. De in het Raadsbesluit vermelde percentages van het bbp zijn berekend op basis van de in mei beschikbare cijfers voor het nominale bbp: achtereenvolgens 8,0, 7,6, 6,5, 4,9 en 2,6% van het bbp voor de jaren 2010 tot en met 2014. Het in het besluit vastgelegde aanpassingstraject vereist dat de jaarlijkse stijging van de geconsolideerde bruto overheidsschuld niet groter is dan 34 058 miljoen EUR in 2010, 17 365 miljoen EUR in 2011, 15 016 miljoen EUR in 2012, 11 599 miljoen EUR in 2013 en 7 885 miljoen EUR in 2014. Rekening houdend met de herziene schuldcijfers aan het einde van 2009 en de meest recente prognoses voor het nominale bbp levert dit schuldquoten op van achtereenvolgens 145, 155, 159, 159 en 157% van het bbp voor de jaren 2010 tot en met 2014.

7 PB L 145 van 11.6.2010, blz. 6.

8

(5)

2010 sprake van ruim 1,5 miljard EUR aan achterstallige betalingen, die in de loop van 2011 zullen moeten worden verricht.

Het primaire overheidssaldo (op kasbasis volgens de definitie die bij de controle in het kader van het MEFP en het MoU wordt gehanteerd) bedroeg 5,5 miljard EUR en bleef daarmee onder het plafond van 5,7 miljard EUR. In de vorige mededeling werd er nog van uitgegaan dat het criterium met 1,5 miljard EUR (0,6% van het bbp) zou worden overschreden op basis van de aanname dat geen betalingsachterstanden zouden worden opgelopen.

Tabel 1: Uitvoering van de begroting van de centrale overheid

2009 2010 kasbasis

(miljoen EUR) Jan - dec

Veran- dering in %

Plannen van mei

2010 Totaal ontvangsten 50531 54240 7,3 55715

Ontvangsten vóór

restituties 53443 56147 5,1 57800 Terugbetaling van

belastingen 4952 4979 0,5 5100 Kapitaalinkomsten 2040 3072 50,6 3015 Totaal uitgaven 81403 73694 -9,5 75187

Primaire uitgaven 57992 51679 -10,9 52633 Rente 12325 13223 7,3 13209 Kapitaaluitgaven 9588 8447 -11,9 9000

Overige 1498 345 -77,0 345 Saldo -30872 -19454 -37,0 -19472 Bron: General Accounting Office

Noot: In deze tabel is geen rekening gehouden met betalingen voor militaire aankopen (1 miljard EUR in 2010, hetgeen neerkomt op een daling met meer dan 30% in vergelijking met 2009).

In 2010 bedroeg de schuldquote van de overheid 142,5%, terwijl als oorspronkelijke doelstelling 133% van het bbp werd gehanteerd. Dat verschil is vooral terug te voeren op de herindeling van overheidsentiteiten in de overheidssector (waarmee voor het eerst in de begrotingsrekeningen van 2009 rekening is gehouden), maar ook op de slechter dan verwachte tekortontwikkeling in 2010. Het in de besluiten vastgelegde plafond voor de stijging van de overheidsschuld is echter gerespecteerd (plafond: 34 058 EUR; geraamde feitelijke toename: 28 870 EUR).

3. VOORUITZICHTEN VOOR 2011 EN 2012-2014

De Griekse regering heeft bevestigd dat zij vasthoudt aan de begrotingsdoelstelling voor 2011 die in het Raadsbesluit is vastgelegd. Nu het uitgangsniveau van het tekort en de schuld hoger is dan verwacht en het bbp lager uitkomt dan voorspeld, zijn grotere consolidatie- inspanningen vereist. De begrotingsstrategie blijft in het teken staan van het in mei 2010 afgesproken consolidatietraject. De Griekse regering heeft dan ook besloten het in 2010 verloren gegane terrein volledig terug te winnen teneinde snel wederom tot een houdbare begrotingssituatie te komen, de financieringsbehoeften te handhaven op het in het programma vastgelegde peil en het marktvertrouwen te ondersteunen. De op 22 december 2010 door het

(6)

Griekse parlement goedgekeurde begroting voor 2011 voorziet in nieuwe tekortverminderende maatregelen ter grootte van 2¼% van het bbp. De totale budgettaire consolidatiemaatregelen voor 2011 (met inbegrip van die welke in mei zijn afgesproken) komen daardoor op 5¾% van het bbp. Ongeveer tweederde van de in november overeengekomen nieuwe maatregelen hebben betrekking op de uitgavenzijde en het leeuwendeel ervan is van structurele aard; de tijdelijke maatregelen vertegenwoordigen 0,7 miljard EUR of 0,3% van het bbp.

