• No results found

Gemeente van Christus,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeente van Christus,"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

De machtige Heer

Deze preek is gehouden op oudejaarsavond 2020 in de Adventkerk in Amersfoort. Gelezen zijn Jesaja 54:11-17 en Marcus 6:45-52. Gezongen zijn onder andere gezang 904 en 342 uit het Liedboek van 2013.

Gemeente van Christus,

Hoe kijken we terug op het afgelopen jaar? Wat zijn woorden die het jaar samen zouden kunnen vatten? De tekst die we gelezen hebben uit Jesaja reikt ons het beeld van de storm aan. In de Nieuwe Bijbelvertaling is dat niet meer te horen, want daar gaat het over een opgejaagd mens. In de Statenvertaling is het beter te horen. Vers elf begint in die vertaling zo: Gij verdrukte, door onweder

voortgedrevene. In de Naardense Bijbel klinkt het zo: Ongelukkige, door stormwind voortgedreven, ontroostbare vrouw.

Storm

Met het beeld van de storm wil ik de laatste preek van dit jaar beginnen. Het staat in de bijbel voor chaos. De storm verwijst naar machten waar mensen niet

tegenop kunnen. Je ziet het voor je. Machtige bomen waaien om of breken af als lucifer houtjes. Dijken breken. Huizen worden verwoest. Het land raakt ontwricht.

Alles gaat kapot en als mens sta je machteloos. Een storm kan je niet tegenhouden. De wind is sterker dan wij zijn. Tegen de kracht van

ontketende watermassa's kunnen wij niet op. Het is een gevecht dat je altijd verliest. In het geweld van de storm voelen we ons klein en hulpeloos. Wij Hollanders zijn het daar natuurlijk niet zomaar mee eens. Want wij bouwen dijken en Deltawerken. En daar zijn we succesvol in. Wij spreken wel van water management. We zijn op die manier een beetje schepper naast God. Dat is niet ongevaarlijk want voor je het weet overschat je jezelf en je eigen kunnen. Je zou kunnen gaan denken, bewust of onbewust, dat er geen chaos is meer is die je bedreigd. Het afgelopen jaar hebben we geleerd dat dat een misverstand is.

Ballingschap

De tekst die we vanavond lezen spreekt over een vrouw die wordt voortgedreven door de storm. Die vrouw is Israël want het volk van God is een speelbal

geworden. Er zijn machten waar ze niet tegenop kan. Er zijn legers gekomen waar ze geen partij aan kon bieden. De gevolgen waren rampzalig. De verliezen zijn ingrijpend. Er was hongersnood. Er is gehuild om de doden. Families zijn uit elkaar gescheurd. Een deel van Israël is weggevoerd naar een vreemd land. De stad waar iedereen trots op was ligt in puin. En God, die haar zou beschermen gaf niet thuis. Hij heeft Israël laten vallen. Israël is een ongelukkige, door stormwind opgejaagde, ontroostbare vrouw geworden. De wereld is voor altijd een onveilige plek geworden. Het leven blijkt kwetsbaar. Het heelal onherbergzaam. Het doet denken aan een gedicht van Gerrit Achterberg.

(2)

2

Het heet Deïsme. Ik lees er een paar regels uit voor. Misschien is het niet gelijk te volgen. Maar misschien voelen we aan waar het over gaat.

De mens is voor een tijd een plaats van God.

Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen, dan wordt hij afgeschreven op een steen.

De overeenkomst lijkt te lopen tot deze voleinding, dit abrupte slot.

Want God gaat verder, zwenkend van hem heen in zijn miljoenen. God is nooit alleen.

Voor deze kwam een ander weer aan bod.

We zijn voor hem een vol benzinevat, dat hij leeg achterlaat. Hij moet het kwijt, al de afval, met zijn wezen in strijd.

Corona

Dat is ballingschap. Ballingschap is eenzaamheid. Dat alles kapot is. Dat je alles kwijt bent. Dat je niets meer over het leven te zeggen hebben. Dat er met je gespeeld wordt. Kan je daar de crisis mee vergelijken waar wij in zitten? Ik moet u eerlijk zeggen dat ik dat ingewikkeld vind. Hoe erg is dat wat wij nu meemaken?

Is onze situatie te vergelijken met de verschrikking van een oorlog? Ik zou dat zelf niet zomaar doen. Wat oorlog is dat moet je vragen aan mensen in Syrië. Daar worden er ziekenhuizen gebombardeerd. Vergeleken met die chaos gaat hier nog heel erg ordelijk toe. We zien in dat het altijd erger kan.

