Bijlagenrapport
Behorende bij
Productieteams & Teamproductie
Diedrik Peppelman
Rijks universiteit Groningen, Faculteit Bedrijfskunde
Technische Bedrijfswetenschappen
Bijlagenrapport
Behorende Bij
Productieteams & Teamproductie
Groningen, 28 juli 2003
Faculteit Bedrijfskunde, Rijks universiteit Groningen (RuG)
© Diedrik Peppelman, 2003
Inhoudsopgave
BIJLAGE 1 VERNIEUWDE PRODUCTIELIJN SCANIA NEDERLAND BV.
BIJLAGE 2 BESCHRIJVING VAN DE ORGANISATIE EN HAAR DEELPROCESSEN
BIJLAGE 3 VRAGENLIJST TEAMONTWIKKELING
BIJLAGE 4 PROCESSCHEMA ‘EMPIRISCH ONDERZOEK’
BIJLAGE 5 OVERZICHT ONDERZOEKSGEGEVENS (TEAMNIVEAU)
BIJLAGE 6 TEAMONTWIKKELING VAN DE ONDERZOCHTE PRODUCTIETEAMS
BIJLAGE 7 EEN ‘OUTPUT’ VAN REGRESSIE
Bijlage 1 Vernieuwde productielijn Scania Nederland BV.
DR DR DR DR DR
DR DR DR
D R
ven ti elen le id in g e n ke te ls as sen ko m p le te ri n g mot o rk ompl e te ri n g
ra d .
c a bi ne cab .
FA 1.1FA 1.2FA 2.1FA 2.2FA 3.1FA 3 .2
FA 4.1FA 4.2FA 5 FA 0.2
FA 6 Paintbox
Paintbox
Bijlage 2 Beschrijving van de organisatie en haar deelprocessen
Operationele Eenheden (O.E.):
• TTA: truck aanpassingen (FFU)
• TTB: truck bouw
• TTC: truck chassislijn 2
1• TTD: truck chassislijn 1
2• TTE: componenten
3In het onderzoek naar teamontwikkeling bestaat de theoretische populatie uit alle teams / productiegroepen binnen de Operationele Eenheden TTB, TTC, TTD en TTE.
Elke O.E. bestaat uit deelgebieden. De verschillende Operationele Eenheden en deelgebieden worden hierna beschreven in tabelvorm. Daarnaast wordt per deelgebied beschreven welke werkzaamheden het uitvoert.
TTEF1 (FA0:1)
4• Productie framebalken TTEF2 (FA0:2) • Frame assemblage TTEF3 (Painting) • Frame spuiterij TTEL1 (FA1) • Luchtketels
• Ventielenpakket TTEL2 (FA1) • Ventielen
TTEL3 (FA1) • Leidingen
• Automatic Chassis Lubrication (ACL) TTE
(Componenten)
TTEL4 (Painting) • Onderdelenspuiterij
1 Op de chassislijn is elk deelgebied opgedeeld in stations met dezelfde takttijd. Een deelgebied op de chassislijn is dus een verzameling stations met specifieke werkzaamheden.
2 Zie voetnoot 1.
3 Binnen Componenten is geen eenduidige structuur te herkennen. Elk ‘voormontagestation’ kent zijn eigen unieke structuur.
4 Functional Area’s (FA’s): functionele gebieden (FA0-FA6) met een verzameling werkzaamheden binnen de truck assemblage (zie bijlage 1).
TTDA (FA1:1) • Persbouten
• Veren
• Kabels
• Stuurhuis
• Kantelcilinder Aanhaalmomenten TTDB (FA1:2) • Luchtdroger
• Binnewielschermen
• Luchttanken
• Leidingen
TTDC (FA2:1) • Assencompletering
• Assenonderbouw TTDD (FA2:2, FA3:1) • Cardanassen
• Stuurstokken
• Motorinbouw
• Motorafbouw TTD (Chassis. 1)
TTDE (motorcompl., FA3)
• Versnellingsbak aan motor
• Spuiten
TTCA (FA3:2) • Trailerbeugel
• Radiateur
• Bumper
• Demper TTCB (voor- en
lijnass., FA4:1)
• Accumontage
• Luchtinlaten
• Bumper
• Achterspatborden en achterlichten
• Instapunit TTCC (voor- en
lijnass., FA4:2)
• Spoilers
• Cabine-opbouw
• Koppelschotels
• Luchttesten
• Elektrische controle
• Vloeistoffenvulling TTC (Chassis. 2)
TTCD (voor- en lijnass., FA5)
• Wielenmontage
• Brandstoftanks
• Programmeren
• Procesbegeleiding & reparatie
TTBB (FA6) • Test & Repair TTBC (FA6) • Test drive & Repair TTB (Truck Repair)
TTBD (FA6) • Truck Repair
Per deelgebieden zijn twee teams (ploegen) werkzaam, met uitzondering van TTEF1.
Hier werkt men in een vier-ploegen dienst.
