• No results found

Reactie minister van EZ op Verantwoordingsonderzoek 2018 Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwalteit en Diergezondheidsfonds

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Reactie minister van EZ op Verantwoordingsonderzoek 2018 Economische Zaken en Klimaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwalteit en Diergezondheidsfonds"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag

De President van de Algemene Rekenkamer De heer drs. A.P. Visser

Postbus 20015 2500 EA DEN HAAG

Datum

Betreft Bestuurlijke reactie op het Rapport bij het Jaarverslag 2018 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds

Directie Financieel Economische Zaken

Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) F 070 378 6100 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ezk

Ons kenmerk FEZ / 19087564 Uw kenmerk Bijlage(n)

Geachte heer Visser,

Met belangstelling heb ik kennis genomen van uw Rapport bij het Jaarverslag 2018 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het Diergezondheidsfonds, waarop ik hieronder reageer, mede namens de staatssecretaris van EZK en de minister van LNV.

Subsidiebeheer kerndepartement Reviewbeleid beperkt ingevuld

Om de kwaliteit van controleverklaringen bij aanvragen tot subsidievaststelling te beoordelen, worden reviews bij accountantsorganisaties verricht. U vindt het aantal reviews in 2017 en 2018 te beperkt. Uw aanbevelingen om dit te

intensiveren, neem ik over. Ook wordt de opvolging van eventuele herstelacties naar aanleiding van de uitkomsten van deze reviews inzichtelijk gemaakt.

Afrekeningen niet conform beschikking

U concludeert dat bij diverse gecontroleerde eindafrekeningen van langlopende verplichtingen is gebleken dat deze niet conform de eisen in de beschikking zijn afgerekend. U beveelt aan om vooraf zorgvuldig deze eisen te formuleren en hierop te sturen gedurende de looptijd. Ik zal de gebruikte modellen voor subsidiebeschikking nogmaals beoordelen en waar nodig aanpassen, zodat er geen onbedoelde stapeling van eisen meer plaatsvindt, die achteraf niet goed verantwoord kunnen worden. Ook zal ik bij de betreffende beleidsdirecties

aandacht vragen voor de formulering van subsidiebeschikkingen en zal de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ) strikter sturen op de naleving daarvan.

Doorschuiven resterende middelen naar volgende periode

U concludeert dat bij drie subsidies aan grote instellingen is gebleken dat

overschotten aan het eind van het jaar worden verrekend met het subsidiebedrag voor het volgende jaar in plaats van dat deze worden teruggevorderd. U beveelt aan om via het financiële systeem te zorgen voor een goede administratie voor het terugvorderen van resterende middelen. Omdat het financiële systeem partiële vaststellingen niet ondersteunt zal ik nogmaals laten onderzoeken of een

(2)

Directie Financieel Economische Zaken

Ons kenmerk FEZ / 19087564

aanpassing van het systeem op dit punt mogelijk is. In genoemde gevallen is het toegestaan om een overschot mee te nemen naar volgende jaren. Ik zal de procedure rondom de vaststelling en de verantwoording van overschotten aanscherpen, zodat gedurende de looptijd van het dossier de verantwoording beter gevolgd en geborgd kan worden.

Dossiervorming verdient aandacht

U concludeert dat de kwaliteit van de dossiervorming nauwelijks is verbeterd en beveelt aan om de sturing op de kwaliteit van de dossiers te intensiveren. In het afgelopen jaar heeft FEZ vooral gestuurd op de vorming van de (financiële) informatie in het dossier ten behoeve van de subsidievaststelling. Ik zal daarom bij de beleidsdirecties ook extra aandacht vragen voor de vorming van het beleidsmatige informatie in het dossier. Daarnaast zal FEZ nog strikter sturen op de vorming van het financiële dossier, zodat de verantwoording van alle vereisten uit de beschikking daarin is opgenomen.

Subsidiebeheer Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) Over uw bevindingen met betrekking tot enkele aspecten van het subsidiebeheer bij RVO.nl wil ik het volgende opmerken.

