• No results found

Omgevingswet en luchthavenbesluiten: Pilot complexe vergunningaanvragen / Bevindingen interviews betrokkenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Omgevingswet en luchthavenbesluiten: Pilot complexe vergunningaanvragen / Bevindingen interviews betrokkenen"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Foto: Mediacentrum Defensie

Omgevingswet en luchthavenbesluiten

Pilot complexe vergunningaanvragen

Bevindingen interviews betrokkenen

(2)

Foto: Mediacentrum Defensie

Royal HaskoningDHV Laan 1914, 35 3518 EX, Amersfoort

+31 (0)88 348 20 00 info@rhdhv.com

www.royalhaskoningdhv.com

November 2021

Foto’s: Mediacentrum Defensie

(3)

november 2021

3 |

Voorwoord

“vertrouwen van de bevolking in de

overheid neemt toe, naarmate

de overheid transparanter is”.

De pilot Omgevingswet en luchthavenbesluiten is voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt door de constructieve inbreng van veel personen vanuit verschillende organisaties;

geledingen binnen het ministerie van Defensie, ministerie van LNV, Inspectie Leefomgeving en Transport, provincies Limburg en Noord- Brabant, gemeenten Venray en Gemert-Bakel, Rijksvastgoedbedrijf en Nationaal Luchtvaart en Ruimtevaartlaboratorium. De belangstelling voor de Omgevingswet en de pilot zijn groot. Tijdens de interviews is stilgestaan bij de huidige, soms moeizame, processen van luchthavenbesluiten en vergunningaanvragen. Alle partijen hebben ideeën aangedragen om proces, inhoud en communicatie te verbeteren. De overgang naar de Omgevingswet biedt de mogelijkheid die verbeteringen concreet vorm te geven en te implementeren.

Alle organisaties bereiden zich momenteel voor op de transitie naar de Omgevingswet, de één is verder dan de ander. Enkele organisaties organiseren eigen pilots rond de vraag “hoe zou deze procedure verlopen onder de Omgevingswet?”. De organisaties kunnen leren van elkaars ervaringen. Wij hopen dat deze en andere pilots een bijdrage leveren aan de transitie én bijdragen aan begrip voor elkaars taken en verantwoordelijkheden.

Defensie heeft zich met en in deze pilot kwetsbaar opgesteld. Zij heeft haar partners gevraagd om over haar processen te reflecteren. De nadruk in dit rapport van bevindingen ligt dan ook op wat andere partners vinden van de manier waarop Defensie in de omgeving zich opstelt. Het is daarom op enkele onderdelen enigszins onevenwichtig.

Defensie wil graag transparant zijn, ook over de inbreng in deze pilot. Daarom zendt Defensie dit rapport aan alle betrokkenen toe.

Wij danken alle betrokkenen voor de open en positieve inbreng tijdens de interviews en de opbouwende kritiek op de rapportages. In opdracht van Defensie heeft Royal Haskoning dit rapport van bevindingen opgesteld.

Royal HaskoningDHV

(4)

november 2021

4 | Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen

De Omgevingswet treedt naar verwachting in werking op 1 juli 2022. De Invoeringswet Omgevingswet is op 17 juni 2020 gepubliceerd in het Staatsblad (2020, 172). Ook het Invoeringsbesluit Omgevingswet en de Invoeringsregeling

Omgevingswet zijn gepubliceerd (Stb. 2020, 400, resp. Stcrt. 2020, 64380).

In de aanloop naar de invoering van de

Omgevingswet moet ieder bevoegd gezag in 2020 aan de slag om te bepalen welke primaire processen moeten zijn ingeregeld voor 1 juli 2022. Binnen het ministerie van Defensie is het Programmateam Implementatie Omgevingswet (PIOw)

verantwoordelijk voor een goede implementatie

van de Omgevingswet binnen de eigen organisatie.

Voor een goede implementatie is het van belang om ervaring op te doen met concrete projecten. Om deze reden is een programma gestart met pilots en projecten.

Inleiding

Aanleiding

1

1.1

Foto’s: Mediacentrum Defensie

(5)

Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen november 2021

5 |

Eén van de pilots van het ministerie van Defensie gaat over complexe vergunningaanvragen onder de Omgevingswet. Als casus dienen het luchthavenbesluit en de vergunningaanvragen voor de Luitenant-generaal Bestkazerne/Vliegbasis De Peel (hier verder “De Peel” genoemd). Voor De Peel is in 2019 de milieueffectrapportage procedure (m.e.r.) gestart in de aanloop naar een nieuw luchthavenbesluit. Naar verwachting zijn aanvragen in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) aan de orde.

