• No results found

Wanneer het ene organisme een ander organisme opeet, leven ze niet kor tere of langere tijd samen. Dit is bij symbiose wel het geval.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wanneer het ene organisme een ander organisme opeet, leven ze niet kor tere of langere tijd samen. Dit is bij symbiose wel het geval. "

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1. Samenleven

In de basisstoffen heb je geleerd dat de verschillende populaties in een ecosysteem op veel manieren met elkaar te maken

hebben. Ze leven immers samen in een bepaald gebied. Soms leven twee soorten lange tijd met elkaar samen. Dit noem je symbiose.

Er zijn drie vormen van symbiose: mutualisme, commensalisme en parasitisme. Ze verschillen van elkaar door de voor- of nadelen die de samenlevende soorten van elkaar hebben.

Als beide soorten voordeel hebben van het samenleven, is er sprake van mutualisme. Een voorbeeld van mutualisme zijn de ossenpikkers die insecten en larven pikken van de huid van buffels en andere graseters op de savannes in Afrika. De vogels verkrijgen op deze manier hun voedsel, terwijl de huid van de graseters ‘schoongemaakt’ wordt van insecten.

Bij commensalisme heeft de ene soort voordeel van de

symbiotische relatie en de andere soort geen voordeel, maar ook geen nadeel. Een poolvos volgt bijvoorbeeld een ijsbeer. Als de ijsbeer een prooi heeft gedood, wacht de poolvos tot de beer klaar is met eten. Daarna eet hij de restjes op.

Sluipwespen leggen hun eitjes op of in de larven van andere insecten. De jonge sluipwesplarven voeden zich met hun nog levende prooi. Dit is een voorbeeld van parasitisme. Een

parasiet leeft ten koste van zijn gastheer. In dit geval heeft dus één soort voordeel van de symbiotische relatie terwijl de andere soort er nadeel van heeft.

opdracht 1 Vul het schema in.

Gebruik hierbij: + (voordeel), – (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel).

opdracht 2 Beantwoord de volgende vragen.

1 Tussen soorten in de vrije natuur bestaan ook voedselrelaties. Leg uit dat het hier niet gaat om een vorm van symbiose.

Wanneer het ene organisme een ander organisme opeet, leven ze niet kor tere of langere tijd samen. Dit is bij symbiose wel het geval.

Afb. 1 Ossenpikker op de kop van een buffel.

Soort 1 Soort 2

Mutualisme

+ +

Commensalisme

+ 0

Parasitisme

+

(2)

2 Welke symbiotische relatie bestaat er tussen de insecten en de graseters van de savannes van Afrika?

De insecten zijn parasieten (volwassen insecten leven van het bloed van de graseters of leggen eitjes op of net onder de huid van de graseters).

3 Waarom hebben poolvossen die ijsberen volgen minder voedsel nodig dan poolvossen die zelf op jacht gaan?

De poolvossen die ijsberen volgen hoeven zelf niet te jagen, waardoor ze minder energie verbruiken en dus minder voedsel nodig hebben.

4 Leg uit dat het voor de sluipwesplarven belangrijk is dat de prooi in leven blijft.

Als de prooi in leven blijf t (en zelf ook nog eet), hebben de larven van de sluipwesp voldoende voedsel tot hun beschikking. Een dode prooi wordt ver teerd door

reducenten zodat er geen of ongeschikt voedsel overblijf t voor de larven van de sluipwespen.

5 Een groep Amerikaanse biologen is van mening dat geslachtelijke voortplanting is ontstaan als reactie op parasieten. Soorten die zich geslachtelijk voortplanten hebben een hogere overlevingskans als ze geïnfecteerd worden door parasieten dan soorten die zich bijvoorbeeld alleen door deling voortplanten.

Leg uit waarom dit zo is.

Soor ten die zich geslachtelijk voor tplanten, hebben een grotere genetische variatie dan soor ten die dat niet doen.

Bij iedere kruising ontstaan immers nieuwe genotypen.

Hierdoor ontstaan er bij geslachtelijke voor tplanting ook nakomelingen die beter bestand zijn tegen de parasieten en een hogere overlevingskans hebben.

6 Sommige parasieten zijn hermafrodiet. Dat betekent dat ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en dat ze (als ze volwassen zijn) spermacellen en eicellen produceren. Een voorbeeld van een hermafrodiete parasiet is een lintworm. Volwassen lintwormen leven in de darmen van zoogdieren.

Welk voordeel hebben lintwormen van het feit dat ze hermafrodiet zijn?