Controleverklaringen zijn onvoldoende (zichtbaar) gebruikt

Om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan, moeten aanvragen voor subsidievaststelling vanaf € 125.000 vergezeld gaan van een controleverklaring van een onafhankelijk accountant. RVO.nl heeft richtlijnen opgesteld voor de wijze waarop die verklaringen moeten worden gebruikt bij het vaststellen van een subsidie. U constateert dat uit de dossiers onvoldoende blijkt dat de verklaringen op de juiste wijze zijn beoordeeld bij de vaststelling van de subsidie en dat het risico bestaat dat dit kan leiden tot een onrechtmatige vaststelling van subsidies. Ik zal daarom in overleg met RVO.nl opvolging geven aan het advies om beter en zichtbaar te documenteren hoe wordt omgegaan met controleverklaringen.

Deze bevinding is, zij het in een andere context, ook van toepassing op controleverklaringen van CertiQ en Vertogas ten behoeve van de SDE/MEP- subsidies. CertiQ en Vertogas zijn partijen in de keten die ten behoeve van de SDE/MEP-subsidies specifieke gegevens aanleveren. Gezien het belang hiervan spant RVO.nl zich maximaal in om, voor zover zij invloed kan uitoefenen in de keten, beperkingen in controleverklaringen van de accountant van CertiQ en Vertogas te agenderen en aan te dringen op het oplossen van deze beperkingen door deze ketenpartners. De ketenverantwoordelijkheid ligt bij mijn ministerie. Ik verwijs in dit verband tevens naar mijn Kamerbrief van 16 mei 20181. In het licht van deze ketenverantwoordelijkheid heb ik inmiddels gesprekken gepland met de betrokken organisaties CertiQ, Vertogas, ondersteund door RVO.nl om ervoor te zorgen dat tijdig, zichtbaar en goed gedocumenteerd opvolging wordt gegeven aan beperkingen in accountantsverklaringen.

1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 31 239 nr. 286.

(3)

Directie Financieel Economische Zaken

Ons kenmerk FEZ / 19087564

De beperkingen in de genoemde controleverklaringen hebben overigens geen invloed gehad op het rechtmatigheidsoordeel ten aanzien van de SDE/MEP- subsidies.

Risico’s bij toepassing Integrale Kosten Systematiek (IKS)

U geeft aan dat RVO.nl de IKS-tarieven vooraf vaststelt. Dit is echter niet het geval: RVO.nl stelt vooraf geen tarieven vast, maar beoordeelt de systematiek om tot tarieven te komen en geeft na accordering daarvan toestemming aan een aanvrager om IKS bij subsidieprojecten te gebruiken. Het is aan de aanvrager om op het moment dat hij een vaststellingsverzoek indient, de tarieven in de

declaratie conform de door hem aangedragen IKS te berekenen. In de afgelopen anderhalf jaar is sterk ingezet op de verbetering van de borging van het IKS- proces bij RVO.nl. Er is een actueel overzicht met daarop

ondernemingen/instellingen die een IKS-aanvraag hebben gedaan en van welke deze na beoordeling is goedgekeurd dan wel afgekeurd.

Ik zal in overleg gaan met de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) om het controleprotocol verder aan te scherpen, zodat eventuele ruimte voor interpretatie wordt verminderd. Hiermee wil ik bereiken dat de aanvullende zekerheid van controleverklaringen een nog grotere toegevoegde waarde zal kennen. Eventuele onduidelijkheid over IKS en regelgeving bij accountants zal ik daarin meenemen.

Dossiervorming verdient aandacht

De hiervoor genoemde maatregelen zullen leiden tot een verbetering van de kwaliteit van betrokken subsidiedossiers.