Bijlage 3 Vragenlijst onderzoek
Vragenlijst teamontwikkeling 2003
Geacht teamlid,
Voor u ligt een vragenlijst voor een onderzoek naar teamontwikkeling, teamprestaties en de voorwaarden die daarvoor noodzakelijk zijn. Wij vragen u de onderstaande tekst door te nemen, voor u begint aan de beantwoording van de vragenlijst.
Deze vragenlijst is een onderdeel van het Scania Productie Systeem (SPS). Scania wil weten welke voorwaarden zij moet scheppen, zodat teams zich kunnen ontwikkelen. Deze ontwikkeling van teams moet uiteindelijk leiden tot teams die continu verbeteren.
Onder een team verstaan we een ploeg en niet de gehele afdeling!
Een team bestaat uit regelaar, senior vakmonteurs, vakmonteurs, all-round monteurs en monteurs. De groepsleider valt hier dus buiten.
Met de resultaten van dit onderzoek kunnen plannen gemaakt worden voor het verbeteren van het team en de omstandigheden waaronder u en uw team moeten werken.
Deze resultaten zullen overigens alleen waardevol zijn wanneer alle teamleden deelnemen aan het beantwoorden van de vragenlijst. Wij verzoeken u daarom serieus en aandachtig de vragen door te lezen en te beantwoorden.
De vragenlijst bestaat uit verschillende onderdelen die, indien nodig, kort zullen worden toegelicht. Bij ieder onderdeel wordt ook aangegeven hoe de vraag beantwoord moet worden.
Beantwoord duidelijk in de daarvoor bestemde vakjes en geef maximaal 1 antwoord per vraag (tenzij duidelijk anders aangegeven). Indien u zeker weet dat u de vraag niet kunt beantwoorden, kunt u deze beter open laten.
Uiteraard worden uw gegevens anoniem gehouden. U hoeft immers geen naam te vermelden en wordt ‘slechts’ als teamlid behandeld. Daarnaast levert u de vragenlijst in een dichtgeplakte enveloppe in.
De vragenlijst bestaat uit 161 vragen en de beantwoording ervan zal ongeveer drie kwartier in beslag nemen. Wij verzoeken u de vragenlijst in te vullen en donderdag 30 januari in te leveren bij uw groepsleider.
Scania wenst u veel succes en bedankt u voor uw deelname!
P.S.: voor vragen of opmerkingen met betrekking tot de vragenlijst of het onderzoek in het algemeen, kunt u zich wenden tot:
Diedrik Peppelman Scania Nederland, TTIP
31 (0)38 4977687
☛ diedrik.peppelman@scania.com
Algemeen
Afdeling:
Naam van de afdeling (bijv. TTEL1):
Ploeg: 0 F-ploeg 0 G-ploeg
Respondent:
Wat is uw geslacht?: 0 Man 0 Vrouw
Wat is uw leeftijd?: jaar
Hoe lang bent u werkzaam binnen deze ploeg?: jaar en maanden
Hoe lang bent u werkzaam bij Scania?: jaar en maanden
Heeft u in het verleden bij een ander bedrijf gewerkt?: 0 Ja 0 Nee
Wat is uw hoogst voltooide opleiding?
0 Lager onderwijs 0 Voortgezet onderwijs
0 Middelbaar (beroeps)onderwijs 0 Hoger onderwijs
Wat is uw huidige functie?
0 Monteur
0 All-round monteur 0 Vakmonteur 0 Senior vakmonteur 0 Regelaar
Werkt u part-time?: 0 Ja 0 Nee
A. Team management
De drie onderstaande onderdelen hebben betrekking op de kenmerken van uw groepsleider, zoals u dat ziet.
Daarvoor willen we van u weten hoe u zijn stijl van leidinggeven typeert en hoe uw persoonlijke relatie is met uw groepsleider. Daarnaast willen we weten hoe u denkt over de product- en proces-engineer.
Bij ieder onderdeel staat aangegeven hoe u de vraag kunt beantwoorden.
Groepsleider (stijl van leidinggeven)
Hieronder vindt u vier typeringen van leidinggevenden. Vervolgens worden 7 opties gegeven over de leiderschapsstijl die het meest overeenkomt met uw groepsleider.
Stijl 1 De groepsleider vertelt hoe en waar de medewerker de taken moet vervullen. Dit is duidelijk een vorm van eenrichtingsverkeer. De groepsleider communiceert naar de medewerker.
Stijl 2 De groepsleider geeft richting aan en blijft de taakuitoefening nauwkeurig volgen, maar probeert een vorm van tweerichtingsverkeer te realiseren. De groepsleider geeft uitleg over beslissingen, vraagt suggesties en motiveert de medewerker door de bedoeling te laten zien.
Stijl 3 De groepsleider bevordert en ondersteunt de medewerkers bij de uitoefening van hun taak door hen zoveel mogelijk ruimte, informatie en verantwoordelijkheid te geven. Problemen worden opgelost en beslissingen worden in overleg genomen.
Stijl 4 De groepsleider geeft het doel of het te behalen resultaat van de taak aan, maar de medewerkers moeten deze geheel zelfstandig vervullen. De medewerker achterhaalt zelf de problemen en de oplossingen van deze problemen.