De implementatie van de Omgevingswet bij Defensie vindt o.a. plaats via het uitvoeren van pilots en daarvan te leren. Deze pilot, in samenspraak ontwikkeld met CLSK (luchtmacht), heeft als doel inzicht te geven in de veranderingen van proces en procedure na de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Er is gekozen voor een casus, Luitenant-generaal Bestkazerne/Vliegbasis De Peel, om zo de interviews te structureren.

Pilot complexe vergunningaanvragen – casus De Peel

Ad 1: Dit onderdeel is opgenomen in het rapport “Overgang naar de Omgevingswet en de gevolgen voor procedures rondom militaire luchthavens” (Royal HaskoningDHV, 2021). Het rapport geeft de hoofdlijnen van de verschillen (en overeenkomsten) tussen de huidige wet- en regelgeving en de Omgevingswet met veel verwijzingen naar documenten waar de achtergrondinformatie is te vinden.

Ad 2, 3 en 4: Het voorliggende rapport doet verslag van de overige drie onderdelen. Het rapport inventariseert hoever het ministerie van Defensie is met de voorbereidingen op de transitie naar de Omgevingswet. Naast het ministerie van Defensie zijn ook andere partijen die te maken krijgen met de Omgevingswet en een rol hebben bij luchthavenbesluiten betrokken in de pilot.

De pilot Omgevingswet en luchthavenbesluiten bestaat uit vier onderdelen:

1 Verschillen tussen huidige wetgeving en de Omgevingswet nader duiden;

2 Ervaring opdoen met een complex vergunningsproces onder de Omgevingswet;

3 Verbinding leggen met de andere defensieonderdelen;

4 Leren van huidig traject voor andere complexe vergunningsprocessen.

1.2

(6)

Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen november 2021

6 |

Werkwijze

Wij hebben gekozen voor een concrete casus en de betrokken partijen bij De Peel geinterviewd. In de periode april-juni 2021 zijn interviews gehou- den met vertegenwoordigers van het ministerie van Defensie, onderdelen van de Koninklijke Luchtmacht en partijen die betrokken zijn bij een luchthavenbesluit en/of vergunningaanvragen zoals het Rijksvastgoedbedrijf, bevoegde gezagen, gemeenten, provincies en adviseurs. Het rapport Overgang naar de Omgevingswet en de gevolgen voor procedures rondom militaire luchthavens is voorgelegd aan de deelnemers en commentaar is verwerkt.

Naast de voorbereidingen op en de wijzigingen onder de Omgevingswet kwamen in de interviews ook de huidige praktijk, de samenwerking, informatie-uitwisseling en

communicatie tussen de verschillende partijen, en mogelijkheden voor verbetering aan de orde.

De deelnemers spraken op persoonlijke titel, niet namens hun organisatie.

In totaal zijn ruim dertig personen geïnterviewd.

De interviews vonden in twee ronden plaats.

De eerste ronde bestond uit individuele gesprekken en interviews in kleinere groepen (2-6 personen) met deelnemers van verschillende organisaties. Daarna zijn twee plenaire discussies georganiseerd waarin de resultaten van de interviews zijn besproken. Alle deelnemers aan de interviews zijn uitgenodigd voor één van de twee plenaire discussies. De belangstelling voor de interviews en discussies was groot, het onderwerp heeft de warme belangstelling van velen.

Opzet rapport

De volgende drie hoofdstukken beschrijven de weerslag van de interviews en de discussies.

Hoofdstuk 2 beschrijft in het kort de voorbereiding op de transitie bij de organisaties en enkele wijzingen onder de Omgevingswet. Hoofdstuk 3 gaat in op de discussies over participatie en communicatie. Hoofdstuk 4 beschrijft taken, rollen en organisatie bij het opstellen van vergunningaanvragen en luchthavenbesluiten.

Bij de twee plenaire discussies als afsluiting van de interviews zijn stellingen aan de deelnemers voorgelegd. De belangrijkste stellingen en de respons zijn opgenomen na hoofdstuk 4.

