• No results found

Overzicht interpretaties Security wetgeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Overzicht interpretaties Security wetgeving"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Datum 1 februari 2021 Status Definitief

(2)

Inspectie Leefomgeving en Transport Scheepvaart

Contact Klantcontact centrum T 088-489 0000

E-mail via contactformulier op website www.ilent.nl

Versie 3.3

Wijzigingenbeheer:

3.0  3.1 Issue 031 (& 40): wijziging algemeen nummer DCC: 070 – 456 8555

Issue 030

3.1  3.2 Algemeen: Algehele tekstuele redactie.

Verwijzingingen naar Easy Rules zijn vervangen door verwijzingen naar NeRF. Diverse wijzigingen in de links naar internetsites.

Naamsveranderingen IVW naar ILT en I&M naar I&W.

Issue 005: RSO auditoren kunnen een onvervalsbaar.

bevoegdheidsbewijs, overeenkomstig IACS Procedural Requirement 10, tonen voor het uitvoeren van keuringen ten behoeve van het ISSC.

Issue 014: Regeling certificering scheepsbeveiligingsfunctionarissen vervangen door Regeling Zeevarenden.

Issue 059: wijziging postbusnummer en websitelink.

Issue 031: SSAS procedure en wijziging telefoonnummer DCC.

Issue 052: datum Klasse overeenkomst en opsomming RSO’s.

Nieuw Issue 062: SSO moet communicatie met PFSO testen.

3.2  3.3 Issue 062: Aanpassing tekst n.a.v. terugkoppeling RSO’s Versie Opgesteld door Datum Vaststelling 1.0 t/m 1.9 B.O. Maltha 2004 –2007

2.0 t/m 2.4 B.O. Maltha/J. Schot 2009 - 2011

3.0 J. Borsten 16 april 2012

3.1 J. Borsten 27 april 2012

3.2 J. Borsten/J.M. van Waesberghe

6 juni 2019

3.3 J.M. van Waesberghe 1 februari 2021

(3)

Colofon—2 Inhoud—3 Inleiding—4

1. Toezicht—5

2. Interpretaties—6

3. Procedures en overige informatie—7 4. Ministeriële regelingen—13

5. Beleidsregel veiligheid zeeschepen—16 6. Overige interpretaties—21

(4)

Volgend op de tragische gebeurtenissen van 11 september 2001 is de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) nog in hetzelfde jaar unaniem overeengekomen nieuwe maatregelen voor de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten te ontwikkelen.

Ter verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten heeft de IMO in december 2002 het hoofdstuk XI-2 (speciale maatregelen ter verbetering van de beveiliging op zee) in het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van

mensenlevens op zee (SOLAS-verdrag) en de Internationale Code voor de

beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (ISPS-code) vastgesteld. Hoofdstuk XI- 2 van het SOLAS-verdrag en de ISPS-code zijn op 1 juli 2004 van kracht geworden en zijn van toepassing op alle passagiersschepen en op vrachtschepen met een bruto tonnage van 500 of meer die voor internationale reizen worden gebruikt en op havenfaciliteiten die dergelijke voor internationale reizen gebruikte schepen

afhandelen. Deze instrumenten ter verbetering van de beveiliging van de in de internationale handel gebruikte schepen en bijbehorende havenfaciliteiten, bevatten dwingende bepalingen.

De EU heeft de verordening (EG) Nr. 725/2004 aangenomen. Deze verordening stelt van enkele van de bepalingen in de ISPS-code de draagwijdte in de Europese Gemeenschap bij. Hetzelfde geldt voor de bepalingen in de ISPS-code met de waarde van aanbevelingen, waarvan enkele in de Europese Gemeenschap een dwingend karakter hebben gekregen. De verordening is op 19 mei 2004 in werking getreden en met ingang van 1 juli 2004 van toepassing.

Nadere informatie is te vinden via onder andere de websites van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), het Ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat, de EU, de IMO en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR).

Actuele contactinformatie over de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten is te vinden op de website www.ilent.nl.

(5)

1. Toezicht

Het toezicht op Nederlandse koopvaardijschepen in het kader van de naleving van de beveiligingsmaatregelen door schepen en havenfaciliteiten als voorgeschreven in hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-verdrag, de ISPS-Code en de verordening (EG) Nr.

725/2004 is toebedeeld aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (de Inspectie).

Voor vragen en nadere informatie kunt u terecht bij het klantcontact centrum, te bereiken via het algemene nummer +31 88 489 0000 (24 uur), of via het contactformulier op de website van de Inspectie.

(6)

2. Interpretaties

In EU-Verordening 725/2004 (incl. Annex I: SOLAS-hoofdstuk XI-2, Annex II: deel A van de ISPS-Code en de verplichte delen van Annex III, deel B van de ISPS-code) staan bepalingen die de lidstaten enige interpretatievrijheid geven. Deze

Interpretaties beogen die te verduidelijken. De ILT raadt u aan regelmatig op de website van de ILT te kijken of er een nieuwe versie is:www.ilent.nl.

Het overzicht is in de loop der tijd steeds langer geworden en er zijn diverse nieuwe versies verschenen. De informatie is verdeeld in een aantal hoofdstukken:

3. Procedures en overige informatie;

4. Ministeriële regelingen; zaken die zijn vastgelegd in diverse regelingen;

5. Beleidsregels; zaken die zijn vastgelegd in de Beleidsregel veiligheid zee- schepen;

6. Overige interpretaties.

Er is voor gekozen om de oude nummering van de issues te behouden, omdat diverse gebruikers hier in interne publicaties naar doorverwijzen. Omdat er ook een aantal nummers vervallen is, raden wij u aan om goed te kijken naar de

verschillende hoofdstukken en de verschillende onderwerpen. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact met de Inspectie opnemen of eventueel de vraag voorleggen aan uw Recognised Security Organisation (Erkende

veiligheidsorganisatie, RSO) of de KVNR.

