• No results found

4 Kracht en beweging.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "4 Kracht en beweging."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

8

N 8 , 23

kg 43 , 81 2 , 9

8 , 81 23

, 9 8 , 23

=

=

=

=

×

=

=

z z

F G

m m

g m F

s2

9,81m kg

2 N 19,6

N ,6 9 kg 1 9,81N kg 2

=

=

=

=

=

×

=

=

=

m a F a m F

g m F F

res res

z res

4 Kracht en beweging.

Uitwerkingen Opgave 4.1

a) b)

N 981 , 0

N 0,981 Nkg

9,81 kg 100 , 0

=

=

=

×

=

=

Z V z

F F

g m F

c) Fres =FvFz =0N d) G=Fz =0,981N

G is de kracht van de massa op de veer

Opgave 4.2 a)

b) Het gewicht is een kracht die de massa op de omgeving uitoefent, dus op de veerunster.

Opgave 4.3

FZ

= Fv

G

(2)

2 2

2 2

s 1m kg

s kg m kg 1 1N

s m 1kg s 1m kg 1 N 1

=

=

= ⋅

×

=

m 31 5 , 2 25 , 12

ms 25 , 2 12

5 , 24 0

ms 0

ms 24,5 s s 2,5 81m ,

5 9

, 2

=

×

=

= + =

=

=

=

×

=

s s t m

v hoogte v v v

gem gem

begin s na

kg 0,091 g 1 9 L L 70 1,3g

kg 86 kg 6 9,8N kg 70

=

=

×

=

=

×

=

lucht e verplaatst Z

m F

kg 5 , 7 Nkg 9,8

N 73,5 8 ,

9 = =

= Fz m

L 0 , 5 L 1,0kg

kg 5,0

.

. = =

=

vl vl vl

V m ρ Opgave 4.4

Opgave 4.5

a) De snelheid na 2,5 s : s ms

ms

vna2,0s =9,81 ×2,5 =24,5 Daarna geldt: v = 0 m/s

Dus na 3 seconden : v = 0 m/s b)

Opgave 4.6

0,091 kg is te verwaarlozen t.o.v. 686 kg

Opgave 4.7

Als de zwaartekracht gelijk is aan 73,5 N ,dus gelijk aan de opwaartse kracht is de kracht van de weegschaal op het blok 0 N.

Opgave 4.8

De opwaartse kracht moet gelijk zijn aan de zwaartekracht, dus de massa van de verplaatste vloeistof is 12 kg.

L 0kg , L 2 6,0

kg 12

. = =

ρvl

Opgave 4.9

De opwaartse kracht is gelijk aan de zwaartekracht, dus de massa van de verplaatste vloeistof is 5,0 kg.

Volume verplaatste vloeistof:

Volume ondergedompeld = 5,0 L

(3)

10

De deeltjes voeren een samengestelde beweging uit.

Ze gaan met constante snelheid in horizontale richting en zinken tegelijkertijd naar beneden. De rode deeltjes bezinken het snelst.

s) (m kg m s

s m kg

ms m

N 6

6

2 2 2

2

= ⋅

⋅ ×

=

=

=

⋅ →

= ⋅

=

m s s

m eenheid kg

v r F

v r F

w w

π η η

η π

N 740 5 50 9,8

50× + × =

=

⋅ +

=

=

s

z s z

s

F

a m F F a m F F

Opgave 4.10

De snelheid van de parachutist neemt toe totdat de wrijvingskracht even groot is als de zwaartekracht. Bij een zware parachutist, waarop een grotere zwaartekracht werkt, is er bij evenwicht dus een grotere wrijvingskracht en is de snelheid bij evenwicht dus groter.

Opgave 4.11

Op een deeltje dat in een vloeistof naar beneden zakt werkt de zwaartekracht naar beneden, de opwaartse kracht naar boven en de wrijvingskracht naar boven.

Deeltjes met grotere massa en dezelfde grootte zullen sneller bezinken omdat de wrijvingskracht groter moet zijn voor evenwicht.

Grotere deeltjes met dezelfde massa zullen minder snel bezinken omdat ze bij lagere snelheid al een grotere wrijving ondervinden.

Opgave 4.12

Alle deeltjes leggen in dezelfde tijd in horizontale richting dezelfde afstand af.