De meeste budgettaire maatregelen waarmee wordt beoogd de tekortdoelstelling voor 2011 te realiseren, zijn wettelijk vastgesteld en worden thans in praktijk gebracht. De maatregelen omvatten bezuinigingen op niet-productieve en niet-doelgerichte uitgaven, een vermindering van het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur in de overheidssector, een doelgerichter toekenning van algemene subsidies aan huishoudens (zoals subsidies voor verwarmingsbrandstof en gezinsuitkeringen), en een beter beheer en gebruik van overheidsmiddelen, vooral wat de inning van achterstallige belastingen betreft. In de begroting 2011 wordt ook een aanvang gemaakt met het aanpakken van twee essentiële structurele problemen, namelijk de buitensporige uitgaven voor gezondheidszorg en de verliezen van staatsbedrijven. Om de begrotingsdoelstellingen voor 2011 te verwezenlijken, dienen de totale belastingontvangsten met ruim 1,5 miljard EUR (of ongeveer ¾% van het bbp) te worden verhoogd in vergelijking met 2010. Om deze uitdaging tot een goed einde te brengen, wordt vooral gerekend op concrete resultaten van de bestrijding van de belastingontwijking en op een efficiënter belastingsinningsmechanisme.

Volgens de begroting 2011 zou het overheidstekort (ESR 95) 16,8 miljard EUR (7,6% van het bbp) belopen. Afgaande op de recentste beschikbare informatie voorspellen de diensten van de Commissie evenwel dat het ESR 95-tekort in 2011 18,8 miljard EUR zou kunnen bedragen (afsluitingsdatum van deze prognoses: 11 februari 2011). Dat houdt derhalve in dat het tekort voor 2011 ¾ procentpunt van het bbp boven het plafond zou uitkomen, tenzij actie wordt ondernomen. In januari 2011 is de maandelijkse doelstelling voor de uitvoering van de begroting van de centrale overheid (op kasbasis) niet gehaald, wat vooral te wijten is aan een nog steeds verzwakkende ontwikkeling aan de ontvangstenzijde. Dat impliceert een overschrijding van de begrotingsdoelstelling op jaarbasis, welke hoofdzakelijk toe te schrijven is aan minder optimistische verwachtingen voor de groei van de belastinggrondslagen, geactualiseerde ramingen voor de in de loop van het jaar door te voeren begrotingsmaatregelen en een basiseffect dat uitgaat van de slechter dan verwachte feitelijke ontwikkeling in 2010 van diverse ontvangstencategorieën. Bovendien wordt verwacht dat de rente-uitgaven de daarvoor uitgetrokken begrotingsmiddelen zullen overtreffen.

Volgens de Griekse organieke begrotingswet dient de regering de budgettaire middelangetermijnstrategie voor 2012-2015 op te stellen. De regering zal het begrotingsbeleid uitstippelen dat op middellange termijn moet worden gevoerd om het overheidstekort in 2014 tot minder dan 3% van het bbp terug te dringen en nadien verder te reduceren. Volgens ramingen van de diensten van de Commissie zou het verschil tussen, enerzijds, het begrotingstekort volgens een basisscenario waarbij geen beleidsmaatregelen worden genomen, en, anderzijds, de in het Raadsbesluit vastgelegde tekortdoelstelling voor 2014 ongeveer 8% van het bbp bedragen (zie tabel 2). In mei zijn reeds budgettaire maatregelen ter grootte van circa 2% van het bbp gespecificeerd, maar het valt niet uit te sluiten dat het effect ervan op de begroting moet worden herzien.