(7)

3. Procedures en overige informatie

Onderstaande issues geven nadere informatie over procedures en dergelijke, betreffende overeenkomstig de ISPS-Code.

Issue Nr. :

005 Onderwerp:

Identificatie RSO auditors

In het kader van het aan boord van een schip uitvoeren van een tijdelijke (interim), eerste (initial), tussentijds (intermediate), aanvullende (additional) of herkeuringen (renewal) ten behoeve van het Internationaal

Scheepsbeveiligingscertificaat (ISSC) overlegt een functionaris van een erkende beveiligingsorganisatie (RSO) de volgende documenten:

 geldig paspoort of rijbewijs;

 verklaring van dienstbetrekking; en

 Bevoegdheidsbewijs, overeenkomstig IACS Procedural Requirement 10, voor het uitvoeren van eerste, tussentijds, aanvullend of herkeuringen ten behoeve van het ISSC.

De genoemde documenten zijn onvervalsbaar. De twee laatstgenoemde documenten kunnen in een pas of document zijn geïntegreerd.

In geval van twijfel omtrent de identiteit van een persoon die zich meldt als RSO- functionaris, kan het schip contact opnemen met de betreffende RSO.

Issue Nr. :

007 Onderwerp:

Aanvragen International Ship Security Certfificate (ISSC)

 De tijdelijke (interim), eerste (initial), tussentijds (intermediate), aanvul- lende (additional) of herkeuringen (renewal) ten behoeve van het ISSC worden uitgevoerd door een erkende veiligheidsorganisatie (RSO). Een ISSC (waaronder begrepen een voorlopig ISSC) wordt door een RSO afge- geven.

 De RSO beoordeelt en keurt het SSP of wijzigingen van een eerder goed- gekeurd SSP goed

 Keuring aan boord door auditor van RSO

 Eventueel opheffen tekortkomingen

 Afgifte ISSC Issue Nr. :

010 (&39) Onderwerp:

Beveiligingsniveaus (Security Levels)

 Tenzij anders bekendgemaakt, is het heersende security level (beveili- gingsniveau) voor in Nederland geregistreerde schepen 1. (Zie ook IMO- circulaire MSC/Circ.1132).

 De vaststelling van het security level, bedoeld in voorschrift XI-2/3.1 van het SOLAS-verdrag, alsmede van eventuele aanvullende beveiligingsricht- snoeren als bedoeld in artikel 4.1 van deel A van de ISPS-Code, en van in- structies als bedoeld in artikel 4.2 van deel A van de ISPS-Code, geschiedt voor in Nederland geregistreerde schepen door de Minister van Infrastruc- tuur en Waterstaat, na overleg met de Minister van Veiligheid en Justitie.

Wijzigingen in het security level zullen door het Kustwachtcentrum (KWC)

(8)

in Den Helder aan veiligheidsbeambten (CSO’s) worden gecommuniceerd (zie ook issue nr. 059). De CSO’s dienen hun in Nederland geregistreerde schepen te informeren en het KWC te bevestigen dat betreffende schepen zijn overgegaan op tot wijziging van het security level.

Issue Nr.:

033 Onderwerp:

Gebruik van de Declaration of Security (DoS)

 De paragrafen 11 t/m 17 van IMO-circulaire MSC/Circ.1132 zijn van toe- passing op schepen die de Nederlandse vlag voeren en waar de ISPS-Code op van toepassing is.

 Voor de bewaartijd van het DoS zie issue nr. 019.

Issue Nr. : 035

Onderwerp:

Een RSO constateert tekortkomingen tijdens een tijdelijke, eerste , tussentijdse, of herkeuring ten behoeve van het

Internationaal Scheepsbeveiligingscertificaat (ISSC)

 In het geval een RSO-functionaris gedurende een tijdelijke, eerste, tus- sentijdse of herkeuring ten behoeve van het Internationaal Scheepsbevei- ligingscertificaat (ISSC) constateert dat het schip niet voldoet aan de des- betreffende bepalingen van hoofdstuk XI-2 van het SOLAS-verdrag of de verplichte delen van de ISPS-code, wordt als volgt gehandeld:

1. Voor eerste en herhalingsaudits: De eerste en de herhalingsaudit ver- eisen volledige naleving. Tekortkomingen moeten hersteld worden tot genoegen van de RSO voordat het ISSC kan worden afgegeven.

2. Voor tijdelijke en tussentijdse audits: Teneinde op korte termijn met alternatieve maatregelen het vereiste security level te benaderen stelt de CSO en/of SSO alternatieve maatregelen van tijdelijke aard voor. Deze worden ter goedkeuring aan de RSO voorgelegd. De RSO beoordeelt de alternatieve maatregelen en CSO en/of de SSO voert ze als tijdelijke maatregelen door. Teneinde voor de lange termijn met structurele maatregelen het security level te bereiken en te handhaven stelt de CSO en/of de SSO een actieplan op, inclusief een tijdpad en legt dit ter goedkeuring voor aan de RSO. De RSO beoor- deelt de blijvende maatregelen en de CSO en/of de SSO voert ze uit als blijvende maatregelen en informeert de RSO hierover.

 De CSO draagt de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de alterna- tieve maatregelen van tijdelijke aard, het goedgekeurde actieplan en het uitvoeren van de blijvende maatregelen.

 Indien de onderneming zich zonder toestemming van de RSO niet houdt aan het actieplan of het tijdpad, kan het ISSC worden ingetrokken. Vanaf 1 augustus 2006 heeft naast de Inspectie ook de RSO deze bevoegdheid.

De RSO rapporteert hierover aan de Inspectie.

Issue Nr. : 037

Onderwerp:

Vestigingsplaats CSO Het is toegestaan dat een CSO in het buitenland gevestigd is.

