• No results found

SCHOOL ONDERSTEUNINGSPROFIEL School: De Dubbeldekker Opgesteld: 25 juni 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SCHOOL ONDERSTEUNINGSPROFIEL School: De Dubbeldekker Opgesteld: 25 juni 2020"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

SCHOOL ONDERSTEUNINGSPROFIEL School: De Dubbeldekker

Opgesteld: 25 juni 2020

1. INLEIDING

Dit School Ondersteuningsplan is een forse actualisering van het eerste SOP uit 2014. Het is opgesteld door de intern begeleider onder supervisie van de directeur. Daarna is het gedeeld met het team en de MR.

Het SOP is bedoeld om (nieuwe)ouders, het team, de MR, het bestuur en het Samenwerkingsverband duidelijk te maken waarin de school kan voorzien en waar de grenzen van de school liggen in ondersteuning en begeleiding van leerlingen.

Er is de afgelopen vier jaar veel veranderd op De Dubbeldekker.

De school is kleiner geworden doordat het leerlingaantal daalt waardoor er vanaf volgend schooljaar vier combigroepen zijn: 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8. Dit betekent ook dat het team kleiner is geworden wat gevolgen heeft voor de aanwezige expertise in de school.

Veel van onze leerlingen starten op school met een maatschappelijke achterstand, een zelfredzame achterstand en een gebrek aan Nederlandse taal: zij zijn thuis opgegroeid met een andere moedertaal of meerdere talen. Dit leerlingkenmerk vraagt om specifieke aanpassingen in het onderwijsaanbod. Om een zo hoog

(2)

2

mogelijke kwaliteit van het onderwijs te bereiken is de laatste jaren o.a. ingezet op vernieuwende wetenschappelijke inzichten waardoor er bijvoorbeeld nieuwe didactieken worden toegepast zoals Zo leer je kinderen lezen en spellen en Effectieve directe instructie (EDI). Zie hiervoor ook punt 3 en 5 in dit SOP.

2. ALGEMENE GEGEVENS

Schoolnaam: De Dubbeldekker

Adres: Oude Amersfoortseweg 196-198 Naam directeur: Jacqueline van den Bor

Tel. nr.: 035-6851776

Email: directie@dedubbeldekker.nl Website: www.dedubbeldekker.nl Brinnummer: 19 LM

Bestuur: STIP

Adres: Oude Enghweg 2, 1217 JC, Hilversum Bestuursnummer: 41493

Ib: l.peters@dedubbeldekker.nl

(3)

3

3. MISSIE – VISIE –SCHOOLCONCEPT Missie

De Dubbeldekker is een ambitieuze school en biedt iedere leerling mogelijkheden voor een kansrijke deelname aan onze maatschappij. Voor een kansrijke

deelname aan de maatschappij is het belangrijk dat leerlingen een eigen identiteit ontwikkelen. Afkomst en moedertaal zijn een belangrijk onderdeel van deze identiteit. De Dubbeldekker geeft ruimte aan moedertaal en verbindt deze met het Nederlands om de leerlingen zo optimaal tot bloei te laten komen.

De Dubbeldekker is een lerende school die met het model van LeerKRACHT!

werkt. Op drie niveaus wordt er met behulp van wekelijkse bordsessies doelgericht gewerkt: de leraren werken systematisch aan inhoudelijke

leerlinggerichte doelen, de leerlingen werken aan hun persoonlijke doelen en de groepen werken, met het bord in de klas, aan groepsdoelen.

Visie

Kinderen ervaren onderwijs als uitdagend en stimulerend als het onderwijs aansluit op de zone van de naaste ontwikkeling (Vygotsky,1896). Op De

Dubbeldekker kijken we naar wat leerlinge al kunnen en van daaruit stellen we nieuwe doelen . Door de leerlingen aan te spreken op een niveau dat net buiten bereik van de leerling ligt, wordt deze uitgedaagd.

Onze visie op lesgeven kent vier uitgangspunten:

1. We geven interactief les; de leerlingen worden betrokken bij het onderwijs.

2. We geven onderwijs op maat; differentiëren.

3. We maken gebruik van gevarieerde werkvormen.

4. We geven een kwalitatieve effectieve directe instructie (EDI) 5. We geven leerlingen de ruimte zelfstandig (samen) te werken.

Zie bladzijde 12 in Schoolplan 2021-2024.

Zie bladzijde 12 en 13 in Schoolplan 2021- 2024

(4)

4

Schoolconcept

De onderwijsbehoefte van onze populatie vraagt op de eerste plaats om een stevige basis op de kernvakken: technisch lezen als middel om begrijpend te kunnen gaan lezen, mondelinge taalvaardigheid om begrijpelijk te kunnen communiceren, rekenen en spelling. Omdat onze leerlingen het Nederlands beperkt of nog helemaal niet beheersen staat taal in alle vakken centraal. Daarbij gaan we uit van de rijke taalvariëteit van onze leerlingen en krijgen de leerlingen de ruimte om hun moedertaal in te zetten. Dit laatste is sinds twee jaar in ontwikkeling; we zijn op weg naar een zogenoemde language friendly school.

Dat de kernvakken centraal staan wil niet zeggen dat we geen aandacht geven aan brede ontwikkeling, techniek en expressie maar de eerste aandacht gaat uit naar de basis die nodig is om passend bij de potentie door te kunnen stromen naar het

VO.

4. Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen jaar/jaren

2017 2018 2019 Teldatum 1 oktober; schooljaar 2017-2018 enz.

a. aantal leerlingen (totaal) 105 103 76

b. schoolgewicht Kunnen wij niet uit Parnassys halen omdat

COBO daarbij zit.

c. spreidingsgetal x x x idem

d. percentage leerlingen dat de voor- of vroegschool heeft bezocht

11 10 14

(5)

5

e.percentage leerlingen dat is geplaatst in het SBO 0,95 1,9 2,6 f. percentage leerlingen dat is geplaatst in het SO 0 0 0 g. percentage leerlingen dat is teruggeplaatst uit het

SBO

0 0 0

h. percentage leerlingen dat is teruggeplaatst uit het SO

0 0 0

i. aantal leerlingen met een groeidocument 6 13 12

j. uitstroompercentages Pro en LWOO 15 0 18,2

k. aantal leerlingen dat in het ZAT is besproken 4 5 6

l. aantal leerlingen dat is gemeld bij het Veilig Thuis 0 0 2 Dit waren geen meldingen vanuit school maar via derden.

m. aantal leerlingen dat is geschorst 0 0 1 Schorsing voor enkele dagen.

n. aantal plusarrangement/ HB DB arrangement in de school

0 0 1

o. aantal leerlingen die gebruik maken van ondersteuning Unita ( leesambulatorium, sociale vaardigheden, rekengroep en taalgroep)

2 1 2

p. aantal leerlingen met dyslexieverklaring 1 1 0

q. aantal leerlingen HB 2 2 3 In 2019 ging 1 van deze 2 leerlingen tijdens

het schooljaar naar een andere school.

r.

s.

5. STAND VAN ZAKEN BASISONDERSTEUNING

De Dubbeldekker heeft zich de laatste jaren op een aantal zaken doorontwikkeld richting de door Unita vastgestelde basisondersteuning.

Basisondersteuning Unita vastgesteld 18-09- 2013

(6)

6

 Aan één onderdeel van de basisondersteuning kan de school niet (meer) voldoen. Door het ontstaan van combigroepen en het ontbreken van bijvoorbeeld een RT’er slaagt de schoo, er niet in zorgniveau 3 uit het Protocol Leesproblemen en dyslexie uit te voeren. Een oplossing hiervoor wordt stichtingsbreed door STIP opgepakt.

Door de veranderende schoolpopulatie zijn er ook nieuwe ontwikkelpunten ontstaan. De ijkpunten uit de basisondersteuning worden in dit SOP beschreven vanuit de actuele situatie.

IJKPUNT 1 VISIE

De school voert een helder beleid op het terrein van leerlingondersteuning die is gebaseerd op de zeven uitganspunten van Handelingsgericht Werken.

 De school heeft een intern begeleider die verantwoordelijk is voor de leerlingenzorg.

 De planmatige cyclus van HGW in combinatie met het 1-Zorgmodel is goed

uitgerold in de school. Binnen deze cyclus stemt de school het onderwijs voldoende af op de onderwijsbehoefte van de leerlingen en heeft het team een expliciete visie op de (extra) leerlingondersteuning.

