• No results found

Behorende bij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Behorende bij "

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlagenrapport

Behorende bij

Productieteams & Teamproductie

Diedrik Peppelman

Rijks universiteit Groningen, Faculteit Bedrijfskunde

Technische Bedrijfswetenschappen

(2)

Bijlagenrapport

Behorende Bij

Productieteams & Teamproductie

Groningen, 28 juli 2003

Faculteit Bedrijfskunde, Rijks universiteit Groningen (RuG)

© Diedrik Peppelman, 2003

(3)

Inhoudsopgave

BIJLAGE 1 VERNIEUWDE PRODUCTIELIJN SCANIA NEDERLAND BV.

BIJLAGE 2 BESCHRIJVING VAN DE ORGANISATIE EN HAAR DEELPROCESSEN

BIJLAGE 3 VRAGENLIJST TEAMONTWIKKELING

BIJLAGE 4 PROCESSCHEMA ‘EMPIRISCH ONDERZOEK’

BIJLAGE 5 OVERZICHT ONDERZOEKSGEGEVENS (TEAMNIVEAU)

BIJLAGE 6 TEAMONTWIKKELING VAN DE ONDERZOCHTE PRODUCTIETEAMS

BIJLAGE 7 EEN ‘OUTPUT’ VAN REGRESSIE

(4)

Bijlage 1 Vernieuwde productielijn Scania Nederland BV.

DR DR DR DR DR

DR DR DR

D R

ven ti elen le id in g e n ke te ls as sen ko m p le te ri n g mot o rk ompl e te ri n g

ra d .

c a bi ne cab .

FA 1.1FA 1.2FA 2.1FA 2.2FA 3.1

FA 3 .2

FA 4.1FA 4.2FA 5 FA 0.2

FA 6 Paintbox

Paintbox

(5)
(6)

Bijlage 2 Beschrijving van de organisatie en haar deelprocessen

Operationele Eenheden (O.E.):

• TTA: truck aanpassingen (FFU)

• TTB: truck bouw

• TTC: truck chassislijn 2

1

• TTD: truck chassislijn 1

2

• TTE: componenten

3

In het onderzoek naar teamontwikkeling bestaat de theoretische populatie uit alle teams / productiegroepen binnen de Operationele Eenheden TTB, TTC, TTD en TTE.

Elke O.E. bestaat uit deelgebieden. De verschillende Operationele Eenheden en deelgebieden worden hierna beschreven in tabelvorm. Daarnaast wordt per deelgebied beschreven welke werkzaamheden het uitvoert.

TTEF1 (FA0:1)

4

• Productie framebalken TTEF2 (FA0:2) • Frame assemblage TTEF3 (Painting) • Frame spuiterij TTEL1 (FA1) • Luchtketels

• Ventielenpakket TTEL2 (FA1) • Ventielen

TTEL3 (FA1) • Leidingen

• Automatic Chassis Lubrication (ACL) TTE

(Componenten)

TTEL4 (Painting) • Onderdelenspuiterij

1 Op de chassislijn is elk deelgebied opgedeeld in stations met dezelfde takttijd. Een deelgebied op de chassislijn is dus een verzameling stations met specifieke werkzaamheden.

2 Zie voetnoot 1.

3 Binnen Componenten is geen eenduidige structuur te herkennen. Elk ‘voormontagestation’ kent zijn eigen unieke structuur.

4 Functional Area’s (FA’s): functionele gebieden (FA0-FA6) met een verzameling werkzaamheden binnen de truck assemblage (zie bijlage 1).

(7)

TTDA (FA1:1) • Persbouten

• Veren

• Kabels

• Stuurhuis

• Kantelcilinder Aanhaalmomenten TTDB (FA1:2) • Luchtdroger

• Binnewielschermen

• Luchttanken

• Leidingen

TTDC (FA2:1) • Assencompletering

• Assenonderbouw TTDD (FA2:2, FA3:1) • Cardanassen

• Stuurstokken

• Motorinbouw

• Motorafbouw TTD (Chassis. 1)

TTDE (motorcompl., FA3)

• Versnellingsbak aan motor

• Spuiten

TTCA (FA3:2) • Trailerbeugel

• Radiateur

• Bumper

• Demper TTCB (voor- en

lijnass., FA4:1)

• Accumontage

• Luchtinlaten

• Bumper

• Achterspatborden en achterlichten

• Instapunit TTCC (voor- en

lijnass., FA4:2)

• Spoilers

• Cabine-opbouw

• Koppelschotels

• Luchttesten

• Elektrische controle

• Vloeistoffenvulling TTC (Chassis. 2)

TTCD (voor- en lijnass., FA5)

• Wielenmontage

• Brandstoftanks

• Programmeren

• Procesbegeleiding & reparatie

(8)

TTBB (FA6) • Test & Repair TTBC (FA6) • Test drive & Repair TTB (Truck Repair)

TTBD (FA6) • Truck Repair

Per deelgebieden zijn twee teams (ploegen) werkzaam, met uitzondering van TTEF1.

Hier werkt men in een vier-ploegen dienst.

(9)

Bijlage 3 Vragenlijst onderzoek

Vragenlijst teamontwikkeling 2003

Geacht teamlid,

Voor u ligt een vragenlijst voor een onderzoek naar teamontwikkeling, teamprestaties en de voorwaarden die daarvoor noodzakelijk zijn. Wij vragen u de onderstaande tekst door te nemen, voor u begint aan de beantwoording van de vragenlijst.