Informatiebeveiliging

Het doet mij genoegen dat u de onvolkomenheid in de informatiebeveiliging heeft opgeheven. Ik heb dan ook, in samenwerking met LNV, de afgelopen twee jaar veel stappen gezet om de informatiebeveiliging van beide departementen verder te professionaliseren. Het komende jaar wordt de ontwikkelde

risicomanagementmethodiek nader geformaliseerd. Uw aanbevelingen over het waarborgen van centraal inzicht in incidenten om hier naar behoren op te kunnen sturen neem ik over. In samenwerking met de Dienst ICT-Uitvoering (DICTU) en de uitvoerende diensten en inspecties worden de processen omtrent

incidentmanagement verder geïntegreerd tot één gezamenlijke procedure. Op dit moment wordt een platform ingericht voor beide departementen en hun diensten en inspecties, waarmee een uniforme methodiek wordt gecreëerd waarin de afspraken tussen centraal en decentraal niveau zijn gewaarborgd. Ik ben tenslotte voornemens het volwassenheidsmodel van de NBA te blijven hanteren bij de sturing op informatiebeveiliging.

Ontvangsten en uitgaven voor duurzame energie

U hecht belang aan een goede verantwoording van de ODE2-belastingontvangsten en de SDE3+-uitgaven vanwege de onderlinge samenhang, de relatie met de begrotingsreserve duurzame energie, de meerjarige subsidieverplichtingen en de

2 Opslag Duurzame Energie.

3 Stimuleringsregeling Duurzame Energie.

(4)

Directie Financieel Economische Zaken

Ons kenmerk FEZ / 19087564

onzekerheid over de uiteindelijke uitgaven. Uw aanbeveling om genoemde samenhang duidelijk weer te geven in begrotings- en kamerstukken, neem ik over.

U constateert dat het inzicht in de bijdrage van de ODE aan de uitgaven voor duurzame energie beperkt is en beveelt aan om alle uitgaven die worden gedaan uit het SDE+-budget duidelijk zichtbaar te maken met een overzicht in de begrotingsstukken en het jaarverslag. Ook deze aanbeveling neem ik over.

Om het inzicht in de uitgaven voor duurzame energie middels de ODE te verbeteren beveelt u aan om met een concrete, beleidsmatige afbakening te komen voor uitgaven die met ODE-belastingontvangsten worden gedekt. Deze aanbeveling neem ik over: het parlement zal worden geïnformeerd over de criteria die een rol spelen bij beslissingen of iets uit de ODE-belastingontvangsten wordt gedekt. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitgaven voor flankerend beleid van de SDE+ en uitvoerings-, monitorings- en toezichtkosten.

Verder doet u de aanbeveling om achteraf vast te stellen of de beoogde lastenverdeling tussen huishoudens en bedrijven is gerealiseerd. Ik zal deze aanbeveling ter harte nemen en onderzoeken hoe ik het parlement hier in de toekomst beter over kan informeren. Ik merk hierbij wel op dat er geen gegevens beschikbaar zijn over de gerealiseerde ODE-ontvangsten uitgesplitst tussen burgers en bedrijven of tussen verbruikerstarieven.

Tenslotte beveelt u aan meer inzicht te bieden in de verwachte jaarlijkse uitgaven aan de regeling SDE+ die volgen uit het voorgestelde verplichtingenbudget en dit ook periodiek te blijven doen als de subsidie is toegekend en wordt uitbetaald.

Daarnaast beveelt u aan meer inzicht te geven in het beslag van het voorgestelde verplichtingenbudget op de jaarlijkse financiële ruimte voor de regeling SDE+ en de bijbehorende financiële risico’s. Ik zal in de betreffende brieven aan het parlement hierover informatie bieden. Wel merk ik hierbij op dat verwachtingen (bijvoorbeeld de verwachte energieprijzen) volatiel kunnen zijn en dat ik daarom voorzichtig ben met het communiceren hiervan. Daarnaast wil ik graag de concurrentie in de SDE+ behouden, wat mij beperkt om bepaalde financiële informatie te verstrekken. Dit neemt niet weg dat ik waar mogelijk het parlement zal informeren over de verwachte jaarlijkse uitgaven en de beschikbare financiële ruimte.

Zekerheidsstelling verwijdering olie-, gas- en windinstallaties Afwegingskader

U constateert dat voor de verwijdering van olie- en gasinstallaties nog geen zekerheden zijn gevraagd en beveelt aan om het beleid rond buitengebruikstelling en verwijdering nader uit te werken. In mijn brief van 30 mei 20184 aan de Tweede Kamer heb ik aangegeven te werken aan een voorstel voor wijziging van de Mijnbouwwet, waarin een systeem van financiële waarborgen en monitoring wordt vastgelegd ten behoeve van financiële zekerheid voor de nakoming van de

4 Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 33 529, nr. 469.

