1
Leucocytenscan
Nucleair geneeskundig onderzoek waarmee we een infectie opsporen.
Leucocytenscan
Een leukocytenscan doen we om na te gaan of er ontstekingshaarden in uw lichaam aanwezig zijn. We noemen dit onderzoek ook wel een ontstekingsscan of
wittebloedcellenscan. We koppelen tijdens dit onderzoek witte bloedcellen aan een radioactieve vloeistof. De witte bloedcellen gaan naar plekken in het lichaam waar een ontsteking aanwezig is. De radioactieve vloeistof zorgt ervoor dat we deze plekken kunnen zien.
Nucleaire geneeskunde
Bij nucleaire geneeskunde maken we gebruik van licht-radioactieve stoffen. Dit noemen we isotopen. Radioactiviteit is altijd en overal aanwezig: in de bodem, in de lucht (kosmische straling), in ons voedsel en in onze lichaamsweefsels. Bij dit onderzoek gebruiken we een kleine hoeveelheid radioactieve stof: technetium. Deze stof is kunstmatig geproduceerd.
Nadat we de vloeistof in een bloedvat hebben ingespoten, gaat de stof gaat in uw bloedbaan mee met de leucocyten (‘witte bloedcellen’). Deze leucocyten concentreren zich bij
infecties. Zo kunnen we infecties in beeld brengen. Een klein deel van de radioactiviteit verlaat uw lichaam via de urine.
Het kan zijn dat uw arts kiest voor een iets andere onderzoek. Uw onderzoek kan dan iets afwijken van wat hier beschreven staat.
Melden
Meld u de dag van het onderzoek ongeveer tien minuten vóór de afgesproken tijd aan bij een van de aanmeldzuilen of de balie van de afdeling Radiologie van locatie
Hilversum. Bekijk de plattegrond. Van daaruit verwijzen we u naar de wachtruimte van de afdeling Nucleaire Geneeskunde (poli 12). Als u aan de beurt bent, roept de laborant u op.
2
Bericht van verhindering
Bent u op het afgesproken tijdstip verhinderd? Bel dan zo snel mogelijk de afdeling Radiologie. Wij proberen dan een andere patiënt in uw plaats te laten komen. Zo houden we de wachtlijsten kort.
Voorbereiding
Heeft uw arts u ook gevraagd een ander laboratoriumonderzoek uit te laten voeren?
Bijvoorbeeld onderzoek van bloed of urine? Laat dit dan doen vóór het nucleaire onderzoek. Of anders één dag na dit onderzoek.
U moet 4 uur voor het onderzoek nuchter zijn.
Onderzoek
De laborant brengt een infuusnaald in. Deze komt in de elleboogsplooi.
Daarna neemt de nucleauir geneeskundige of radioloog bloed af. Dit bloed koppelen we aan de radioactieve stof. 4 uur later dienen we dit bewerkte bloed weer toe.
U krijgt een armbandje om met uw gegevens. U bent 4 uur vrij om te gaan en te staan waar u wilt. Het infuus blijft deze vier uur zitten.
Na 4 uur komt u terug. We brengen dan uw bloed, dat nu gelabeld is aan een radioactieve stof (99mTc HMPAO), via uw infuus terug in uw bloedbaan.
Daarna verwijderen we het infuus. We verbinden u goed om nabloeden te voorkomen.
We verwijderen het armbandje.
Circa 2,5 uur nadat uw gelabelde bloed bij u is ingebracht, maken we een scan van het lichaamsdeel waar u de klacht heeft. Deze scan duurt ongeveer 60 minuten.
24 uur na het terugkrijgen van uw eigen gelabelde bloed maken we weer een scan.
Deze scan duurt ook ongeveer 60 minuten.
Tijdens de scan moet u stil blijven liggen.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek is verdeeld over twee dagen. Hieronder leest u hoeveel tijd het in beslag neemt per dag.
Dag 1
07:45 uur: het inbrengen van de infuusnaald en bloedafname (duur circa 15 min).
12:30 uur: teruggave van uw eigen gelabelde bloed, verwijderen van het infuus (duur circa 15 min).
Rond 15:00 uur: de scan (duur circa 60 min).
3
Dag 2
12:30 uur: de tweede scan (duur circa 60 min).
Na het onderzoek
Nazorg
Na het onderzoek kunt u zelfstandig naar huis.
Het radioactieve technetium dat we toedienen, heeft geen invloed op uw rijvaardigheid.
U mag gewoon eten en drinken.
Uitslag van het onderzoek
De laborant verwerkt de verkregen beelden en stuurt deze door naar de nucleair geneeskundige.
De nucleair geneeskundige maakt een verslag van het onderzoek en stuurt dit verslag naar de arts die u behandelt. Dit duurt ongeveer vijf werkdagen.
Vijf werkdagen na het onderzoek kunt u een afspraak maken met uw behandelend arts over de uitslag.
Risico’s en complicaties
De hoeveelheid radioactieve stof die we toedienen, is erg klein.
De hoeveelheid straling die u krijgt kunt u vergelijken met de straling die u krijgt tijdens het maken van een gewone röntgenfoto.
U ondervindt van dit onderzoek geen nadelig effect.
De ingespoten radioactieve stof verdwijnt vanzelf uit uw lichaam.
U vormt geen stralingsgevaar voor uw omgeving.
Allergische reacties komen uiterst zelden voor en als het al gebeurt alleen in zeer lichte mate.
Door het aanprikken van een bloedvat bestaat een kleine kans op een bloeduitstorting. Deze verdwijnt vanzelf na een paar dagen.
Zwangerschap
Bent u zwanger of bestaat de kans dat u zwanger bent? Neem dan contact op met uw de arts die u behandelt. Uw arts kan dan overwegen een ander onderzoek te doen. Als u borstvoeding geeft, moet dit de eerste 24 uur na het onderzoek worden gestaakt. Vooraf kolven is dan een alternatief. Ook mag u de moedermelk de eerste dag na het onderzoek afkolven en een dag later geven.
Vragen?
Heeft u voor het onderzoek nog vragen? Neem dan tijdens kantooruren contact op met uw
4
behandelend arts of met de afdeling Radiologie. Tijdens het onderzoek kunt u al uw vragen stellen aan de laborant.
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur
