• No results found

Kamer van Beroep Gemeenschapsonderwijs – 2020/21 – 11/02/2021 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kamer van Beroep Gemeenschapsonderwijs – 2020/21 – 11/02/2021 1"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS

BESLISSING

GO / 2020 / 21 / … / 11 FEBRUARI 2021

Inzake De heer ..., wonende te …, bijgestaan door mevrouw …, advocaat bij advocatenkantoor …, kantoor houdende te … , alwaar keuze van woonplaats wordt gedaan,

Verzoekende partij

Tegen HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS, ..., met zetel te …, vertegenwoordigd door de heer …, advocaat te …, alwaar keuze van woonplaats wordt gedaan,

Verwerende partij

Met een ter post aangetekende brief dd. 7 december 2020 heeft meester ... namens de heer ... beroep ingesteld tegen de tuchtstraf “afhouding van wedde gedurende twee maanden” die hem werd opgelegd bij beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente ... op 9 november 2020. Deze beslissing werd hem meegedeeld bij schrijven van 12 november 2020, aangetekend verzonden met kennisgeving dd. 17 november 2020.

1. Over de relevante gegevens de zaak

... was vast benoemd directeur van de basisschool ..., behorend tot de gemeente ....

Met een schrijven van 30 januari 2020 wordt hij door het College van burgemeester en Schepenen van de gemeente ... verwittigd van het opstarten van een

(2)

discretie” betreffende de overname van de school te hebben geschonden. Op 30 juni 2020 beslist het College van burgemeester en schepenen de verzoeker op te roepen voor een hoorzitting in het kader van de tuchtstraf “inhouding van wedde”. De hoorzitting voor het College van burgemeester en schepenen, aanvankelijk gepland op 14 juli 2020, wordt herhaaldelijk uitgesteld en vindt uiteindelijk plaats op 5 oktober 2020.

Per 1 september 2020 wordt de gemeentelijke basisschool overgenomen door het GO!.

Op 9 november 2020 beslist het College van burgemeester en schepenen de verzoeker tuchtrechtelijk te straffen met een inhouding van wedde -1/5 van de laatste bruto-activiteitswedde- gedurende twee maanden. Deze beslissing vormt het voorwerp van het onderhavig beroep. Zij is op 17 november 2020 ter kennis van de verzoeker gebracht.

2. Het procedureverloop

Meester ... heeft namens verwerende partij met een mail dd. 23 december 2020 het administratief dossier ingediend en bij aangetekend schrijven dd. 25 januari 2021 een verweerschrift.

Per aangetekend schrijven en per mail van 11 december 2020 werden partijen regelmatig opgeroepen voor de hoorzitting waarop ze aanwezig of vertegenwoordigd waren.

Er werden geen getuigen gehoord.

3. Over de ontvankelijkheid van het beroep

Het beroep is tijdig en in de geëigende vorm ingediend.

(3)

4. De rechtstoestand van de verzoeker

4.1. De partijen zijn het erover eens dat, aangezien de school waar de verzoeker tewerkgesteld is op 1 september 2020 door de gemeente overgedragen is aan het gemeenschapsonderwijs, de verzoeker per 1 september 2020 de hoedanigheid van personeelslid van het gemeenschapsonderwijs verkregen heeft. Dit met toepassing van artikel 74,

§1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs en artikel 56, §1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs.

Vanaf 1 september 2020 is de rechtspositie van de verzoeker derhalve geregeld door het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs. Vanaf die dag zijn nog enkel de overheden aangewezen in dit decreet, bevoegd om beslissingen te nemen ten aanzien van de verzoeker. Dit is, wat tuchtaangelegenheden betreft, de raad van bestuur van de ... en de Kamer van beroep van het Gemeenschapsonderwijs.

En aangezien het decreet geen overgangsbepalingen bevat, zijn die organen ook onmiddellijk -dus per 1 september 2020- bevoegd geworden voor de verdere afhandeling van de hangende zaken.

4.2. De raad van bestuur van ... heeft na 1 september 2020 geen beslissing genomen in de tegen de verzoeker opgestarte tuchtzaak. Uit het dossier blijkt zelfs dat hij dit ook niet overwogen heeft.