 De school beschikt over een katern Zorg en Begeleiding (WMKPO) en over een zogenoemde Zorgkalender waarin voor de leraren de HGW cyclus in kaart gebracht is.

IJKPUNT 2 SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

De school heeft het ondersteuningsprofiel vastgesteld.

Zie voor Zorg en Begeleiding ook bladzijde 22 en verder in Schoolplan 2021-2024

Ontwikkelpunt: integratie dyscalculieprotocol.

(7)

7

Zoals in de inleiding vermeld is dit nieuwe SOP vastgesteld in juni 2020, waarna gedeeld met het team en de MR.

 De Dubbeldekker heeft de basisondersteuning goed op orde m.u.v.

zorgniveau 3 uit het Protocol Leesproblemen en dyslexie (zie hierboven).

 In het geval van een vertraagde rekenontwikkeling kan de school

individuele aanpassingen uitvoeren, indien deze interventies geen effect hebben wordt contact gemaakt met het Samenwerkingsverband omdat het beschikt over rekenspecialisten. Het dyscalculieprotocol is nog niet zo geïntegreerd als het PLD, dit is een ontwikkelpunt.

 Gebrek aan Nederlandse taal kan intelligente potentie versluieren. Om meer te weten te komen over de intelligente potentie van onze leerlingen wordt in groep 3 de quickscan van het Digitaal Handelingsprotocol ingezet.

Sinds 3 jaar wordt in de groepen 4 en 6 de Niet Schoolse Capaciteiten Toets (NSCCT) afgenomen en in groep 8 de Nederlandse Intelligentie Test voor Onderwijsniveau (NIO). Dit kan overigens alleen met toestemming van de ouders. De school kan leerlingen met een lager IQ een eigen leerlijn geven en leerlingen met een (hoog)begaafd IQ meer uitdaging bieden.

 (Hoog)begaafde leerlingen kunnen bovenschools deelnemen aan de STIPklas.

 Jonge leerlingen (groep 2 en/of 3) kunnen in het kader van het onderwijskansenbeleid deelnemen aan de Schakelklas.

 Binnen Passend Onderwijs heeft de school de intentie om de leerlingen zolang mogelijk thuisnabij regulier onderwijs te geven. Indien dit

aantoonbaar nauwelijks of niet meer mogelijk is zoekt de school in overleg met de ouders naar een passender plek voor de leerling, bij voorkeur ook thuisnabij. Kenmerkend voor onze multiculturele populatie is dat de ouders van deze leerlingen over het algemeen langer dan gemiddeld de tijd nodig hebben om in te kunnen stemmen met het SBO advies van de school.

(8)

8

IJKPUNT 3 OPBRENGSTGERICHT WERKEN

De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van de leerlingenondersteuning en past het beleid zo nodig aan (opbrengstgericht werken op school- groeps- en

individueel niveau).

 De leraren analyseren 2x per jaar, namelijk midden en eind schooljaar, de opbrengsten die gemeten worden met onafhankelijke toetsen. De leraren krijgen hier de tijd voor tijdens de analyse dag en presenteren de

opbrengsten van hun groep aan het team. Behalve op de groep richt de analyse zich ook op de groei van de individuele leerling. De analyse leidt tot acties in de groep of individueel en waar nodig op schoolbrede verbeterpunten.

 De intern begeleider maakt een schoolbrede analyse, tot nu toe in

WMKPO, van de tussenresultaten midden schooljaar en de eindresultaten.

 De intern begeleider en de directie maken regelmatig trendanalyses van de afgelopen drie jaar.

 De directie (al dan niet met de intern begeleider) legt verantwoording af aan het bestuur middels kwartaalgesprekken.

 Vanaf groep 7 wordt er voor de leerlingen een OPPtrap ingevuld m.b.t. tot het voorlopig schooladvies VO. De OPPtrap geeft ouders en leraren inzicht in de uitstroommogelijkheden van hun kind; de school denkt dat het zinvol is hier eerder mee te starten. Zie ook ijkpunt 9.

Ontwikkelpunt: OPP trap inzetten vanaf groep 5

(9)

9

IJKPUNT 4 SOCIALE VEILIGHEID

De school is fysiek en sociaal gezien veilig en heeft een goed pedagogisch klimaat

 De school zet om het jaar vragenlijsten uit bij leerlingen, ouders en leerkrachten om de sociale veiligheid in kaart te brengen. Aan de hand daarvan worden waar nodig verbeteracties in gang gezet.