Deze vragenlijst is een onderdeel van het Scania Productie Systeem (SPS). Scania wil weten welke voorwaarden zij moet scheppen, zodat teams zich kunnen ontwikkelen. Deze ontwikkeling van teams moet uiteindelijk leiden tot teams die continu verbeteren.

Onder een team verstaan we een ploeg en niet de gehele afdeling!

Een team bestaat uit regelaar, senior vakmonteurs, vakmonteurs, all-round monteurs en monteurs. De groepsleider valt hier dus buiten.

Met de resultaten van dit onderzoek kunnen plannen gemaakt worden voor het verbeteren van het team en de omstandigheden waaronder u en uw team moeten werken.

Deze resultaten zullen overigens alleen waardevol zijn wanneer alle teamleden deelnemen aan het beantwoorden van de vragenlijst. Wij verzoeken u daarom serieus en aandachtig de vragen door te lezen en te beantwoorden.

De vragenlijst bestaat uit verschillende onderdelen die, indien nodig, kort zullen worden toegelicht. Bij ieder onderdeel wordt ook aangegeven hoe de vraag beantwoord moet worden.

Beantwoord duidelijk in de daarvoor bestemde vakjes en geef maximaal 1 antwoord per vraag (tenzij duidelijk anders aangegeven). Indien u zeker weet dat u de vraag niet kunt beantwoorden, kunt u deze beter open laten.

Uiteraard worden uw gegevens anoniem gehouden. U hoeft immers geen naam te vermelden en wordt ‘slechts’ als teamlid behandeld. Daarnaast levert u de vragenlijst in een dichtgeplakte enveloppe in.

De vragenlijst bestaat uit 161 vragen en de beantwoording ervan zal ongeveer drie kwartier in beslag nemen. Wij verzoeken u de vragenlijst in te vullen en donderdag 30 januari in te leveren bij uw groepsleider.

Scania wenst u veel succes en bedankt u voor uw deelname!

P.S.: voor vragen of opmerkingen met betrekking tot de vragenlijst of het onderzoek in het algemeen, kunt u zich wenden tot:

Diedrik Peppelman Scania Nederland, TTIP

(10)

31 (0)38 4977687

diedrik.peppelman@scania.com

Algemeen

Afdeling:

Naam van de afdeling (bijv. TTEL1):

Ploeg: 0 F-ploeg 0 G-ploeg

Respondent:

Wat is uw geslacht?: 0 Man 0 Vrouw

Wat is uw leeftijd?: jaar

Hoe lang bent u werkzaam binnen deze ploeg?: jaar en maanden

Hoe lang bent u werkzaam bij Scania?: jaar en maanden

Heeft u in het verleden bij een ander bedrijf gewerkt?: 0 Ja 0 Nee

Wat is uw hoogst voltooide opleiding?

0 Lager onderwijs 0 Voortgezet onderwijs

0 Middelbaar (beroeps)onderwijs 0 Hoger onderwijs

Wat is uw huidige functie?

0 Monteur

0 All-round monteur 0 Vakmonteur 0 Senior vakmonteur 0 Regelaar

Werkt u part-time?: 0 Ja 0 Nee

(11)

A. Team management

De drie onderstaande onderdelen hebben betrekking op de kenmerken van uw groepsleider, zoals u dat ziet.

Daarvoor willen we van u weten hoe u zijn stijl van leidinggeven typeert en hoe uw persoonlijke relatie is met uw groepsleider. Daarnaast willen we weten hoe u denkt over de product- en proces-engineer.

Bij ieder onderdeel staat aangegeven hoe u de vraag kunt beantwoorden.

Groepsleider (stijl van leidinggeven)

Hieronder vindt u vier typeringen van leidinggevenden. Vervolgens worden 7 opties gegeven over de leiderschapsstijl die het meest overeenkomt met uw groepsleider.

Stijl 1 De groepsleider vertelt hoe en waar de medewerker de taken moet vervullen. Dit is duidelijk een vorm van eenrichtingsverkeer. De groepsleider communiceert naar de medewerker.

Stijl 2 De groepsleider geeft richting aan en blijft de taakuitoefening nauwkeurig volgen, maar probeert een vorm van tweerichtingsverkeer te realiseren. De groepsleider geeft uitleg over beslissingen, vraagt suggesties en motiveert de medewerker door de bedoeling te laten zien.

Stijl 3 De groepsleider bevordert en ondersteunt de medewerkers bij de uitoefening van hun taak door hen zoveel mogelijk ruimte, informatie en verantwoordelijkheid te geven. Problemen worden opgelost en beslissingen worden in overleg genomen.

Stijl 4 De groepsleider geeft het doel of het te behalen resultaat van de taak aan, maar de medewerkers moeten deze geheel zelfstandig vervullen. De medewerker achterhaalt zelf de problemen en de oplossingen van deze problemen.

Kruis het vakje aan voor de optie die overeenkomt met de leiderschapsstijl of combinatie van leiderschapsstijlen die overeenkomt met uw groepsleider.