(7)

Tabel 2: Deficit accounting: Tekortontwikkeling van het ene jaar tot het andere

Miljoen EUR % van het bbp

Cumulatieve maatregelen

Cumulatieve maatregelen 2010-

2014

2012- 2014

2010- 2014

2012- 2014

Tekort 2009 36150 15,4

Nominaal tekortverloop in 2010 3880 1,7

In 2010 uitgevoerde maatregelen 18000 18000 7,8 7,8 Effect op het groeipercentage van het

nominale bbp -- 0,2

Tekort 2010 22030 9,6

Nominaal tekortverloop in 2011 9226 4,1

In 2011 uitgevoerde maatregelen 12450 30450 5,5 13,5 Niet-gespecificeerde maatregelen 1741 1741 0,7 0,7 Effect op het groeipercentage van het

nominale bbp -- 0,1

Tekort(doelstelling) 2011 17065 7,6

Nominaal tekortverloop in 2012 5455 2,4

Gespecificeerde maatregelen voor 2012* 5575 36025 5575 2,4 15,7 2,4 Niet-gespecificeerde maatregelen voor

2012 2029 3770 3770 0,9 1,6 1,6

Effect op het groeipercentage van het

nominale bbp -- -0,1

Tekort(doelstelling) 2012 14916 6,4

Nominaal tekortverloop in 2013 2218 0,9

Gespecificeerde maatregelen voor 2013* 575 36600 6150 0,2 15,5 2,6 Niet-gespecificeerde maatregelen voor

2013 5160 8931 8930 2,2 3,8 3,8

Effect op het groeipercentage van het

nominale bbp -- -0,2

Tekort(doelstelling) 2013 11399 4,8

Nominaal tekortverloop in 2014 491 0,2

Gespecificeerde maatregelen voor 2014* -1050 35550 5100 -0,4 14,6 2,1 Niet-gespecificeerde maatregelen voor

2014 5573 14504 14504 2,3 5,9 5,9

Effect op het groeipercentage van het

nominale bbp -- -0,6

Tekort(doelstelling) 2014 6385 2,6

* De in het oorspronkelijke programma van mei voor 2012, 2013 en 2014 gespecificeerde en gekwantificeerde maatregelen zijn herzien.

Het tekort in jaar t is gelijk aan het tekort in jaar t-1 vermeerderd met het nominale tekortverloop in jaar t, verminderd met de gespecificeerde maatregelen, verminderd met de niet-gespecificeerde maatregelen (en voor de percentages: vermeerderd met het effect op het nominale bbp-percentage).

Het tekortverloop is de stijging van het tekort die zou plaatsvinden indien geen maatregelen worden genomen.

Het omvat met name de structurele stijging van de pensioenuitgaven, de toename van de rente-uitgaven en andere structurele uitgavenstijgingen. Het tekortverloop is berekend op basis van de veronderstelling dat de lonen worden bevroren en dat de regel van 1 indienstneming voor 5 uitdiensttredingen wordt toegepast. Het weerspiegelt ook de stijging/daling van de ontvangsten wegens ontwikkelingen in de belastinggrondslagen.

(8)

De regering heeft reeds de eerste krachtlijnen van de budgettaire middellangetermijnstrategie meegedeeld. De ontwerpstrategie zal eind maart worden bekendgemaakt, medio april door de ministerraad worden goedgekeurd en medio mei door het parlement worden aangenomen. De strategienota zal de volgende belangrijke elementen bevatten: i) prudente macro-economische voorspellingen; ii) basisprognoses voor de ontvangsten en uitgaven van de centrale overheid en van andere overheidsentiteiten; iii) een beschrijving van permanente budgettaire maatregelen en van de timing en omvang ervan; iv) jaarlijkse uitgavenplafonds voor elk ministerie en begrotingsdoelstellingen voor andere overheidsentiteiten tot en met 2014; v) in overeenstemming met de tekort- en schulddoelstellingen zijnde prognoses voor de overheidsbegroting na uitvoering van de maatregelen; vi) schuldprognoses voor de langere termijn op basis van prudente macro-economische voorspellingen, stabiele primaire overschotten vanaf 2014 en privatiseringsplannen. In de middellangetermijnstrategie zal een aantal lopende of geplande structurele begrotingshervormingen worden ingepast, zoals onder meer: i) een hervorming van de staatsbedrijven; ii) een hervorming van de niet op de begroting opgevoerde fondsen (juridische entiteiten van de overheidssector en geoormerkte rekeningen); iii) de hervormingen van het belastingbeleid; iv) de hervormingen van het salarisstelsel voor ambtenaren en van het overheidsapparaat; v) de rationalisatie van de sociale uitgaven; vi) de kostenefficiënte planning van de overheidsinvesteringen; en vii) de militaire uitgaven.