Kruis het vakje aan voor de optie die overeenkomt met de leiderschapsstijl of combinatie van leiderschapsstijlen die overeenkomt met uw groepsleider.
Stijl 1 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Stijl 2 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Een combinatie van stijl 1 en stijl 2 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Stijl 3 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Een combinatie van stijl 2 en stijl 3 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Stijl 4 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
Een combinatie van stijl 3 en stijl 4 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider
In de volgende onderdelen zijn stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
1 2 3 4 5
1. Mijn groepsleider neemt snel de leiding
2. Mijn groepsleider bepaalt in detail wat er moet gebeuren en hoe het moet gebeuren 3. Mijn groepsleider fungeert voor mij als voorbeeld 4. Mijn groepsleider legt uit hoe te handelen bij nieuwe of moeilijke problemen 5. Mijn groepsleider doet voor hoe ik dingen aan kan pakken
1 2 3 4 5 6. Ik voel mij door mijn groepsleider gewaardeerd
7. Mijn groepsleider is vriendelijk en open
8. Ik heb volledig vertrouwen in mijn groepsleider 9. Mijn groepsleider geeft voldoende verantwoordelijkheden uit handen aan
teamleden
10. Mijn groepsleider pleegt – ook over belangrijke zaken – echt wederzijds overleg
Vertrouwen en steun
1 2 3 4 5 11. Mijn groepsleider heeft veel vertrouwen in mij
12. Mijn groepsleider steunt mij in mijn werk
13. Mijn groepsleider motiveert mij om verbeteringen aan te dragen 14. Mijn groepsleider motiveert mij om zelf beslissingen te nemen
Product- en proces-engineer (ondersteuning)
1 2 3 4 5 15. De product-engineer heeft vaak contact met ons over mogelijke
verbeteringen van het product
16. De proces-engineer heeft vaak contact met ons over mogelijke verbeteringen van het proces
17. De product-engineer spoort ons aan om ten allen tijde mogelijke verbeteringen van de werkinstructies te melden
18. De proces-engineer spoort ons aan om ten allen tijde mogelijke verbeteringen van de werkinstructies te melden
B. Taak karakteristieken
Onder de taak karakteristieken vallen de volgende vijf onderdelen. Deze onderdelen gaan allen over uw werk en hoe uw werk getypeerd kan worden. Is het duidelijk wat uw rol is binnen Scania en heeft u de mogelijkheid om vrij te handelen en invloed uit te oefenen. En in welke mate heeft u de beschikking over informatie over uw werk en de behaalde resultaten.
In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
Rolduidelijkheid
1 2 3 4 5 19. Mijn taak heeft duidelijke na te streven doelen 20. Mijn functie heeft duidelijk omschreven verantwoordelijkheden
21. Ik weet precies wat er van mij wordt verwacht
22. Ik vind dat het deelgebied waarin ik werkzaam ben een duidelijk afgebakende taak heeft
Informatieuitwisseling
1 2 3 4 5 23. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn groepsleider 24. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn regelaar 25. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn product-
engineer
26. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn proces- engineer
27. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn collega’s uit de andere ploeg
In de volgende twee onderdelen (vrijheid en invloed) gaat het om de mogelijkheden die vanuit Scania geboden worden om zelf bepaalde zaken binnen uw werk te kunnen bepalen en te regelen. De vragen 28 tot en met 46 beginnen met kunt u. Dit moet u lezen als heeft u de mogelijkheid! U geeft dan bij elke vraag aan of die mogelijkheid er is. Dit hoeft dus niet te betekenen dat u of uw collega’s ook werkelijk van die mogelijkheid gebruik maken.
Vrijheid
28. Kunt u in uw werk voldoende beroep doen op al uw vaardigheden en capaciteiten? Ja Nee 29. Kan (mag) een collega werk van u overnemen als u er niet uitkomt? Ja Nee 30. Kunnen (mogen) uw collega’s u helpen bij het afwerken van een opdracht Ja Nee
als dat nodig is?
31. Kunt u met de eigen collega’s uit uw eigen team praten over het werk? Ja Nee
32. Kunt u zelf beslissen hoe u het werk uitvoert? Ja Nee
De vragen t/m vraag 46 beginnen met kunt u. Dit moet u lezen als heeft u de mogelijkheid! U geeft dan bij elke vraag aan of die mogelijkheid er is. Dit hoeft dus niet te betekenen dat u of uw collega’s ook werkelijk van die mogelijkheid gebruik maken.
33. Kunt u zelf de volgorde van uw werk bepalen? Ja Nee
34. Kunt u zelf bepalen wanneer u een taak uitvoert? Ja Nee 35. Kunt u uw werk, als u dat nodig vind, zelf onderbreken? Ja Nee
36. Kunt u zelf het werktempo regelen? Ja Nee
37. Kunt u het tijdstip waarop iets klaar moet zijn uitstellen? Ja Nee
38. Kunt u een eigen werkwijze kiezen? Ja Nee
39. Kunt u invloed op de beslissingen van uw team/afdeling uitoefenen? Ja Nee 40. Kunt u zelf beslissingen nemen zonder dat u daarvoor verantwoording Ja Nee
af moet leggen?
