• No results found

Weergave van Een kloosterdeur uit Warffum

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Een kloosterdeur uit Warffum"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een kloosterdeur uit Warffum

K.T. Meindersma

In de collectie b o u w e l e m e n t e n van het G r o n i n g e r M u s e u m bevindt zich sinds de eerste decenniλn van de twintigste e e u w een primitief g e c o n s t r u e e r d e d e u r van o u d e d a t u m (afb. I).

Volgens o v e r l e v e r i n g zou zij uit Warffum a f k o m s t i g zijn.

M a a r de h e r k o m s t is al e v e n m i n geboekstaafd als het j a a r waarin de deur werd verworven. Een registratienummer werd niet toegekend en zo leidde de deur een min of meer a n o n i e m bestaan. De vage gegevens leidden er toe dat de deur beurte­

lings in de voor het publiek toegankelijke ruimten werd o p g e ­

steld en naar het depot werd verbannen.' Het laatste is al weer sinds jaren het geval.

N a d e r o n d e r z o e k van de deur heeft nieuw licht in de z a a k g e b r a c h t . In het b i j z o n d e r d e i n k e r v i n g e n in de voorzijde l i n k s b o v e n v e r d i e n e n a a n d a c h t . B e h a l v e e e n h a r t v o r m i g schild met twee initialen en het jaartal 1586 zijn ook de spo­

ren van twee Maltezer kruisen te onderscheiden. Zij verwij­

zen o n m i s k e n b a a r naar de Johannieterorde. Deze o m s t a n d i g -

Afh. 1. Voor- en achteraanzicht van de deur in de toestand van 1586 lot heden (foto's Groninger Museum. Groningen j

P A G I N A ' S I0 7 - 1I I

(2)

i o 8

Afb. 2. Het voormalig gebied van hel klooster met naaste omgeving, in 1734 getekend door de landmeter J. T. Tiedeman. (De Groninger Archieven, verzameling kaarten, stamnr. 1047'/41a; particulier bezit)

heid, g e v o e g d bij de al langer v e r m o e d e h e r k o m s t , maakt het aannemelijk dat de deur uit het v o o r m a l i g e J o h a n n i e t e r k l o o s - ter te Warffum stamt.

Dit klooster, ruim een k i l o m e t e r ten zuidoosten van het c e n ­ t r u m van Warffum g e l e g e n , is in 1284 v o o r het eerst ver­

m e l d .2 In 1540 w a s het met 80 nonnen het grootste J o h a n n i e - terklooster in Nederland. Aan het eind van de zestiende e e u w besloeg het g r o n d b e z i t van het klooster circa 1640 hectare.

A a n de b i j z o n d e r e positie van de J o h a n n i e t e r o r d e is het te danken dat de k l o o s t e r g o e d e r e n in G r o n i n g e n niet al bij de R e d u c t i e van 1594 m a a r pas in 1609 tot p r o v i n c i a a l bezit w e r d e n verklaard. Van 1610 af werd het omvangrijke kloos­

t e r c o m p l e x en zijn inventaris van p r o v i n c i e w e g e v e r k o c h t , o n d e r a n d e r e n aan b o u w m e e s t e r s en t i m m e r l i e d e n in Warf­

fum, W i n s u m en elders. Het ligt voor de hand dat materiaal ook ter plaatse o p n i e u w is gebruikt. In 1618 is sprake van een boerderij op het kloosterterrein. Een landmeterkaart uit 1734 t o o n t d r i e o p s t a l l e n b i n n e n e e n bijna v o l l e d i g e d u b b e l e o m g r a c h t i n g m e t w i n d s i n g e l s (afb. 2). D e z e a g r a r i s c h e b e s t e m m i n g heeft het terrein tot de dag van vandaag behou­

den. De h u i d i g e boerderij Groot Klooster dateert van 1814, oudere delen zijn b o v e n g r o n d s niet b e w a a r d .3 De huidige toe­

stand van de deur wijst in elk geval naar secundair gebruik o p een m i n d e r in het o o g vallende plaats.

De o u d e r d o m van de deur is niet met zekerheid vast te stel­

len. Het g e n o e m d e jaartal 1586 is van latere datum dan het schild met de initialen; de d e u r is d u s v σ σ r dat j a a r g e m a a k t . D e n d r o c h r o n o l o g i s c h o n d e r z o e k , in 1981 verricht door (toen nog) ing. D J . d e Vries, leverde w e g e n s de g r o v e ringstructuur en het ontbreken van spint geen resultaat o p .

H o e z e e r de d e u r ook is g e s c h o n d e n , zij toont in haar c o n ­ structie, haar inscripties en h a a r h a n g - en s l u i t w e r k zoveel interessante details, dat een beschrijving ervan gerechtvaar­

digd is.

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 3

Beschrijving van de deur

De eiken d e u r4 is r o n d b o g i g ; zij is samengesteld uit twee zeer brede delen met een afmeting van in totaal 90 x 181 c m bij een dikte van ca. 5 c m (afb. 3). B e i d e delen zijn d o o r hun warrige structuur van slechte kwaliteit. Ze worden bijeenge­

houden door twee g e s m e d e staartgehengen. D e z e primitieve manier van deuren m a k e n w a s in de m i d d e l e e u w e n niet o n g e ­ w o o n ; van l i e v e r l e d e m a a k t e d e z e wijze van s a m e n v o e g e n plaats voor een constructie waarbij de delen met klampen aan elkaar werden gehecht of op een r a a m w e r k van klampen wer­

den bevestigd.

O m de deur vlak te houden en niet te laten uitzakken zijn aan­

vullende m a a t r e g e l e n g e n o m e n . In het raakvlak van de t w e e delen is een groef geschaafd, waarin een losse houten veer van 2 x 5 c m is geschoven. D e z e veerconstructie is de voorlo-

Afb. 3. Vooraanzicht en horizontale doorsnede van de deur vσσr 1584.

met hypothetisch gereconstrueerd sluitwerk (tekeningen bij dit artikel door de auteur)

(3)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 3 1 0 9

p e r van de later g e b r u i k e l i j k e s a m e n v o e g i n g met veer en groef. Een tweede euvel w a s dat de delen als gevolg van het gewicht van het 'vrije* deel ten opzichte van elkaar konden gaan verschuiven, het z o g e n o e m d e schranken. Dit is te voor- komen door i n w e n d i g , d w a r s over de tussennaad. ijzeren pen- nen aan te brengen. Ook bij onze deur is dat gebeurd. O p afb.

3 is er onderaan één zichtbaar: in totaal zullen het er vier zijn.

De pennen kruisen en onderbreken de e e r d e r g e n o e m d e hou- ten veer.

De d e u r heeft, mogelijk in 1586 dan wel later, ingrijpende v e r a n d e r i n g e n o n d e r g a a n . O m e e n b e t e r e s a m e n h a n g te bewerkstelligen, is de binnenkant over de volle h o o g t e met grenen planken beklampt (afb.6). De planken zijn bevestigd met spijkers die in slagorde zijn aangebracht op geleide van een regelmatig patroon van ingekraste lijnen. O p de tweede plank van boven zijn niet te ontraadselen resten van letters en cijfers in potlood en uit latere tijd in verf zichtbaar. O p één stuk na werd al het sluitwerk verwijderd. A a n de deur kan worden afgelezen dat zij met een houten sluitbalk werd afge- sloten en gebarricadeerd. L i n k s in het midden bevindt zich namelijk een pakket van twee o p elkaar gespijkerde vierkante eiken plankjes, dat als stootkussen tussen sluitbalk en deur d i e n d e . Daarnaast is de o v e r s l a g b e u g e l met hangslot g e t e - k e n d , w a a r w e bij de b e h a n d e l i n g van het ijzerbeslag o p terugkomen.

Uit deze wijzigingen valt af te leiden dat de deur haar oor- spronkelijke functie van loopdeur had verloren en naar alle w a a r s c h i j n l i j k h e i d o p e e n a n d e r e plaats o p n i e u w w e r d gebruikt.

I j z e r b e s l a g , bestaand en v e r d w e n e n

D e al g e n o e m d e gehengen kunnen naar de soort als d u i m g e - heng en naar de vorm als staartgeheng worden betiteld (afb.

4). Dit d u i m g e h e n g draait met een krul of o o g om een duim met een in de muur in te metselen uiteinde. In dit geval is het o o g naar achteren o m g e z e t , een constructie die minder vaak

g | £ 0 ° ~ 3 f ^ >

Aft). 4. Het deurgehertg

Afb. 5. Voorbeeld van elders van een zevenliende-eeuwse klinksluiting in de in hel artikel beschreven uitvoering

voorkomt. Het vrije eind van het g e h e n g is peervormig uitge- smeed. Voor het maken van de halsvormige insnoering wordt het ijzer o p zijn kant gelegd en met de bek van de smidsha- m e r b e w e r k t . Hierbij raakt de hals k u s s e n v o r m i g opgedikt.