Issue Nr. :

048 Onderwerp:

Aanvraag Continuous Synopsis Record (CSR)

(9)

 Met uitzondering van de schepen als genoemd in SOLAS-voorschrift I/3, wordt voor elk schip waarop hoofdstuk I van het SOLAS-verdragvan toe- passing is een Continuous Synopsis Record (CSR) afgegeven. Via de web- site van de Inspectie is een CSR-aanvraagformulier beschikbaar.

 Dit aanvraagformulier kan ook gebruikt worden bij uitvlaggen (afmelden).

 De Inspectie geeft een CSR-document uit aan de hand van een door de IMO opgesteld modelformulier (IMO-resolutie A.959(23), als gewijzigd met IMO-circulaire MSC.198(80)).

 Het originele CSR-document (bestaande uit formulier 1, 2 en 3) dient aan boord te blijven zolang het schip in de vaart is.

 Indien een bestaand schip in Nederland geregistreerd wordt, en de voor- gaande vlaggenstaat stuurt het CSR-document niet bijtijds op, dan zal de ILT een nieuw CSR afgeven volgens de instructies van IMO-Resolutie A.959(23) als gewijzigd met IMO-circulaire MSC.198(80).

Issue Nr. : 049

Onderwerp:

Schepen geregistreerd in Curaçao, Aruba of Sint Maarten

Gelieve contact op te nemen met de scheepvaartautoriteiten in Curaçao, Aruba of Sint Maarten. https://www.ilent.nl/onderwerpen/wet--en-regelgeving-zee- vaart/security-contactinformatie

(10)

Issue Nr:

055 & 036 Onderwerp:

Ship Security Alert System (SSAS) (Scheepsbeveiligingsalarmsysteem)

 Elk schip waarop SOLAS-hoofdstuk XI-2 van toepassing is, is uitgerust met een Ship Security Alert System (SSAS) overeenkomstig voorschrift 6 van SO- LAS-hoofdstuk XI-2.

 Relevante documentatie betreffende de eisen aan een SSAS:

o ISPS-Code

o SOLAS-hoofdstuk XI-2, voorschrift 6

o IMO-resoluties MSC.136(76) en MSC.147(77)

o IMO-circulaires MSC/Circ.1072 (ook kan IMO-circulaire MSC/Circ.1073 relevant zijn)

 Indien er onduidelijkheid of strijdigheid bestaat m.b.t. de toepasselijkheid van IMO-resolutie MSC.147(77) (Revised performance standards for a ship secu- rity alert systemen IMO-resolutie MSC.136(76) (Performance standards for a ship security alert system)), dan prevaleert de laatste.

Operationele eisen SSAS:

 De Inspectie zal geen type goedkeuring afgeven voor het SSAS

 Een SSAS wordt operationeel getest overeenkomstig:

− IACS Procedural Requirement nr. 24, paragrafen 2.25, 4.5, 4,6, 6.1, 6.4, 6.5 en 7, en

− IACS Unified Interpretation SC 194,

rekening houdend met onderstaande verduidelijking aangaande het opera- tioneel testen:

o Indien het bij een initiële installatie van een SSAS die is aangeslo- ten op een radio-installatie die voldoet aan de voorschriften van SOLAS-hoofdstuk IV, niet onverwijld mogelijk is het SSAS operati- oneel te testen, dan dient het SSAS na installeren van de radio-in- stallatie losgekoppeld te worden, tot het moment waarop het SSAS operationeel is getest.

o Bij een operationele test van een SSAS zal de radiotechnicus die de test uitvoert het SSP niet inzien, maar zich beperken tot het SSAS.

o Een SSAS voldoet aantoonbaar aan de prestatienorm IEC60945 en voldoet aan de relevante specificaties betreffende radiocommuni- catie als vervat in het Radioreglement, behorend bij het Internatio- naal Verdrag betreffende de Telecommunicatie (ITU).

 Bij elke operationele test van het SSAS dient de SSO, of een gekwalifi- ceerde en bevoegde vervanger, aanwezig te zijn om de werking van het SSAS toe te lichten.

 De CSO is verantwoordelijk voor het tijdig informeren van ontvangers van testberichten (zoals het Kustwachtcentrum) en de correcte ontvangstbe- vestiging van testberichten.

 Indien tijdens een tijdelijke, eerste, tussentijdse, herhalings of aanvul- lende audit wordt geconstateerd dat het SSAS niet voldoet aan de eisen als genoemd in SOLAS-voorschrift XI-6, dan dient:

o de RSO dit zo spoedig mogelijk te rapporteren aan de Inspectie.

o de maatschappij zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Inspectie om tot een oplossing te komen.

o Bij een radiokeuring: het veiligheidscertificaat als bedoeld in het Schepenbesluit 2004, artikel 5 wel te worden geviseerd indien de radio-installatie zelf correct functioneert.

(11)

 In het geval een RSO-functionaris tijdens een tussentijdse, aanvullende of herkeuring ten behoeve van het Internationaal Scheepsbeveiligingscertifi- caat (ISSC) geen operationele testresultaten van het SSAS aantreft, dan dient, voordat de keuring kan worden afgerond:

o de SSO alsnog een operationele test van het SSAS uit te voeren en daarvan een rapport op te maken.

o in het geval er sprake is van een SSAS die voldoet aan SOLAS-voor- schrift XI-2/6 en deel uitmaakt van een radio-installatie die voldoet aan de voorschriften van SOLAS-hoofdstuk IV, een erkende radiotech- nicus een operationele test van het SSAS uit te voeren en daarvan een rapport op te maken.

Issue Nr. : 057 (&29)

Onderwerp:

“Groene Stempel” Schepen

 Schepen in het bezit van een verklaring ingevolge IMO-resolutie A.791(19) omtrent de toepassing van het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, 1969 op bestaande schepen, met een bruto registertonnage (BRT-tonnage) van minder dan 500 ton (“Groene Stempel”-schepen), zijn daarmee NIET noodzakelijkerwijs vrijgesteld van de verplichting een Interna- tionaal Scheepsbeveiligingscertificaat (ISSC) te hebben (IMO-circulaire MSC/Circ.1157).