6. STRUCTURELE HERVORMINGEN: STAND VAN ZAKEN

Griekenland is het structurele hervormingsprogramma aan het uitvoeren. Bij het doorvoeren van structurele begrotingshervormingen is weliswaar enige vooruitgang geboekt, maar in sommige gevallen is deze trager uitgevallen dan gepland. De regering werkt aan een versterking van het wettelijk kader ter bestrijding van belastingontwijking en aan een modernisering van de belastingdiensten. De hervormingen van de begrotingsinstellingen, zoals onder meer het General Accounting Office, worden voortgezet: de regering heeft uitgavenplafonds voor de centrale overheid en tekortdoelstellingen voor de gehele overheidssector vastgesteld en tevens vooruitgang geboekt bij de tijdige verstrekking van begrotingsgegevens, al is een verdere verbetering van de kwaliteit en de reikwijdte ervan vereist. Ook het beheer van de uitgavenzijde van de begroting moet beter, met name wat de investeringsbegroting en de militaire aankopen betreft. Bij de hervorming van de gezondheidszorg zijn vorderingen gemaakt: medio februari 2011 is een eerste pakket hervormingen aangenomen. Een aantal structurele begrotingsmaatregelen heeft echter vertraging opgelopen, zoals onder meer de vereenvoudiging van de beloningsregeling voor ambtenaren en het volledig operationeel maken van de ene betalingsinstantie. Hoewel er sprake is van enige vertraging, worden thans goede vorderingen gemaakt bij de functionele evaluaties van de centrale overheidsdiensten en de sociale programma's.

De regering heeft toegezegd een inventaris van de staatsactiva te zullen publiceren, waarin onder meer een overzicht van de belangen in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen en van commercieel interessante onroerende goederen en terreinen wordt gegeven. Dit zal bijdragen tot een snellere privatisering, waarvan de opbrengsten door de regering zijn opgetrokken tot 50 miljard EUR in 2011-2015, waarvan 15 miljard EUR in 2011-2012.

(9)

Bij andere structurele hervormingen wordt gestaag vooruitgang geboekt, maar net als bij de structurele begrotingshervormingen is er sprake van vertragingen. Met de vaststelling van de arbeidswet in december en van de wetgevingsvoorstellen inzake de openstelling van gesloten beroepen heeft Griekenland de aanzet gegeven tot een nieuwe golf van structurele hervormingen. Thans wordt een onafhankelijke taskforce van deskundigen op het gebied van het onderwijsbeleid opgezet als eerste stap op de weg naar een hervorming van het onderwijs.

Momenteel of naar verwachting binnenkort worden wetgevingsbesluiten aangenomen om de bestaande beperkingen op het vrij verrichten van diensten weg te nemen, de energiesector te hervormen, de wetgeving te vereenvoudigen, meer vaart te zetten achter het proces voor vergunningverlening aan ondernemingen en zelfstandigen en voor de uitoefening van industriële activiteiten, en het institutionele kader van de Griekse mededingingsautoriteit te wijzigen.

7. VOLLEDIGHEID VAN DE BENODIGDE INFORMATIE

Het door Griekenland ingediende verslag en de gegevens die periodiek aan de Commissie worden meegedeeld, bevatten het grootste deel van de informatie die overeenkomstig het Raadsbesluit moet worden verstrekt. Met name bevat het verslag uitvoerige informatie over de doorgevoerde (en nog door te voeren) concrete maatregelen om aan het Raadsbesluit te voldoen, en over de budgettaire gevolgen van die maatregelen.