Aan de andere kant: verdriet met verdriet vergelijken helpt niet. Ons leven is toch echt veranderd het afgelopen jaar. We zijn met onze neus bovenop onze

kwetsbaarheid gedrukt. We hebben ons beveiligd tegen water en wind. Maar zijn verrast door iets onzichtbaars als een virus. Dat is het gekke aan de storm waar wij in zitten. De storm is niet zichtbaar is voor veel mensen. Als je in het

ziekenhuis werkt, dan zie je het. Als je ziek wordt of je baan verliest, dan wordt je erdoor geraakt. Maar voor veel mensen betekent de storm vooral binnen blijven.

Lange dagen werken achter je computer. Eenzaamheid. Niet naar de kerk kunnen gaan. We doen ons best om deze onzichtbare wind onder controle te krijgen maar het blijkt lastig. De wind is voorlopig sterker dan wij. Hij speelt met ons. Hij is ons de baas.

En God, waar is hij in dit verhaal? Heeft hij ook nog iets te maken met deze crisis?

Volgens mij zijn we vooral verlegen met hem. We weten het niet goed. We durven daar niet veel over te zeggen. We tasten in het duister. Ook dat hoort bij de storm.

Ook dat hoort bij ballingschap. Dat je God kwijt bent en dat je alleen nog maar de wind en het water ziet.

(3)

3

Zie, Ik!

Tegen deze achtergrond spreekt de profeet. Hij geeft stem aan de crisis. Hij

spreekt ballingen aan met woorden waar ze zich in herkennen. Ongelukkige, door stormwind voortgedreven, ontroostbare vrouw. En het eerste wat hij dan tegen deze vrouw zegt is: ik. Met dat ik doelt hij niet op zichzelf. De profeet is stem van een ander ik. Door de stem van de profeet wordt God zichtbaar. Boven het geluid van de wind uit horen we zijn stem. En hij zegt om te beginnen: ik. Het is een ik dat zich niet lang vangen door de greep van ons denken. Het is een ik waar ook de storm geen vat op heeft. Hij staat er boven. Het is als in het evangelie. De Heer wandelt op de golven. Hij rijdt op de wind. Hij plant zijn voet op de nek van het water. Deze ik is geen lieve papa. Hij is geen aardige oom. Hij is met niets en niemand te vergelijken. In het boek van de profeet komen we zijn ik continu tegen. Ik ben het, de Heer, je God. Ik, de Heer heb jou bij je naam geroepen. Ik ben de Heer, uw heilige, Israël schepper, uw koning. Buiten mij is niemand God.

Dat is het belangrijkste wat de profeet te zeggen heeft. Hij is stem van deze ik. En zo meldt God zich midden in ons leven. In de storm, het ongeluk en het verdriet horen we deze stem. Dat is de kern van het evangelie en het begin van de

verlossing. Dat hij zich meldt in de storm en dat hij zegt: vrees niet. Ook dat is zo'n woord dat steeds weer terugkomt in het boek van de profeet. Vrees niet, want ik ben bij je. Vrees niet, want ik help jou. Vrees niet want ik verlos jou. Luister naar mij. Kijk mij aan. Ik ben bij jou. Het is alsof een ouder spreekt tot haar kind. Het heeft een nachtmerrie gehad. Wat zeg je tegen zo’n kind als het je niet herkent?

Wat zeg je tegen het kind als het in jou een spook ziet. Je zegt: ik ben het, je vader, je moeder. Je hoeft niet bang zijn.

Macht

Jezus zegt dit tegen zijn leerlingen als ze proberen het meer over te varen. Ze roeien uit alle macht maar kunnen niet op tegen de kracht van de wind. De avond valt en het wordt donker. De leerlingen komen nauwelijks vooruit. Tegen het einde van de nacht loopt hij over het water naar de boot. De leerlingen zien hem over het water lopen. Jezus wandelt op de golven. De leerlingen weten niet was ze zien. Ze schreeuwen uit van schrik. Maar hij spreekt hen aan en zegt: Rustig maar, ik ben het, je hoeft niet bang te zijn. Jezus is in dit verhaal van de Schepper. Hij legt het water en de wind zijn wil op. Wie is hij dat zelfs de storm en de wind hem gehoorzamen? Wat maakt dit verhaal zo krachtig? Is dat niet de combinatie van het woord met de daad? Aan de ene kant: ik ben het, je hoeft niet bang te zijn. Aan de andere die zichtbare overmacht. Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.

