• No results found

Jacques van de Worp en Martin het Lam – VEMW Nynke Geerts-Zandveld – Energie Nederland Maarten van IJcken en Nathalie Kaarls – Nogepa Ale Jan Algra – GasTerra

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jacques van de Worp en Martin het Lam – VEMW Nynke Geerts-Zandveld – Energie Nederland Maarten van IJcken en Nathalie Kaarls – Nogepa Ale Jan Algra – GasTerra "

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Klankbordbijeenkomst Regulering GTS vanaf 2006 – 15 oktober 2010

Aanwezigen:

Jacques van de Worp en Martin het Lam – VEMW Nynke Geerts-Zandveld – Energie Nederland Maarten van IJcken en Nathalie Kaarls – Nogepa Ale Jan Algra – GasTerra

Huub Halsema - EFET

Floris Gräper, Erik Gottschal, Bart Jan Hoevers en Tineke van der Meij - Gezamenlijke Netbeheerders / GTS Jan Hoogstraten - Netbeheer Nederland

Edward Droste, Ariane Kruijtzer, Wilco de Vreeze, Bas Postema en Marcel Vermeulen -NMa/ Energiekamer

1. Opening (nummers refereren aan hoofdstukken PowerPoint slides)

Tijdens de voorstelronde is gediscussieerd over de deelname aan de klankbordgroep van GasTerra. GTS geeft aan zich zorgen te maken over de onbalans in de klankbordgroep die gepaard zou gaan met deelname door een individuele marktpartij. De NMa ziet deze onbalans niet aangezien zij uitsluitend de inhoudelijke

argumenten weegt die in de klankbordgroep aan de orde komen. De NMa merkt daarbij op dat deelname aan de klankbordgroep niet betekent dat GasTerra als belanghebbende kan worden aangemerkt. Uiteindelijk maakt niemand bezwaar tegen de deelname van GasTerra. Energie Nederland voegt toe dat GasTerra anders ook namens Energie Nederland kan deelnemen.

2. Inleiding

Op 29 juni 2010 heeft het CBb de methodebesluiten GTS voor de periode 2009-2012 vernietigd en tevens geoordeeld dat ten onrechte er geen methode van regulering voor de periode 2006-2008 is vastgesteld. Dit betekent dat de NMa een methode van regulering moet vasttellen vanaf 2006.

3. Algemene uitgangspunten reguleringskader GTS:

Voor de totstandkoming van een reguleringskader voor GTS wil de NMa de volgende algemene uitgangspunten hanteren:

- zo spoedig mogelijk;

- juridisch houdbaar;

- faciliterend voor het investeringsklimaat;

- redelijke tarieven voor netgebruikers.

VEMW geeft aan dat spoedig zeker wenselijk is maar dat vooral zorgvuldig te werk moet worden gegaan. Dit moet resulteren in een juridisch houdbaar reguleringskader. Zekerheid is voor VEMW belangrijker dan spoedigheid. VEMW mist bij de uitgangspunten het principe van kostenoriëntatie, kostenoriëntatie is namelijk strikter dan redelijke tarieven. Dit zou de beste waarborg vormen voor misbruik van

monopoliemacht. Een nadruk op investeringsklimaat kan een slechte basis vormen voor kostengeoriënteerde tarieven. Waar het om gaat is dat investeringen daadwerkelijk efficiënt zijn.

EFET vraagt om een toevoeging aan de uitgangspunten. Namelijk om Europese ontwikkelingen, denk aan het 3

e

pakket, oprichting ACER, Europese codes, mee te nemen in de overwegingen voor de methodebesluiten.

Daarnaast vraagt EFET zich af of het bij investeringen alleen gaat om investeringen in het net of ook in zaken

die aan het net verbonden zijn (ICT). EFET vindt namelijk efficiënt netgebruik belangrijker dan efficiënt

investeren in het net. De NMa geeft aan dat de methodebesluiten toezien op de wettelijke taken van GTS.

(2)

Gasterra stelt vast dat twee zaken met elkaar gerijmd moeten worden: een redelijk niveau van inkomsten voor GTS en redelijke tarieven voor de gebruiker. Dit gaat over de relatie tussen risico en rendement. Om zeker te stellen dat GTS nieuwe investeringen op redelijke wijze kan doen, is in de vorige methodebesluiten een onderscheid gemaakt naar bestaande infrastructuur en nieuwe infrastructuur. Door gunstige parameters toe te passen bij nieuwe infrastructuur komen investeringen van de grond. Gasterra stelt dat de vorige

methodebesluiten hier inconsequent zijn geweest door dit onderscheid wel aan de inkomstenkant te maken (te denken valt aan afschrijvingstermijnen, rendementsvoeten) maar niet aan de tariefzijde. In de

onderhavige methode van regulering zou moeten worden omschreven hoe uitbreidingsinvesteringen in de tarieven worden verwerkt. Eerder lagen de risico’s voornamelijk bij de gebruikers en ging het rendement voornamelijk naar GTS. Gasterra betoogt dat risico en rendement zich goed tot elkaar moeten verhouden.

