• No results found

Financiële positie gemeenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Financiële positie gemeenten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Factsheet

Financiële positie gemeenten

De inzet van gemeenten is onmisbaar bij het aanpakken van alle grote maatschappelijke opgaven. Maar de financiële positie van gemeenten staat al jaren onder druk. Een recente verdiepende ambtelijke analyse, die de VNG samen met de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken heeft gemaakt, laat dat nog eens zien.

Waar zit het probleem?

Gemeenten kunnen niet (volledig) voldoen aan hun grondwettelijke taak om maatschappelijke problemen aan te pakken. Er is een structurele verbetering van de financiële positie nodig om dit te veranderen. Alleen dan kunnen gemeenten weer voldoende investeren in bijvoorbeeld klimaat, woningbouw, regionale economie, arbeidsmarkt, mobiliteit, preventie, (jeugd)zorg, armoede, veiligheid, digitalisering en onderwijshuisvesting. Hiertoe hebben wij samen met IPO en Unie van Waterschappen een gemeenschappelijke agenda gemaakt.

De huidige situatie is op te delen in exploitatie/eigen vermogen en investeringen.

Exploitatie & eigen vermogen

1. Door tekorten op de exploitatie sinds 2009 hebben gemeenten 16 à 17,5 miljard euro omgebogen op hun lasten (!). Dat is een vijfde deel van het begrotingstotaal. Belangrijkste oorzaak: het rijk heeft langdurig en onevenredig bezuinigd op de overdrachten aan gemeenten

2. Om financieel gezond te blijven moeten gemeenten gemiddeld elk jaar 1,5% overhouden op de exploitatie voor de financiering van een deel van de investeringen, zodat de schulden niet te hoog oplopen en er voldoende ver- mogensbuffer overblijft om eventuele tegenvallers op te vangen. Na 2009 is dit alleen in 2020 voorgekomen, door- dat 44 gemeenten met de aandelenverkoop Eneco hun tafelzilver verkochten

Investeringen

3. In de hele Europese Unie zijn de publieke investeringen van gemeenten met de financiële crisis ingezakt en niet meer opgeveerd. Dit is ook het geval in Nederland. Er is daardoor een achterstand ontstaan in het onderhoud, de vernieuwing en de uitbreiding van het publiek kapitaal als wegen, scholen en wijkvoorzieningen die bij bestaande maar ook nieuwe woningen horen. Dit schaadt het economische groeivermogen van Nederland.

4. De investeringen van gemeenten bedragen op dit moment volgens de Nationale Rekeningen 8,5 miljard euro per jaar waar ze uitgaande van het niveau van voor de financiële crisis die startte in 2009, 12 miljard euro horen te bedragen. Dat is (naar prijzen van nu) een gemis van 3,6 miljard aan publieke investeringen per jaar. En dat terwijl

(2)

het takenpakket van gemeenten in vergelijking met de periode voor 2009 alleen maar is toegenomen.

5. Onderstaande figuur geeft de omvang van de bruto investeringen van de gezamenlijke gemeenten weer, in procenten van hun totale lasten. In absolute getallen zijn de investeringen van gemeenten gedaald van

€ 560,97 per inwoner in 2008 naar €476,98 in 2020 (in prijzen van 2020).

6. Om de investeringsachterstand van gemeenten de komende tien jaar weer in te lopen en te zijn waar we vandaag zouden moeten zijn, is er een forse impuls nodig. Die loopt van 734 miljoen euro in 2022 (afschrij- vings-, financierings-, beheers- en onderhoudslasten) op tot 2,25 miljard euro in 2032. Bij deze berekeningen is geen rekening gehouden met de extra maatschappelijke opgaven van bijvoorbeeld klimaatadaptie en de energietransitie.

Wat is er nodig?

Het nieuwe kabinet moet ervoor zorgen dat de financiële positie van gemeenten structureel verbetert en voor- komen dat gemeenten nog eens in zo’n situatie geraken. Dat kan door:

• Tekorten in de jeugdzorg structureel op te lossen (conform uitspraak arbitragecommissie)

• De opschalingskorting af te schaffen

• Het abonnementstarief in de Wmo af te schaffen

• Gemeenten in staat te stellen het Klimaatakkoord uit te voeren

• De trap-op/trap-afsystematiek handhaven door een brede koppeling aan de ontwikkeling van alle netto uitgaven inclusief investeringen

• Afspraken te maken over een sterkere positie van de minister van BZK, te zorgen voor uitvoerbaar beleid, voldoende middelen beschikbaar te stellen voor taken (art. 2 Fvw) en tot een vorm van geschilbeslechting te komen.

november 2021

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast de kosten kunnen dan ook de leges (voor andere gevolgklassen en voor OPA) worden gemonitord. Hierdoor komt feitelijk in beeld wat de lasten voor bouwwerken

13 De 1351 kleine aanbieders met een vereenvoudigde verantwoording zijn in dit deel van de analyse dus niet meegenomen, omdat in de vereen- voudigde verantwoording

Welke percentuele verandering verwacht u voor uw gemeente ten opzichte van de begrote inkomsten?. Indien u een daling in inkomsten verwacht, geef dit dan aan met

Maatwerkdienstverlening Lager tekort door afzien begrootte storting in de reserve V -148.774 Maatwerkdienstverlening Lager tekort door afzien begrootte storting in de reserve V

De gemiddelde solvabiliteit van de besturen in het voortgezet onderwijs lag in 2015 bijna 9 procent hoger dan in 2011; de ontwikkeling van de rentabiliteit in het tijdvak

Door de toezichthouder zijn enkele posten in de begroting aangemerkt als niet reëel of niet incidenteel.. Hieronder lichten wij dat toe en leggen wij

4.2.2 Ervaren knelpunten die een risico zijn voor de beschikbaarheid van benodigde zorg Bijna alle aanbieders hebben aangegeven de benodigde kwaliteit van hulp te kunnen

 In artikel 2 van de Financiële-Verhoudingswet is vastgelegd dat wanneer rijksbeleid financiële gevolgen heeft voor gemeenten (bijvoorbeeld bij nieuwe taken) het Rijk moet