 Het criterium ter bepaling of een schip aan de voorschriften van SOLAS- hoofdstuk XI-2 en deel A van de ISPS-Code dient te voldoen is het bruto ton- nage van het schip dat is bepaald overeenkomstighet Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, 1969.

Issue Nr. :

059 Onderwerp:

Contactgegevens CSO

Om te allen tijde in staat te zijn de Nederlandse scheepvaart te bereiken in verband met verhoging van het Security Levelbeveiligingsniveau, of overige instructies in het kader van beveiliging, dient de Nederlandse overheid een zo volledig mogelijk overzicht te hebben van alle Company Security Officers (CSO’s) van de in Nederland geregistreerd schepen, en hun bereikbaarheidsgegevens. De volgende gegevens zijn hiervoor benodigd:

 Naam CSO(’s) (bij meerdere CSO’s in één maatschappij alle namen van CSO’s);

 Telefoon werk CSO(’s);

 Mobiel nummer CSO(’s) (24 uur bereikbaar);

 Telefoon thuis CSO(’s);

 E-mail adres CSO(’s) (24 uur bereikbaar);

 Naam en adres gegevens van de Maatschappij;

 Telefoon Maatschappij;

 Fax Maatschappij;

 Eventuele bijzonderheden (bijvoorbeeld vervangende CSO(’s));

 Naam betrokken schip/schepen;

 Roepnaam betrokken schip/schepen; en

 IMO-nummer betrokken schip/schepen.

De Inspectie beheert deze gegevens en draagt zorg voor de beschikbaarheid hiervan voor het Kustwachtcentrum. Wijzigingen kunnen worden doorgegeven door gebruik te maken van het formulier ‘Wijzigen gegevens Company Secu- rity Officer’. Dit formulier is te vinden op de website van ILT:

(12)

https://www.ilent.nl/documenten/formulieren/2014/11/11/formulier-aanmel- den-wijzigen-gegevens-company-security-officer-cso

Wijzigingen kunnen als volgt worden doorgegeven:

Per post: ILT/Scheepvaart Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Per e-mail: csodata@ilent.nl

DENK AUB AAN HET BIJTIJDS DOORGEVEN VAN WIJZIGING IN GENOEMDE GEGEVENS!

(13)

4. Ministeriële regelingen

Onderstaande issues zijn in ministeriële regelingen opgenomen en gepubliceerd. Per onderwerp is een verwijzing naar de betreffende ministeriële regeling opgenomen.

Issue Nr. : 004 (&046)

Onderwerp:

EU verordening en Interpretaties

In Nederland geregistreerde schepen dienen te voldoen aan Verordening (EG) Nr.

725/2004 (Zie ook artikel 31.2 van de Regeling Veiligheid Zeeschepen. De definitieve versie van de verordening is te vinden in NeRF of via de website van de Inspectie:

https://puc.overheid.nl/nsi/doc/PUC_2313_14/1/

De Nederlandse interpretatie van de bepalingen van de Verordening (EG) Nr.

725/2004, de ISPS-Code en SOLAS-hoofdstuk XI-2 heeft voorrang boven een afwijkende interpretatie van een RSO. Bij een geschil tussen reder en RSO dat niet onderling valt op te lossen, kan men contact op nemen met de Inspectie (088 489 0000/24 uur). De bevinding van de RSO wordt als een advies aan de

Inspectie beschouwd.

Issue Nr.:

014

Onderwerp:

Certificeren van de Ship Security Officer (SSO)

Zie Regeling Zeevarenden, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 2 mei 2014, nr. 11484:

Artikel 8.38: Voor de afgifte van het certificaat scheepsbeveiligingsfunctionaris (SSO):

a. Voldoet de aanvrager aan voorschrift VI/5, paragraaf 1.1, van de bijlage bij het STCW-Verdrag, en;

b. heeft de aanvrager met goed gevolg een door Onze minister erkende oplei- ding en training afgerond die voldoet aan sectie A-VI/5, paragrafen 1 tot en met 4, van de STCW-Code.

Artikel 41, lid 1 Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart:

“Zeevarenden die als SSO zijn aangesteld, zijn in het bezit van het certificaat scheepsbeveiligingsfunctionaris.”

Niet-Nederlandse SSO’s zijn scheepsbeveiligingsfunctionaris volgens artikel 8.38, als de SSO-er zijn certificaat heeft behaald in een land waarmee Nederland een bilaterale overeenkomst heeft gesloten over wederzijdse erkenning van

opleidingen en trainingen. De landen waarmee Nederland een bilaterale overeenkomst heeft gesloten kunnen worden gezien op de website:

https://www.ilent.nl/documenten/publicaties/2013/10/15/landen-met- overeenkomst-met-nederland

RSO’s zien hierop toe bij verificatie aan boord en bij keuring van het SSP.

De certificaten kunnen worden aangevraagd bij de aldaar genoemde instanties.

(14)

Issue Nr.:

019 (& 20 & 51) Onderwerp:

Bewaartermijn documenten en Declaration of Security (Beveiligingsverklaring (DoS)

Bewaartermijn documenten

Documenten zoals nader gespecificeerd in paragraaf 10.1 van Bijlage 2 van EU- verordening 725/2004 en in deel A van de ISPS-Code, dienen minimaal 3 jaar aan boord te worden bewaard, overeenkomstig artikel 31.3 van Regeling Veiligheid Zeeschepen.

Bewaartermijn DoS

Een DoS dient minimaal 3 maanden te worden bewaard, of zoveel langer als nodig is om de periode van de laatste 10 havenaanlopen te beslaan,

overeenkomstig artikel 31.3 van de Regeling veiligheid zeeschepen (zie ook IMO- circulaire MSC/Circ.1132, paragraaf 17).

Issue Nr.:

031 (& 40) Onderwerp:

alarmmeldingen van een

scheepsbeveiligingsalarmsysteem (SSAS) en nationaal aanspreekpunt

Schepen geregistreerd in Nederland

Een alarmmeldingen van een SSAS van een in Nederland geregistreerd schip dient (eventueel via de CSO) naar het Kustwachtcentrum (KWC) te Den Helder te gaan.