Het General Accounting Office heeft tijdig gegevens verstrekt over de maandelijkse uitvoering van de staatsbegroting: de recentste gegevens (voor januari 2011) zijn op 12 februari 2011 bekendgemaakt. Daarnaast zijn ook gegevens verstrekt over de maandelijkse ontwikkeling van de betalingsachterstanden van de centrale overheid en van een groot deel van de niet tot de centrale overheid behorende overheidssectoren, na de maandelijkse actualiseringen die door het General Accounting Office zijn gepubliceerd. De mate van detail van de jaarlijkse gegevens voor de niet tot de centrale overheid behorende overheidssectoren is weliswaar verbeterd, maar de verstrekking van maandelijkse gegevens over de begrotingsuitvoering van socialezekerheidsfondsen, niet op de begroting opgevoerde fondsen en lokale overheden laat nog steeds te wensen over. In het verslag wordt de ontwikkeling van het aantal vaste personeelsleden in de overheidssector sinds eind 2009 geschetst. Het betreft het vast aangestelde personeel in de centrale overheidsdiensten, de overheidsentiteiten, de lokale overheden, de privaatrechtelijke entiteiten van de centrale overheid, de ordediensten, het leger en de clerus. Het verslag bevat ook de vereiste informatie over de uitgifte en terugbetaling van schuldpapier en over de financiële situatie van de grootste overheidsbedrijven. Voorts bevat het verslag een schat aan informatie over de structurele hervormingen die in reactie op de aanbeveling van de Raad van 16 februari 20109 en in het kader van het MEFP en het MoU zijn of worden doorgevoerd.

9 Aanbeveling 2010/190/EU van de Raad aan Griekenland van 16 februari 2010 strekkende tot het beëindigen van het gebrek aan overeenstemming van het economische beleid in Griekenland met de globale richtsnoeren voor het economische beleid en het wegnemen van het risico dat de goede werking

(10)

8. CONCLUSIE

Het bij het Raadsbesluit vastgestelde plafond voor het overheidstekort (ESR 95) voor 2010 is naar schatting met ongeveer 4,1 miljard EUR overschreden: het tekort zou 22 miljard EUR (9,6% van het bbp) in plaats van 18,5 miljard EUR (8% van het bbp) hebben belopen. Dit komt echter neer op een vermindering van de tekortquote met bijna 6 punten ten opzichte van 2009. Aangenomen wordt dat de schuldquote van de overheid is opgelopen van 127% van het bbp eind 2009 tot 141% in 2010.

Voor 2011 is de door het parlement goedgekeurde begroting in overeenstemming met de in het Raadsbesluit vastgelegde plafonds, al zullen verdere maatregelen vereist zijn om het tekortplafond in acht te nemen. Momenteel werkt de regering aan verdere duurzame maatregelen die noodzakelijk zullen zijn om het tekort de komende jaren verder terug te dringen. De regering heeft meer in het bijzonder reeds de krachtlijnen van de budgettaire middellangetermijnstrategie meegedeeld. De ontwerpstrategie zal eind maart worden bekendgemaakt, medio april door de ministerraad worden goedgekeurd en medio mei door het parlement worden aangenomen. In de context van de middellangetermijnstrategie zijn permanente budgettaire consolidatiemaatregelen ter grootte van ten minste 8% van het bbp vereist (waarvan 6% nog moet worden gespecificeerd) om te garanderen dat de tekortdoelstellingen tot en met 2014 worden gehaald en dat de schuldquote een duurzame neerwaartse tendens gaat vertonen. Verwacht wordt dat een ambitieuzer privatiseringsplan de schuldquote in vijf jaar tijd met bijna 20 procentpunt van het bbp zal doen afnemen.

Ondanks de ontsporing van de begroting in 2010 maakt Griekenland zich klaar om de nodige maatregelen te nemen en het vereiste beleid te voeren om op schema te blijven, met de bedoeling uiterlijk in 2014 aan het buitensporige tekort een einde te maken, zoals het Raadsbesluit voorschrijft. Daarom concludeert de Commissie dat Griekenland in bevredigende mate gevolg geeft aan het besluit van de Raad van 10 mei 2010 en aan de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010, en dat het land de in het geactualiseerde MEFP en MoU van 22 november 2010 geschetste maatregelen op bevredigende wijze uitvoert.

(11)

BIJLAGE I: KRACHTENS HET BESLUIT VAN DE RAAD UITERLIJK EIND DECEMBER 2010 TE NEMEN MAATREGELEN

Maatregelen (zoals voorgeschreven in artikel 2, lid 3, van het besluit van de Raad) Stand van zaken

"Griekenland neemt de volgende maatregelen vóór eind december 2010:

a) de definitieve vaststelling van de in lid 2, onder a), genoemde maatregelen;

In acht genomen.

b) de tenuitvoerlegging van een wet tot versterking van het begrotingskader. Deze wet dient met name in het volgende te voorzien: de totstandbrenging van een begrotingskader voor de middellange termijn, de opneming in de begroting van een verplichte reserve voor onvoorziene uitgaven ter grootte van 5% van de totale begrotingskredieten van de ministeries, met uitzondering van de lonen, de pensioenen en de interestbetalingen, de invoering van sterkere mechanismen voor de controle op de uitgaven en de oprichting van een begrotingsdienst die van het parlement afhangt;

Ten dele in acht genomen.