1.3 1.4

(7)

Hoe kun je elkaar raken en beter begrijpen? Taal is echt een ding in worden uitgelegd. Niet iedereen spreekt samenwerking. Woorden kunnen verschillend vloeiend Nederlands. Vorm kan helpen bij het verduidelijken: schema’s, infographics, foto’s, illustraties. Samen op pad gaan, dingen met elkaar meemaken helpt om elkaar te verstaan.

En het is nog leuk ook!

Hoe vind je die groepen die zich niet vanzelfsprekend geroepen voelen?

Zwijgende meerderheden, jongeren, anderstaligen. Wees vooral nieuwsgierig naar andere leefwerelden en benut de diversiteit die je zelf in huis hebt. Nodig uit.

En ook al is de overheid misschien minder vaak zelf initiatiefnemer, het bewaken van de

democratische legitimatie blijft nog steeds haar taak.

Bewoners zijn expert van hun eigen wijk en zelf ook ervaringsdeskundig.

In elke gemeenschap bevinden zich mensen met specifieke expertise die je kunt benutten. Het kenniskapitaal is niet exclusief van één partij. Het betekent dat kennisdelen tussen overheid, markt en samenleving en elkaar opleiden steeds vanzelfsprekender worden.

Hoe nodig je de samenleving uit om mee te doen, of het zelfs (gedeeltelijk) van je over te nemen?

Andere manieren van doen verdienen ruimte. De samenleving denkt niet in silo’s, beleidsvelden en programmabegrotingen.

En is uitstekend in staat om belangen bijeen te brengen en een gedeeld perspectief te ontwikkelen. Hoe steun je maatschappelijke initiatiefnemers in de opstartfase? En wat spreek je hierover af met marktpartijen?

Het nieuwe samenspel vraagt om continue wendbaarheid, om lerende organisaties en om doorzettingsvermogen.

Hoe houden we het vol met elkaar? Waar zit jouw vuur? Wil je een extra stap zetten?

Voortdurende reflectie op de rollen van overheid, markt en samenleving kan helpen om bij elkaar aan te blijven sluiten. Maar je kunt niet altijd wendbaar zijn, soms is de rek eruit. Wat heb je te borgen en te

beschermen? Initiatiefnemers vragen om een ingang

bij de overheid en een aanspreekpunt. Een casemanager kan helpen om de weg te vinden binnen de overheid. Een gebiedsombudsman, een initiatievencoach,

of een omgevingsmanager kan het speelveld en de speelruimte toelichten. Nodig elkaar uit voor een gesprek over ‘de bedoeling’.

Plannen winnen aan waarde wanneer je collega-ambtenaren,

volksvertegenwoordigers en

bestuurders

letterlijk mee op pad neemt. Hoe verleid je dan je gemeenteraad, provinciale staten en waterschapsbestuur om écht mee te doen? Maatschappelijke initiatieven kun je op het spoor zetten om juist elkaars

inzichten te benutten.

Ieders inbreng is van waarde.

De inbreng van anderen vernieuwt het samenspel tussen overheid en samenleving vanuit de praktijk.

De bereidheid tot een jarenlange investering in een (maatschappelijk) initiatief vraagt om waardering. Hoe zet je de deur letterlijk open? Kun je JA-en zeggen op de bijdrage die iemand levert: erop voortbouwen? Vertrouwen in de waarde van de ander vraagt om transparantie over je handelen en besluiten. Wat doe je met andermans inbreng? Hoe weeg je die? Helderheid vooraf over omgangsvormen kan helpen, ook als

het even niet goed loopt.

Je kunt het als overheid niet meer alleen. De omgeving is van ons allemaal.

Maatschappelijk vraagstukken lijken complexer geworden. In samenspraak met regionale partners en uitvoeringsorganisaties kun je de rollen verdelen, spelregels maken. Wie hebben daarnaast allemaal recht van spreken?

Wie moet je zeker betrekken?

Toekomstbeeld Wat wil je bereiken op een plek?

(Beeld)taal Hoe kom je echt in gesprek?

Diversiteit Hoe krijg je zicht op (alle) perspectieven

Expertise Welke kennis en ervaring kun je aanboren?

Beweging Hoe wendbaar kun en mag je zijn?

Ruimte geven Hoeveel ruimte ervaren mensen om mee te doen?

Wegwijzer

Is voor initiatiefnemers duidelijk waar en bij wie ze moeten zijn?