 Telefoonnummer: +31 (0)900 - 0111

 Faxnummer +31 (0)223 - 658 358 (24/7)

 E-mailadres: ccc@kustwacht.nl

Het KWC kan NIET instaan voor een snelle en efficiënte afwikkeling van alarmmeldingen van een SSAS die per e-mail worden aangeboden.

(zie artikel 31.1 van Regeling Veiligheid Zeeschepen)

Schepen waarvan het SSAS niet naar behoren functioneert:

In dit geval kan een alarmmelding van een in Nederland geregistreerd schip als volgt gegeven worden:

 Het schip verwittigt haar Rederij/CSO (dan wel Dirkzwager),

 De rederij/CSO (dan wel Dirkzwager) stelt zich vervolgens in verbinding met het Departementaal Crisis Coördinatiecentrum (DCC) van het Ministe- rie van Infrastructuur en Waterstaat.

Telefoonnummers van het DCC:

 Algemene nummer: +31-(0)88 797 0222

 Het piketnummer is: +31-(0)800 351 8700 (24/7) Aanspreekpunt

Voorschrift XI-2/7.2 verplicht ertoe om een aanspreekpunt aan te wijzen, waartoe schepen in de (nabijheid) van de territoriale zee van een Staat zich kunnen richten voor advies of bijstand op beveiligingsgebied of waar die schepen hun bezorgdheid over aan beveiliging gerelateerde zaken kunnen melden. In beide gevallen is gekozen voor het Kustwachtcentrum, dat ook in het uitgaande

berichtenverkeer taken op beveiligingsgebied heeft. (zie de toelichting op Art. 31 van Regeling Veiligheid Zeeschepen, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 23 December 2004, nr. 248).

(15)

Issue Nr. :

052 Onderwerp:

Recognised Security Organisations (Erkende beveiligingsorganisaties RSO’s)

In de overeenkomst tussen Nederland en de RSO’s, als bedoeld in de Regeling erkende organisaties Schepenwet, artikel 3 zijn de volgende organisaties

geautoriseerd om de keuringen en certificering te verzorgen ten behoeve van het Internationaal Scheepsbeveiligingscertificaat (ISSC) voor schepen onder

Nederlandse vlag:

 American Bureau of Shipping (ABS);

 Bureau Veritas (BV);

 Det Norske Veritas (DNV)(Naamswijziging DNV GL naar DNV per 1 maart 2021;

 Indian Register of Shipping (IRClass);

 Lloyd’s Register (LR);

 Nippon Kaiji Kyokai (ClassNK);

 Registro Italiano Navale (RINA).

(16)

5. Beleidsregel veiligheid zeeschepen

De nationale beleidsregel ten aanzien van de beveiliging van schepen tegen terrorisme, piraterij, criminaliteit en vandalisme, is opgenomen in artikel 2 tot en met artikel 2.9 van de Beleidsregel veiligheid zeeschepen en van toepassing op schepen die de Nederlandse vlag voeren en waarop de voorschriften van SOLAS- hoofdstuk XI-2, de ISPS-Code en de Verordening EU/725/2004 van toepassing zijn.

De Beleidsregel veiligheid zeeschepen is te vinden onder:

https://puc.overheid.nl/nsi/doc/PUC_75021_14/20100730/

Issue Nr. : 013

Onderwerp:

Wijzigingen goedgekeurd SSP / Security equipment Zie ook Artikel 2.3 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

Veranderingen aan goedgekeurde procedures, SSP’s en Security Equipment, die effect hebben op de manier waarop het schip met security omgaat, dienen voor uitvoering gemeld te worden bij de RSO. Deze beslist per geval de verdere gang van zaken, op grond van door de Inspectie aangereikte richtlijnen.

https://english.ilent.nl/themes/s/security/documents/publications/2006/07/26/change s-tot-ship-security-plans

Issue Nr.:

015

Onderwerp:

Company Security Officer (CSO)

Zie ook Artikel 2.4 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

De CSO moet beschikken over de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de uit ISPS Code deel A, Art. 11 voortvloeiende taken naar behoren te verrichten (ISPS Code deel A, Art. 13.1). Daartoe dient de CSO tenminste te kunnen aantonen dat een training is gevolgd conform ISPS code deel B, Art. 13.1.

Issue Nr.:

030

Onderwerp:

Interne reviews/ audits SSP

Zie ook artikel 2.5 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF)

Ter voldoening aan ISPS-code, deel B, Art. 1.12 en 9.2.6 wordt het SSP tussen twee opeenvolgende keuringen of herkeuringen minimaal één keer vóór een tussentijdse (“intermediate”) of “renewal” keuring beoordeeld.

Indien opgedane ervaringen, bijvoorbeeld uit security drills, daar aanleiding toe geven, dient men wel tussentijds het plan aan te passen, conform de bestaande procedure (zie issue 13). Documenten met betrekking tot het bovenstaande moeten bewaard blijven aan boord.

Acties en maatregelen door reders, die het nalevinggehalte en de mate van security awareness aan boord van hun schepen bevorderen, worden door de Inspectie aangemoedigd. Het jaarlijks uitvoeren van een interne audit kan hierbij een nuttige bijdrage leveren. De door de IMO en EU ontwikkelde “Self Assessment Questionaire” kan hierbij een hulpmiddel zijn. Deze IMO-circulaire

(MSC.1/Circ.1217, Interim guidance on voluntary self-assessment by company security officers (CSOs) for ship security) is te vinden via IMO-Docs op

(17)

www.imo.org

Issue Nr. : 034

Onderwerp:

Frequentie van doorzoeken van embarkerende personen

Zie ook Artikel 2.7 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

Onverminderd de verplichtingen van de kapitein conform SOLAS XI-2, voorschrift 8.2 wordt, ter voldoening aan ISPS Code deel A, Artikel 9.4.1, en deel B, Artikel 9.15, de frequentie voor het doorzoeken van personen die toegang tot het schip willen verkrijgen als volgt vastgesteld.