Nogepa brengt in dat ten aanzien van de redelijkheid van tarieven het kostenveroorzakingsprincipe voorop dient te staan. De NMa verwijst hiervoor naar het tariefbesluit.

VEMW stelt dat het methodebesluit meer details zou moeten bevatten over hoe de tarieven (ook na investeringen) jaarlijks tot stand komen.

4. De NMa beoogt met de x-factor de tariefinkomsten van GTS toe te laten groeien naar een efficiënt kostenniveau

NMa geeft een toelichting op algemene uitgangspunten van de regulering van de NMa.

VEMW stelt dat voor GTS op grond van de Verordening de efficiënte kosten aan het begin van de

reguleringsperiode het relevante startpunt moeten vormen en niet de tarieven die destijds van toepassing waren. De 2005 tarieven zijn wellicht niet kostengeoriënteerd en daardoor niet geschikt om te gebruiken als begininkomsten. In de 2005 tarieven zitten bijvoorbeeld kosten voor het Jepma-effect, maar dat bestaat niet.

De begininkomsten baseren op 2005 tarieven is misschien niet juridisch houdbaar.

NMa geeft een toelichting op efficiënte kosten in de regulering van de NMa.

4. Inventarisatie uitgangspunten tarieven

NMa: In een methodebesluit wordt de methode van regulering vastgelegd voor 3 tot 5 jaar. Een methode van regulering omvat de wijze waarop de tarieven in de reguleringsperiode tot stand komen. Een methode van regulering bevat dus een berekeningswijze. We hebben gekeken in wet en regelgeving waar er iets wordt verteld over deze berekeningswijze

4. Kapitaalslasten

Niveau van efficiënte kapitaalslasten wordt bepaald op basis van GAW, WACC en afschrijvingstermijn.

4. Inventarisatie uitgangspunten GAW

De GAW dient objectief en boekhoudkundig te worden bepaald. Het GAW vraagstuk dient volgens Gasterra niet vermengd te worden met het vraagstuk rond het investeringsklimaat. Voor dit laatste is een ander instrument beschikbaar: toelaatbaar rendement.

De NMa geeft aan dat er verschillende mogelijkheden bestaan om de GAW te benaderen, voorbeelden

hiervan zijn historische kosten en vervangingswaarde.

(3)

Gasterra geeft aan dat vanuit objectiviteit de GAW bepaald moet worden op basis van historische kosten en niet op grond van vervangingswaarde. De transactiewaarde speelt volgens Gasterra in het geheel geen rol omdat deze ook toekomstverwachtingen bevat.

GTS wil graag het uitgangspunt van internationale vergelijkbaarheid toevoegen VEMW vindt het belangrijk dat de waarde objectief wordt vastgesteld.

4. Vragen omtrent GAW

Gasterra vindt dat de transactiewaarde geen rol dient te spelen.

GTS geeft aan dat de transactiewaarde wel degelijk relevant is, dat was immers de waarde van het netwerk.

VEMW stelt dat transactiewaarde niet objectief is, in de waarde bepaling kunnen ook politieke belangen mee zijn genomen of andere motieven

4. Inventarisatie uitgangspunten WACC

NMa: Bij het vaststellen van de WACC stelt de NMa voor dezelfde methode als bij andere netbeheerders te hanteren. Wel dient rekening gehouden te worden met eventuele verschillen in risicoprofiel tussen GTS en de overige netbeheerders. Een aspect wat hierin een rol kan spelen is bijvoorbeeld de Open Seasons van GTS tegenover de veilingsystematiek van Tennet. Dit wordt derhalve binnen de WACC methodiek geadresseerd.

De NMa is zich bewust van het feit, dat het van groot belang is dat de WACC op het juiste niveau wordt vastgesteld. Een te hoge WACC leidt ertoe dat GTS een hoger dan redelijk rendement behaalt, waardoor afnemers te veel betalen voor de geleverde diensten. Een te lage WACC leidt ertoe dat GTS een lager dan redelijk rendement behaalt. Hierdoor is de landelijke netbeheerder niet in staat een marktconforme vergoeding te betalen aan de vermogensverschaffers. Bij (her)financiering van de kapitaalbehoefte van de landelijke netbeheerder zullen vermogensverschaffers bij een te lage WACC onvoldoende bereid zijn om kapitaal ter beschikking te stellen. Noodzakelijke investeringen, en daarmee de leveringszekerheid, kunnen daardoor in het geding komen.

Gasterra, EFET en VEMW stellen dat de hoogte van de WACC een afspiegeling moet zijn van de verdeling van risico tussen GTS en afnemers. Deze partijen zijn van mening dat door de wijze waarop de Open Seasons van GTS worden uitgevoerd relatief veel risico bij de afnemers komt te liggen. GTS is juist van mening dat zijzelf relatief veel risico draagt, doordat de Open Season contracten hen geen garantie geven over de gehele looptijd van investeringen.