 Stijl 1 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Stijl 2 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Een combinatie van stijl 1 en stijl 2 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Stijl 3 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Een combinatie van stijl 2 en stijl 3 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Stijl 4 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

 Een combinatie van stijl 3 en stijl 4 komt het meest overeen met de leiderschapsstijl van mijn groepsleider

(12)

In de volgende onderdelen zijn stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

1 2 3 4 5

1. Mijn groepsleider neemt snel de leiding     

2. Mijn groepsleider bepaalt in detail wat er moet gebeuren en hoe het moet gebeuren      3. Mijn groepsleider fungeert voor mij als voorbeeld      4. Mijn groepsleider legt uit hoe te handelen bij nieuwe of moeilijke problemen      5. Mijn groepsleider doet voor hoe ik dingen aan kan pakken     

1 2 3 4 5 6. Ik voel mij door mijn groepsleider gewaardeerd     

7. Mijn groepsleider is vriendelijk en open     

8. Ik heb volledig vertrouwen in mijn groepsleider      9. Mijn groepsleider geeft voldoende verantwoordelijkheden uit handen aan     

teamleden

10. Mijn groepsleider pleegt – ook over belangrijke zaken – echt wederzijds overleg     

Vertrouwen en steun

1 2 3 4 5 11. Mijn groepsleider heeft veel vertrouwen in mij     

12. Mijn groepsleider steunt mij in mijn werk     

13. Mijn groepsleider motiveert mij om verbeteringen aan te dragen      14. Mijn groepsleider motiveert mij om zelf beslissingen te nemen     

Product- en proces-engineer (ondersteuning)

1 2 3 4 5 15. De product-engineer heeft vaak contact met ons over mogelijke     

verbeteringen van het product

16. De proces-engineer heeft vaak contact met ons over mogelijke      verbeteringen van het proces

17. De product-engineer spoort ons aan om ten allen tijde mogelijke      verbeteringen van de werkinstructies te melden

18. De proces-engineer spoort ons aan om ten allen tijde mogelijke      verbeteringen van de werkinstructies te melden

(13)

B. Taak karakteristieken

Onder de taak karakteristieken vallen de volgende vijf onderdelen. Deze onderdelen gaan allen over uw werk en hoe uw werk getypeerd kan worden. Is het duidelijk wat uw rol is binnen Scania en heeft u de mogelijkheid om vrij te handelen en invloed uit te oefenen. En in welke mate heeft u de beschikking over informatie over uw werk en de behaalde resultaten.

In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

Rolduidelijkheid

1 2 3 4 5 19. Mijn taak heeft duidelijke na te streven doelen      20. Mijn functie heeft duidelijk omschreven verantwoordelijkheden     

21. Ik weet precies wat er van mij wordt verwacht     

22. Ik vind dat het deelgebied waarin ik werkzaam ben een duidelijk      afgebakende taak heeft

Informatieuitwisseling

1 2 3 4 5 23. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn groepsleider      24. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn regelaar      25. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn product-     

engineer

26. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn proces-      engineer

27. Ik heb vaak uitwisseling van informatie / contact met mijn collega’s      uit de andere ploeg

In de volgende twee onderdelen (vrijheid en invloed) gaat het om de mogelijkheden die vanuit Scania geboden worden om zelf bepaalde zaken binnen uw werk te kunnen bepalen en te regelen. De vragen 28 tot en met 46 beginnen met kunt u. Dit moet u lezen als heeft u de mogelijkheid! U geeft dan bij elke vraag aan of die mogelijkheid er is. Dit hoeft dus niet te betekenen dat u of uw collega’s ook werkelijk van die mogelijkheid gebruik maken.

Vrijheid

28. Kunt u in uw werk voldoende beroep doen op al uw vaardigheden en capaciteiten?  Ja  Nee 29. Kan (mag) een collega werk van u overnemen als u er niet uitkomt?  Ja  Nee 30. Kunnen (mogen) uw collega’s u helpen bij het afwerken van een opdracht  Ja  Nee

(14)

als dat nodig is?

31. Kunt u met de eigen collega’s uit uw eigen team praten over het werk?  Ja  Nee

32. Kunt u zelf beslissen hoe u het werk uitvoert?  Ja  Nee

De vragen t/m vraag 46 beginnen met kunt u. Dit moet u lezen als heeft u de mogelijkheid! U geeft dan bij elke vraag aan of die mogelijkheid er is. Dit hoeft dus niet te betekenen dat u of uw collega’s ook werkelijk van die mogelijkheid gebruik maken.

33. Kunt u zelf de volgorde van uw werk bepalen?  Ja  Nee

34. Kunt u zelf bepalen wanneer u een taak uitvoert?  Ja  Nee 35. Kunt u uw werk, als u dat nodig vind, zelf onderbreken?  Ja  Nee

36. Kunt u zelf het werktempo regelen?  Ja  Nee

37. Kunt u het tijdstip waarop iets klaar moet zijn uitstellen?  Ja  Nee

38. Kunt u een eigen werkwijze kiezen?  Ja  Nee

39. Kunt u invloed op de beslissingen van uw team/afdeling uitoefenen?  Ja  Nee 40. Kunt u zelf beslissingen nemen zonder dat u daarvoor verantwoording  Ja  Nee

af moet leggen?

41. Kunt u bij eventuele problemen mensen uit andere afdelingen inschakelen?  Ja  Nee 42. Kunt u met anderen bespreken hoe de taken worden verdeeld? (Wie doet wat?)  Ja  Nee 43. Kunt u met anderen bespreken hoe de taken gepland moeten worden?  Ja  Nee

Invloed

44. Kunt u veel invloed uitoefenen op de hoeveelheid werk?  Ja  Nee 45. Kunt u veel invloed uitoefenen op de organisatie van het werk?  Ja  Nee 46. Kunt u veel invloed uitoefenen op verbeteringen van het werk?  Ja  Nee 47. Wordt er vaak gevraagd naar uw mening wanneer er beslissingen  Ja  Nee

moeten worden genomen?