Bij veiligheidsniveau (security level):

SL 1) De CSO en PFSO maken een keuze uit:

(1) door uitvoering van een risicoanalyse door de SSO of CSO, waarna de bepaalde frequentie in de security records wordt opgenomen, of (2) een vast frequentie, opgenomen in het SSP, (bijvoorbeeld 1 op de 10

personen die aan boord gaan).

SL 2) tenminste willekeurig 1 op 10 personen en minimaal 1 daadwerkelijke controle per aanloophaven.

SL 3) iedereen.

Het bovenstaande is van toepassing, onder verwijzing naar SOLAS XI-2, Voor- schrift 8.

Issue Nr. : 041

Onderwerp:

Certificering bij registratie bestaande schepen in Nederland

Zie ook Artikel 2.1 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

Indien de beheerder dezelfde blijft, is de procedure als volgt:

 Het SSP dient door een door Nederland erkende RSO te worden goedge- keurd, met medeneming van het specifieke Nederlandse normenkader.

 Indien de RSO het SSP recentelijk had goedgekeurd voor een andere vlag, kan in principe worden volstaan met een controle op de specifieke Neder- landse issues.

 Er dient een verificatie aan boord te zijn gedaan, conform het Nederlandse normenkader. Dit mag een eerdere verificatie voor een andere vlag, met een beperkte extra verificatie betreffende de specifiek Nederlandse eisen zijn.

Als aan bovenstaande is voldaan kan een langlopend certificaat worden afge- geven. Dit geldt zowel voor schepen die invlaggen met, als zonder ISSC.

Indien er een nieuwe beheerder komt:

 Er dient een CSO te worden aangesteld door de nieuwe beheerder

 Deze dient te zorgen voor het opstellen van een nieuw SSA en een nieuw SSP. Indien van toepassing kan de nieuwe CSO delen van het oude SSP hergebruiken. Dit geeft echter geen garantie op certificering.

 Feitelijk moet de gehele reguliere ISSC procedure doorlopen worden.

(18)

Indien voldaan is aan de voorwaarden van Artikel 19.4.2 van deel A van de ISPS Code, kan de RSO voor een periode van maximaal 6 maanden, op grond van Art. 19.4.1 van deel A van de ISPS code, een tijdelijk certificaat afgeven.

Issue Nr. : 042

Onderwerp:

Certificering bij nieuwbouw

Zie ook artikel 2.2 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

Indien voldaan is aan de voorwaarden van Artikel 19.4.2 van deel A van de ISPS Code, kan de RSO op grond van Art. 19.4.1 van deel A van de ISPS code voor een periode van maximaal 6 maanden een tijdelijk certificaat afgeven.

Issue Nr. : 056

Onderwerp:

Toegangscontrole

Zie ook artikel 2.6 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

 Toegangscontrole is verplicht conform de SOLAS security vereisten (ISPS A 7.2.2)

 Echter, de ISPS code stelt niet dat een “gangway watch” verplicht is.

Toegangscontrole moet er zijn, maar deze moet niet per se door middel van een “gangway watch”. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een uitkijk op de brug of aan dek, beveiligingscamera’s of extern beveiligingspersoneel.

Kernpunt is dat er te allen tijde controle is over wie er aan boord komt en dat bezoekers benaderd worden met het verzoek hun identiteit en de reden van hun komst bekend te maken.

Het SSP moet in lijn zijn met het bovenstaande en de RSO’s, die opereren na- mens de Nederlandse overheid, keuren alleen plannen goed die in overeen- stemming zijn met ISPS deel A 7.2.2 en de verplichte delen uit ISPS deel B.

Indien een RSO plannen heeft goedgekeurd die hier niet aan voldoen dan dient dit onmiddellijk gecorrigeerd te worden.

In sommige landen gelden strengere eisen op grond van lokale wetgeving. De CSO en SSO dienen hier bij de voorbereiding van de reis rekening mee te hou- den.

Issue Nr.:

058

Onderwerp:

Contactpunt voor navraag SSAS alarm indien CSO aan boord is

Dit issue is alleen relevant voor ondernemingen waarvan de Company Security Officer (CSO) zijn standplaats aan boord van het schip heeft Zie ook Artikel 2.8 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF)

 Bij ontvangst door het Kustwachtcentrum (KWC) van een alarmmelding via het Ship Security Alert System (SSAS), informeert het KWC het Departe- mentaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) en zal contact worden opgenomen met de CSO om nadere inlichtingen in te winnen en pogen te

(19)

achterhalen of er sprake is van een vals alarm. Als de CSO tevens de kapi- tein is dan kan dit niet omdat het niet de bedoeling is dat de Nederlandse overheid bij een SSAS alarmmelding rechtstreeks met het schip contact opneemt (zie MSC Circulaire 1073, met name art 2.4.2 van de Annex, over z.g. “Covert Alert”).

 In dit kader is een vast contactpunt aan de wal nodig.

 Dit kan het, op grond van de registratiewetgeving verplichte contactpunt aan de wal zijn, maar ook een externe organisatie of persoon. Er is geen partij die hier het alleenrecht heeft.

 Er dient schriftelijk te zijn vastgelegd dat het contactpunt te allen tijde be- reikbaar is voor assistentie in geval van een alarmmelding. Het contact- punt dient zoveel mogelijk relevante gegevens over het betreffende schip (bijvoorbeeld type schip, lading, positie, aantal bemanningsleden, aanwe- zigheid gevaarlijke stoffen etc.) te kunnen verstrekken.

 Het contactpunt van het SSAS aan de wal moet bij het KWC bekend zijn.

De contactgegevens hiervan dienen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport te worden aangemeld. Deze zorgt voor de informatie richting het KWC. Zie issue nr. 59.