De in september 2010 vastgestelde nieuwe organieke begrotingswet is reeds toegepast bij de begrotingswet 2011. Uiterlijk in mei 2011 moet de regering haar goedkeuring hechten aan het begrotingskader voor de middellange termijn, dat als uitgangspunt voor de begroting 2012 zal fungeren. De wet tot oprichting van de van het parlement afhangende begrotingsdienst is reeds vastgesteld, maar de dienst zelf is nog niet opgezet.

f) een forse verbetering van het absorptiepercentage van de structuur- en cohesiefondsen;

In acht genomen.

i) wetgeving tot vereenvoudiging en versnelling van het proces voor vergunningverlening aan ondernemingen en zelfstandigen en voor de uitoefening van industriële activiteiten;

Ten dele in acht genomen, uitgesteld.

Verwacht wordt dat binnenkort in het parlement over de wet inzake de vergunningverlening zal worden gestemd.

j) een wijziging van het institutionele kader van de Griekse mededingingsautoriteit teneinde de onafhankelijkheid ervan te vergroten, redelijke termijnen voor het verrichten van onderzoeken en het uitvaardigen van besluiten vast te stellen, en de autoriteit de bevoegdheid te verlenen klachten te verwerpen;

Werkzaamheden gaande, uitgesteld.

Wordt binnenkort bij het parlement ingediend.

k) een beter beheer van de overheidsmiddelen met de bedoeling ten minste een opbrengst van 7 miljard EUR te realiseren over de periode 2011-2013 waarvan ten minste 1 miljard in 2011; de opbrengsten van de verkoop van activa (onroerend goed en financiële activa) worden aangewend om schulden af te lossen en niet om de budgettaire consolidatie- inspanningen die nodig zijn om te voldoen aan de in artikel 1, lid 2, vastgestelde maxima voor het overheidstekort te verminderen;

In acht genomen.

De overheid heeft medegedeeld welke activa zij in de loop van 2011-2013 van plan is te privatiseren. Het plan zou worden herzien in het licht van het voornemen van de regering om de privatiseringsopbrengsten op te trekken tot 50 miljard EUR in de periode 2011-2015.

l) maatregelen waarmee wordt beoogd bestaande beperkingen op het vrij verrichten van diensten op te heffen;

Werkzaamheden gaande, uitgesteld.

Binnenkort worden diverse maatregelen wettelijk vastgesteld.

(12)

m) een decreet dat lokale overheden tot ten minste 2014 verbiedt tekorten te boeken; een vermindering van de overdrachten aan de lokale overheid conform de geplande besparingen en bevoegdheidsoverdrachten;

In acht genomen.

n) bekendmaking van tussentijdse langetermijnprognoses van pensioenuitgaven tot 2060 zoals vastgelegd in de wetgevingshervorming van juli 2010 waaronder de voornaamste pensioenregelingen vallen (IKA, met inbegrip van het pensioenstelsel voor ambtenaren, OGA en OAEE);

In acht genomen.

o) invoering van een uniform elektronisch receptensysteem; bekendmaking van de volledige prijslijst van de op de markt beschikbare geneesmiddelen; toepassing van de lijst van niet-vergoede geneesmiddelen en van de lijst van receptvrije geneesmiddelen;

bekendmaking van de nieuwe lijst van vergoede geneesmiddelen met gebruikmaking van het nieuwe systeem van referentieprijzen; gebruikmaking van de via elektronische recepten en scanning beschikbaar gekomen informatie voor de inning van kortingen van farmaceutische bedrijven; invoering van een bewakingsmechanisme dat een maandelijkse toetsing van de uitgaven voor geneesmiddelen mogelijk maakt; opleggen van eigen bijdragen van 5 EUR voor standaard poliklinische diensten en uitbreiding van eigen bijdragen tot onrechtmatig beroep op spoeddiensten; bekendmaking van gecontroleerde rekeningen van ziekenhuizen en gezondheidscentra; en instelling van een onafhankelijke taskforce van deskundigen op het gebied van het gezondheidszorgbeleid die tot taak heeft tegen eind mei 2011 een gedetailleerd verslag op te stellen met het oog op een algemene hervorming van het gezondheidszorgstelsel teneinde dit stelsel efficiënter en doeltreffender te maken;

Werkzaamheden gaande.

