• No results found

Misschien mogen we wat meer vertrouwenhebben in het oordeel van ernstig zieken enhun artsen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Misschien mogen we wat meer vertrouwenhebben in het oordeel van ernstig zieken enhun artsen?"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opinie Wim Distelmans

Misschien mogen we wat meer vertrouwen hebben in het oordeel van ernstig zieken en hun artsen?

Wim Distelmans is palliatief arts en voorzitter van de federale evaluatiecommissie euthanasie. Hij schrijft ten persoonlijke titel.

Exclusief voor abonnees door WIM DISTELMANS4 februari 2020, 6:00 Wim distelmans Beeld Thomas Sweertvaegher

Een belangrijk positief neveneffect van dit assisenproces is de terechte belangstelling voor de aanpassing van de euthanasiewet. Men is

verontwaardigd hoe zulk onterend proces had kunnen plaatsvinden. Men wilt in de toekomst vermijden dat artsen betrokken bij een euthanasieprocedure en familieleden ‘op zoek naar de waarheid’ niet meer tegen elkaar worden uitgespeeld voor het Hof van Assisen.

Voor alle duidelijk: dit valt nooit uit te sluiten, zelfs met een ideale

euthanasiewet. Iedereen moet steeds een klacht kunnen indienen. Deze kan, na gerechtelijk onderzoek, aanleiding geven tot een (assisen)proces. Men kan wel de kans op een rechtszaak en de gevolgen ervan reduceren door te

bemiddelen tussen de betrokken partijen en te voorzien in een duidelijke

(2)

wetgeving met proportionele strafbepaling. Meester Christine Mussche vroeg zich tijdens voorgaand proces al af waarom er geen neutrale bemiddeling had plaats gevonden. De gerechtelijke instanties beschikken namelijk over deze mogelijkheid. Ik vind het evident om de werking van de euthanasiewet en de federale commissie euthanasie te evalueren en te verbeteren. Maar niet op basis van de zogenaamde tekortkomingen zoals door sommigen

gesuggereerd.

De reacties en kritiek op de huidige wet en haar federale commissie

euthanasie getuigen immers soms van onwetendheid of verhulde weerstand tegen de zelfbeschikking van mensen met ondraaglijk lijden door een

ongeneeslijke psychiatrische aandoening.

Vooreerst dit. De federale commissie euthanasie werd wettelijk opgericht als buffer tussen het werkveld (de artsen) en het gerecht. Aan de hand van het registratiedocument, door de arts verstrekt na de euthanasie, evalueert de commissie of de grondvoorwaarden van de wet – wilsbekwame patiënt, vrijwillig, herhaald verzoek, ongeneeslijke aandoening en onbehandelbaar ondraaglijk lijden - en de procedures - verzoek op schrift,

registratiedocument aangetekend opsturen binnen de vier werkdagen, bespreking met het verplegend team e.d. - werden gerespecteerd. De

grondvoorwaarden mogen nooit worden overtreden maar procedurele fouten kunnen op de commissie worden bediscuteerd vooraleer eventueel door te verwijzen naar de gerechtelijke instanties. Dit is logisch, anders had men de evaluatie van het registratiedocument evengoed aan een ambtenaar van het parket kunnen overlaten die de lijst met voorwaarden afvinkt.

Tijdens de voorbije assisenzaak bevestigde het college van experten de evaluatie van de federale commissie euthanasie: de grondvoorwaarden van de wet werden gerespecteerd. De jury is hen daarin gevolgd. Psychiater- psychotherapeut Joris Vandenberghe vraagt zich in zijn opiniebijdrage (DM 3/2) af hoe de commissie correct kan oordelen op basis van het ‘advies’ van de tweede arts op het registratiedocument zonder dat het oorspronkelijk verslag werd toegevoegd.

Wanneer het advies van de tweede arts het bestaan van de grondvoorwaarden duidelijk bevestigt, vraagt de commissie het oorspronkelijk verslag niet op.

Zoniet, wordt dit wel gedaan en wordt de zaak voorlopig niet goedgekeurd.

Vandenberghe trekt verder de werking van de commissie in twijfel op basis

(3)

van de ‘vernietigende’ analyse van ex-commissielid Ludo Vanopdenbosch.

Vanopdenbosch heeft juist geteld tweemaal een commissievergadering bijgewoond vooraleer op te stappen omdat de pluralistische commissie een arts niet had doorverwezen naar het parket. Deze laatste had palliatieve sedatie met euthanasie verward en foutief een registratiedocument naar de commissie opgestuurd. Juist wegens deze breed verspreide confusie pleit ik trouwens al jaren voor de registratie van palliatieve sedatie. Op basis van twee aanwezigheden lijkt het me moeilijk een ‘analyse’ van de werking van de commissie te maken. Sindsdien wordt Opdenbosch door de tegenstanders van de euthanasie(wet) overal als spreker opgevoerd om de commissie

euthanasie in discrediet te brengen.

Vandenberghe pleit hiernaast voor strengere procedures zoals voorafgaande toetsing, aanpassing van de maand wachttijd, uitklaring van het begrip

‘onafhankelijkheid’. De meeste politieke fracties hebben beloofd hierover te willen discuteren. Het invoeren van restrictieve maatregelen gaat m.i. weinig invloed hebben op het naleven van de grondvoorwaarden. Vergeten we niet dat in ruim 80 procent van alle geregistreerde euthanasies het gaat over terminaal zieken, meestal met kanker. En zelfs in uiterst zeldzame indicaties zoals bij bepaalde psychiatrische aandoeningen is gebleken dat ondanks procedurele fouten de grondvoorwaarden gerespecteerd bleven. Misschien mogen we wat meer vertrouwen hebben in het oordeel van ernstig zieken en hun artsen?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

inhoudelijk beoordeelt en de raad van bestuur informeert en adviseert over de bevindingen aangaande de klacht. De raad van bestuur kan een ad hoc commissie of een permanente

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

In Woudschoten in februari van dit jaar bereikten de drie partijen, KVP, -dt bepaald door ARP en CHU overeenstemming over de statuten van het CDA. In de artikelen 2 en 3 ligt

„Vijftig jaar na Bloody Sunday is onze mars nog niet voorbij, maar we zijn wel dichterbij gekomen”, zei Obama in een bevlogen speech.. Wie had in 1965 durven te dromen dat

Joris Vandenberghe is psychiater-psychotherapeut bij het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, covoorzitter van de werkgroep euthanasie van de Vlaamse Vereniging

School) al voor een publiek, maar nooit eerder vertelde hij over de laatste keer dat hij chauffeur speelde voor zijn echtgenote, Ann Vermeiren.. Over hoe hij haar blik toen herkende

Vanuit de commissie wordt opgemerkt dat beide expert reviewers aangeven om de samenwerkingsvragen (zie vraag 128 t/m 131 in meting 2 – bijlage 3) niet meer mee te nemen

Oordeel nooit een flacon of doos naar zijn uiter- lijke verschijning - drink de pesticide, onkruidverdelger of het ratten- vergif in het vaste geloof dat het goed is voor uw