1
Orthostatische hypotensie
Orthostatische hypotensie
U heeft naar aanleiding van uw bezoek aan Tergooi te horen gekregen dat u last heeft van orthostatische hypotensie (daling van de bloeddruk na opstaan). In deze
patiënteninformatie zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie over orthostatische hypotensie op een rij.
Een lage bloeddruk bij het gaan staan noemen we in medische termen ‘orthostatische hypotensie’. In deze patiënteninformatie leggen we uit hoe de normale bloeddruk tot stand komt en u leest wat de oorzaken, verschijnselen en behandelingsmogelijkheden zijn van orthostatische hypotensie.
De normale bloeddruk
Als u vanuit liggende of zittende positie overeind komt, verplaatst het bloed zich door de zwaartekracht meer naar buik en benen. Uw hart vult zich minder en pompt minder bloed naar het centrum in de hersenen dat de bloeddruk reguleert. Dit bloedregulatiecentrum reageert direct (binnen een fractie van een seconde) en zorgt ervoor dat de bloedvaten zich vernauwen en het hart sneller pompt. De bloeddruk komt dan meteen weer terug op het oude niveau.
Orthostatische hypotensie
Bij orthostatische hypotensie werkt het bloedregulatiecentrum minder goed, het is te traag.
De bloeddruk zakt vanaf het moment van opstaan. Binnen enkele seconden of minuten zakt de bloeddruk tot een te laag peil. De hersenen krijgen even te weinig bloed en functioneren tijdelijk minder goed.
2
Of deze orthostatische hypotensie weer overgaat is erg afhankelijk van de oorzaak van de stoornis. Bij bepaalde ziektes is er een verhoogde kans om deze stoornis te krijgen.
Voorbeelden zijn suikerziekte, hartfalen, hoge bloeddruk of de ziekte van Parkinson. Ook kunnen bepaalde medicijnen invloed hebben op de bloeddruk.
De klachten
Verschijnselen die kunnen optreden zijn:
Duizelig, draaierig of licht in het hoofd worden;
Wazig gaan zien of zwart voor de ogen worden;
Slap, moe of wankel ter been worden;
Pijn in schouders of nek krijgen;
Gevoel van flauwvallen krijgen;
Verminderde spraak.
Wanneer treden de klachten op
U krijgt klachten als er te weinig bloed naar de hersenen gaat. Bijvoorbeeld:
Als u overeind komt vanuit lig;
Als u gaat staan;
Als u overeind komt na bukken;
Na een warm bad of douche (bloedvaten in de huid staan dan wijd open);
Tijdens lichamelijke inspanning (veel bloed gaat naar de spieren);
In een warme omgeving;
Als u te weinig drinkt;
Na de maaltijd (veel bloed gaat naar de darmen).
Adviezen
Als u opstaat vanuit liggende houding, rek uzelf dan eerst goed uit. Sta niet direct op maar blijf even op de bedrand zitten. Beweeg even flink met de benen. Sta hierna rustig op. Voordat u opstaat vanuit een stoel ook eerst met de benen bewegen.
Sta altijd rustig op, wordt u duizelig ga dan weer zitten eventueel met de benen omhoog.
Vermijd langer staan. Bij klachten tijdens het staan kunt u ‘passen op de plaats maken’ om het bloed vanuit de benen omhoog te pompen.
Houd u spieren op peil door regelmatig te bewegen en te wandelen.
Ga niet naar plaatsen waar u niet kunt gaan zitten, neem waar mogelijk een opvouwbaar stoeltje of rollator mee.
Drink voldoende. Minimaal 1,5 liter per dag en zorg voor voldoende zoutinname (neem tweemaal daags een kop bouillon), tenzij uw arts u anders adviseert.
Vermijd te warm douchen. Douche op een douchestoel.
Overleg met uw arts of u medicijnen gebruikt die de klachten kunnen veroorzaken.
3
Indien deze maatregelen onvoldoende helpen
De arts kan u strakke kousen voorschrijven. In uitzonderingsgevallen ook een strakke buikband.
Zet uw bed aan het hoofdeind op klossen.
Maak gebruik van een postoel naast het bed.
Als de klachten voornamelijk optreden na de maaltijd (postprandiale hypotensie):
Eet niet te grote hoeveelheden in een keer, maar verdeel de maaltijden meer over de dag;
Wacht na de maaltijd een halfuur met opstaan;
Gebruik koffie rond de maaltijd (cafeïne verhoogt de bloeddruk).
Tot slot
Heeft u na het lezen van deze patiënteninformatie nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling Geriatrie.
4
Contact
Dag- en Valpoli T 088 753 11 90
Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur
Geriatrie - Polikliniek T 088 753 11 90
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr van 08:00 – 16:30 uur
Klinische Neurofysiologie (KNF) T 088 753 16 20
Ma t/m vr van 08:00 – 16:30 uur
Verpleegafdeling - Geriatrie B14 T 088 753 21 25
Ma t/m vrij van 08:00 – 20:00 uur