D e g e s m e d e nagels, w a a r m e e de g e h e n g e n zijn v a s t g e s p i j - kerd, hebben een o n r e g e l m a t i g e k n o p v o r m .

O p de beklampte zijde van de deur hangt een overslagbeugel

Aft. 6. Binnenzijde en verticale doorsnede van de deur in 1586 met de overslagsluiting en de veronderstelde sluitbalk

(4)

I 1 0 B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 3

Afb. 7. De overslagbeugel

die met b e h u l p van een hangslot aan een kram in de m u u r kan w o r d e n v a s t g e z e t (afb. 6 ) . De in d e z e beugel i n g e b e i t e l d e o r n a m e n t i e k wijst op een fabricage in de zestiende eeuw.

G e b o o r d e en g e h a k t e g a t e n , a l s m e d e spijkergaten verraden welk sluitwerk is v e r d w e n e n . Afb. 3 geeft een p o g i n g tot reconstructie van het geheel. Het is e v e n w e l niet mogelijk de exacte v o r m e n o p te sporen, m e d e o m d a t het ijzerwerk geen r o e s t s p o r e n o p het hout heeft a c h t e r g e l a t e n . Het sluitwerk bestond uit een klinksluiting. een slot en een trekring. Van de k l i n k s l u i t i n g zijn een g e b o o r d gat v o o r de draaias en t w e e spijkergaten voor de geleidekram van de klink b e w a a r d . E r is ook een verwijzing naar een rozet waarin de as draaide. De sluiting is van een m i d d e l e e u w s concept waarbij klink, draai­

as en h a n d g r e e p tot ιιn geheel zijn s a m e n g e k l o n k e n . In afb.

5 is een v o o r b e e l d van e l d e r s uit de z e v e n t i e n d e e e u w g e g e ­ ven.

Het deurslot bevond zich aan de binnenzijde van de deur. De latere b e p l a n k i n g onttrekt eventuele sporen van het slot aan onze ogen. Een gerekt gat en spijkergaten wijzen op een voor­

malige sleutelplaat. Van een trekring met schild getuigen nog een vierkant gat en spijkergaten. De ring bewoog zich in een o o g met mogelijk een splitpenbevestiging. De plaats van de

Ajb. 8. De inkervingen gefotografeerd (foto Groninger Museum.

Groningen)

Afb. 9. De inkervingen getekend

ring verraadt zich wellicht door een lichte verkleuring van het hout. De trekring was nodig om de zware deur te kunnen o p e ­ nen, vooral ook omdat de gehengen niet zo soepel draaiden.

Inkervingen en conclusie

In de deur zijn a c h t e r e e n v o l g e n s drie groepen van inkervin­

gen aangebracht (afb. 8 en 9). H e t o u d s t is het hartvormige s c h i l d met i n i t i a l e n . L a t e r v e r s c h i j n e n in de plaatselijk beperkte o v e r g e b l e v e n ruimten het jaartal 1586 en een g r o e p met h u i s m e r k , p a s s e r en w i n k e l h a a k . De latere inkervingen oversnijden gedeeltelijk het o u d e r e schild. In het schild staan

Afb. 10. Gildepenning van timmerliedenknechten met passer en winkelhaak. 1767. berustend in het Groninger Museum

(5)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - 3

a b c

Ajb. II. a. Mallezerkmis met lood: b. sporen van een Maltezerkruis: c. Maliezerkruis in gebruikelijke vorm

d e letters C en S in spiegelbeeld: tussen de letters is een M a l - tezer kruis ingekerfd. dat deels is ingevuld met een ingewerkt, nu ietwat afgebrokkeld kruis van lood (afb. 11a). Boven het schild wordt het kruis herhaald, m a a r nu in sporen van met een mes g e s n e d e n d u n n e lijnen (afb. 1 l b ) .

D e initialen C en S kunnen aan een b e w o n e r van het klooster h e b b e n toebehoord. Het jaartal 1586 kan naar een latere acti- viteit verwijzen, mogelijk uitgevoerd door een a m b a c h t s m a n w i e n s identiteit achter het h u i s m e r k schuilgaat. De p a s s e r en d e w i n k e l h a a k zijn a t t r i b u t e n van o n d e r m e e r het t i m m e r - m a n s g i l d e . In afb. 10 is een g i l d e p e n n i n g met deze t e k e n s uit 1767 w e e r g e g e v e n .