41. Kunt u bij eventuele problemen mensen uit andere afdelingen inschakelen? Ja Nee 42. Kunt u met anderen bespreken hoe de taken worden verdeeld? (Wie doet wat?) Ja Nee 43. Kunt u met anderen bespreken hoe de taken gepland moeten worden? Ja Nee
Invloed
44. Kunt u veel invloed uitoefenen op de hoeveelheid werk? Ja Nee 45. Kunt u veel invloed uitoefenen op de organisatie van het werk? Ja Nee 46. Kunt u veel invloed uitoefenen op verbeteringen van het werk? Ja Nee 47. Wordt er vaak gevraagd naar uw mening wanneer er beslissingen Ja Nee
moeten worden genomen?
Doelen & Terugkoppeling
In onderstaande vragen komt vaak de term team voor. We willen hier nogmaals benadrukken dat het gaat om de ploeg waarin u werkt en niet het deelgebied. Team heeft dus betrekking op uw ploeg.
48. Zijn de doelen van SCANIA bij u bekend? Ja Nee
49. Zijn de doelen die u als team moet realiseren bekend? Ja Nee 50. Zijn de doelen die u als team moet realiseren helder geformuleerd? Ja Nee 51. Zijn de doelen die u als team moet realiseren haalbaar? Ja Nee 52. Zijn er doelen omschreven over te behalen resultaten? Ja Nee 53. Zijn er doelen opgesteld over hoe samen te werken? Ja Nee
54. Wordt er terugkoppeling gegeven over behaalde resultaten van uw team? Ja Nee 55. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie Ja Nee
tussen u en uw collega’s?
56. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie tussen Ja Nee u en uw groepsleider?
57. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie tussen Ja Nee u en de product- & proces-engineer?
In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
C. Team karakteristieken
De team karakteristieken hebben betrekking op groepsgrootte, -leeftijd, -diversiteit etc. Deze gegevens worden samengesteld met behulp van de gegevens die u reeds gegeven heeft onder het kopje algemeen. Wat we verder nog van u willen weten is de mate van het groepsgevoel. Hiervoor hebben we onderstaande stellingen gevormd.
Groepsgevoel
1 2 3 4 5 58. De leden van mijn team werken echt als een team samen
59. Ik vind het prettig om in dit team te werken
60. Alle teamleden zitten op een lijn als het gaat om de houding ten opzichte het werk
61. Er is binnen ons team sprake van (sub)groepsvorming
D. Persoonlijke karakteristieken
Naast de team karakteristieken willen we ook graag meer informatie over uw persoonlijke karakteristieken. Ook hierover heeft u reeds informatie gegeven in de vorm van leeftijd, geslacht, etc. Daarnaast willen we nog meer informatie inwinnen over aspecten die hieronder zijn beschreven.
Competenties
1 2 3 4 5 62. Ik bezit voldoende technische vaardigheden om mijn taak naar behoren
uit te voeren
63. Ik bezit vaardigheden over hoe ik moet plannen, werklast moet beheersen en teamprestaties moet analyseren
64. Ik bezit vaardigheden om problemen in product en proces zelf op te lossen 65. Ik bezit de capaciteit en durf om te experimenteren en zo tot verbeteringen
te komen
Competentiegevoel
1 2 3 4 5
66. Ik heb een goede greep op de dingen in mijn werk
67. In mijn werk is mijn zelfvertrouwen groot
In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
Verantwoordelijkheidsgevoel
1 2 3 4 5 68. Ik voel mij verantwoordelijk voor het goed verlopen van het proces 69. Ik ben plichtsgetrouw als het gaat om het uitvoeren van mijn werk 70. Ik neem graag zelf initiatief om dingen te verbeteren
Behoefte aan ontwikkeling
1 2 3 4 5 71. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik nieuwe dingen kan leren 72. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik mezelf kan ontwikkelen
Behoefte aan sturing
1 2 3 4 5 73. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik nauwkeurige richtlijnen moet volgen 74. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik volgens vaste werkmethoden moet
werken
75. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik veel verantwoordelijkheid heb
In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
E. Teamontwikkeling
De teamontwikkeling geeft aan in welke mate een team zich op verschillende gebieden heeft ontwikkeld. Deze gebieden hebben betrekking op de vier onderstaande onderdelen.
Nogmaals, team heeft betrekking op uw ploeg en niet op het gehele deelgebied.