4.3. Geconfronteerd met een beroep tegen een beslissing van 9 november 2020 van het gemeentebestuur van ..., leiden voornoemde gegevens tot volgende juridische stellingnamen:

a) Dat deze Kamer van beroep bevoegd is om in beroep, met dezelfde bevoegdheid als de raad van bestuur van ..., beslissingen te nemen over de tuchtvordering die op 30 januari 2020 tegen de verzoeker opgestart werd. Dergelijke beslissing bestaat niet.

b) Dat de verzoeker sinds 1 september 2020 geen rechtsverhouding meer

(4)

schepenen van die gemeente sindsdien niet meer bevoegd was om nog enige beslissing te nemen in de opgestarte tuchtzaak en dus ook niet om hem op 9 november 2020 een tuchtstraf op te leggen.

c) Dat deze Kamer, omdat haar bevoegdheid beperkt is tot het beoordelen van rechtstoestanden die hun juridische basis vinden in het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs, de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 november 2020 niet formeel kan vernietigen.

4.4. Op grond van wat voorafgaat beslist de Kamer van beroep enerzijds dat zij enkel kan vaststellen dat, wat de relatie tussen de verzoeker en het GO! betreft, er geen tuchtstrafbeslissing bestaat waarover zij vermag te oordelen en anderzijds dat de beslissing van 9 november 2020, want uitgaande van een niet-bevoegde overheid, geen gevolgen kan hebben op de relatie tussen de verzoeker en het GO! en dat zij nog slechts formeel, als een lege huls, blijft bestaan.

BESLISSING

Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 omtrent de evaluatie, maatregelen van orde en tucht in het gemeenschapsonderwijs, zoals gewijzigd;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel van 6 augustus 2009 houdende aanstelling van de voorzitter en

(5)

plaatsvervangende voorzitters van de Kamer van Beroep voor het personeel van het gemeenschapsonderwijs, zoals gewijzigd;

Gelet op het Werkingsreglement van de Kamer van Beroep, zoals goedgekeurd op 10 november 2011;

Gelet op de hoorzitting van 11 februari 2021;

Na beraadslaging;

Na geheime stemming over de vraag of het College van Burgemeester en Schepenen onbevoegd was: met unanimiteit ja;

Enig artikel

Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente ... was onbevoegd om de beslissing van 9 november 2020 houdende het opleggen van de tuchtstraf

‘afhouding van wedde gedurende twee maanden’ van de heer ... te nemen. Deze beslissing heeft geen rechtsgevolgen voor de administratieve toestand van ... als personeelslid van het gemeenschapsonderwijs.

Aldus uitgesproken te Brussel op 11 februari 2021.

De Kamer van Beroep was samengesteld uit :

De heer André VANDENDRIESSCHE, voorzitter;

Mevrouw N. DE CALUWE en mevrouw H. ELOOT vertegenwoordigers van het gemeenschapsonderwijs;

De heren G. ACHTEN en A. VANDROMME, vertegenwoordigers van de vakorganisaties;

(6)

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij en voor het dossier.

De Secretaris, De Voorzitter,

P. MICHIELS, A.VANDENDRIESSCHE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit betekent volgens haar dat de Kamer van beroep dus niet alleen bevoegd is voor de personeelsleden waarop het decreet van toepassing is, maar ook voor alle

… tijdens de werkuren waarin ze geacht werd diensten te presteren voor de school en waarvoor ze ook door de overheid bezoldigd werd. - als directeur van … in de periode 2009 tot

… een groep van vijf type 3-leerlingen van zes jaar naar een speelpleintje in de omgeving van de school. Deze extra-murosactiviteit heeft als doelstelling “rust brengen na

Met de raad van bestuur heeft de Kamer van beroep toch ook wel oog voor de omstandigheid dat de verzoeker moeite heeft gedaan om zijn relatie met de leerling te herstellen. Ook

5.1. De verwerende partij legt aan de Kamer van beroep volgende stukken voor: a) een geschreven verklaring van de verzoeker, gedagtekend 1 oktober 2020, met volgende inhoud:

Daartegenover staan in dit geval een aantal elementen die het vergrijp van de verzoeker afzwakken tot een laakbare stommiteit: hij blijkt met zijn manipulatie geen kwaad

Het beroep is tijdig ingediend. De overige vormvereisten die artikel 33undecies §1, laatste lid, van het besluit van 22 mei 1991 en artikel 17 en 18 van het Werkingsreglement

27 januari 2020 heeft mevrouw … beroep ingesteld tegen de tuchtstraf ‘schorsing gedurende zes maanden’ die haar werd opgelegd op 7 januari 2020 door de algemeen directeur