Diverse maatregelen worden wettelijk vastgesteld of ten uitvoer gelegd.

q) verdere vermindering van de beleidsuitgaven met ten minste 5%, wat besparingen ter waarde van ten minste 100 miljoen EUR oplevert;

r) verdere reductie van de overdrachten, wat voor de overheid als geheel in besparingen ter waarde van ten minste 100 miljoen EUR resulteert. De begunstigde overheidsentiteiten gaan over tot een dienovereenkomstige vermindering van de uitgaven, zodat er geen accumulatie van betalingsachterstanden ontstaat;

In acht genomen.

s) invoering vanaf januari 2011 van inkomensafhankelijke gezinsuitkeringen, wat besparingen ter waarde van ten minste 150 miljoen EUR (ongerekend de desbetreffende administratieve kosten) oplevert;

In acht genomen.

t) vermindering van de aankoop van militaire uitrusting (leveringen) met ten minste 500 miljoen EUR in vergelijking met het feitelijke niveau van 2010;

Gepland.

Wordt tegen het einde van het jaar beoordeeld.

u) reductie van de uitgaven voor geneesmiddelen met 900 miljoen EUR door de socialeverzekeringsinstellingen als gevolg van een bijkomende verlaging van de geneesmiddelenprijzen en nieuwe aankoopprocedures, en met ten minste 350 miljoen EUR door ziekenhuizen (met inbegrip van uitgaven voor apparatuur);

In acht genomen.

(13)

v) aanbrengen van wijzigingen in het beheer, de prijszetting en de lonen van overheidsbedrijven, wat besparingen ter waarde van ten minste 800 miljoen EUR oplevert;

In acht genomen.

w) gelijktrekking van de belastingen op stookolie en diesel na 15 oktober 2011 om fraude tegen te gaan, een maatregel die in 2011 ten minste 400 miljoen EUR opbrengt, ongerekend doelgerichte maatregelen ter bescherming van de minder welvarende bevolkingsgroepen;

Niet in acht genomen.

De wet tot gelijktrekking van de belastingen op stookolie en diesel is nog niet vastgesteld. Het af te schaffen specifieke belastingvoordeel voor stookolie is alleen in het najaar en de winter van toepassing, zodat de vertraging bij de vaststelling van de wet tot dusver nog geen wezenlijke invloed op de belastingontvangsten en -uitgaven heeft gehad.

x) verhoging van de verminderde btw-tarieven van 5,5 tot 6,5% en van 11 tot 13%, wat ten minste 880 miljoen EUR oplevert en verlaging van het btw-tarief voor geneesmiddelen en hotelaccommodatie van 11 tot 6,5%, waarvan de kosten niet hoger mogen oplopen dan 250 miljoen EUR, ongerekend de uit het lagere btw-tarief voor geneesmiddelen voortvloeiende besparingen voor socialeverzekeringsinstellingen en ziekenhuizen;

y) intensivering van de strijd tegen brandstofsmokkel (ten minste 190 miljoen EUR);

z) verhoging van de kosten van procesvoering (ten minste 100 miljoen EUR);

aa) tenuitvoerlegging van een actieplan voor een versnelde inning van achterstallige belastingen (ten minste 200 miljoen EUR);

bb) snellere inning van fiscale boeten (ten minste 400 miljoen EUR);

cc) inning van inkomsten die uit het nieuwe kader voor fiscale geschillen en processen voortvloeien (ten minste 300 miljoen EUR);

dd) inkomsten uit hoofde van de verlenging van vervallende telecommunicatievergunningen (ten minste 350 miljoen EUR);

ee) inkomsten uit concessieovereenkomsten (ten minste 250 miljoen EUR);

In acht genomen.

ff) een herstructureringsplan voor het Atheense vervoersnetwerk (OASA). Doel van het plan is de exploitatieverliezen van het vervoersbedrijf te reduceren en het economisch levensvatbaar te maken. Het plan voorziet onder meer in bezuinigingen op de exploitatiekosten van het bedrijf en tariefverhogingen. Uiterlijk in maart 2011 worden de vereiste maatregelen getroffen;

Werkzaamheden gaande.