Verleiding Hoe neem je collega’s en bestuurders mee?

Vertrouwen Waardeer je de inbreng

van de ander?

Ketensamenwerking Wie hebben allemaal recht van spreken?

Ga om tafel Kies een gespreksonderwerp

Vertel elkaar wat werkt En laat je verrassen!

Welkom

10 1

7 9

8

6

2 3 4 5

VAN START

Zie ook: beren-op-de-weg op www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl/participatiegids

Participatie Omgevingswet

Rondetafelgesprek

Een krachtig toekomstbeeld zorgt voor een stuwende kracht om verschillende invalshoeken en belangen op tafel te krijgen, om samen weloverwogen keuzes te maken. In gesprek met je collega’s over de stip op de horizon komen de unieke kenmerken en waarden van een gebied ter sprake. Samen met gebruikers ontdek je het DNA van een wijk. Opgaven als gezondheid en energietransitie kun je benutten als versneller. Als je zichtbaar maakt waar je over een aantal jaar wilt zijn, wordt de urgentie voor alle partijen expliciet.

Welke groepen zien we normaal niet en zouden we zeker moeten betrekken?

Op welke manier of welke plaats vind je die andere groepen?

Zijn jullie bereid om deelnemers te betalen voor serieuze betrokkenheid?

Mag het advies, plan of bestuursvoorstel er bij jullie ook anders uitzien dan het format voorschrijft? Wat vraagt dat van jou?

Welke ruimte ontstaat er, wanneer je een initiatief tijdelijk, een pilot, experiment, of pop-up noemt?

Mag bij jullie een bewoner of volksvertegenwoordiger deelnemen in een ambtelijk expertteam?

Kunnen initiatiefnemers de ambtelijke experts vervangen, terwijl de overheid verantwoordelijk blijft?

Mag een belanghebbende meepraten die zelf geen specialist is?

Mag jij in jouw organisatie een plan helemaal overlaten aan bewoners of ondernemers?

In hoeverre zijn jullie bereid om ook de besluitvorming los te laten?

Wat heb je dan nog wel te borgen?

Welke ruimte kun je initiatieven geven, zonder dat zij ook weer alles moeten verantwoorden?

Is er binnen je organisatie genoeg commitment, om straks ook met de resultaten aan de slag te gaan?

Hoe veranker je de geleerde lessen?

Hoe veranker je democratische waarden als transparantie, inclusie, zeggenschap, monitoring & borging?

Bij wie kan een initiatiefnemer terecht om zaken bespreekbaar te maken en uitgevoerd te krijgen?

Welke speelruimte biedt het beleid: welke randvoorwaarden zijn hard en wat ligt open op tafel?

Wie zijn allemaal betrokken bij het schetsen van het toekomstbeeld voor een gebied, wijk of landschap?

Welke participatiewaarden laat je meewegen?

Denk bijvoorbeeld aan eigenaarschap, draagvlak.

Op welke manier verdeel je de rollen tussen de verschillende overheidspartijen?

Wanneer ben je als overheid bereid een maatschappelijk initiatief te ondersteunen? Welke ondersteuning bied je dan?

Noem drie redenen waarom het niet lukt om een goede relatie met mede-overheden op te bouwen.

Hoe verleid jij je collega’s, volksvertegenwoordigers,

bestuurders, maatschappelijke organisaties om mee op pad te gaan?Hoe voorkom je dat mensen die mee lijken te gaan toch terugkrabbelen?

Noem drie redenen waarom collega’s en bestuurders van je eigen organisatie niet aanhaken Deel jouw ervaring: Op welk moment ontstond er vertrouwen tussen overheid en samenleving?

Onder welke voorwaarden mag een bewonersinitiatief trekker zijn van een grootschalige gebiedsontwikkeling?

Durf jij keuzes over te laten aan een gelote groep inwoners?

(8)

Foto: Mediacentrum Defensie

(9)

november 2021

9 | Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen

Voorbereiding en verande ringen

Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de interviews over de voorbereiding op de Omgevingswet en in het kort de veranderingen onder de Omgevingswet zoals beschreven in het rapport “Overgang naar de Omgevingswet en de gevolgen voor procedures rondom militaire luchthavens” (Royal HaskoningDHV, 2021). Dit hoofdstuk dient in samenhang met dat rapport te worden gelezen.