Jesaja zegt met andere woorden precies hetzelfde. Ook hij laat op zijn manier zien dat de wind en de golven moeten buigen voor de schepper. De ik van wie de profeet de stem is, hij heeft de smid geschapen. De smid blaast in het vuur. Hij is druk doende om wapens te smeden. Door die wapens weet Israël zich bedreigt.

Het heeft aan de lijve ervaren hoe dodelijk die wapens kunnen zijn. De wapens

(4)

4

van deze smid hebben verwoestingen aangericht op aarde. Israël kon daar niet tegenop. Het was machteloos tegenover de macht van de wapens van de smid.

Maar de ik die tot ons spreekt in de storm claimt dus dat hij is de schepper van de smid. De vernietiger die verderf wil zaaien is door hem geschapen.

Dat is een overrompelende claim. Ik snap wel dat de leerlingen zich een ongelukkig schrikken als ze Jezus zien wandelen op het water. Deze macht boezemt ons angst in. Maar boodschap is nu juist: vrees niet. Als de smid en de verderver door deze ik geschapen dan moeten de smid en de verderver hem ook gehoorzamen. Als de Heer een einde stelt aan het geweld dan komt dat einde er.

Als hij besluit dat zijn volk terug mag naar huis dan buigen de wereldmachten voor hem. Boven het geraas van de wijde wateren, van de machtige baren der zee, is hoog in de hemel de machtige Heer.

Wij hebben het niet zo vaak over de macht van God. Dat zal wel komen omdat we ons daar ongemakkelijk bij voelen. Wie is hij dat zelfs het water en de wind hem gehoorzamen? Waarom zijn de golven zo hoog als hij alle macht heeft? Het raadsel neemt op deze manier niet af maar toe. Door te wandelen op het water onttrekt hij zich aan de greep van ons denken. De weg van de Heer is vaak in de zee verborgen. Wij tasten regelmatig in het duister als het gaat over zijn weg met ons en de wereld. We kunnen hem niet volgen. Maar dat wil dus niet zeggen dat hij er niets mee te maken heeft. Als God niets te maken heeft met de storm waar wij nu in zitten, dan hebben we pas echt een probleem. Dan zijn we pas echt een speelbal in de golven.

Laten we de Heer dus niet kleiner maken dan hij is. Zijn goedheid is te groot voor het geluk alleen. Onder de gang van de geschiedenis is zijn hand. Hij heeft met alles te maken. Daarom mogen we ook bestormen met al onze vragen. Ook die vragen zijn een vorm van geloof. Meester kan het u niet schelen dat wij vergaan?

Naar huis

Hier zou natuurlijk nog heel veel meer over te zeggen zijn, maar ik wil mij nu haasten om een laatste punt te maken. Het belangrijkste eigenlijk. Dat waar het eigenlijk om gaat in deze verhalen. Want waarom begint Jesaja over de Heer als de schepper van de smid? Hij spreekt op deze manier over God om te troosten. Hij wil die ongelukkige ontroostbare vrouw helpen. Hij bekleedt de Heer met alle macht om ons vertrouwen te geven in zijn belofte. In alles wat hij doet heeft hij verlossing voor ogen. Hij werkt vanuit het donker naar het licht. Alle macht die hij heeft zet hij in om zijn kinderen een nieuwe toekomst te geven. Het volk in

ballingschap zal terugkeren naar huis. De stad die door de storm verwoest is zal opnieuw worden gebouwd. Zie ik leg je stenen in fijne leem. Op saffier zal ik je grondvesten. Ik maak je torens van robijn. Je poorten van beril. Je muren van

kostbare edelstenen. Tegenover de chaos van het nu staat de orde van een nieuwe stad. Tegenover een wankel bestaan in de wind staat het stevige fundament dat wordt gelegd. Tegenover de armoede en ontbering van het nu staat de

(5)

5

schoonheid van het nieuwe Jeruzalem. Dat alles is het werk van God. Hij laat ballingen terugkeren naar huis.

Nieuw begin

Dat is niet hetzelfde als terug naar vroeger want vroeger moet je niet idealiseren.