Taakverbreding
1 2 3 4 5
76. Het team heeft het uitvoerende werk altijd op tijd af 77. Het aantal mensen in het team is voldoende om het werk te doen
78. Het werk van het team is gevarieerd
79. De ploegenoverdracht van het team verloopt naar wens 80. Wij voeren als team duidelijk een gezamenlijke taak uit
81. Problemen ten aanzien van het productieproces worden in het werkbespreking besproken
82. De teamleden delen onderling informatie over het werk 83. Informatie uit de werkbespreking is bij alle teamleden bekend 84. In de werkbespreking wordt er goed naar elkaar geluisterd
85. De teamleden weten wat de teamdoelen zijn
1 2 3 4 5
86. De teamleden weten wie de klanten zijn
87. De teamleden weten wie de leveranciers zijn
88. Als een of twee teamleden ziek zijn geeft dat problemen bij het uitvoeren van het werk
89. Alle teamleden vallen voor elkaar in, indien dat nodig is 90. De teamleden kunnen veel verschillende taken uitvoeren binnen het team
91. De teamleden wisselen regelmatig met elkaar van taak 92. De teamleden helpen elkaar bij het uitvoeren van de taken 93. De teamleden leren nieuwe / andere teamleden hoe de werkzaamheden
uitgevoerd moeten worden
94. De teamleden voeren alle noodzakelijke / belangrijke teamwerkzaamheden zelf uit
In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
Taakverrijking
1 2 3 4 5 95. Teamleden hebben inspraak in hoe het team zijn werk uitvoert
96. Het team besluit zelf wie welke taak doet
97. De meeste besluiten over het werk worden door de teamleden genomen 98. De meeste teamleden gebruiken de kans om regeltaken (bijv. onderhoud,
kwaliteitscontroles, planning enz.) uit te voeren
99. Iedereen heeft invloed bij het nemen van een groepsbesluit
100. De teamleden houden zich aan afspraken
101. Het team is zelf verantwoordelijk voor de manier van werken 102. De teamleden voeren de afgesproken regeltaken uit 103. Teamleden nemen zelf verantwoordelijkheid ten aanzien van de afgesproken
regeltaken
104. Het team stelt zelf een opleidingsplan op
1 2 3 4 5
105. Het team voert zelf de weekplanning uit
106. Het team stemt zelf (het werk) af met de planning
107. Teamleden leren zelf nieuwe teamleden in
108. Het team plant zelf de werkbespreking
109. Het team voert zelf routineonderhoud uit
110. Het team schakelt zelf het onderhoudspersoneel in 111. Het team onderhoudt zijn eigen werkinstructies 112. Het team voert zelf de kwaliteitscontroles uit
113. Het team bewaakt zelf de orde en netheid
114. Teamleden weten hoe hun werkzaamheden de teamprestaties beïnvloeden 115. Als de teamprestaties dalen weet het team de oorzaak daarvan 116. Als teamprestaties dalen verhelpt het team dit zelf
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
Samenwerking
1 2 3 4 5 117. Teamleden beoordelen hoe een ander teamlid de uitvoerende taken doet 118. Teamleden motiveren elkaar de uitvoerende taken goed te doen 119. Teamleden spreken elkaar aan op fouten ten aanzien van uitvoerende taken 120. Teamleden beoordelen hoe een ander teamlid regeltaken uitvoert 121. Teamleden motiveren elkaar de regeltaken goed te doen
1 2 3 4 5 122. Teamleden spreken elkaar aan op fouten ten aanzien van regeltaken
123. Conflicten zijn goed bespreekbaar
124. Teamleden lossen onderlinge samenwerkingsproblemen zonder groepsleider op 125. Teamleden spreken elkaar aan op elkaars gedrag in de groep
126. Teamleden vertrouwen elkaar
127. Teamprestaties vertonen een stijgende lijn
128. Teamdoelen worden door het team gemaakt en komen voort uit SCANIA’s doelen 129. Teamleden voelen zich verantwoordelijk voor de resultaten van het team 130. Teamresultaten worden door het team zelf besproken 131. Het team is duidelijk als zelfsturende eenheid te herkennen 132. Teamprestaties zijn afhankelijk van de gezamenlijke inzet van alle teamleden
Ondernemerschap
1 2 3 4 5 133. Het team weet welke ontwikkelingen de komende jaren in de omgeving van
het team zullen plaatsvinden
134. Het team weet welke uitvoerende taken de komende jaren gedaan moeten worden
135. Het team weet welke opleidingsbehoeften er voor de komende jaren zijn 136. Het team weet welke aanpassingen er in de arbeidsprocedure nodig zijn 137. Het team stemt zelf de planning af met de klanten (de afdeling waar u aan levert)
138. Het team stemt zelf de leveringen af met de toeleveranciers 139. Problemen met interne klanten lost men zelf op 140. Problemen met externe klanten lost het team zelf op
In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:
1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet
3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate
Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
1 2 3 4 5 141. Problemen met interne leveranciers lost men zelf op 142. Problemen met externe leveranciers lost men zelf op
143. Uit contacten met interne klanten en leveranciers komen regelmatig verbeterpunten voor het team naar voren
144. Uit contacten met externe klanten en leveranciers komen regelmatig verbeterpunten voor het team naar voren
145. Uit contacten met interne experts (proces- & product-engineers, groepsleiders, vakmensen) komen regelmatig verbeterpunten voor het team naar voren
146. Teamleden adviseren bij de selectie van nieuwe teamleden
147. Het team voert zelf volledig onderhoud uit
1 2 3 4 5
148. Het team maakt zelf de werkinstructies
149. Het team neemt actie op fouten
150. Het team maakt zelf afspraken als er ondersteuning nodig is
151. Het team bepaalt zelf de kwaliteitsnormen
152. Teamleden ondersteunen verbeterinitiatieven van anderen (binnen en buiten het team)
153. Teamleden nemen zelf veel initiatief tot verbeteren 154. Het functioneren van het team staat veel ter discussie 155. Groepsnormen en regels staan steeds ter discussie
F. Effectiviteit
De volgende drie onderdelen hebben betrekking op uw beleving van uw werk bij Scania. Met een score 1 geeft u aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.