2

Voorbereiding op de Omgevingswet

De organisaties waar de deelnemers aan de interviews werkzaam zijn, zitten alle in een proces van voorbereiding op de Omgevingswet (Ow). Weinigen hebben het gevoel al voldoende of goed voorbereid te zijn. Investeren in de eigen kennisorganisatie acht iedereen nodig al wijzigt er inhoudelijk niet al te veel onder de Ow. Er zijn daarnaast zorgen over het zogenaamde digitale stelsel waarin alle informatie over ruimtelijke plannen moet worden verwerkt.

Het uitstel met zes maanden van de invoering van Ow, nu voorzien op 1 juli 2022, komt niet als een verrassing en de meeste deelnemers verwelkomen het uitstel zodat ze zich beter kunnen voorbereiden. Voor een minderheid

had uitstel niet gehoeven omdat er in de periode tussen 1 januari en 1 juli 2022 niet veel ontwikkelingen worden verwacht. De huidige problemen met de invoering zullen op 1 juli 2022 niet zijn opgelost, is de verwachting.

Enkele organisaties zijn al aan het oefenen met de Ow; hoe zou de procedure verlopen als de Ow is ingevoerd? Dit wordt als een nuttige oefening beschouwd en is een aanrader voor iedereen om zelf te doen. Ook kunnen organisaties ervaringen met pilots onderling uitwisselen. Defensie is bereid om deel te nemen aan pilots in de regio.

2.1

(10)

Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen november 2021

10 |

Veranderingen onder de Omgevingswet

In de Omgevingswet wijzigen de meeste taken en rollen niet. De grootste veranderingen betreffen ordening van nieuwe instrumenten en de centrale rol van gemeenten en de centrale plaats die het omgevingsplan zal innemen. Ook voor de defensiebelangen wordt het omgevingsplan het instrument waarin deze zijn geborgd. Daarnaast zijn er enkele technische wijzigingen zoals de omzetting van Ke naar Lden en de omzetting van geluidzones naar Geluidproductieplafonds (GPP’s), die op zichzelf al complex zijn.

De huidige bestemmingsplannen zullen worden vervangen door omgevingsplannen. Deze taak en verantwoordelijkheid ligt primair bij de gemeenten.

Uit de interviews blijkt dat de gemeenten zich wel voorbereiden, maar geen omgevingsplannen op de korte termijn verwachten te zullen opstellen.

De huidige rechten van militaire inrichtingen kunnen niet eenzijdig worden beperkt bij de overgang van bestemmingsplannen naar omgevingsplannen. Het is van belang dat de concept-omgevingsplannen vooraf goed worden

gecontroleerd. Alle deelnemers herkennen zich in deze analyse en geven aan dat het meer gaat over het verbeteren van werkprocessen, samenwerking en communicatie. Een ruime meerderheid van de deelnemers acht het RVB de logische organisatie om de controle van de concept-omgevingsplannen namens Defensie uit te voeren. Belangrijk hierbij is ook dat Defensie RVB informeert zodat in de omgevingsplannen ruimte kan worden gereserveerd voor de prioriteiten en eventuele wensen in verband met nieuwe plannen. De rol van RVB als “logische”

organisaties wordt overigens niet unaniem gedeeld dus het is aan Defensie en RVB om hier nadere afspraken over te maken.

Een inhoudelijke wijziging waar onzekerheid over bestaat is het vervallen van de prioritering onder de Ow. In welke volgorde moeten vergunningen worden aangevraagd? Kan Defensie hier zelf een beslissing over nemen? Is dat een beleidsbeslissing of afhankelijk per aanvraag? Voor de reactivering van vliegbasis De Peel is de m.e.r. gestart in de aanloop naar een nieuw Luchthavenbesluit.

Naar verwachting is een aanvraag Wet

natuurbescherming aan de orde alsook een revisie van de Wabo vergunning. Bij deze procedures zijn verschillende bevoegde gezagen betrokken: het ministerie van Defensie, het ministerie van LNV, ILT en gemeenten. De geïnterviewden benadrukken het belang van een overzicht van aan te vragen of te reviseren vergunningen. Dat overzicht ontbreekt vaak wat als een groot risico wordt gezien. De algemene conclusie is dat informatie over procedures, juridische vereisten, volgorde van indienen, samenhang, etc. beschikbaar moet zijn.