Dat d e o o r s p r o n k e l i j k e m a r k e r i n g van d e d e u r in 1586 op o n g e v o e l i g e wijze is a a n g e v u l d , b e v e s t i g t de a n d e r e b e v i n - dingen die er op wijzen dat d e d e u r in latere tijd een lagere status heeft g e k r e g e n . De stijl van de letters en cijfers loopt uiteen. Z o zijn 1 en 5 gotisch. 8 en 6 A r a b i s c h : C en S zijn k l a s s i e k . Z e k o m e n alle v o o r in de z e s t i e n d e e e u w .5 W e mogen a a n n e m e n dat d e deur, h a a r a r c h a ï s c h k a r a k t e r ten spijt, o o k uit d e z e e e u w s t a m t .6 Inmiddels heeft de d e u r het r e g i s t r a t i e n u m m e r X X X . 0 2 3 0 v e r k r e g e n .

Noten

Uit januari 1950 dateert een bouwtekening van een kleine verbou- wing van het museum, toen nog gevestigd aan de Praediniussingel te Groningen. Hierop is d e deur in een rondbogige omlijsting inge- tekend. Dit ontwerp is metterdaad uitgevoerd. Vriendelijke medede- ling dr. E. Knol. conservator archeologie en geschiedenis van het Groninger Museum.

Zie over het klooster: G.F. Noordhuis. De Johannieters in Stad en Lande. Doctoraalscriptie Instituut voor Geschiedenis. Rijksuniversi- teit Groningen. Amersfoort 1982. 90-102; C. Tromp (red.). Gronin- ger kloosters. Groninger Historische Reeks 5 . Assen/Maastricht.

1989. 67-69; T.B. Juk. Warffum en Breede. Sporen uit het rijke ver- leden van twee kerkdorpen op het Groningse Hoogeland. Warttum 2 0 0 6 . 1 8 7-1 8 9 .

Zie over de boerderij Groot Klooster: T.B. Bierema. J. de Boer. R.

van der Tuuk (red.). Boerderijen op het Hogeland. Oudeschip 2002, 128-129.

De houtsoorten van de deur en haar beklamping zijn gedetermineerd door drs. F. Vrede, als archeobotanic us verbonden aan de Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken van d e G e m e e n t e Groningen.

Vriendelijke mededeling van drs. R.H. Alma. historicus te Warffum;

de klassieke letters zijn uitgevoerd als capitalis quadrata.

Mijn vroegere veronderstelling volgens welke de deur wellicht nog in de dertiende eeuw kan zijn gemaakt (K.T. Meindersma, ' O u d smeedwerk in de provincie Groningen'. Publicaties Sticliting Oude Groninger Kerken, nr. 12 (1974), 19-32. hier 21) zij hierbij herroe- pen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als men stagnatie wil vermijden, zal het oude dus nooit te zeer be- jubeld kunnen worden: de regering die de jeugd heeft, heeft de toekomst, en de toekomst kan slechts beter

Besluit van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017 om in te stemmen met de Frau- de- en handhavingsbeleid Participatieweg (IOAW/ IOAZ/ Bbz) (BW17.00156, Sarah Albers)..

Op verzoek van bouwhistoricus D.J.K. Zweers werden in vier bouwdelen van deze kruiskerk houtmonsters geboord: koor, schip transept en de onderbouw van het vieringtorentje als- mede

Voor de groep gebeeldhouwde sarcofaag- deksels en zerken uit de late twaalfde en de dertiende eeuw in de noordelijke kustgebie- den is sinds kort niet alleen in Duitsland maar ook

De al aanwezige pinakels, van het Keulse type, die Nieuwenhuis op de koorsluiting had toegevoegd, waren nog in goede staat en werden alleen daarom niet 'ver- vangen door

Aan de andere kant werden vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ook weer nieuwe vijvers aangelegd.. In de tradi- tionele vijvergebieden in midden-Europa leidde

het hoofd als hij was, bleek echter niet bijzonder ge- schikt voor de hem toebedeelde taak, terwijl het weinig zin had deze verzameling, naast de reeds

begin van haar Bibliotheek. Deze boeken worden opgesomd in de kronieken en staan vooraan in den Catalogus der Boekerij van Egmond, die bewaard is in het