Het ontwerpondernemingsplan is beschikbaar.

gg) een wet die de indienstnemingen in de hele overheidssector beperkt tot niet meer dan één indienstneming voor vijf pensioneringen of ontslagen, zonder sectorale uitzonderingen en met inbegrip van het personeel dat van overheidsbedrijven in herstructurering naar overheidsentiteiten wordt overgeheveld;

In acht genomen.

(14)

hh) wetten die de arbeidsmarktsinstelling versterken en die bepalen dat: overeenkomsten op ondernemingsniveau prevaleren boven sectorale en beroepsovereenkomsten zonder ongerechtvaardigde beperkingen; collectieve arbeidsovereenkomsten op bedrijfsniveau niet beperkt worden door eisen in verband met de minimumgrootte van ondernemingen; de uitbreiding van sectorale en beroepsovereenkomsten tot partijen die niet bij de onderhandelingen betrokken waren, wordt afgeschaft; de proefperiode voor nieuwe arbeidsplaatsen wordt verlengd; tijdsbeperkingen bij gebruikmaking van uitzendkantoren worden afgeschaft; belemmeringen bij grotere gebruikmaking van overeenkomsten voor bepaalde duur worden weggenomen; de bepaling die in een hoger uurloon voor deeltijdwerkers voorziet, wordt ingetrokken; en een flexibeler arbeidstijdsbeheer, met inbegrip van deeltijdse ploegenarbeid, wordt toegelaten".

Ten dele in acht genomen.

In Wet 3899/2010 is bepaald dat ondernemingen en hun werknemers speciale collectieve overeenkomsten op ondernemingsniveau kunnen sluiten die in peius van sectorale overeenkomsten afwijken. De nieuwe OMED-raad wordt momenteel opgericht. Er is voldaan aan de verplichting om de proefperiode voor nieuwe arbeidsplaatsen tot een jaar te verlengen, om de tijdsbeperkingen bij de gebruikmaking van uitzendkantoren af te schaffen en om de bepaling in te trekken die in een hoger uurloon voor deeltijdwerkers voorziet. De verlangde afschaffing van de uitbreiding van sectorale en beroepsovereenkomsten tot partijen die niet bij de onderhandelingen betrokken zijn, heeft niet plaatsgevonden. Er is niet voldaan aan de verplichting om de belemmeringen voor een grotere gebruikmaking van overeenkomsten voor bepaalde duur weg te nemen en om een flexibeler arbeidstijdsbeheer toe te laten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij zal de praktische tenuitvoerlegging van het regelgevingskader inzake spoorwegveiligheid en interoperabiliteit blijven controleren en erop toezien dat alle afgeleide

Deze uitdaging geldt met name wanneer het erom gaat een civiel wereldwijd satellietnavigatiesysteem, GALILEO 5 , op te zetten en een politieke impuls te geven die krachtig genoeg is

Er zijn enkele belangrijke transversale vraagstukken die alle crisissituaties in de Hoorn van Afrika met elkaar gemeen hebben. Bestuur en veiligheid: een zeer belangrijk thema bij

– in het jaarlijkse Verslag over de tenuitvoerlegging van het Europese handvest voor kleine ondernemingen worden de vorderingen beoordeeld die de lidstaten en de Commissie maken op

– verbetering van de samenwerking, vooral in verband met sociale cohesie en regionale integratie, door de programma’s op nieuwe behoeften toe te spitsen en te zorgen voor

Er bestaat geen andere communautaire wetgeving over maatregelen inzake ecologisch ontwerp voor de beoordeelde productgroepen, maar in elke voorbereidende studie moet worden

De regelgeving op grond waarvan het gebruik van ETCS verplicht is bij de installatie van nieuwe signaleringsinstallaties op hogesnelheidslijnen en –materieel en een

Ofschoon het vier West- en Centraal-Afrikaanse landen zijn, met name Benin, Burkina, Mali en Tsjaad, die zeer actief zijn geweest op het internationale forum om de