 De Dubbeldekker werkt met de Kanjertraining waar alle leerkrachten een training voor hebben gevolgd. Deze methodiek leert leerlingen met zichzelf en de ander zo om te gaan dat leerlingen niet het slachtoffer worden van pesten, dat in de groep een harmonieus klimaat heerst en dat de groep als geheel verantwoordelijk is voor pestgedrag en conflicten.

 De school beschikt over een zogenoemd pestprotocol, een schorsingsprotocol en een vertrouwenspersoon.

IJKPUNT 5 LEERLINGVOLGSYSTEEM

De school heeft zicht op de ontwikkeling en vordering van de leerlingen.

 De Dubbeldekker volgt de vorderingen van de leerlingen middels

methodegebonden toetsen en tweejaarlijkse onafhankelijke CITO toetsen.

 Groep 1-2 is in schooljaar 2019-2020 gestart met de leerlijnen in Parnassys.

 Vanaf groep 4 wordt Snappet gebruikt waarin de individuele vorderingen van de kernvakken per lesdoel gevolgd worden en per vak zowel de behaalde doelen te zien zijn als de doelen die nog behaald moeten worden.

 Twee keer per jaar worden de resultaten geanalyseerd op leerling- en groepsniveau.

 De school zoomt in op individuele leerlingen door te kijken naar de vaardigheidsgroei die minimaal behaald moet zijn. Bij opvallende

Aandachtspunt: nieuwe teamleden de Kanjertraining aanbieden.

(10)

10

achteruitgang, stilstand of grote sprongen worden acties bepaald voor de leerling.

 De school heeft schoolnormen opgesteld m.b.t. de te behalen groepsvaardigheid.

 Sinds de analyse van de eindresultaten van schooljaar 2019-2020 worden voor groep 6,7 en 8 voor Rekenen en Begrijpend Lezen de behaalde referentieniveaus in kaart gebracht.

 De school beschikt over een toetskalender waarin per maand beschreven staat welke toetsen in welke groepen moeten worden afgenomen en waar/wanneer de uitslagen geregistreerd moeten zijn.

 De Kanjertraining heeft een digitaal leerlingvolgsysteem (CANVAS) waarin de groepen regelmatig worden gemonitord. Dit kan leiden tot acties.

IJKPUNT 6

De school werkt opbrengst- en handelingsgericht aan het realiseren van de onderwijsondersteuningsarrangementen.

 De leraren maken twee keer jaar, voorafgaand aan de groepsbespreking, een groepsoverzicht waarin van elke leerling zowel de stimulerende factoren als de belemmerende factoren beschreven worden en de daaruit volgende onderwijsbehoeften.

 In tweejaarlijkse groepsbesprekingen wordt gesignaleerd welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben, in leerlingbesprekingen worden interventies bepaald en deze worden na een periode van plus minus zes weken geëvalueerd.

 Blijkt een leraar handelingsverlegen dan zet de school, in overleg met ouders, een MDO traject in gang bij het Samenwerkingsverband. De ouders van onze populatie kenmerken zich door een, vaak

Aandachtspunten:

- nieuwe teamleden in de gelegenheid stellen zich in EDI te scholen.

(11)

11

cultuurbepaalde, schroom om de zorg te erkennen waardoor de toestemming voor deze trajecten vaak meer tijd vergt.

IJKPUNT 7 ADAPTIEF ONDERWIJZEN EN AFSTEMMEN

De school biedt een uitdagende leeromgeving en hanteert effectieve instructiemethoden.

 Het activerende instructiemodel ADI heeft plaats gemaakt voor EDI, het Effectieve Directe Instructie model, dat in een traject van drie jaar in de school geïmplementeerd is. EDI kenmerkt zich door het stellen van een lesdoel, een stappenplan om dat doel te bereiken, controle van begrip en een gelijke kansen aanbod. De EDI instructie is bedoeld voor de hele groep en zet in op begrip van 80% van de leerlingen. De overige 20% komt in aanmerking voor een herhaalde instructie.

 Inhoudelijke positieve feedback is een onderdeel van EDI.