Doelen & Terugkoppeling

In onderstaande vragen komt vaak de term team voor. We willen hier nogmaals benadrukken dat het gaat om de ploeg waarin u werkt en niet het deelgebied. Team heeft dus betrekking op uw ploeg.

48. Zijn de doelen van SCANIA bij u bekend?  Ja  Nee

49. Zijn de doelen die u als team moet realiseren bekend?  Ja  Nee 50. Zijn de doelen die u als team moet realiseren helder geformuleerd?  Ja  Nee 51. Zijn de doelen die u als team moet realiseren haalbaar?  Ja  Nee 52. Zijn er doelen omschreven over te behalen resultaten?  Ja  Nee 53. Zijn er doelen opgesteld over hoe samen te werken?  Ja  Nee

54. Wordt er terugkoppeling gegeven over behaalde resultaten van uw team?  Ja  Nee 55. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie  Ja  Nee

tussen u en uw collega’s?

(15)

56. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie tussen  Ja  Nee u en uw groepsleider?

57. Wordt er door uw groepsleider terugkoppeling gegeven over de relatie tussen  Ja  Nee u en de product- & proces-engineer?

In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

C. Team karakteristieken

De team karakteristieken hebben betrekking op groepsgrootte, -leeftijd, -diversiteit etc. Deze gegevens worden samengesteld met behulp van de gegevens die u reeds gegeven heeft onder het kopje algemeen. Wat we verder nog van u willen weten is de mate van het groepsgevoel. Hiervoor hebben we onderstaande stellingen gevormd.

Groepsgevoel

1 2 3 4 5 58. De leden van mijn team werken echt als een team samen     

59. Ik vind het prettig om in dit team te werken     

60. Alle teamleden zitten op een lijn als het gaat om de houding ten      opzichte het werk

61. Er is binnen ons team sprake van (sub)groepsvorming     

D. Persoonlijke karakteristieken

Naast de team karakteristieken willen we ook graag meer informatie over uw persoonlijke karakteristieken. Ook hierover heeft u reeds informatie gegeven in de vorm van leeftijd, geslacht, etc. Daarnaast willen we nog meer informatie inwinnen over aspecten die hieronder zijn beschreven.

Competenties

1 2 3 4 5 62. Ik bezit voldoende technische vaardigheden om mijn taak naar behoren     

uit te voeren

63. Ik bezit vaardigheden over hoe ik moet plannen, werklast moet beheersen      en teamprestaties moet analyseren

64. Ik bezit vaardigheden om problemen in product en proces zelf op te lossen      65. Ik bezit de capaciteit en durf om te experimenteren en zo tot verbeteringen     

te komen

Competentiegevoel

1 2 3 4 5

(16)

66. Ik heb een goede greep op de dingen in mijn werk     

67. In mijn werk is mijn zelfvertrouwen groot     

(17)

In de volgende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent, door gebruik te maken van de volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

Verantwoordelijkheidsgevoel

1 2 3 4 5 68. Ik voel mij verantwoordelijk voor het goed verlopen van het proces      69. Ik ben plichtsgetrouw als het gaat om het uitvoeren van mijn werk      70. Ik neem graag zelf initiatief om dingen te verbeteren     

Behoefte aan ontwikkeling

1 2 3 4 5 71. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik nieuwe dingen kan leren      72. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik mezelf kan ontwikkelen     

Behoefte aan sturing

1 2 3 4 5 73. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik nauwkeurige richtlijnen moet volgen      74. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik volgens vaste werkmethoden moet     

werken

75. Ik geef de voorkeur aan werk waarbij ik veel verantwoordelijkheid heb     

(18)

In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

E. Teamontwikkeling

De teamontwikkeling geeft aan in welke mate een team zich op verschillende gebieden heeft ontwikkeld. Deze gebieden hebben betrekking op de vier onderstaande onderdelen.

Nogmaals, team heeft betrekking op uw ploeg en niet op het gehele deelgebied.

Taakverbreding

1 2 3 4 5

76. Het team heeft het uitvoerende werk altijd op tijd af      77. Het aantal mensen in het team is voldoende om het werk te doen     

78. Het werk van het team is gevarieerd     

79. De ploegenoverdracht van het team verloopt naar wens      80. Wij voeren als team duidelijk een gezamenlijke taak uit     

81. Problemen ten aanzien van het productieproces worden in het      werkbespreking besproken

82. De teamleden delen onderling informatie over het werk      83. Informatie uit de werkbespreking is bij alle teamleden bekend      84. In de werkbespreking wordt er goed naar elkaar geluisterd     

85. De teamleden weten wat de teamdoelen zijn     

1 2 3 4 5

86. De teamleden weten wie de klanten zijn     

87. De teamleden weten wie de leveranciers zijn     

88. Als een of twee teamleden ziek zijn geeft dat problemen bij het      uitvoeren van het werk

89. Alle teamleden vallen voor elkaar in, indien dat nodig is      90. De teamleden kunnen veel verschillende taken uitvoeren binnen het team     

91. De teamleden wisselen regelmatig met elkaar van taak      92. De teamleden helpen elkaar bij het uitvoeren van de taken      93. De teamleden leren nieuwe / andere teamleden hoe de werkzaamheden     

uitgevoerd moeten worden

94. De teamleden voeren alle noodzakelijke / belangrijke teamwerkzaamheden      zelf uit

(19)

