• No results found

(1)HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van , nr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(1)HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van , nr"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van , nr.

IENW/BSK-2021/257386, tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, handelende in overeenstemming met de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten

Haarlemmermeer, Kaag en Braassem, Alphen aan den Rijn, Lansingerland, Zoetermeer, Rotterdam, Zwijndrecht, Hoeksche Waard, Dordrecht, Moerdijk en Breda

Gelet op artikel 94, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt onderdeel d te luiden:

d. de deelnemers: de colleges van de gemeenten Haarlemmermeer, Kaag en Braassem, Alphen aan den Rijn, Lansingerland, Zoetermeer, Rotterdam, Zwijndrecht, Hoeksche Waard, Dordrecht, Moerdijk, Breda, en de Minister;

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na de eerste volzin een zin ingevoegd, luidende:

Onverminderd artikel 16, vijfde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen geeft een lid van het algemeen bestuur binnen twee maanden mondeling of schriftelijk de door een of meer leden van het college dat hem als lid heeft aangewezen, gevraagde inlichtingen, tenzij dit in strijd is met het algemeen belang.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Onverminderd artikel 16, vijfde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen geeft het dagelijks bestuur binnen twee maanden mondeling of schriftelijk de door een raadslid van een deelnemende gemeente gevraagde inlichtingen, tenzij dit in strijd is met het algemeen belang. Het dagelijks bestuur verstrekt deze inlichtingen tevens aan het algemeen bestuur en de raden van de overige deelnemende gemeenten. Het door de Minister aangewezen lid geeft de Minister mondeling of schriftelijk zo spoedig mogelijk de door de Minister gevraagde inlichtingen.

(2)

Nummer

IENW/BSK-2021/257386

C

In artikel 23, eerste lid, wordt “1 januari 2021” vervangen door: 1 januari 2026.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. B. Visser

(3)

Nummer

IENW/BSK-2021/257386

TOELICHTING 1. Aanleiding

Deze regeling wijzigt de Gemeenschappelijke regeling schadevergoedingsschap HSL-Zuid, A16 en A4 (hierna: de gemeenschappelijke regeling) op een aantal onderdelen.

De duur van de regeling wordt met vijf jaar verlengd tot 1 januari 2026. De reden hiervoor is dat de besluitvorming ten aanzien van het project ‘geluidsmaatregelen HSL-Zuid’ langer heeft geduurd dan verwacht. Zodra dat is gebeurd kunnen berekeningen gaan plaatsvinden op basis waarvan het Schadeschap HSL-Zuid de ingediende schadeverzoeken kan gaan behandelen.

De behandeling van deze verzoeken zal naar verwachting alles bij elkaar enkele jaren in beslag gaan nemen: berekeningen, hoorzittingen, concept adviezen, definitieve adviezen, bezwaarprocedures, beroepsprocedures. Verwacht wordt dat een verlenging met vijf jaar voldoende tijd biedt om deze procedures af te

ronden.

De regeling van de informatieplicht wordt verduidelijkt. In artikel 8, derde lid, wordt een verplichting opgenomen voor het dagelijks bestuur om vragen van raadsleden van deelnemende gemeenten binnen twee maanden te beantwoorden.

De antwoorden worden verspreid naar alle leden van het algemeen bestuur en naar de raden van alle deelnemende gemeenten.

De verplichting voor leden van het algemeen bestuur om inlichtingen te

verstrekken aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die zij vertegenwoordigen is verplaatst van het derde naar het eerste lid.

Deze wijziging is in overeenstemming met de tekst van het huidige artikel 17 Wet gemeenschappelijke regelingen en met het in 2020 bij Tweede Kamer ingediende wijziging van deze wet (Kamerstukken II 2019/20, 35 513, nrs. 1-3).

De gemeenten Leiderdorp en Zoeterwoude zijn uitgetreden. De gemeenten Binnenmaas en Strijen zijn opgegaan in de nieuwe gemeente Hoeksche Waard.

De opsomming van de deelnemende gemeenten in artikel 1, onderdeel d, wordt dan ook aangepast.

2. Gevolgen voor de regeldruk en de handhaving

De verlenging van de gemeenschappelijke regeling leidt niet tot enige verhoging of verlaging van administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven.

Evenmin heeft de verlenging van de regeling bedrijfseffecten of gevolgen voor de handhaving.

(4)

Nummer

IENW/BSK-2021/257386

3. Vaste Verandermomenten

Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de Vaste Verandermomenten (VVM). Dit omdat de rechtspositie van (mogelijke) indieners van een verzoek om schadevergoeding anders zou kunnen verslechteren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

drs. B. Visser

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bestuursorganen zijn op grond van artikel 5 van de wet verplicht om in geval van maatschappij-ontwrichtend weer of calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt

De bijzondere bevoegdverklaring, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt afgegeven indien de aanvrager heeft aangetoond te voldoen aan de voor deze werkzaamheden benodigde

Het derde lid, eerste en tweede volzin, wordt vervangen door een volzin, luidende: De beoordeling van praktijklessen bestaat uit een beoordeling van één tijdens de stage door

Artikel III van deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel II van de wet van 3 december 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet

voortvloeiend uit de invoering van de rijbewijsplicht wordt verwezen naar § 6 van de memorie van toelichting bij het aan de wet van PM tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en

voortvloeiend uit de invoering van de rijbewijsplicht wordt verwezen naar § 6 van de memorie van toelichting bij het aan de wet van PM tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994

Ingevolge artikel 7a, tweede lid (nieuw), van Besluit spoorwegpersoneel 2011 kan de minister (in mandaat de VVRV) een persoon in twee gevallen erkennen als examinator: ten

Een erkenning als installateur of reparateur, verleend op grond van de Regeling controleapparaten 2005 zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop deze