 Vanaf groep 4 werken de leerlingen in de meeste gevallen na de instructie op Snappet. Leerlingen kunnen na het behalen van het lesdoel vervolgens doorwerken aan hun eigen doelen. Ook biedt Snappet de mogelijkheid leerlingen op hun eigen (lagere of hogere )niveau te laten werken.

 De school beschikt over materialen en methoden die differentiatie mogelijk maken. Voorbeelden: de splitsmachine en het rekenrek in groep 3-4, de levelboxen voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben.

 Vrijwel alle leerlingen hebben een beperkte beheersing van de

Nederlandse taal. Voor woordenschat wordt het Viertaktmodel ingezet van de methode Met Woorden in de Weer. In groep 1-2 wordt van deze methode Logo 3000 ingezet.

 Zie voor verdere extra ondersteuning punt 7.

- Woordenschatcoördinator voor Woorden in de Weer

Schoolspecifiek aandachtspunt:

Het werken voor een multiculturele populatie brengt specifieke competenties met zich mee zoals:

 open staan voor andere culturen,

 diversiteit zien als een gegeven van onze maatschappij,

 bereid zijn andere gewoontes en gebruiken te accepteren,

(12)

12

IJKPUNT 8

Het team werkt gericht aan haar handelingsbekwaamheid en competenties.

 De directie stelt jaarlijks een professionaliseringsplan op.

 De directie voert functioneringsgesprekken m.b.t. leerkrachtcompetenties waaruit professionalisering kan volgen op verzoek van de leraar of op verzoek van de directie.

 Per schooljaar zijn er gemiddeld 4 studiedagen waarop o.a. aan schoolbrede professionalisering gewerkt wordt.

 Indien leraren m.b.t. een leerling handelingsverlegen zijn, worden zij via de trajectbegeleider van een MDO weer handelinsbekwaam doordat zij nieuwe kennis en vaardigheden krijgen aangereikt.

 Door het gebruik van LeerKRACHT! werkt het team doorlopend aan het verbeteren van didactische of pedagogische vaardigheden.

 De leerkrachten uit groep 1-2 en de schakelklas kunnen deelnemen aan het bovenschoolse Netwerk Jonge Kind.

 De leerkrachten van groep 8 kunnen deelnemen aan het bovenschoolse netwerk voor leerkrachten groep 8.

IJKPUNT 9

Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften

 Alle leerlingen voor wie een MDO in gang gezet wordt krijgen een OPP plus een handelingsplan waarin naar doelen toe gewerkt wordt. Voor de groep 1-2 wordt het kleuter OPP gebruikt. Dit geldt ook voor leerlingen waar bij plaatsing al sprake is van speciale onderwijsbehoeften.

 Het OPP dient ondertekend door de ouders opgeslagen te worden in het digitale leerlingdossier.

 De doelen in het handelingsplan worden twee keer per jaar bijgesteld namelijk na de M toetsen en na de E toetsen

 niet vanzelfsprekend aannemen dat leerlingen en/of ouders direct begrijpen waar het over gaat,

 geduld aangaande communicatie met ouders,

 het niet, nauwelijks, beperkt spreken van het NL niet gaan problematiseren,

 de lat hoog blijven leggen!

(13)

13

 Leerlingen met en meer dan gemiddelde intelligentie krijgen uitdaging en verdieping aangereikt en kunnen eventueel deelnemen aan de

bovenschoolse STIPklas.

 Leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie kunnen waar nodig een eigen leerlijn krijgen.

 Leer- en/of opgroei- en opvoedproblemen worden besproken in het ZAT waarbij aanwezig zijn: de schoolarts, de jeugdverpleegkundige, de jeugdconsulent van de gemeente, de leerplichtambtenaar, en de school maatschappelijk werker.

 Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen aanpassingen zoals meer tijd voor toetsen.

 Indien een leerling ondersteuning of begeleiding krijgt van externen (enk aan logopedie, fysiotherapie, onderzoek in het Audiologisch Centrum, bijles) gaat de school uit van samenwerking en zal, na toestemming van de ouders, daar contact mee gemaakt worden.

IJKPUNT 10 DE WARME OVERDRACHT

De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over volgens vastgesteld beleid op school-, bestuurs- en samenwerkingsverbandniveau.