In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

Taakverrijking

1 2 3 4 5 95. Teamleden hebben inspraak in hoe het team zijn werk uitvoert     

96. Het team besluit zelf wie welke taak doet     

97. De meeste besluiten over het werk worden door de teamleden genomen      98. De meeste teamleden gebruiken de kans om regeltaken (bijv. onderhoud,     

kwaliteitscontroles, planning enz.) uit te voeren

99. Iedereen heeft invloed bij het nemen van een groepsbesluit     

100. De teamleden houden zich aan afspraken     

101. Het team is zelf verantwoordelijk voor de manier van werken      102. De teamleden voeren de afgesproken regeltaken uit      103. Teamleden nemen zelf verantwoordelijkheid ten aanzien van de afgesproken     

regeltaken

104. Het team stelt zelf een opleidingsplan op     

1 2 3 4 5

105. Het team voert zelf de weekplanning uit     

106. Het team stemt zelf (het werk) af met de planning     

107. Teamleden leren zelf nieuwe teamleden in     

108. Het team plant zelf de werkbespreking     

109. Het team voert zelf routineonderhoud uit     

110. Het team schakelt zelf het onderhoudspersoneel in      111. Het team onderhoudt zijn eigen werkinstructies      112. Het team voert zelf de kwaliteitscontroles uit     

113. Het team bewaakt zelf de orde en netheid     

114. Teamleden weten hoe hun werkzaamheden de teamprestaties beïnvloeden      115. Als de teamprestaties dalen weet het team de oorzaak daarvan      116. Als teamprestaties dalen verhelpt het team dit zelf     

(20)

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

Samenwerking

1 2 3 4 5 117. Teamleden beoordelen hoe een ander teamlid de uitvoerende taken doet      118. Teamleden motiveren elkaar de uitvoerende taken goed te doen      119. Teamleden spreken elkaar aan op fouten ten aanzien van uitvoerende taken      120. Teamleden beoordelen hoe een ander teamlid regeltaken uitvoert      121. Teamleden motiveren elkaar de regeltaken goed te doen     

1 2 3 4 5 122. Teamleden spreken elkaar aan op fouten ten aanzien van regeltaken     

123. Conflicten zijn goed bespreekbaar     

124. Teamleden lossen onderlinge samenwerkingsproblemen zonder groepsleider op      125. Teamleden spreken elkaar aan op elkaars gedrag in de groep     

126. Teamleden vertrouwen elkaar     

127. Teamprestaties vertonen een stijgende lijn     

128. Teamdoelen worden door het team gemaakt en komen voort uit SCANIA’s doelen      129. Teamleden voelen zich verantwoordelijk voor de resultaten van het team      130. Teamresultaten worden door het team zelf besproken      131. Het team is duidelijk als zelfsturende eenheid te herkennen      132. Teamprestaties zijn afhankelijk van de gezamenlijke inzet van alle teamleden     

Ondernemerschap

1 2 3 4 5 133. Het team weet welke ontwikkelingen de komende jaren in de omgeving van     

het team zullen plaatsvinden

134. Het team weet welke uitvoerende taken de komende jaren gedaan moeten      worden

135. Het team weet welke opleidingsbehoeften er voor de komende jaren zijn      136. Het team weet welke aanpassingen er in de arbeidsprocedure nodig zijn      137. Het team stemt zelf de planning af met de klanten (de afdeling waar u aan levert)     

138. Het team stemt zelf de leveringen af met de toeleveranciers      139. Problemen met interne klanten lost men zelf op      140. Problemen met externe klanten lost het team zelf op     

(21)

In de resterende onderdelen zijn opnieuw stellingen geformuleerd, waarbij u gevraagd wordt aan te geven in hoeverre u het daar mee eens bent. Ook hier geldt volgende antwoordschaal:

1 = in het geheel niet 2 = vrijwel niet

3 = gedeeltelijk / redelijk 4 = in sterke mate 5 = in zeer sterke mate

Met een score 1 geeft u dus aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

1 2 3 4 5 141. Problemen met interne leveranciers lost men zelf op      142. Problemen met externe leveranciers lost men zelf op     

143. Uit contacten met interne klanten en leveranciers komen regelmatig      verbeterpunten voor het team naar voren

144. Uit contacten met externe klanten en leveranciers komen regelmatig      verbeterpunten voor het team naar voren

145. Uit contacten met interne experts (proces- & product-engineers, groepsleiders,      vakmensen) komen regelmatig verbeterpunten voor het team naar voren

146. Teamleden adviseren bij de selectie van nieuwe teamleden     

147. Het team voert zelf volledig onderhoud uit     

1 2 3 4 5

148. Het team maakt zelf de werkinstructies     

149. Het team neemt actie op fouten     

150. Het team maakt zelf afspraken als er ondersteuning nodig is     

151. Het team bepaalt zelf de kwaliteitsnormen     

152. Teamleden ondersteunen verbeterinitiatieven van anderen (binnen      en buiten het team)

153. Teamleden nemen zelf veel initiatief tot verbeteren      154. Het functioneren van het team staat veel ter discussie      155. Groepsnormen en regels staan steeds ter discussie     

F. Effectiviteit

De volgende drie onderdelen hebben betrekking op uw beleving van uw werk bij Scania. Met een score 1 geeft u aan dat een bepaalde stelling in het geheel niet van toepassing is, terwijl u met score 5 kunt aangeven dat de stelling in zeer sterke mate van toepassing is. Kruis telkens duidelijk één antwoord aan.

