Richtlijn Landsverordening verdovende middelen
Rechtskarakter
Aanwijzing in de zin van artikel VI. 26 Staatsregeling Aruba, artikel 14 van het Wetboek van
Strafvordering, artikel 3 en 4 van de Landsverordening op het Openbaar Ministerie en artikel 8 van de Landsverordening politie.
Afzender
procureur-generaal van Aruba
Adressaat
Hoofdofficier van justitie van Aruba
Korpschef politie Aruba
Directeur Kustwacht
Commandant der Koninklijke Marechaussee
Diensthoofden (overige) opsporingsinstanties op Aruba
President van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Orde van Advocaten
Registratienummer
7935/2021
Datum inwerkingtreding
11 februari 2021
ACHTERGROND
Deze aanwijzing heeft betrekking op de opsporing en de vervolging van personen die delicten uit de Landsverordening Verdovende Middelen (LVM) begaan. Het drugsbeleid richt zich op het tegengaan en reduceren van drugsgebruik, zeker voor zover leidend tot gezondheids- en sociale schade, en op het voorkomen en verminderen van de maatschappelijke schade die aan het gebruik van en de handel in drugs is verbonden.
Een ander uitgangspunt van het beleid is het onderscheid dat in de Landsverordening is gemaakt tussen verdovende middelen met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid (harddrugs) en andere middelen (softdrugs). De wetgever heeft dat onderscheid gemaakt met het oog op de gebruiksrisico's van de onderscheiden drugs en om een duidelijke scheiding aan te brengen.
Overeenkomstig de Landsverordening wordt onderscheid gemaakt tussen gebruikers, handelaren, faciliteerders en grensoverschrijdende transporteurs. De strafeis wordt in hoofdzaak bepaald door de hoeveelheid verdovende middelen die onderwerp van het delict is en de duur van de periode gedurende welke in verdovende middelen is gehandeld. Er wordt daarnaast een verschil gemaakt in de strafeis al naar gelang de rol van de verdachte in een organisatie die zich met drugstransporten heeft
beziggehouden. Het uitgangspunt daarbij is: hoe belangrijker de rol van betrokkene, hoe hoger de te eisen straf.
Bij de totstandkoming van deze richtlijn is rekening gehouden met richtlijnen in andere delen van het Koninkrijk, met name de richtlijn die geldt in de landen Curaçao en Sint Maarten en voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
ALGEMENE OPMERKINGEN Inbeslagneming
Drugs wordt bij aantreffen in beslaggenomen en in opdracht van de officier van justitie vernietigd. Van de in beslagneming wordt proces-verbaal opgemaakt, waarin in ieder geval de aard van de drugs en de hoeveelheid wordt opgenomen. Van de vernietiging wordt eveneens proces-verbaal opgemaakt.
Er dient zoveel als mogelijk te worden voorkomen dat er drugs wordt opgeslagen.
Ontneming
Veel delicten zijn gericht op geldelijk gewin. Geld is drijfveer, motief en opbrengst van
beroepscriminaliteit. Daarom is het afpakken van het wederrechtelijk genoten voordeel uitgangspunt.
Als misdaad niet loont, verdwijnt een belangrijke prikkel om delicten te plegen. Bovendien is het belangrijk te voorkómen dat criminele winsten worden geherinvesteerd. Dat zijn de richtinggevende gedachten achter het afpakken van criminele winsten, bij georganiseerde en ondermijnende misdaad én bij drugsdelicten. Het doel is zichtbaar en voelbaar maken dat misdaad niet mag lonen.
Gewicht van de drugs
Volgens de Landsverordening vallen de voorwerpen of goederen, waarin de middelen verpakt of verborgen zijn, eveneens onder de strafbepalingen (artikel 1, lid 2). Voor het bepalen van de strafeis wordt uitgegaan van het brutogewicht van de drugs. Het komt voor dat de drugs is opgelost in vloeistof of in kleding gedrenkt is, dan wel in pastavorm of anderszins is verwerkt en de netto concentratie niet is vast te stellen. In dergelijke gevallen eist het Openbaar Ministerie conform de bedoeling in de LVM een straf op basis van het brutogewicht van het betreffende object waarin de drugs is opgelost.
De koppeling van straf aan de aangetroffen hoeveelheid drugs is een richtsnoer. Vaak zijn er voldoende, in de strafmotivering bruikbare feiten en omstandigheden, die een geschikte indicatie geven voor de op te leggen straf, bijvoorbeeld recidive, plaats in de organisatie, genoten geldelijk gewin, duur van de betrokkenheid bij de drugshandel etc..
Handelaren
Over het algemeen bestaan in individuele zaken veelal meer geschikte maatstaven dan de aangetroffen hoeveelheid om aan handelaren straf toe te meten. Het ligt meer voor de hand om zijn straf te relateren aan de duur en intensiteit van zijn handel en het vermoedelijk gewin dat hij genoten heeft voor zover een en ander uit het strafrechtelijke onderzoek kan blijken.
Recidive
In geval van recidive, dat wil zeggen de laatste veroordeling ter zake een soortgelijk feit is niet ouder dan 5 jaar, wordt de eis verhoogd. Het tijdsbestek waarin het feit gepleegd is/de periode, de methode en hoeveelheden, het ernst van de feiten waarvoor eerder is veroordeeld, zijn omstandigheden die hier van belang zijn. In principe wordt dan gekeken naar een naast hogere schaal (zie tabellen hierna), eerst horizontaal, dan verticaal. Voorbeeld: bij een ‘first-offender’ koerier met 1 kg wordt 24 maanden geëist, bij recidive wordt de eis 30 maanden.