 Over 4 jarigen die vanuit de inpandige Peuterspeelzaal van Versa Welzijn instromen ontvangt de school een overdrachtsboekje. In geval van zorg wordt de toekomstige leerling soms in de PZ geobserveerd door de intern begeleider en/of de kleuterleerkracht. Komen 4jarigen ergens anders vandaan dan is er minimaal een telefonische overdracht, ingeval van zorg gaat de intern begeleider ook dan de toekomstige leerling eerst

observeren.

 Over leerlingen die tussentijds instromen neemt de intern begeleider altijd contact op met de intern begeleider/leerkracht van de vorige school en

(14)

14

indien ouders toestemming geven worden leerresultaten en andere relevante documenten overgedragen.

 Leerlingen met een ondersteuningsarrangement worden altijd in bijzijn van de intern begeleider overgedragen naar een volgende leerkracht.

 Over leerlingen die doorstromen naar het VO verzorgt de leerkracht van groep 8 een warme overdracht.

 Tijdens het eerste jaar van onze ex-leerlingen in het VO ontvangt De Dubbeldekker informatie over het verloop van de voortgang van de leerlingen.

 De Dubbeldekker volgt de leerlingen nog niet gedurende de volgende 3 jaar.

 De Dubbeldekker koppelt nog niet terug naar de voorschoolse voorziening of vorige school.

 Indien een leerling tussentijds de school verlaat, neemt de intern

begeleider van de vervolgschool altijd contact op met de intern begeleider en wordt er via Parnassys, met toestemming van de ouders, een OSO en andere relevante documenten doorgestuurd naar de volgende school.

 Er is een schorsing/verwijderingprotocol.

IJKPUNT 11 OUDERS ALS PARTNER

Ouders, leerlingen en school hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de individuele ontwikkeling van het kind. Ouders worden daarom conform de visie “afstemming en handelingsgericht werken” betrokken bij de ontwikkeling van het kind.

 Voor instromende vierjarigen voert de intern begeleider aan de hand van het format Uw kind in Beeld een intakegesprek over de eerste vier

levensjaren van het kind en de gezinssituatie. Na ongeveer zes weken voert de leerkracht van groep 1 het vervolggesprek met de ouders over de eerste periode op school.

Schoolspecifiek aandachtspunt:

 het 3 jaar lang volgen van ex- leerlingen in het VO,

 het terugkoppelen van voortgang van een leerling naar voorschool of vorige school.

(15)

15

 Er zijn gedurende het schooljaar minstens drie gesprekken met ouders over de ontwikkeling van hun kind. Het eerste gesprek, het zogenoemde Frisse

Startgesprek is bedoeld om ouders aan het woord te laten over wat hun kind nodig heeft. Het tweede en derde gesprek zijn rapportgesprekken over de resultaten van hun kind. Groep 1 krijgt geen rapport maar oudergesprekken kunnen op wederzijds verzoek altijd worden gemaakt.

 Indien ouders vragen of zorg hebben, of indien de leerkracht dit heeft, kunnen ouders altijd een afspraak maken.

 Als de school een MDO voor een leerling in gang wil zetten kan dit alleen na het voeren van een oudergesprek waarin de ouders toestemming geven. Indien nodig wordt er voor de ouders een tolk ingezet.

 In schooljaar 2018-2019 is de school gestart met de PARRO @app. Dit communicatiemiddel kan de leerkracht inzetten om een boodschap aan alle ouders van de groep door te geven maar ook om afgeschermd 1 ouder te berichten. Parro wordt niet gebruikt om zorgen over de leerling te delen maar alleen voor bijvoorbeeld huiswerk en andere

organisatorische zaken te delen.

IJKPUNT 12 DE SCHOOL HEEFT EEN EFFECTIEVE INTERNE ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR

 De HGW cyclus zorgt voor een planmatige en vroegtijdige signalering wanneer leerlingen zorg nodig hebben. De school streeft ernaar dat het in gang zetten van MDO’s vanaf groep 6 niet/nauwelijks meer voorkomt.

 Indien interventies geen resultaten hebben wordt met toestemming van ouders een MDO in gang gezet.

 De school heeft een intern begeleider die verantwoordelijk is voor de leerlingenzorg.

(16)

16

6. BASISKWALITEIT VAN HET ONDERWIJS (meest recent oordeel inspectie) Laatste inspectietoezicht d.d.: 3 oktober 2017

Oordeel:

Het onderzoek levert een overwegend positief beeld op van de school waarbij de eindresultaten niet te beoordelen zijn.