Arbeidsvoldoening

1 2 3 4 5

156. Mijn werk geeft mij veel voldoening     

(22)

157. Over mijn huidige werk ben ik enthousiast     

Betrokkenheid

1 2 3 4 5 158. Ik werk liever bij Scania dan bij een ander bedrijf     

159. Ik voel me verbonden met Scania     

Burnout

1 2 3 4 5

160. Ik voel me vermoeid door mijn werk     

161. Ik voel me opgebrand door mijn werk     

Opmerkingen

(23)

Vriendelijk bedankt voor uw medewerking!!

Bijlage 4 Processchema ‘empirisch onderzoek’

Bent u geïnteresseerd in de resultaten van deze vragenlijst? 0 Ja 0 Nee

Bent u geïnteresseerd in de resultaten van deze vragenlijst? 0 Ja 0 Nee

(24)

Definitie van populatie Operationalisering populatie

Eventueel steekproefplan Selectie van onderzoekseenheden

Selectie van informanten

Definitie van begrippen

Operationalisering van variabelen

Opstelling vragenlijst

Enquêteren

Data-verzameling Data-verwerking (SPSS)

Data-analyse

Rapportage Beslissingen en

activiteiten Verder

onderzoek

Probleemstelling Onderzoeksmodel (hypothesen)

Strategiekeuze Enquête

Persoonlijk, Telefonisch, Zelfinvullijst

Andere strategieën

Gegevens uit andere bron Keuze van de

tijdsperiode

Organisatie van het veldwerk

(25)

Bijlage 5 Overzicht onderzoeksgegevens (teamniveau)

Team Managementa

TTBB-F 3,14 3,63 4,58 2,91

TTBB-G 3,23 3,99 4,71 2,28

TTBC-F 3,11 3,71 5,18 2,25

TTBC-G 2,90 3,72 4,75 2,38

TTBD-F 2,69 3,61 4,47 1,92

TTBD-G 2,77 3,41 4,55 2,21

TTCA-F 2,75 3,66 4,25 2,54

TTCC-F 2,80 3,67 3,53 2,46

TTCD-F 2,89 3,91 5,21 2,10

TTCD-G 3,30 4,13 5,08 3,50

TTDA-F 2,96 3,89 4,24 2,10

TTDA-G 2,88 3,69 4,69 2,48

TTDB-F 2,74 3,03 3,79 2,31

TTDB-G 3,03 3,48 3,72 2,54

TTDD-G 2,89 3,30 2,86 2,13

TTDE-F 2,88 3,71 4,15 1,48

TTDE-G 2,99 3,71 3,63 1,65

TTEF2-F 2,56 3,38 4,11 2,23

TTEF2-G 3,32 4,22 4,10 2,65

TTEL1-G 3,02 4,02 5,00 2,17

TTEL2-F 2,88 3,58 4,45 2,55

TTEL3-F 2,59 3,39 5,13 2,69

TTEL3-G 1,87 3,26 4,89 2,09

23 23 23 23 23

2,8773 3,6560 4,3952 2,3313

,29908 ,28939 ,60524 ,41172

,089 ,084 ,366 ,170

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

taakgericht leiderschap (Stoker)

relatiegericht leiderschap

(Stoker)

leiderschapss tijl (Hersey)

ondersteu ning van product- &

proces-en gineers

Limited to first 100 cases.

a.

(26)

Taak Karakteristieken: Regelproblemena

TTBB-F 3,89 TTB ,86 ,60

TTBB-G 4,21 TTB ,78 ,73

TTBC-F 3,68 TTB ,97 ,73

TTBC-G 4,04 TTB ,97 ,68

TTBD-F 3,64 TTB ,81 ,39

TTBD-G 4,02 TTB ,79 ,39

TTCA-F 3,63 TTC ,76 ,66

TTCC-F 4,01 TTC ,76 ,59

TTCD-F 3,96 TTC ,77 ,58

TTCD-G 4,14 TTC ,90 ,71

TTDA-F 3,97 TTD ,83 ,70

TTDA-G 3,71 TTD ,78 ,58

TTDB-F 3,68 TTD ,72 ,42

TTDB-G 3,74 TTD ,91 ,69

TTDD-G 3,80 TTD ,80 ,54

TTDE-F 3,77 TTD ,83 ,56

TTDE-G 3,75 TTD ,83 ,53

TTEF2-F 3,42 TTE ,77 ,57

TTEF2-G 3,63 TTE ,75 ,65

TTEL1-G 3,71 TTE ,86 ,73

TTEL2-F 3,50 TTE ,88 ,60

TTEL3-F 3,50 TTE ,86 ,56

TTEL3-G 3,53 TTE ,87 ,44

23 23 23 23 23

3,7802 2,57 ,8288 ,5935

,21616 1,161 ,06771 ,10600

,047 1,348 ,005 ,011

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

rolduidelij kheid

operationele

eenheid doelen feedback

Limited to first 100 cases.

a.