De kans dat een volwassen lintworm een soor tgenoot in

(3)

opdracht 3

In de tabel zie je zes voorbeelden van symbiotische relaties tussen organismen.

Vul de tabel in door in de kolommen van soort 1 en soort 2 in steekwoorden te noteren welk voordeel (voordelen) en/of welk nadeel (nadelen) de relatie oplevert voor de betreffende soort.

Tot slot vul je in de laatste kolom de vorm van symbiose tussen de soorten in. Je kunt de benodigde informatie vinden op internet of in boeken.

Voor de relatie tussen hond en mens is het in de tabel voorgedaan.

Soort 1 (voordeel) Soort 2 (voordeel, nadeel of geen voordeel

en geen nadeel) Vorm van symbiose Hond en mens De hond krijgt

voedsel en bescherming.

De mens krijgt

bescherming, arbeid en welbevinden.

Mutualisme

Clownvis en

zeeanemoon

De clownvis

krijgt voedsel en bescherming.

De zeeanemoon heef t minder parasieten en krijgt bescherming.

Mutualisme

Koekoeksjong

en zangvogel

Het

koekoeksjong krijgt

voedsel.

De jongen van de zangvogel krijgen minder eten en gaan vaak dood.

Parasitisme

Koereigers en

koeien

De koereiger

krijgt voedsel.

De koe heef t geen voordeel of nadeel.

Commensalisme

Maretak en

appelboom

De maretak

krijgt water en zouten.

De appelboom verliest water en zouten.

Parasitisme

Muizen en

mens

De muis krijgt voedsel.

De mens heef t geen voordeel of nadeel.

Commensalisme

(4)

PARASIETEN BIJ DE MENS

Mensen hebben hun eigen parasieten. Van oudsher leven mensen onder andere samen met vlooien, luizen, lintwormen, spoelwormen en (bed)wantsen. Door een betere hygiëne en medicijnen komen deze parasieten in de westerse wereld tegenwoordig steeds minder voor, maar er zijn parasieten die hardnekkig aanwezig blijven.

Een voorbeeld van zo’n parasiet is de aarsmade. Dit is een kleine, geelwitte rondworm die voorkomt in de dikke darm en blinde darm van mensen. Aarsmaden leven ongeveer acht weken en leggen hun eitjes op de huid rondom de anus. Door krabben worden de eitjes verspreid op vingers, kleding, meubels, speelgoed of voedsel. De eitjes blijven buiten het lichaam lang in leven. Als ze opgegeten worden, komen de eitjes in de twaalfvingerige darm uit. De larven verplaatsen zich naar de blinde darm en dikke darm. Vooral (jonge) kinderen hebben regelmatig last van aarsmaden.

Muggen en steekvliegen zijn geen parasieten, maar ze kunnen wel parasieten overbrengen. Ze zijn de drager of tussengastheer van een parasiet, maar ze worden zelf niet aangetast door de parasiet. Een voorbeeld van een parasiet die door een vlieg wordt overgebracht op mensen is de oogworm (loa loa). Deze worm brengt een deel van zijn leven door in een vlieg en een deel van zijn leven in een mens (zie afbeelding 3).

Ook zijn er parasieten die mensen kunnen besmetten met andere parasieten als ze hun bloed drinken. Voorbeelden van zulke parasieten zijn teken en vlooien. Net als bij muggen en vliegen worden teken en vlooien tussengastheer en worden ze zelf niet door de parasiet aangetast.

Afb. 2 Maretak (mistletoe) in een appelboom.

de larve kruipt in de wond en ontwikkelt zich tot worm

de volwassen worm leeft in de huidlaag en vormt larven

symptomen de larve ontwikkelt

zich in de vlieg

de vlieg zuigt bloed op en krijgt larve binnen

de vlieg zuigt bloed op en besmet een mens

Afb. 3 De levenscyclus van de oogworm (loa loa).

(5)

opdracht 4 Beantwoord de volgende vragen.

1 Waarom hebben vooral jonge kinderen regelmatig last van aarsmaden?

Jonge kinderen hebben nog geen goede hygiëne. Ze wassen hun handen bijvoorbeeld nog niet goed nadat ze naar de wc zijn geweest. Daarnaast stoppen ze hun vingers en speelgoed nog regelmatig in hun mond.

