Vraag nr. 55 van 29 januari 2002
van de heer JAN LOONES
700ste verjaardag Guldensporenslag – Initiatieven Het jaar 2002 is gestart in grote euro-forie : i e d e r-een wijst op de inderdaad indrukwekkende effec-ten rond de invoering van de Europese eenheids-munt.
Voor Vlaanderen heeft het jaar 2002 nog een ande-re betekenis : zevenhonderd jaar na de Guldenspo-renslag moet 2002 een feestjaar worden, met een n i e u w e, frisse en toekomstgerichte uitstraling van het Vlaanderen dat wij willen.
Uiteraard hebben de hoogste beleidsvoerders van V l a a n d e r e n , de leden van de Vlaamse regering, i n dit opzicht een zeer belangrijke taak. Iedere minis-ter heeft ongetwijfeld, wat zijn/haar beleidsniveau b e t r e f t , eigen inzichten over hoe het feestjaar 2002 voor Vlaanderen luister kan worden bijgebracht. De bevoegdheden van de minister, Onderwijs en Vo r m i n g, lenen zich uitstekend voor initiatieven terzake.
In haar Beleidsbrief Onderwijs en Vorming van 5 november 2001 verwijst de minister naar het pro-ject "Kleurrijk Vlaanderen" : " Tijdens het school-jaar 2000-2001 is het project "Kleurrijk V l a a n d e-ren" opgestart. Verschillende visiegroepen denken in het kader van dit project na over de toekomst van Vlaanderen".
Een toekomst is echter niet los te zien van een ver-l e d e n . Bij het feestjaar 2002, en de herdenking van de zevenhonderdste verjaardag van de Guldenspo-r e n s l a g, staan we even stil bij een van die momen-ten uit het roemrijke verleden van Vlaanderen. Wat haar bevoegdheden betreft, kan de minister o n g e t w i j f e l d . met creatieve invulling. iets bijzon-ders maken van het jaar 2002.
1. Op welke manier wordt er, voor de bevoegdhe-den Onderwijs en Vo r m i n g, met bijzondere ini-tiatieven bijgedragen tot de uitstraling van het feestjaar Vlaanderen 2002 ?
2. Worden er bijzondere initiatieven ontwikkeld ter gelegenheid van het feestjaar 2002 ?
3. Wordt er gebruikgemaakt van de bijzondere aandacht die Vlaanderen internationaal zal
ge-nieten om, wat de eigen bevoegdheden van de minister betreft, acties te ondernemen ?
N. B.Gelijkaardige vragen werden gesteld aan mi-nister vice-president Stevaert (vraag nr. 1 6 6 ) en aan de ministers Vogels (nr. 7 2 ) ,A n c i a u x ( n r. 3 8 ) , Vanderpoorten (nr. 5 5 ) , Landuyt (nr. 3 8 ) , Dua (nr. 1 0 9 ) , Van Grembergen (nr. 5 0 ) , Van Mechelen (nr. 68) en Gabriels (nr. 44).
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Bert A n c i a u x , Vlaams minister van C u l t u u r, Je u g d , S p o r t , Brusselse A a n g e l e g e n h e d e n en Ontwikkelingssamenwerking.