4. Inventarisatie uitgangspunten afschrijvingstermijnen

Voor de afschrijftermijnen stelt de NMa voor om aan te sluiten bij de boekhouding van GTS.

VEMW stelt dat vanuit objectiveerbaarheid de NMa zelf de afschrijvingstermijnen dient te bepalen omdat anders de wijze waarop GTS de boekhouding voert bepalend wordt voor uitgangspunten van regulering.

VEMW verwijst naar het methodebesluit van de regionale netbeheerders waar wordt aangesloten bij de

Regulatorische Accounting Regels (RAR). GTS stelt voor aansluiting te zoeken bij de International Financial

Reporting Standards (IFRS). Ook wijst GTS op de mogelijkheid voor de afschrijvingsduur een onderscheid te

maken naar bestaande infrastructuur en nieuwe infrastructuur. Een kortere afschrijvingsduur van nieuwe

(4)

infrastructuur kan in de WACC worden weerspiegelt. De klankbordgroep is het er over eens dat afschrijvingstermijnen moeten worden bepaald op basis van een reële technische en economische levensduur.

LUNCH

5. Reguleren van het verleden: uitgangspunten en mogelijke invulling in regulering NMa geeft een toelichting op hoe het verleden kan worden gereguleerd.

Energie Nederland legt de optie voor om voor drie perioden methodebesluiten te nemen: twee keer drie jaar met betrekking tot het verleden en één keer drie jaar met betrekking tot de toekomst. Dit is de periode 2012 tot en met 2014 waarin volledige verrekening van de oude doelmatigheidskortingen plaatsvinden. VEMW, GasTerra en Nogepa kunnen zich in dit voorstel vinden. Het voordeel van deze benadering zit erin dat je zodoende met een schone lei kan beginnen. Complicaties doen zich voor bij het vaststellen van het

begininkomsten en het eindinkomsten. Dient dat in één keer of in drie keer te geschieden? Ook moet bepaald worden hoe nieuwe investeringen vanaf 2010 verrekend gaan worden.

VEMW, Gasterra en Nogepa brengen nogmaals in dat het startpunt gelegen moet zijn in de efficiënte kosten.

De doelmatigheidskorting wordt hierdoor direct al relevant, en dus niet wachten met toegroeien naar efficiënte kosten.

GTS is van mening dat de regulering er niet toe kan leiden dat wordt vastgesteld dat zij in het verleden efficiënter had moeten werken.

Gasterra stelt dat betreffende euro’s uit het verleden dan verrekend kunnen worden in de nieuwe methodebesluiten voor de periode vanaf 2012. Uit praktisch oogpunt is het niet wenselijk tarieven uit verzonden nota’s alsnog te gaan herverrekenen. Volgens Gasterra moet een oplossing vooral praktisch benaderd worden en juridisch houdbaar zijn.

GTS wijst er op dat het een fundamenteel probleem betreft. Het niveau van efficiënte kosten in het verleden is niet gemakkelijk objectief te bepalen. GTS stelt daarnaast dat het niet wenselijk is om er twee

werkelijkheden op na te houden. Als dit concept van efficiënte kosten aan het begin was toegepast, dan had dit waarschijnlijk tot ander gedrag geleid, oftewel met andere tarieven zouden partijen ook anders hebben gehandeld.

Tot slot

Voorstel voor nieuwe klankbordgroep bijeenkomst: 9 december van 10:00 tot 13:00.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

vatten. Daarom zijn in overleg met verschillende deskundigen 59 gemeenten uitgekozen, die op grond van het beschikbare cijfermateriaal en de algemene indruk representatief

7: meer gerekte plant; flink ontwikkelde blaaeren; niet zoo ge­ spreide bladeren; iets lichter van kleur; vrij stevige stengel; lange leien.. 2: meest gerekte

• Veel focus behoud opp intergetijdengebiden, meer kennis nodig over kwaliteit • Onderzoeken van verloop bodem temperatuur: relatie omgevingsfactoren,. droogvalduur,

Op basis van mogelijke aanwezigheid van gevaren in diervoedergrondstoffen en diervoeders, mogelijke overdracht van deze gevaren naar dierlijke producten én toxiciteit van de gevaren

In situaties waarbij de parkeerdruk in de openbare ruimte structureel hoog is, maar er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de parkeervoorzieningen op eigen ter- rein,

Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf stelt bij de voorbereiding van en het tot stand brengen van een overheidsopdracht of een speciale-sectoropdracht,

De reglementering verplicht dat er een risicoanalyse wordt uitgevoerd voor alle werksituaties en dat er een actieplan wordt opgesteld om geleidelijk de beste toestand van welzijn

onderzoeken [B] MRI (meest gevoelig), botscintigrafie of CT is geïndiceerd indien conventionele röntgenfoto’s onduidelijk zijn.. Heuppijn (bij kinderen, zie 19M) 17 D RX