2 Waarom moet je een antibioticakuur die wordt voorgeschreven om aarsmaden te doden helemaal afmaken?

Als je te snel stopt met de kuur zijn nog niet alle aarsmaden gedood (ook al lijkt dit wel het geval te zijn, want de jeuk is over). De pas ingeslikte eitjes zijn dan bijvoorbeeld nog in leven. Als je de kuur niet

afmaakt, worden de jonge aarsmaden die uit deze eitjes komen niet gedood en ben je nog niet van de aarsmaden af.

3 Waarom zijn muggen en steekvliegen geen parasieten, en teken en vlooien wel?

Muggen en steekvliegen leven maar heel kor t met

mensen samen. Na het prikken/steken en zuigen, vliegen de muggen en steekvliegen weer weg. Teken en vlooien leven langere tijd met mensen samen.

4 Welke symbiotische relatie is er tussen de menselijke parasieten en de muggen of steekvliegen die ze overbrengen op mensen?

Commensalisme.

5 Waarom is het van belang dat de tussengastheren niet aangetast worden door de parasieten?

Als parasieten hun tussengastheren aan zouden tasten,

wordt hun eigen levenscyclus verbroken en sterf t de

parasiet uit.

(6)

5

Deze opdracht doe je in een groepje van vier leerlingen.

Vier ziekten die door parasieten veroorzaakt worden zijn: ziekte van Lyme, malaria, slaapziekte en olifantsziekte.

Elk van jullie kiest één ziekte en zoekt hierover in maximaal 10 minuten informatie op internet of in boeken.

Daarna vertel je elk om de beurt in het groepje kort welke informatie je hebt gevonden over de ziekte en vul je ieder individueel de tabel in.

Tot slot kijken jullie samen of iedereen de kolommen goed heeft ingevuld. Degene die de informatie over de betreffende ziekte heeft opgezocht is de expert voor die ziekte en geeft aan of de betreffende kolom goed is ingevuld.

Afb. 4 Olifantsziekte wordt veroorzaakt door een parasiet.

(7)

malaria ziekte van Lyme slaapziekte olifantsziekte Overgebracht door: mug,

teek of vlieg

mug teek vlieg mug

Parasiet is een: bacterie,

eencellig dier of worm

eencellig dier bacterie eencellig dier worm

Belangrijkste

symptomen:

Regelmatige

koor tsaanvallen met koude rillingen.

Eerste stadium: rode kring rondom de tekenbeet.

Latere stadia: aantasting van zenuwstelsel,

gewrichten en har t.

Eerste stadium: zweer op de plaats van besmetting.

Tweede stadium: koor ts,

moeheid, zware hoofdpijn en opgezette lymfeklieren.

Eindstadium: aantasting van hersenen.

Lymfeoedeem (zwelling van een of meerdere lichaamsdelen).

Medicijnen:

Kinine, Chloroquine en

Lariam Doxycycline Melarsoprol en

Erf lormithine Diethylcarbamazine en Ivermectin

Voorkomen van

besmetting:

Gebruik DEET, ander

insecticide en klamboe, draag goed aansluitende kleding, vermijd stilstaand water, gebruik prof ylactische medicamenten.

Draag goed aansluitende kleding, blijf op paden en wegen, verwijder teken zo snel mogelijk , star t met

medicatie indien er een rode kring zichtbaar is rondom de tekenbeet.

Gebruik insecticide en klamboe, draag goed aansluitende kleding, vermijd natte begroeide gebieden met veel vee.

Gebruik DEET, ander insecticide en klamboe, draag goed aansluitende kleding, vermijd stilstaand water.

Verspreiding van de ziekte: wereldwijd, Derde wereld of Afrika

Derde wereld wereldwijd Afrika wereldwijd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vervolgens knip je van de raffia in naturel willekeurig veel stroken (ongeveer 10 cm) af, neemt er steeds 2 bij elkaar en knoopt deze aan het geweefde stuk!. Nu verkort je

De nummers 3 en 4 gaan door naar de B poule en kunnen niet meer voor een echt kampioenschap spelen, maar wel als winnaar in de B-poule eindigen. Met enige trots kan TVM

De talloze proeven die met dit diertje zijn gedaan, hebben de werking van veel erfelijk materiaal onthuld.. Wetenschappers verwachten dat het genetisch onderzoek een flinke

En omdat samen iets voor een ander doen; hen deugd doet.. Van waar de drang van organisatoren om in de buurt wijkontmoetingen

[r]

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Erfelijk materiaal uit ene organisme in een ander organisme gebracht die niet tot dezelfde soort behoren. Genetische modificatie = Genetische manipulatie Een veranderd organisme

(functie: botten kunnen over elkaar bewegen) Botweefsel bestaat hoofdzakelijk.. uit botcellen