De kwaliteit van het onderwijs op De Dubbeldekker is van voldoende niveau.

Zie verder hoofdconclusie bladzijde 6.

De tekortkoming beschreven op bladzijde 7 waarin twee herstelopdrachten werden beschreven waaraan nog voldaan moest worden, zijn op 19 september 2018 door de inspectie beoordeeld als: aan voldaan. Dit betrof het in gang zetten van het werken met OPP’s en voldoende eindresultaten.

Zie bijlage inspectierapport IJKPUNT 13 ONDERSTEUNINGSTEAM

De school heeft een effectief ondersteuningsteam

 De intern begeleider weet ketenpartners te vinden en werkt daar mee samen.

 De school maakt gebruik van een Zorg Advies Team waarin zijn vertegenwoordigd: de schoolarts, de leerplichtambtenaar, de school maatschappelijk werker van VERSA, de jeugdverpleegkundige van de GGD en de jeugdconsulent van de gemeente die een verwijzende functie heeft voor wat betreft jeugdzorg. Het ZAT komt drie tot vier keer per jaar bij elkaar.

 De intern begeleider bespreekt minimaal 1 x per maand de leerlingenzorg in het ib-directie overleg.

 Waar nodig verwijst de intern begeleider ouders naar een passende hulpverlenende instantie.

(17)

17

7. EXTRA ONDERSTEUNING

De extra ondersteuning die hieronder wordt beschreven gaat niet over verlengde instructies in de klas die bij het EDI model horen.

 De leerlingen uit groep 2 (en soms ook uit groep 3) kunnen in aanmerking komen voor de Schakelklas (onderwijskansenbeleid).

 Leerlingen uit groep 6, 7 en 8, die goed zijn in Rekenen maar niet in Begrijpend Lezen kunnen in aanmerking komen voor de Leesacademie in een verlengde schooldag. Het doel van de Leesacademie is het VO uitstroomniveau te kunnen verhogen.

 Sinds schooljaar 2018-2019 is er in samenwerking met de Marnix

Onderwijsacademie een traject in gang gezet m.b.t. meertaligheid/ruimte voor moedertaal en mondelinge taalvaardigheid. Dit laatste wordt

uiteindelijk gekoppeld aan het schrijven van teksten.

 Leerlingen uit groep 6,7,8 kunnen in aanmerking komen voor RT Begrijpend Lezen.

 Leerlingen uit groep 4,5,6, kunnen in aanmerking komen voor Tutorlezen.

 Leerlingen uit 3-4 kunnen in aanmerking komen voor Duolezen.

 Versa Welzijn verzorgt 1x in de week een huiswerkklas voor leerlingen uit groep 6,7,8.

 Via een Arrangement Plus van het Samenwerkingsverband kan een leerling extra ondersteuning krijgen. In sommige gevallen kunnen ook andere leerlingen hiervan mee profiteren en kunnen leraren hierdoor nieuwe vaardigheden opdoen.

(18)

18

8. RANDVOORWAARDEN VAN DE SCHOOL

1. Een betrokken schoolleider die duidelijke lijnen uitzet, ambitie heeft en kaders schept.

2. Een stabiele bezetting van bevoegde leraren.

3. Een kundig intern begeleider die voldoende gefaciliteerd wordt.

4. Een lerarenteam dat kan werken volgens HGW/1-Zorgroute.

5. Een Taalcoördinator.

6. Een Woordenschatcoördinator

7. Expertise op dyscalculie (bijvoorbeeld een rekenspecialist).

8. Expertise op hoogbegaafdheid 9. Expertise over het jonge kind.

10. Expertise met betrekking tot meertaligheid en ruimte voor moedertaal.

Grenzen van de school:

 Zolang de school de leerling kan bieden wat deze nodig heeft, kan de leerling passend nabij thuis regulier onderwijs volgen op De Dubbeldekker.

 De school beschikt over een medisch protocol.