 De Nederlandse overheid zal elke SSAS-alarmmelding van schepen zonder contactpunt aan de wal moeten beschouwen als serieus alarm. Hier zal op gepaste wijze op worden gereageerd, waarbij er mogelijk kosten voort- vloeien uit onterecht gebruik van het SSAS.

Issue Nr. : 060

Onderwerp:

Drills and Exercises

Zie ook Artikel 2.9 Beleidsregel veiligheid zeeschepen (in NeRF).

Drills

Dienen aan boord te worden gehouden, conform de eisen van ISPS deel A, paragraaf 13.4 en deel B, paragraaf 13.6. De SSO is de eerstverantwoordelijke voor de uitvoering hiervan.

Exercises:

“Exercises” zijn anders dan “drills” en moeten, conform de eisen van ISPS deel A, paragraaf 13.5 en deel B, paragraaf 13.7 jaarlijks (ieder kalenderjaar) gehouden worden met niet meer dan 18 maanden tussen 2 oefeningen.

De organisatie van deze oefeningen is in principe de verantwoordelijkheid van de onderneming (in casu CSO).

Het doel is het testen van het security-systeem van de onderneming en het verzekeren van een effectieve coördinatie en implementatie van de SSP's (m.b.t.

communicatie, en beschikbare hulpmiddelen).

Meer dan één schip (indien van toepassing), maar niet alle schepen van de onderneming dienen betrokken te zijn in een specifieke oefening.

Na een oefening dienen de uitkomsten van deze oefening gedeeld te worden met alle andere schepen van deze onderneming die onder Nederlandse vlag varen.

Deze uitkomsten dienen aan boord van ieder schip te worden besproken, waarbij een melding hiervan wordt gemaakt in het logboek. Verbeterpunten die uit de

(20)

oefening voortvloeien moeten worden geïmplementeerd op alle schepen van deze onderneming die onder de Nederlandse vlag varen.

Rapportages over de oefeningen dienen aan boord van alle schepen van de onderneming die onder Nederlandse vlag varen te worden bewaard.

Relevante autoriteiten mogen betrokken worden in dergelijke oefeningen, maar hun deelname is niet verplicht. Autoriteiten worden wel aangemoedigd zelf oefeningen te organiseren.

Indien een CSO participeert in een dergelijke oefening, telt dit mee als de jaarlijks verplichte oefening (zie ISPS deel B, para 13.8). De rapportage verplichtingen zijn identiek aan die van door de onderneming zelf georganiseerde oefeningen

Indien een schip, op verzoek, niet in staat is om documentatie aangaande de verplichte oefeningen aan de inspectie, of een namens haar opererende RSO, te overleggen (bijvoorbeeld bij een tussentijdse verificatie), kan het ISSC worden ingetrokken.

Indien een schip bij een Port State Control (PSC) inspectie in het buitenland niet in staat is om documentatie aangaande de verplichte oefeningen (Exercises &

Drills) te overleggen, dan kan dit door de PSC organisatie als tekortkoming (deficiency) worden aangemerkt en mogelijk leiden tot een aanhouding.

(21)

6. Overige interpretaties

Issue Nr. :

038 Onderwerp:

Interpretaties en hun toepassing

 Aanpassingen aan het SSP of schip, die noodzakelijk zijn geworden door later verschenen interpretaties van de Nederlandse overheid, dienen bij de eerstvolgende tussentijdse of herkeuring ten behoeven van het Internatio- naal Scheepsbeveiligingscertificaat (ISSC) te zijn uitgevoerd.

 Uitzondering hierop betreft gevallen waarin door de Inspectie expliciet is aangegeven dat deze aanpassingen per direct dienen te worden uitge- voerd.

Issue Nr. :

061 (zie ook issue 33) Onderwerp:

Gebruik Declaration of Security (Beveiligingsverklaring DoS) Algemeen DoS

Een schip moet een verzoek van een havenfaciliteit voor het opmaken van een DoS inwilligen. Andersom hoeft een havenfaciliteit, of een ander schip (bij schip/schip contact) niet te voldoen aan eenzelfde verzoek van een schip, maar slechts de ontvangst van het verzoek te bevestigen.

In algemene zin geldt dat een DoS alleen dient te worden opgemaakt als daar een gegronde, beveiligings-gerelateerde reden voor is bij een specifiek schip/ha- ven- of schip/schip-contact.

In ieder geval wordt aangeraden een DoS op te maken:

 In de omstandigheden zoals gespecificeerd in artikel 5.2 van deel A van de ISPS Code*.

 In situaties die niet zijn afgedekt in het SSP en/of het PFSP.

 Als er contact is met een non-ISPS schip dat Gevaarlijke Stoffen vervoert.

(zie hoofdstuk 5 van deel A en hoofdstuk 5 van deel B van de ISPS-Code en IMO- circulaire MSC/Circ.1132).

Contact tussen schip en binnenvaartschepen

In de omgang met binnenvaartschepen (bunkers, stores, vuilnisafvoer) is een DoS NIET verplicht, zolang:

 Het binnenvaartschip is voorzien van een International Ship Security Certi- ficate (Internationaal Scheepsbeveiligingscertificaat, ISSC); of

 het binnenvaartschip onder de werking van een Port Facility Security Plan (Havenfaciliteitsveiligheidsplan, PFSP) valt; of

 Het Ship Security Plan (Scheepsveiligheidsplan, SSP) van het schip proce- dures bevat voor fysieke beveiligingsmaatregelen in deze gevallen (zoals het monitoren van het binnenvaartschip en het escorteren van beman- ningsleden van het binnenvaartschip, in het geval zij zich op het schip be- vinden), en deze fysieke beveiligingsmaatregelen ook daadwerkelijk wor- den uitgevoerd. Aanbevolen wordt om vast te leggen in het beveiligings- journaal dat bij dit contact, de maatregelen conform, het SSP zijn uitge- voerd. Dezelfde principes gelden bij het laden/lossen van binnenvaart- schepen.