(5)

Directie Financieel Economische Zaken

Ons kenmerk FEZ / 19087564

verwijderingsverplichtingen. Daarmee geef ik invulling aan mijn huidige bevoegdheid om financiële zekerheid te vragen. Dat betekent dat ik, in overeenstemming met uw aanbeveling, al bezig ben om de vereiste

consequenties te verbinden aan de gewijzigde omstandigheden en vooruitzichten.

Wellicht hebben de mindere zichtbaarheid hiervan voor de buitenwereld en het feit dat ik tot op heden voor de verwijdering van olie- en gasinstallaties nog geen zekerheden heb gevraagd, geleid tot uw conclusie dat ik een afwachtende positie inneem, wat niet het geval is. Dat ik van mijn bevoegdheid tot het vragen van financiële zekerheden geen gebruik heb gemaakt, betekent niet dat

mijnbouwondernemingen niet zijn getoetst op hun financiële mogelijkheden om hun verplichtingen uit hoofde van de Mijnbouwwet na te komen. Hoewel er geen beschreven afwegingskader en vastgelegde afspraken zijn, heb ik in voorkomende gevallen kunnen (en kan ik) beschikken over inlichtingen en signalen van Energie Beheer Nederland B.V. (EBN).

Over het nieuwe systeem van zekerheden heb ik sinds 2016 constructief overleg gevoerd met de organisatie van bedrijven in de olie- en gassector (Nogepa) en EBN. Een samenstel van overeenkomsten, tot het sluiten waartoe

mijnbouwbedrijven en EBN wettelijk verplicht worden, waarborgt dat de financiële risico’s voor de verwijdering van niet meer gebruikte olie- en gasinfrastructuur tijdig en adequaat zijn afgedekt. EBN krijgt de taak en de bevoegdheid om de uitvoering van de overeenkomsten te monitoren en mij daarover te informeren en te adviseren of de te stellen en gestelde financiële zekerheden afdoende zijn. De wettelijke publieke taak van EBN wordt dienovereenkomstig aangevuld en uitgewerkt. Als ik twijfel of de in dat nieuwe systeem gestelde zekerheden voldoende waarborgen bieden, ben ik bevoegd om financiële zekerheid van een mijnbouwonderneming te vragen. Daarmee kom ik tegemoet aan uw aanbeveling om ruimte te behouden om op basis van andere criteria zekerheden te eisen.

Vooruitlopend op de wijziging van de Mijnbouwwet zullen

mijnbouwondernemingen en EBN de genoemde overeenkomsten ondertekenen en daarnaar handelen. Ik verwacht dat ik de voorgenomen wijziging van de

Mijnbouwwet in de tweede helft van 2019 aan de Tweede kamer zal kunnen sturen.

Verduidelijking beleid

U constateert dat onzekerheid bestaat over het moment waarop olie- en

gasinstallaties, kabels en pijpleidingen verwijderd zullen worden en beveelt aan de periodieke informatievoorziening door EBN en Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) te verbeteren en te formaliseren. Daarnaast geeft u aan dat voorkomen moet worden dat infrastructuur onnodig lang blijft staan. Ik wil in de voorgenomen wijziging van de Mijnbouwwet de voor land en zee verschillende regimes,

termijnen en procedures voor de verwijdering en hergebruik van mijnbouwwerken en de daarbij te stellen financiële zekerheden zoveel mogelijk verduidelijken en uniformeren, rekening houdend met de op land en zee uiteenlopende

omstandigheden.