Arbeidsvoldoening
1 2 3 4 5
156. Mijn werk geeft mij veel voldoening
157. Over mijn huidige werk ben ik enthousiast
Betrokkenheid
1 2 3 4 5 158. Ik werk liever bij Scania dan bij een ander bedrijf
159. Ik voel me verbonden met Scania
Burnout
1 2 3 4 5
160. Ik voel me vermoeid door mijn werk
161. Ik voel me opgebrand door mijn werk
Opmerkingen
Vriendelijk bedankt voor uw medewerking!!
Bijlage 4 Processchema ‘empirisch onderzoek’
Bent u geïnteresseerd in de resultaten van deze vragenlijst? 0 Ja 0 Nee
Bent u geïnteresseerd in de resultaten van deze vragenlijst? 0 Ja 0 Nee
Definitie van populatie Operationalisering populatie
Eventueel steekproefplan Selectie van onderzoekseenheden
Selectie van informanten
Definitie van begrippen
Operationalisering van variabelen
Opstelling vragenlijst
Enquêteren
Data-verzameling Data-verwerking (SPSS)
Data-analyse
Rapportage Beslissingen en
activiteiten Verder
onderzoek
Probleemstelling Onderzoeksmodel (hypothesen)
Strategiekeuze Enquête
Persoonlijk, Telefonisch, Zelfinvullijst
Andere strategieën
Gegevens uit andere bron Keuze van de
tijdsperiode
Organisatie van het veldwerk
Bijlage 5 Overzicht onderzoeksgegevens (teamniveau)
Team Managementa
TTBB-F 3,14 3,63 4,58 2,91
TTBB-G 3,23 3,99 4,71 2,28
TTBC-F 3,11 3,71 5,18 2,25
TTBC-G 2,90 3,72 4,75 2,38
TTBD-F 2,69 3,61 4,47 1,92
TTBD-G 2,77 3,41 4,55 2,21
TTCA-F 2,75 3,66 4,25 2,54
TTCC-F 2,80 3,67 3,53 2,46
TTCD-F 2,89 3,91 5,21 2,10
TTCD-G 3,30 4,13 5,08 3,50
TTDA-F 2,96 3,89 4,24 2,10
TTDA-G 2,88 3,69 4,69 2,48
TTDB-F 2,74 3,03 3,79 2,31
TTDB-G 3,03 3,48 3,72 2,54
TTDD-G 2,89 3,30 2,86 2,13
TTDE-F 2,88 3,71 4,15 1,48
TTDE-G 2,99 3,71 3,63 1,65
TTEF2-F 2,56 3,38 4,11 2,23
TTEF2-G 3,32 4,22 4,10 2,65
TTEL1-G 3,02 4,02 5,00 2,17
TTEL2-F 2,88 3,58 4,45 2,55
TTEL3-F 2,59 3,39 5,13 2,69
TTEL3-G 1,87 3,26 4,89 2,09
23 23 23 23 23
2,8773 3,6560 4,3952 2,3313
,29908 ,28939 ,60524 ,41172
,089 ,084 ,366 ,170
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
taakgericht leiderschap (Stoker)
relatiegericht leiderschap
(Stoker)
leiderschapss tijl (Hersey)
ondersteu ning van product- &
proces-en gineers
Limited to first 100 cases.
a.
Taak Karakteristieken: Regelproblemena
TTBB-F 3,89 TTB ,86 ,60
TTBB-G 4,21 TTB ,78 ,73
TTBC-F 3,68 TTB ,97 ,73
TTBC-G 4,04 TTB ,97 ,68
TTBD-F 3,64 TTB ,81 ,39
TTBD-G 4,02 TTB ,79 ,39
TTCA-F 3,63 TTC ,76 ,66
TTCC-F 4,01 TTC ,76 ,59
TTCD-F 3,96 TTC ,77 ,58
TTCD-G 4,14 TTC ,90 ,71
TTDA-F 3,97 TTD ,83 ,70
TTDA-G 3,71 TTD ,78 ,58
TTDB-F 3,68 TTD ,72 ,42
TTDB-G 3,74 TTD ,91 ,69
TTDD-G 3,80 TTD ,80 ,54
TTDE-F 3,77 TTD ,83 ,56
TTDE-G 3,75 TTD ,83 ,53
TTEF2-F 3,42 TTE ,77 ,57
TTEF2-G 3,63 TTE ,75 ,65
TTEL1-G 3,71 TTE ,86 ,73
TTEL2-F 3,50 TTE ,88 ,60
TTEL3-F 3,50 TTE ,86 ,56
TTEL3-G 3,53 TTE ,87 ,44
23 23 23 23 23
3,7802 2,57 ,8288 ,5935
,21616 1,161 ,06771 ,10600
,047 1,348 ,005 ,011
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
rolduidelij kheid
operationele
eenheid doelen feedback
Limited to first 100 cases.
a.