(27)

Taak Karakteristieken: Regelmogelijkhedena

TTBB-F ,75 ,55 2,91

TTBB-G ,67 ,53 2,86

TTBC-F ,74 ,73 3,07

TTBC-G ,61 ,48 2,97

TTBD-F ,84 ,30 2,52

TTBD-G ,90 ,40 2,72

TTCA-F ,67 ,32 2,78

TTCC-F ,65 ,46 2,69

TTCD-F ,79 ,64 2,82

TTCD-G ,70 ,48 3,08

TTDA-F ,55 ,48 2,55

TTDA-G ,56 ,37 2,43

TTDB-F ,55 ,27 2,34

TTDB-G ,64 ,42 2,81

TTDD-G ,59 ,35 2,60

TTDE-F ,63 ,33 2,20

TTDE-G ,55 ,43 2,43

TTEF2-F ,59 ,33 2,46

TTEF2-G ,53 ,30 2,94

TTEL1-G ,75 ,65 2,63

TTEL2-F ,69 ,48 2,64

TTEL3-F ,74 ,38 2,48

TTEL3-G ,66 ,26 2,04

23 23 23 23

,6668 ,4324 2,6500

,09843 ,12641 ,26984

,010 ,016 ,073

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

autonomie / vrijheid

participatie / invloed

contactmog elijkheden / informatieui twisseling

Limited to first 100 cases.

a.

(28)

Team Karakteristiekena

TTBB-F 3,62 5,88 3,81 ,68 4,04

TTBB-G 3,35 5,58 4,30 ,85 4,87

TTBC-F 3,36 8,11 5,41 ,79 2,98

TTBC-G 3,56 5,30 6,16 ,74 5,28

TTBD-F 3,75 4,98 4,31 ,55 3,70

TTBD-G 3,52 2,52 3,38 ,76 4,62

TTCA-F 3,39 3,39 6,51 ,86 5,40

TTCC-F 3,68 4,33 3,28 ,91 3,74

TTCD-F 3,41 3,39 1,62 ,78 4,22

TTCD-G 4,15 4,78 4,75 ,95 5,71

TTDA-F 3,09 3,98 2,58 ,93 3,06

TTDA-G 3,01 3,98 3,75 ,85 4,25

TTDB-F 2,64 5,28 3,87 ,75 3,68

TTDB-G 2,98 4,96 4,42 ,85 3,85

TTDD-G 3,08 4,64 3,46 ,81 4,27

TTDE-F 3,23 7,11 3,39 ,82 3,83

TTDE-G 2,90 5,28 3,87 ,92 5,45

TTEF2-F 3,37 7,43 5,04 ,77 5,41

TTEF2-G 2,97 6,39 7,98 ,84 5,45

TTEL1-G 3,51 10,47 9,41 ,93 5,89

TTEL2-F 3,58 5,92 2,78 ,71 6,28

TTEL3-F 3,51 4,42 2,89 ,83 7,00

TTEL3-G 3,57 7,41 5,61 1,02 5,70

23 23 23 23 23 23

3,3582 5,4578 4,4589 ,8216 4,7249

,33569 1,77651 1,78203 ,10182 1,06244

,113 3,156 3,176 ,010 1,129

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

groepscoh esie (excl.

vraag 61)

teamleeftijd (tijd werkzaam in

het team)

stabiliteit van het team (turn-over /

verloop)

rol-hetero geniteit

persoonlijke heterogeniteit

Limited to first 100 cases.

a.

(29)

Personeel Karakteristiekena

TTBB-F 4,07 4,21 4,40 2,85

TTBB-G 4,10 4,24 4,25 2,77

TTBC-F 3,80 3,90 3,95 2,86

TTBC-G 3,85 3,96 4,08 2,88

TTBD-F 3,63 4,00 4,03 2,68

TTBD-G 3,67 3,90 4,27 2,66

TTCA-F 3,88 4,02 3,94 3,38

TTCC-F 3,84 4,06 3,85 2,75

TTCD-F 4,18 4,18 4,25 2,82

TTCD-G 3,87 4,22 4,07 2,96

TTDA-F 3,72 4,08 4,21 3,11

TTDA-G 3,79 3,75 4,02 3,29

TTDB-F 3,93 3,90 4,25 2,83

TTDB-G 3,80 3,81 3,95 2,98

TTDD-G 4,07 4,13 4,21 3,27

TTDE-F 3,54 3,78 3,46 3,00

TTDE-G 3,88 3,79 3,91 2,66

TTEF2-F 3,73 3,82 4,00 2,95

TTEF2-G 3,93 4,08 4,25 2,85

TTEL1-G 3,87 4,05 3,88 2,81

TTEL2-F 3,35 4,05 3,55 3,42

TTEL3-F 3,51 3,69 3,73 3,12

TTEL3-G 3,46 3,69 3,64 3,03

23 23 23 23 23

3,8022 3,9710 4,0066 2,9533

,20949 ,17233 ,24689 ,22245

,044 ,030 ,061 ,049

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

competenties van respondenten

self-efficacy (combinatie van compgev

& verantw)

behoefte aan ontwikkeling

behoefte aan sturing (excl.

vraag 75)

Limited to first 100 cases.

a.

(30)