Informatievoorziening door EBN en SodM

Uw aanbeveling om de informatievoorziening door EBN en SodM over de

ontmanteling van de olie- en gasinfrastructuur te verbeteren en te formaliseren,

(6)

Directie Financieel Economische Zaken

Ons kenmerk FEZ / 19087564

wordt al in belangrijke mate uitgevoerd. EBN, SodM, TNO en Nexstep5 voorzien mij desgevraagd van informatie over de ontmanteling van de olie- en

gasinfrastructuur. Verzamelen, analyseren en delen van data schept een

geïntegreerd beeld, duidelijkheid en transparantie over omvang en timing van de verwachte verwijderingsactiviteiten en mogelijkheden voor hergebruik.

Governance bij DICTU DICTU 2021

Om zijn dienstverlening te verbeteren heeft DICTU in 2017 de veranderopgave Programma-aanpak Op weg naar DICTU 2021 (DICTU 2021) gestart. U heeft geconstateerd dat DICTU geen actueel totaaloverzicht bijhoudt van (de voortgang van) de realisatie van de doelstellingen van DICTU 2021 en beveelt aan om met DICTU afspraken te maken over een dergelijk overzicht. DICTU heeft in 2018 veel aandacht besteed aan het realiseren van de doelstellingen van DICTU 2021, zowel op het gebied van het primaire proces als de bedrijfsvoering. Er zijn hierbij zeker mogelijkheden tot verbetering, dus ik heb uw aanbeveling overgenomen: vanaf half april 2019 actualiseert DICTU periodiek de doelstellingen van DICTU 2021, werkt deze nader uit en bewaakt het realiseren ervan.

Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s)

U merkt op dat de ontwikkeling en vaststelling van KPI’s stokt en dat lang onduidelijk blijft welke KPI’s voor de interne sturing van DICTU en voor de eigenaar noodzakelijk zijn. U beveelt daarom aan om met DICTU afspraken te maken over welke KPI’s van belang zijn en welke doelmatigheidsindicatoren in het departementale jaarverslag worden opgenomen. Tussen DICTU en de eigenaar worden jaarlijks KPI’s afgesproken en DICTU rapporteert hierover aan de

eigenaar. Momenteel ontwikkelt DICTU aanvullende rapportages om op meer KPI’s te kunnen sturen. Hierbij wordt bezien welke KPI’s in het departementale

jaarverslag kunnen worden toegevoegd.

Geldstromen rondom aardgas

U geeft aan dat in de betalingsovereenkomst die voor de versterkingsoperatie is afgesproken met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), is vastgelegd dat de NAM alle kosten draagt. Ik ga ervan uit dat u hiermee bedoelt: alle kosten die nodig zijn voor de veiligheid.

Hoogachtend,

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat

5 Het Nationaal Platform voor Hergebruik & Ontmanteling, dat in 2017 is opgericht om verwachtingen, gevolgen en mogelijkheden ten aanzien van verwijderen of hergebruik van de Nederlandse olie- en gasinfrastructuur in kaart te brengen en een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U onderschrijft de door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ingeslagen weg van vernieuwing en verbetering van risicogericht toezicht en stelt vast dat de NVWA

De minister gaat in zijn reactie in op de onvolkomenheid in de sturing van de informatiebeveiliging, het financieel bewustzijn bij de beleidsdirecties en onze de conclusies over

De informatie in de financiële overzichten van het Diergezondheidsfonds die zijn opgenomen in het Jaarverslag 2016 van het Ministerie van EZ, is op totaalniveau niet rechtmatig..

U geeft aan het belangrijk te vinden dat processen zodanig ingericht zijn dat op centraal niveau voldoende informatie aanwezig is om ook decentrale organisatieonderdelen te

Tot mijn genoegen constateert u dat de in het jaarverslag opgenomen financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk weergegeven is en

Zo heeft de Algemene Rekenkamer onder andere vastgesteld dat de interne controle op informatiebeveiliging nog niet is geïmplementeerd, terwijl men dit van belang acht om

Dit jaar hebben we gekeken naar de kosten van duurzame energie (§ 5.1) en naar de zekerheidstelling voor de ontmanteling van olie-, gas- en windinstallaties op zee (§ 5.2)..

Daarnaast constateert u een onvolkomenheid omtrent het informatiebeveiligingsbeleid en heeft U nog een aanbeveling voor het Agentschap Dienst Publieke Communicatie.. U