(22)

Als een DoS wel verplicht is, maar op het binnenvaartschip niemand bereid is deze op te maken, dan dient het schip eenzijdig een DoS op te maken en de addi- tionele beveiligingsmaatregelen vast te leggen. In een volgende haven kan hier naar gevraagd worden.

* In artikel 5.2 van deel A van de ISPS-Code, staat dat een schip een verzoek kan indienen tot opstelling van een DoS, wanneer:

.1 het schip op een hoger security level opereert dan de havenfaciliteit of het andere schip waarmee samenwerking plaatsvindt;

.2 er een overeenkomst inzake een DoS bestaat tussen verdragsluitende sta- ten met betrekking tot bepaalde internationale reizen of specifieke daar- voor gebruikte schepen;

.3 er een beveiligingsdreiging of beveiligingsincident is geweest, waarbij het schip dan wel de havenfaciliteit betrokken was, naar gelang van toepas- sing;

.4 het schip zich in een haven bevindt die niet verplicht is over een goedge- keurd Port Facility Security Plan (Havenbeveiligingscertificaat, PFSP) te beschikken dan wel dat uit te voeren;

.5 er schip tot schip activiteiten plaatsvinden met een ander schip dat niet verplicht is over een goedgekeurd Ship Security Plan (Scheepsveiligheids- plan, SSP) te beschikken dan wel dat uit te voeren.

Issue Nr. :

062 Onderwerp:

SSO moet bij iedere Port Facility (havenfaciliteit) beschikken over de contactgegevens van de PFSO Zie ook ISPS-Code A, Artikel 7.2.7 (in NeRF).

Een manier om invulling te geven aan deze eis is om direct contact op te nemen met de PFSO om zodanig te verifiëren of communicatie t.b.v. beveiliging voor onmiddellijk gebruik beschikbaar is.

Dit kan gedaan worden door bijvoorbeeld verificatie van “pre-arrival” ISPS informatie, geleverd door de scheepsagent, per telefoon, e-mail, app’s, bezoek aan boord door de PFSO, etc. Dit zal resulteren in de continue beschikbaarheid van up-to-date communicatie informatie t.b.v. de scheepsbeveiliging. Contact opnemen met de PFSO mag uitgevoerd worden door de SSO of een aangewezen bemanningslid en moet plaatsvinden binnen 24 uur voor aankomst of onmiddellijk na aankomst in de betreffende haven.

De CSO kan ondersteuning leveren aan de SSO bij het bewerkstelligen van effectieve communicatie en samenwerking tussen de SSO en de betreffende PFSO’s. Hierbij wordt opgemerkt dat dit niet dient ter vervanging van de hiervoor beschreven echte test.

Noot: voor schepen die dezelfde haven op reguliere basis (vast vaarschema, of tenminste 1 maal per maand) bezoeken, geldt een minimale herhalingsfrequentie van 1 maal per kwartaal, of herijking na een aanpassing van de

communicatiegegevens t.b.v. beveiliging.

De doelstelling van deze interpretatie is om te allen tijde volledige naleving van artikel 7.2.7 van de ISPS Code te realiseren.

(23)

Belangrijkste afkortingen:

Afkorting Betekenis NL benaming

ISSC International Ship Security Certificate

ISPS International Ship & Port Facility Security Code ILT Inspectie Leefomgeving en

Transport (voorheen IVW) RSO Recognized Security

Organization

Erkende veiligheidsorganisatie

SSA Ship Security Assessment SSP Ship Security Plan

SSAS Ship Security Alert System Scheepsbeveiligingsalarmsysteem SSO Ship Security Officer

CSO Company Security Officer CSR Continuous Synopsis Record AIS Automatic Identification

System

ASA Alternative Security Agreement DA Designated Authority

DCC Departementaal Crisis Coördinatiecentrum EU Europese Unie ILO International Labour

Organisation

IMO International Maritime Organisation

MSC Maritime Safety Committee (IMO)

PFSO Port Facility Security Officer PFSP Port Facility Security Plan PSO Port Security Officer

KWC Kustwacht Centrum Den Helder SOLAS Safety of Life at Sea (IMO

Convention for the… 1974) ESA Equivalent Security

Arrangement

DoS Declaration of Security DGB Directoraat Generaal

Bereikbaarheid

KVNR Koninklijke Vereniging van Reders

(24)

GMDSS Global Maritime Distress and Safety System

IEC International Electrotechnical Commission

IACS International Association of Classification Societies Ltd ITU International

Telecommunication Union STCW Standards of Training,

Certification and Watchkeeping

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een zorgaanbieder die acute zorg verleent en die ten behoeve van een in het register voor kwaliteitsregistraties opgenomen kwaliteitsregistratie gegevens verstrekt als bedoeld

Het Adviescollege brengt een advies als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2⁰ en 3⁰, over een ICT-project of het onderhoud en beheer van een informatiesysteem van

Indien in de rangschikking van beide kavels een niet-gebundelde aanvraag van dezelfde aanvrager het hoogst wordt gerangschikt en de omvang van het eigen vermogen van die

Voor de toekenning van de kwaliteitsbekostiging voor 2021 tot en met 2024 die is gekoppeld aan de beoordeling van het plan zijn de maatstaven verankerd in artikel 4.30, eerste

De Begunstigde wordt erop gewezen dat de afsluiting van Garantie Pneus Plus bij een bestelling uitsluitend van toepassing is op de Banden van deze bestelling en niet op vorige

Leerlingen tellen, ingevolge onderdeel a en b mee voor de aanvullende bekostiging voor het lwoo en pro, indien het samenwerkingsverband voor de teldatum (1 oktober van enig jaar)

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 7, tweede lid, onderdeel f, door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:a. leden van

Burgemeester en wethouders kunnen een besluit nemen inhoudende de verplichting voor de verhuurder om zijn woon- of verblijfsruimte of het gebouw waarin die woon- of verblijfsruimte