Teamontwikkeling-scoresa

TTBB-F 3,57 3,12 3,46 2,90

TTBB-G 3,38 3,02 3,13 2,72

TTBC-F 3,36 3,33 3,15 3,08

TTBC-G 3,64 3,35 3,31 2,84

TTBD-F 3,56 3,18 3,26 2,66

TTBD-G 3,69 3,23 3,23 2,50

TTCA-F 3,49 2,91 3,13 2,44

TTCC-F 3,32 2,85 3,17 2,62

TTCD-F 3,50 3,11 3,15 2,61

TTCD-G 3,75 3,19 3,52 2,80

TTDA-F 3,39 2,79 3,04 2,42

TTDA-G 3,07 2,83 3,27 2,63

TTDB-F 3,20 2,74 2,86 2,46

TTDB-G 3,21 2,89 3,18 2,61

TTDD-G 3,15 2,96 2,97 2,38

TTDE-F 3,25 2,72 2,99 2,56

TTDE-G 3,10 2,75 2,73 2,61

TTEF2-F 3,24 2,88 3,07 2,64

TTEF2-G 3,52 2,72 3,04 2,50

TTEL1-G 3,75 3,24 3,40 2,83

TTEL2-F 3,26 2,68 2,92 2,34

TTEL3-F 3,49 2,69 3,18 2,46

TTEL3-G 3,47 2,59 3,02 1,96

23 23 23 23 23

3,4076 2,9463 3,1382 2,5908

,20225 ,22900 ,18658 ,22605

,041 ,052 ,035 ,051

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

N Mean Std. Deviation Variance Total

naam van het team

teamontwi kkelingsdi mensie:

taakverbre ding

teamontwikkel ingsdimensie:

taakverrijking

teamontwi kkelingsdi mensie:

samenwer king

teamontwi kkelingsdi mensie:

ondernem erschap

Limited to first 100 cases.

a.

(31)

Bijlage 6 Teamontwikkeling van de onderzochte productieteams

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBC-G

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

13 18 47

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBC-F

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBB-F

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dimensie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

14 53

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBB-G

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dimensie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 16

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBD-F

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

18 37

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTBD-G

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 6

14 42

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTCA-F

dim ensie4 dime

nsie3 dime

nsie2 dim

ensie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 11

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTCC-F

dim ensie4 dime

nsie3 dime

nsie2 dim

ensie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTCD-F

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

14 13 21

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTCD-G

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

25 18 53

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDA-F

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDA-G

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

9 13

(32)

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDB-G

dim ensie4 dimensi

e3 dime

nsie2 dim

ensie1

Procenten

100,00

80,00

60,00

40,00

20,00

0,00

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDD-G

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dimensie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDE-F

dime nsie4 dim

ensie3 dim

ensi e2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 6

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDE-G

dimensi e4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 11

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTDB-F

dim ensie4 dimensi

e3 dime

nsie2 dim

ensie1

Procenten

100,00

80,00

60,00

40,00

20,00

0,00

(33)
(34)

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEF2-G

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 6

37

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEL1-G

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

25

9 58

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEL2-F

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 16

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEL3-F

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 6

26

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEL3-G

dime nsie4 dime

nsie3 dime

nsie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0 9

37

Percentage teamontwikkeling

TEAM: TTEF2-F

dimensie4 dim

ensie3 dim

ensie2 dime

nsie1

Procenten

100

80

60

40

20

0

13

(35)

Bijlage 7 Een ‘output’ van regressie

Variables Entered/Removedb

participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmo gelijkhede n / informatie uitwisselin ga

. Enter Model

1

Variables Entered

Variables

Removed Method

All requested variables entered.

a.

Dependent Variable:

teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding b.

Model Summary

,705a ,497 ,418 ,15429 ,497 6,267 3 19 ,004

Model 1

R R Square

Adjusted R Square

Std. Error of the Estimate

R Square

Change F Change df1 df2 Sig. F Change

Change Statistics

Predictors: (Constant), participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmogelijkheden / informatieuitwisseling a.

ANOVAb

,448 3 ,149 6,267 ,004a

,452 19 ,024

,900 22

Regression Residual Total Model 1

Sum of

Squares df Mean Square F Sig.

Predictors: (Constant), participatie / invloed, autonomie / vrijheid, contactmogelijkheden / informatieuitwisseling

a.

Dependent Variable: teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding b.

Coefficientsa

1,930 ,386 4,998 ,000

,293 ,152 ,392 1,934 ,068

1,210 ,358 ,589 3,382 ,003

-,248 ,337 -,155 -,738 ,470

(Constant)

contactmogelijkheden / informatieuitwisseling autonomie / vrijheid participatie / invloed Model

1

B Std. Error Unstandardized

Coefficients

Beta Standardized

Coefficients

t Sig.

Dependent Variable: teamontwikkelingsdimensie: taakverbreding a.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doe je dit niet, dan krijg je straks bij de montage te maken met componenten die te groot zijn voor de ruimte (footprint) op de print.. Die footprint is

In dit geval is dat Deelnemer Ouder 1, die voor iedereen binnen het huishouden kan aangeven of er sprake is van gezondheidsklachten en/of een positieve testuitslag.. Wanneer

De heer De Vries (CDA): Mevrouw Dijksma wil recht doen aan het convenant, maar zegt tegelijkertijd dat zij gelet op de ervaringen van de afgelopen vijf jaar er geen vertrou- wen

Hierbij ga ik er vanuit dat de mechanische ventilatie pas wordt uitgeschakeld nadat de saneringsdoelstelling voor de onverzadigde zone (de TCL voor een werksituatie) in de

volledig leeg zijn kost het de oplaadbare case slechts 1,5 uur om de oordopjes weer volledig op te laden!...

Ten aanzien van rechtmatigheid heeft de Rekenkamer geconcludeerd dat de subsidies aan de drie instellingen niet rechtmatig zijn verstrekt, doordat niet voldaan is aan alle bepalingen

De aanvraag, voor zover gericht op deze activiteit, en de verklaring van geen bedenkingen maken deel uit van deze

Indien STOP Training ingevolge artikel 1.3.1 toch wettelijk gehouden wordt de schade die de opdrachtgever lijdt te vergoeden, indien en voor zover de schade het gevolg is van opzet