Taak Karakteristieken: Regelmogelijkhedena
TTBB-F ,75 ,55 2,91
TTBB-G ,67 ,53 2,86
TTBC-F ,74 ,73 3,07
TTBC-G ,61 ,48 2,97
TTBD-F ,84 ,30 2,52
TTBD-G ,90 ,40 2,72
TTCA-F ,67 ,32 2,78
TTCC-F ,65 ,46 2,69
TTCD-F ,79 ,64 2,82
TTCD-G ,70 ,48 3,08
TTDA-F ,55 ,48 2,55
TTDA-G ,56 ,37 2,43
TTDB-F ,55 ,27 2,34
TTDB-G ,64 ,42 2,81
TTDD-G ,59 ,35 2,60
TTDE-F ,63 ,33 2,20
TTDE-G ,55 ,43 2,43
TTEF2-F ,59 ,33 2,46
TTEF2-G ,53 ,30 2,94
TTEL1-G ,75 ,65 2,63
TTEL2-F ,69 ,48 2,64
TTEL3-F ,74 ,38 2,48
TTEL3-G ,66 ,26 2,04
23 23 23 23
,6668 ,4324 2,6500
,09843 ,12641 ,26984
,010 ,016 ,073
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
autonomie / vrijheid
participatie / invloed
contactmog elijkheden / informatieui twisseling
Limited to first 100 cases.
a.
Team Karakteristiekena
TTBB-F 3,62 5,88 3,81 ,68 4,04
TTBB-G 3,35 5,58 4,30 ,85 4,87
TTBC-F 3,36 8,11 5,41 ,79 2,98
TTBC-G 3,56 5,30 6,16 ,74 5,28
TTBD-F 3,75 4,98 4,31 ,55 3,70
TTBD-G 3,52 2,52 3,38 ,76 4,62
TTCA-F 3,39 3,39 6,51 ,86 5,40
TTCC-F 3,68 4,33 3,28 ,91 3,74
TTCD-F 3,41 3,39 1,62 ,78 4,22
TTCD-G 4,15 4,78 4,75 ,95 5,71
TTDA-F 3,09 3,98 2,58 ,93 3,06
TTDA-G 3,01 3,98 3,75 ,85 4,25
TTDB-F 2,64 5,28 3,87 ,75 3,68
TTDB-G 2,98 4,96 4,42 ,85 3,85
TTDD-G 3,08 4,64 3,46 ,81 4,27
TTDE-F 3,23 7,11 3,39 ,82 3,83
TTDE-G 2,90 5,28 3,87 ,92 5,45
TTEF2-F 3,37 7,43 5,04 ,77 5,41
TTEF2-G 2,97 6,39 7,98 ,84 5,45
TTEL1-G 3,51 10,47 9,41 ,93 5,89
TTEL2-F 3,58 5,92 2,78 ,71 6,28
TTEL3-F 3,51 4,42 2,89 ,83 7,00
TTEL3-G 3,57 7,41 5,61 1,02 5,70
23 23 23 23 23 23
3,3582 5,4578 4,4589 ,8216 4,7249
,33569 1,77651 1,78203 ,10182 1,06244
,113 3,156 3,176 ,010 1,129
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
groepscoh esie (excl.
vraag 61)
teamleeftijd (tijd werkzaam in
het team)
stabiliteit van het team (turn-over /
verloop)
rol-hetero geniteit
persoonlijke heterogeniteit
Limited to first 100 cases.
a.
Personeel Karakteristiekena
TTBB-F 4,07 4,21 4,40 2,85
TTBB-G 4,10 4,24 4,25 2,77
TTBC-F 3,80 3,90 3,95 2,86
TTBC-G 3,85 3,96 4,08 2,88
TTBD-F 3,63 4,00 4,03 2,68
TTBD-G 3,67 3,90 4,27 2,66
TTCA-F 3,88 4,02 3,94 3,38
TTCC-F 3,84 4,06 3,85 2,75
TTCD-F 4,18 4,18 4,25 2,82
TTCD-G 3,87 4,22 4,07 2,96
TTDA-F 3,72 4,08 4,21 3,11
TTDA-G 3,79 3,75 4,02 3,29
TTDB-F 3,93 3,90 4,25 2,83
TTDB-G 3,80 3,81 3,95 2,98
TTDD-G 4,07 4,13 4,21 3,27
TTDE-F 3,54 3,78 3,46 3,00
TTDE-G 3,88 3,79 3,91 2,66
TTEF2-F 3,73 3,82 4,00 2,95
TTEF2-G 3,93 4,08 4,25 2,85
TTEL1-G 3,87 4,05 3,88 2,81
TTEL2-F 3,35 4,05 3,55 3,42
TTEL3-F 3,51 3,69 3,73 3,12
TTEL3-G 3,46 3,69 3,64 3,03
23 23 23 23 23
3,8022 3,9710 4,0066 2,9533
,20949 ,17233 ,24689 ,22245
,044 ,030 ,061 ,049
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
competenties van respondenten
self-efficacy (combinatie van compgev
& verantw)
behoefte aan ontwikkeling
behoefte aan sturing (excl.
vraag 75)
Limited to first 100 cases.
a.