Een voorstel dat geopperd werd tijdens de interviews is een platform. Opstellers van

vergunningaanvragen kunnen de website gebruiken om de benodigde informatie te verzamelen. Het ministerie van Defensie kan per locatie of object alle informatie verzamelen over de status van de verleende of nog aan te vragen vergunningen. Het spreekt voor zich dat het van groot belang is om continu de ontwikkelingen per inrichting en de algemene jurisprudentie in de gaten te houden.

2.2

(11)

Foto: Mediacentrum Defensie

(12)

Foto’s: Mediacentrum Defensie

(13)

november 2021

13 | Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen

Participatie

Participatie en Communicatie

Participatie krijgt veel aandacht onder de Omgevingswet. Formeel hoeft Defensie niet veel méér te doen in vergunningprocedures dan dat ze nu doet, zoals het verzorgen van informatieavonden tijdens m.e.r. procedures.

Defensie neemt nu deel aan de Commissie Overleg Veiligheid en Milieu (COVM) die per militaire luchthaven is geformeerd. Het is aan te raden in te zetten op meer aandacht voor participatie, niet alleen vanwege de Omgevingswet, maar vanwege de algemene maatschappelijke tendens voor meer

betrokkenheid bij besluitvorming. Bijna unaniem zijn de deelnemers van mening dat Defensie transparant(er) moet zijn, uit haar comfortzone moet komen en meer moet inzetten op de dialoog met omgevingspartners. Dit draagt mogelijk bij aan het vertrouwen in en draagvlak voor Defensie en de uitvoering van haar taken.

En daarmee aan de snelheid (efficiëntie) van besluitvorming.

Externe partners vragen naast meer

betrokkenheid ook om meer aanspreekpunten bij Defensie en RVB. Bij wie kan bijvoorbeeld een gemeente aankloppen? Wie is op de hoogte van de plannen? De capaciteit van het omgevingsmanagement kan worden uitgebreid om in die behoefte te voorzien. Defensie en RVB kunnen hier samen in optrekken waar het gaat over vergunningaanvragen en luchthavenbesluiten.

Beide organisaties zijn al begonnen met het aanstellen van omgevingsmanagers. De werkgebieden en afbakening van taken van de omgevingsmanagers van Defensie en RVB dienen nog te worden vastgesteld. Ook kan de beschikbare informatie via een website worden gedeeld waarmee eenduidigheid in informatievoorziening wordt geborgd.

3

Communicatie

De communicatie bij complexe

vergunningaanvragen verdient verbetering, zowel intern als extern Defensie. De ervaring (extern) is nu dat betrokken partijen zoals bevoegde gezagen en gemeenten laat bij de voorbereidingen van besluiten worden betrokken, soms pas als de problemen (te) groot zijn. Alle deelnemers uiten de wens om zo vroeg mogelijk bij het proces te worden betrokken. Betrokkenheid vanaf het begin schept ook meer duidelijkheid over bijvoorbeeld indieningsvereisten en vermindert het risico van incomplete aanvragen en daarmee vertraging in de procedures. Net als participatie kan heldere, tijdige informatievoorziening aan betrokken organisaties bijdragen aan de positie van Defensie als betrouwbare partner. En bijdragen aan begrip voor elkaars taken en verantwoordelijkheden in ontwikkelingen waar tegenstrijdige belangen aan de orde zijn.

3.1 3.2

(14)

november 2021

14 | Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen

Taken en organisatie

Ondanks dat in formele zin de taken en rollen met de invoering van de Ow veelal niet wijzigen, kwam dit onderwerp in elk interview ter sprake.

Geïnterviewden gaven aan dat hun eigen rol en die van Defensie niet altijd duidelijk waren.

Een aantal voorbeelden kwam aan de orde van procedures die niet goed of met veel vertraging worden uitgevoerd. De overgang naar de Ow lost de onduidelijke rol- en taakverdeling niet op, maar de problemen kunnen in de toekomst worden beperkt als ze tijdig worden aangepakt.

Ook bij de andere organisaties waren vragen over de rol- en taakverdeling. Bij wie moeten zij aankloppen? Bij de objectvergunninghouder, het ministerie van Defensie of het RVB? Alle organisaties hebben suggesties geopperd. In de

4

volgende paragraaf komt dit aan de orde. De door iedereen gedragen algemene conclusie is dat de Ow een mooie gelegenheid biedt om de huidige afspraken, processen en procedures tegen het licht te houden en waar nodig te moderniseren.