Voorwaardelijk deel
Een strafeis met een al dan niet gedeeltelijk voorwaardelijke straf is in beginsel voor verdachten die ingezetene van Aruba zijn, die:
‘First-offenders’ zijn en/of;
Niet preventief gehechte verdachten die ter terechtzitting verschijnen. Er wordt een proeftijd van 3 jaar gevorderd.
Uitzondering voor minderjarigen
Specifiek voor minderjarigen geldt dat ook het voorhanden hebben van een zogenoemde
gebruikershoeveelheid (0-5 gram) softdrugs een strafrechtelijk vervolg kan krijgen door middel van een zogenaamde TOM-zitting. Voor wat betreft het strafrechtelijk vervolg geldt dat deze alsdan wordt ingezet ter preventie en ter ondersteuning van (eventueel) op te leggen hulpverlening.
Reclassering
Indien de persoonlijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, zal een advies worden gevraagd aan de reclassering. In beginsel wordt geen reclasseringsrapportage aangevraagd voor
ontkennende/zwijgende verdachten en/of niet-ingezetenen. Bij hen wordt reclasseringshulp in beginsel niet zinvol geacht. Relevante persoonlijke omstandigheden kunnen in dat geval door de verdachten en of de advocaat (ter zitting) naar voren worden gebracht.
TABELLEN
Artikel 3 Landsverordening verdovende middelen (harddrugs – cocaïne/heroïne)
Hoeveelheid Bezit/koerier Tussenpersoon Organisator
≤ 0,5 gram Sepot + afstand Nvt. Nvt.
0,5 – 20 gram GB AWG 500,- Nvt. Nvt.
20 – 250 gram 6 mnd gvs wv 3 vw + pft van 3 jr
12 mnd gvs 15 mnd gvs
250 – 500 gram 12 mnd gvs wv 6 vw + pft van 3 jr
15 mnd gvs 18 mnd gvs
500 – 1000 gram 18 mnd gvs wv 6 vw + pft van 3 jr
24 mnd gvs 30 mnd gvs
1000 – 2000 gram 24 mnd gvs wv 12 vw + pft van 3 jr
30 mnd gvs 36 mnd gvs
2000 – 5000 gram 24 mnd gvs 36 mnd gvs 42 mnd gvs
5000 – 10000 gram 30 mnd gvs 42 mnd gvs 48 mnd gvs
10 kg – 25 kg 42 mnd gvs 48 mnd gvs 54 mnd gvs
> 25 kg Maatwerk Maatwerk Maatwerk
Artikel 3 Landsverordening verdovende middelen (harddrugs – (XTC) pillen)
Aantallen pillen Bezit/koerier Tussenpersoon Organisator
0 - 2* Sepot + afstand Nvt. Nvt.
2 - 5 AWG 500,- Nvt. Nvt.
5 - 24 2 mnd gvs wv 1 vw +
pft van 3 jr
8 mnd gvs 12 mnd gvs
25 – 50 2 mnd gvs 12 mnd gvs 15 mnd gvs
> 25 Voor elke 25 pillen meer + 1 mnd gvs
Voor elke 25 pillen meer + 1 mnd gvs
Voor elke 25 pillen meer + 1 mnd gvs Artikel 4 Landsverordening verdovende middelen (softdrugs)
Hoeveelheid Bezit/koerier Tussenpersoon Organisator
0 – 5 gram * Sepot + afstand Nvt. Nvt.
5 – 250 gram Max. 1 mnd gvs al dan niet deels vw + prf 3 jr
Max. 2 mnd gvs Max. 4 mnd gvs Vanaf 250 gram Halvering eis bij
harddrugs
Halvering eis bij harddrugs
Halvering eis bij harddrugs
* Tenzij er sprake is van bezit in combinatie met een ander strafbaar feit, in geval van recidive of bij minderjarigen. Of in geval van bijzondere omstandigheden zoals het bezit tijdens een carnavalsoptocht, op het werk of in een overheidsgebouw (zoals het KIA).
Overgangsrecht
Deze aanwijzing is geldig vanaf de datum van inwerkingtreding.
Oranjestad, 11 februari 2021
B. ter Steege procureur-generaal
Gebruikte afkortingen
GB = Geldboete
GVS = Gevangenisstraf
JR = Jaar
KG = Kilogram
KIA = Korrektie Instituut Aruba MND = Maand (en)
PFT = Proeftijd VW = Voorwaardelijk
WV = Waarvan
Gebruikte begrippen
Recidive = Recidive betekent letterlijk herhaling. De term recidive wordt hoofdzakelijk gebruikt waar het gaat om het (meermalen) plegen van strafbare feiten.
Reclassering = De instantie die veroordeelden na het uitzitten van hun straf helpt bij hun terugkeer in de samenleving. Daarnaast begeleidt de reclassering bij het uitvoeren van
taakstraffen. Wanneer personen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf opgelegd hebben gekregen dat zij onder toezicht staan van de reclassering, speelt deze instantie ook een toezichthoudende rol.