Teamontwikkeling-scoresa
TTBB-F 3,57 3,12 3,46 2,90
TTBB-G 3,38 3,02 3,13 2,72
TTBC-F 3,36 3,33 3,15 3,08
TTBC-G 3,64 3,35 3,31 2,84
TTBD-F 3,56 3,18 3,26 2,66
TTBD-G 3,69 3,23 3,23 2,50
TTCA-F 3,49 2,91 3,13 2,44
TTCC-F 3,32 2,85 3,17 2,62
TTCD-F 3,50 3,11 3,15 2,61
TTCD-G 3,75 3,19 3,52 2,80
TTDA-F 3,39 2,79 3,04 2,42
TTDA-G 3,07 2,83 3,27 2,63
TTDB-F 3,20 2,74 2,86 2,46
TTDB-G 3,21 2,89 3,18 2,61
TTDD-G 3,15 2,96 2,97 2,38
TTDE-F 3,25 2,72 2,99 2,56
TTDE-G 3,10 2,75 2,73 2,61
TTEF2-F 3,24 2,88 3,07 2,64
TTEF2-G 3,52 2,72 3,04 2,50
TTEL1-G 3,75 3,24 3,40 2,83
TTEL2-F 3,26 2,68 2,92 2,34
TTEL3-F 3,49 2,69 3,18 2,46
TTEL3-G 3,47 2,59 3,02 1,96
23 23 23 23 23
3,4076 2,9463 3,1382 2,5908
,20225 ,22900 ,18658 ,22605
,041 ,052 ,035 ,051
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
N Mean Std. Deviation Variance Total
naam van het team
teamontwi kkelingsdi mensie:
taakverbre ding
teamontwikkel ingsdimensie:
taakverrijking
teamontwi kkelingsdi mensie:
samenwer king
teamontwi kkelingsdi mensie:
ondernem erschap
Limited to first 100 cases.
a.
Bijlage 6 Teamontwikkeling van de onderzochte productieteams
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBC-Gdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
13 18 47
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBC-Fdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBB-Fdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dimensie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
14 53
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBB-Gdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dimensie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 16
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBD-Fdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
18 37
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTBD-Gdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 6
14 42
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTCA-Fdim ensie4 dime
nsie3 dime
nsie2 dim
ensie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 11
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTCC-Fdim ensie4 dime
nsie3 dime
nsie2 dim
ensie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTCD-Fdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
14 13 21
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTCD-Gdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
25 18 53
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDA-Fdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDA-Gdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
9 13
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDB-Gdim ensie4 dimensi
e3 dime
nsie2 dim
ensie1
Procenten
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
0,00
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDD-Gdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dimensie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDE-Fdime nsie4 dim
ensie3 dim
ensi e2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 6
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDE-Gdimensi e4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 11
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTDB-Fdim ensie4 dimensi
e3 dime
nsie2 dim
ensie1
Procenten
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
0,00
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEF2-Gdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 6
37
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEL1-Gdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
25
9 58
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEL2-Fdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 16
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEL3-Fdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 6
26
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEL3-Gdime nsie4 dime
nsie3 dime
nsie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0 9
37
Percentage teamontwikkeling
TEAM: TTEF2-Fdimensie4 dim
ensie3 dim
ensie2 dime
nsie1
Procenten
100
80
60
40
20
0
13
Bijlage 7 Een ‘output’ van regressie
Variables Entered/Removedb
participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmo gelijkhede n / informatie uitwisselin ga
. Enter Model
1
Variables Entered
Variables
Removed Method
All requested variables entered.
a.
Dependent Variable:
teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding b.
Model Summary
,705a ,497 ,418 ,15429 ,497 6,267 3 19 ,004
Model 1
R R Square
Adjusted R Square
Std. Error of the Estimate
R Square
Change F Change df1 df2 Sig. F Change
Change Statistics
Predictors: (Constant), participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmogelijkheden / informatieuitwisseling a.
ANOVAb
,448 3 ,149 6,267 ,004a
,452 19 ,024
,900 22
Regression Residual Total Model 1
Sum of
Squares df Mean Square F Sig.
Predictors: (Constant), participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmogelijkheden / informatieuitwisseling
a.
Dependent Variable: teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding b.
Coefficientsa
1,930 ,386 4,998 ,000
,293 ,152 ,392 1,934 ,068
1,210 ,358 ,589 3,382 ,003
-,248 ,337 -,155 -,738 ,470
(Constant)
contactmogelijkheden / informatieuitwisseling autonomie / vrijheid participatie / invloed Model
1
B Std. Error Unstandardized
Coefficients
Beta Standardized
Coefficients
t Sig.
Dependent Variable: teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding a.