Een ander aspect is het tijdig plannen van vergunningaanvragen en luchthavenbesluiten.

(15)

Foto: Mediacentrum Defensie

(16)

Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen november 2021

16 |

Taakverdeling en organisatie

Het algemene beeld is dat binnen de geledingen van Defensie en andere partners veel onduidelijkheid bestaat over de taken en verantwoordelijkheden in het proces en de inhoud bij de voorbereiding van luchthavenbesluiten en vergunningaanvragen. Het RVB heeft een wettelijke taak om vergunningaanvragen voor Defensie op te stellen en deze vergunningen bij te houden. Dit betreft vooral de Wabo-vergunningen (grondgebonden activiteiten). De organisatie van luchthavenbesluiten wordt in de praktijk voorbereid door DGB zonder betrokkenheid van RVB en bij Wnb aanvragen zijn beide partijen betrokken. De objectvergunninghouder heeft in alle procedures “een” rol, die per procedure kan wisselen. Bij luchthavenbesluiten zijn zowel lucht- als grondgebonden activiteiten van belang. Deze globale taakverdeling is in de tijd ontstaan, maar is niet geformaliseerd. Hoe zich dat ontwikkelt

4.1

onder de Ow is een ruime meerderheid van de geïnterviewden niet duidelijk. Alle partijen zijn het er wel over eens dat het beter kan en moet.

De huidige onduidelijkheid leidt tot inefficiëntie, tijdverlies en extra kosten.

Het is aan te bevelen om gebruik te maken van bestaande structuren, en aanwezige kennis en capaciteit van de verschillende partijen. Dit laatste moet tegen het licht worden gehouden; kennis en capaciteit moet in overeenstemming zijn of worden gebracht om de toebedeelde taken uit te kunnen voeren. Tevens moeten de financiële middelen worden toegekend. Het vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden draagt ook bij aan het wegnemen van onduidelijkheden en draagt daarmee mogelijk bij aan het wegnemen van fricties tussen verschillende partijen.

In de interviews is gesproken over een taakverdeling aan de kant van Defensie aan de hand van de complexiteit van een vergunningaanvraag;

complexe vergunningaanvragen en luchthavenbesluiten centraal organiseren vanuit het ministerie en de overige door de objectvergunninghouder. Dit onderscheid doet vermoeden dat vergunningaanvragen niet of minder complex kunnen zijn en ook dat objectvergunninghouders voldoende kennis en capaciteit hebben om deze aanvragen te begeleiden. De ervaring leert dat alle vergunningaanvragen complex zijn en gespecialiseerde kennis behoeven die momenteel niet bij objectvergunninghouders beschikbaar is.

(17)

Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen november 2021

17 |

Plannen voor de middellange termijn

Het verdient aanbeveling voor luchthavenbesluiten en vergunningaanvragen om plannen voor de korte, middellange en lange termijn op te stellen zodat middelen beschikbaar zijn, intern en extern capaciteit georganiseerd kan worden opdat procedures tijdig kunnen worden gestart en uitgevoerd. Voor de lange termijn is van belang om vast te stellen of plannen nieuwe vergunningen

vereisen. Op deze wijze kan tijdig worden geanticipeerd op ontwikkelingen, onderzoek worden gestart en procedures in de juiste volgorde worden doorlopen. Defensie en RVB kunnen de noodzakelijke capaciteit dan beter organiseren en de projectorganisatie inrichten. Dit geldt ook voor bevoegde gezagen; hoe meer inzicht in de plannen vooraf, hoe beter de procedures kunnen worden

gevoerd. Afstemming tussen Defensie, militaire inrichtingen en gemeenten over de omzetting van bestemmingsplannen naar omgevingsplannen kan op korte termijn worden gestart.

4.2

Foto’s: Mediacentrum Defensie

(18)

november 2021

18 | Omgevingswet en luchthavenbesluiten | Bevindingen interviews betrokkenen

Plenaire bijeenkomsten

Vraag:

Wat kan ik zelf bijdragen voor een succesvolle implementatie in mijn eigen organisatie ?

De antwoorden:

Vraag:

Waar heb ik zelf behoefte aan in de aanloop naar de Omgevingswet?