De deeltjes die het eerst op de bodem zijn leggen dus de kortste afstand af.

De grotere deeltjes ondervinden een grotere zwaartekracht ,maar ook een grotere opwaartse kracht. De zwaartekracht is groter dan de opwaartse kracht, dus de verticale snelheid van de grotere deeltjes zal groter zijn.

Opgave 4.13

Opgave 4.14

Tijdens het versnellen is de spankracht 740 N en is de kans op een breuk in het koord het grootst.

(4)

s2

ofm Nkg kg 0,70

70 N 70 49

49 70a 686,7 735,8

N 735,8 Nkg

9,81 kg 75

70 7 , 686 kg 70

9,81N kg 70

=

=

=

→ +

=

=

×

=

+

=

⋅ +

×

=

⋅ +

=

=

a a F

a a

a m F F

a m F F

N Z N

Z N

s 1,1 s 60 0,0183 min

0,0183 mmin

12 m 0,22 mmin 0 , 12

=

×

=

=

=

=

=

v t l v

minuut per 20 afgerond

1min 3 , m 19 62 , 0

mmin 2 1 mmin 12

=

= + =

=

=

n s l n v v

N 5 mm 7 0 N , 1 mm 5 7 mm

75

N 0 , 40 1

N mm 40 1 mm 40 N

0 , 40

res 1

=

×

=

=

=

=

=

Fres

F lengte

lengte F

kN 20 :

N 20833 30

25 1000 2

2

=

× =

=

=

mpz mpz

F afgerond

r F mv

Opgave 4.15

Opgave 4.16

a) Bij het opstarten van de pomp moet het water in beweging gebracht worden en daarvoor is extra kracht nodig.

b) De pomp moet de waterkolom tussen het niveau van punt P en Q omhoog duwen.

c) Er is een resulterende kracht omdat het water versneld wordt.

Opgave 4.17

mmin 6 , 2 min 1 1257cm 0 , 10 40

rpm 40

=

=

×

×

=

=

=

π v

O n v n

Opgave 4.18 a)

b)

Opgave 4.19

Opgave 4.20

(5)

12

N mm 309

9 N , 1 1 mm 26 mm

26

N 38 mm 2 9 N , 1 1 mm 20 mm

20

N 9 , 3 11 3

N 92 mm 3 1 mm 33 N

392 kg

0 , 40

=

×

=

=

=

×

=

=

=

=

=

=

N N

w w

z

F F

lengte

F F

lengte

lengte F

m

klopt!

: 3600

60 3601

4 , 56 20,5 : controle

N 4 , 56 940 , 0 60 20 cos 60 60

20 cos cos

N 5 , 20 342 , 0 60 20 sin 60 60

20 sin sin

2 2

2

0 0

0 0

conclusie en

F F F

F

F F F

F

H H H

V V V

=

= +

=

×

=

=

=

=

=

×

=

=

=

= α α

Opgave 4.21

Opgave 4.22 sinus ≤ 1

De schuine zijde is altijd langer dan de overstaande zijde, alleen als α = 900 dan zijn ze even lang.

cosinus ≤ 1

De schuine zijde is altijd langer dan de aanliggende zijde, alleen als α = 00 dan zijn ze even lang.

Opgave 4.23

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze vorm van evidence based practice past volgens De Vries niet bij de uitgangspunten van het maatschappelijk werk, dat gericht is op empowerment en niét met een

3 “Ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt –uit genade bent u zalig geworden – 6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse

Als deze principes worden gevolgd, kunnen gemeenten aan burgers optimale ondersteuning bieden en kan het Rijk haar verantwoorde- lijkheid voor het sociale stelsel blijven

de wet Actie = – Reactie is in te zien dat als de Lorentzkracht op de vaste draden naar links werkt, er een even grote tegengestelde kracht van de draden op de trein werkt: de

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Door de luchtweerstand en het stijgen in de lucht zal de snelheid van de skispringer afnemen, maar het is lastig te zeggen of dat eenparig zal zijn omdat de luchtweerstand

Overigens laat de figuur zien dat de gemiddelde schaal niet alleen wordt bepaald door het aantal instellingen, maar ook door meer organische groei door fluctuaties in

negervertellingen nimmer gehoord had, illustreert wel genoegzaam de veranderingen, die het volkseigen onder den invloed der missie ondergaat.’ Latour constateerde nog weer een