De ballingschap had een reden. De stad van voor de crisis deugde niet. Het was er niet veilig voor wie kwetsbaar zijn. Het recht van wezen en weduwen en

vreemdelingen werd er voeten getreden. De storm die over Israël gewaaid heeft wel iets weg van een resetknop. Er is een nieuwe start nodig. Als God ballingen laat terugkeren naar huis dan zal het niet meer wezen zoals het was. God bouwt aan een nieuwe stad en een nieuw begin. Het zal gaan om een nieuw normaal.

Dat geldt ook voor ons. We hopen bidden dat hij de storm waar wij nu in zitten het zwijgen op zal leggen. Als dat doet moeten we niet terug naar wat er was voor de storm. Als hij ons verlost van het virus dan moeten we niet terug willen naar hoe het was. Dat zou pas echt zonde zijn. Dat je stil bent gezet en dan gaat doen alsof er niets gebeurd is. De storm overleven om er niet veranderd uit

tevoorschijn te komen. Dat zou pas echt een ramp zijn. Dan is het Goede Vrijdag geweest maar dan volgt er geen Pasen. Dan blijven we steken in de dood.

Het erge is dat dat helemaal niet ondenkbaar is. En toch is dat niet ondenkbaar.

Het ligt zelfs voor de hand, want wij houden van het oude. Als het aan ons ligt gaan alle vliegtuigen weer vliegen. Als het aan ons ligt blijven we de aarde gebruiken zoals we dat al deden. Als het aan ons ligt dan zijn onze agenda’s

binnen de kortste keren weer vol. Uit de storm komt echt niet zomaar vanzelf een nieuw stad tevoorschijn. Als er uit de crisis iets nieuws tevoorschijn komt dan is dat een schepping van God.

Tenslotte

Vooralsnog is de storm waar wij in zitten niet voorbij. We lezen deze tekst dan ook misschien wel te vroeg. Want we moeten vooral niet voorbij zien aan het pijn die er nu in ons heden is. Een ongelukkige, door stormwind voortgedreven

vrouw, ontroostbaar. Dat moet je niet willen dempen. Wij zitten midden in een pijnlijk proces. Er was al veel pijn. De hele schepping was al aan het lijden maar nu raakt het ook ons. Wij delen in de pijn van de schepping en in de pijn van God zelf want Jesaja vergelijkt God ergens anders in zijn boek met een barende vrouw.

God schreeuwt het uit van de pijn. Hij zucht en hij zwoegt en wij met hem. De hele schepping zucht mee met God die aan het baren is. Als je er oren voor hebt kun je het overal horen. Er is een oude wereld aan het sterven want zonder Goede Vrijdag zal het geen Pasen zijn. Er komt geen nieuwe stad zonder dat het pijn doet. Privileges moeten worden ingeleverd. Gewoonten moeten worden

afgewend. Dat doet pijn en je vraagt je af op dat alles niet zinloos is. Maar midden in de storm horen we een stem. We worden aangesproken door een ik dat wij niet kunnen bevatten. Hij wandelt op de golven en spreekt ons aan. Ongelukkige, door

(6)

6

stormwind voortgedreven, ontroostbare vrouw, vrees niet want ik ben het en ik maak alle dingen nieuw.

Amen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer inno- vaties zijn zoals deze GKB-machine van ons’, zegt Rijndorp, terugkomend op zijn standpunt. ‘Die wil

Deze vragen hebben betrekking op de mogelijkheid om de productiviteit van publieke voorzieningen te kunnen meten, evenals de effecten van instrumenten op de productiviteit..

‘en’ (hieronder cursief weergegeven) en wordt in ieder geval de mogelijkheid opengehouden dat God in zijn oordeel niet zal vragen of men zich in zijn jeugd niet te buiten is

Het gaat er dan niet om dat het brood van de kinderen wordt afgepakt, maar om het feit dat het brood dat bestemd was voor de kinderen aan de honden gegeven wordt.. Overigens is de

Hoe kunnen we de kwaliteit van de Nieuwe Bijbelvertaling verbeteren en de bruikbaarheid van deze vertaling vergroten?. Die vragen staan centraal bij de revisie van

mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest. 1Jh 5:7-8 Want Drie zijn er, Die getuigen in de hemel, de Vader, het Woord en de Heilige

De meerderheid van geciteerde teksten in dit boek komen, zoals eerder aangegeven, uit de ‘Herziene Statenvertaling’ uit 2016. 12 We gaan daarbij uit van de volgende

In het Nieuwe Testament is een aantal woorden en uitdrukkingen te vinden die niet in het Grieks maar in het Aramees (in transcriptie) weergegeven zijn.. Aan die Aramese woorden is in