De antwoorden:

Tijdens de plenaire bijeenkomsten is gebruikt gemaakt van online enquête vragen in Mentimeter. Hieronder de uitkomsten van de mentimeter woordwolken en de antwoorden op de enquetevragen.

(19)

7

20

Niet mee eens Mee eens

De invoering van de Omgevingswet is weer  uitgesteld, nu tot 1 juli 2022, en daar ben ik 

heel blij mee

24

3

Niet mee eens Mee eens

Inhoudelijk verandert er eigenlijk weinig  onder de Ow, mijn organisatie is al helemaal 

voorbereid dus er hoeft weinig te gebeuren

26

1

Niet mee eens Mee eens

De inhoudelijke kennis binnen Defensie over  vergunningen en wetgeving is voldoende.  

Investeren in haar eigen kennisorganisatie is  niet nodig

6

20

Niet mee eens Mee eens

RVB is de constante factor met kennis en  capaciteit. Zij moet o.a. de belangen van  Defensie waarborgen bij de omzetting naar 

Omgevingsplannen 

5

20

Niet mee eens Mee eens

De communicatie over vergunningaanvragen  naar betrokken omgevingspartijen is nu al 

onvoldoende terwijl de noodzaak alleen  maar toeneemt

0

22

Niet mee eens Mee eens

De Ow biedt een mooie gelegenheid om de  huidige afspraken, processen en procedures  tegen het licht te houden en (waar nodig) te 

moderniseren

11

5

Niet mee eens Mee eens

Het is mij helemaal duidelijk wie onder de  Ow welke verantwoordelijkheid heeft in het 

opstellen van vergunningaanvragen en  luchthavenbesluiten

1

23

Niet mee eens Mee eens

De Ow legt een vergootglas op participatie. 

Defensie moet uit haar comfortzone komen  en omgevingspartners omarmen

4

18

Niet mee eens Mee eens

De Ow prioriteert vergunningen niet. Het  ontbreken van een overzicht van aan te 

vragen of te reviseren vergunningen is  daarom een groot risico

3

20

Niet mee eens Mee eens

Er moet een centraal plan komen voor de  middellange termijn en een  projectorganisatie voor complexe 

vergunningaanvragen en  luchthavenbesluiten

5

2

Niet mee eens Mee eens

Het is nodig om een projectorganisatie op te  zetten voor vergunningaanvragen waarbij de  hiërarchie niet wordt bepaald door militaire 

rangen

11 11

Niet mee eens Mee eens

De regelmatige personele wisselingen maken  dat o.a. objectvergunninghouders geen  coördinerende rol kunnen spelen in een 

vergunningaanvraag

Afbeeldingen van de enquêtevragen en -uitslagen.

(20)

Foto: Adobe Stock image

Linkedin.com/company/royal-haskoningdhv

twitter.com/rhdhv

facebook.com/royalhaskoningdhv

royalhaskoningdhv.com

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De hoofdvraag van het onderzoek waarvoor deze pilot is uitgevoerd is of door toediening van ijzer op de grenslaag tussen bodem en water een situatie kan

Op basis van bodemonderzoek in de toekomstige bufferzone aangrenzend aan het Bargerveen en een trechteranalyse blijkt dat de volgende gewassen geschikt zijn voor paludicultuur in

Zorg dat in iedere groep een paar oudere deelnemers aanwezig zijn. Het in handen hebben van een persoonlijk eindresultaat Behoud deze aanpak en maak deze tot de kern van

Acht sessies vonden plaats in een kleine groep (groepsgrootte van vier tot zeven deelnemers, N=42), drie sessies vonden plaats in een grotere groep (groepsgrootte variërend van negen

• Informatie wordt niet aan derden verstrekt, behoudens de gevallen waarin dat nodig is voor gemandateerde personen om tot een advies te komen aan de burgemeester over de vraag

• een eerste fase (vooronderzoek) waarin aan de hand van een enquête een beeld is gevormd van de nieuwe elementen in de pilot+ (in vergelijking met de eerdere pilot) en waarin

• In phase one (preliminary study) a picture was formed of the new elements of the Pilot+ by means of a questionnaire (compared to the previous pilot), and information was

Ook moet volgens het PvA worden onderzocht welk risicotaxatie-instrument het meest geschikt is voor de pilot. 46 In het PvA wordt vermeld dat al gebruik wordt gemaakt van