 De school is handelingsverlegen voor wat betreft:

- onderwijs aan volledig rolstoel gebonden kinderen,

- onderwijs aan volledig dove kinderen afhankelijk van gebarentaal, - onderwijs aan kinderen met een gediagnosticeerde externaliserende

gedragsstoornis zoals bijvoorbeeld een hechtingsstoornis (kinderen die groepsverstorend gedrag vertonen waardoor de veiligheid en/of leerontwikkeling van andere kinderen wordt bedreigd),

- onderwijs aan kinderen met cognitieve beperkingen waarbij geconstateerd is dat er nauwelijks of geen schoolse vaardigheden ontwikkeld kunnen worden waarbij het risico ontstaat dat de school fungeert als dagopvang,

Schoolspecifieke aandachtspunten:

 De school heeft een klein team waardoor het niet altijd mogelijk is in al deze randvoorwaarden te voorzien.

 Indien een andere STIPschool in het team bijvoorbeeld wel over een rekenspecialist beschikt zou deze een adviserende functie kunnen hebben.

Schoolspecifiek:

 In het gebouw bevindt zich een lift.

Leerlingen die tijdelijk in een rolstoel zitten (bijvoorbeeld vanwege een gebroken enkel) kunnen onderwijs blijven volgen.

(19)

19

- kinderen die specifieke medische zorg nodig hebben waarbij ze afhankelijk zijn verpleegkundige handelingen (denk aan injecteren, katheteriseren, wisselen van luchtwegpijpjes).

- Kinderen die nog niet zindelijk zijn.

9. CONCLUSIE EN AMBITIE

De directeur en de intern begeleider komen tot de conclusie dat De Dubbeldekker voor bijna 100% voldoet aan de Basisondersteuning zoals omschreven door Unita.

Het niet kunnen uitvoeren van Zorgniveau 3 in het Protocol Leesproblemen en Dyslexie wordt zoals gezegd opgepakt door STIP.

De school specifieke aandachtspunten worden in gang gezet.

Daarnaast werkt het hele team structureel door aan een aantal zaken die zijn voortgekomen uit het hierboven genoemde inspectiebezoek. Dit heeft in het bijzonder betrekking op een passend onderwijsaanbod aan leerlingen die niet kunnen meekomen met het niveau van de jaargroep. Dit wordt steeds beter gerealiseerd door:

- OPP’s 2x per jaar te evalueren en daarin nieuwe doelen te stellen binnen een eigen leerlijn,

- de ambitie te hebbende OPPtrap vanaf groep 5 te gaan gebruiken,

- aan een doorgaande lijn te werken met betrekking tot zelfstandig werken, - binnen het begeleidende traject door de Marnix Onderwijs Academie

sinds schooljaar 2018-2019 te werken aan de leerlijn mondelinge taalvaardigheid en dit te koppelen aan het schrijven van teksten,

- meertaligheid, dat wil zeggen de taalvariëteit die leerlingen bezitten, als een rijkdom te beschouwen in plaats van een belemmering en ruimte te bieden aan moedertaal.

Schoolspecifiek:

De Dubbeldekker is op weg naar een

language friendly school, legt de focus op de kernvakken en koppelt tekstbegrip aan zowel het belang van mondelinge taalvaardigheid als aan het belang van teksten schrijven.

(20)

20

Vaststelling door bevoegd gezag d.d.:

Advies (G)MR d.d. 24 juni 2020 - dhr. Patrick Blaauw, voorzitter MR

Bijlagen:

1. Scan basisondersteuning 2. Inspectierapport Oktober 2017

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien een leerling een handicap heeft, die een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling, als het onderwijs

Leerkrachtfactoren Leerkrachten op onze school hebben compassie met kin- deren die een specifieke onder- wijsbehoefte hebben en zijn in staat om deze groep kinderen

Kinderen die wegens allergie geen fruit mogen eten, kunnen uiteraard steeds voor een ander gezond tussendoortje kiezen. Wij stellen het erg op prijs als alle leerlingen zich

Hoewel de omstandigheden voor onze leerlingen niet altijd onbezorgd zijn, zijn we als team in staat om hier een positieve bijdrage aan te leveren.. Dat geldt niet alleen

Indien een leerling een handicap heeft die gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in en/of buiten de groep,

Een dergelijke maatregel wordt pas getroffen wanneer het onderwijs binnen een groep zeer ernstig verstoord is en de schoolleiding geen enkele andere mogelijkheid meer ziet hierin

Omdat niet iedere school alle denkbare ondersteuning kan bieden, is het mogelijk dat een school een leerling met bepaalde speciale behoeftes doorverwijst naar een andere school waar

zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt